Advertisement
Om zes uur ging de wekker en toen we onze ogen opendeden kwamen we erachter dat we een nacht het bed hadden gedeeld met een kakkerlak die gezellig tussen ons beiden in lag. Moet kunnen, toch? We hebben toch maar even de overige bagage en de schoenen gecontroleerd voor we alles aantrokken in inpakten en zijn vervolgens naar het ontbijt gegaan. Toast met een omelet voor mij en een pannenkoek met honing voor Niels-Ingvar. We werden door een Nepalees mannetje in een Walibi-t-shirt geholpen, maar hij had geen flauw idee wat Walibi was of waar dat shirt vandaan kwam.
Eenmaal buiten genoten al meteen van de heerlijke temperatuur. Prima wandelweer. De tocht begon met een klauterpartij naar beneden en daarna liepen we een tijd lang door een vrij vlak ruraal gebied. Het blijft bijzonder te zien dat iedereen hier elkaar gedag zegt als je elkaar tegenkomt (zouden wij in Nederland ook eens moeten proberen!). Onze begroeting in het Nepalees wordt door bijna iedereen gewaardeerd, vooral als je er ook nog jongere of oudere zus of jongere of oudere broer aan toevoegt.
Na een paar uur flink te hebben doorgestapt, kwamen we via de dorpjes Khudi en Bhulbhule langzaam in
een wat meer bergachtig gebied terecht. We liepen steeds langs een rivier, die we ook enkele malen moesten oversteken. Vaak gebeurde dat via bruggen waarvan je dacht dat hij waarschijnlijk in zou storten juist als wij eroverheen liepen, maar zoals veel in Nepal bleef het gewoon hangen en was het gewoon een functioneel ding. Na ongeveer vierenhalf uur lopen kwamen we in Ngadi uit, waar we lunch nuttigden. We zaten in een mooie tuin met aan de ene kant uitzicht op de rivier en aan de andere kant op een heuvel met een geweldig mooie boom. We hoorden al wat gehak, maar schrokken ons toch een beroerte toen die mooie boom opeens omging. Verbijsterd keken we elkaar aan: hoe haalt iemand het in zijn hoofd om dat ding omver te halen? Brandhout, was het simpele antwoord van Saligram. We waren er echt even stil van. Om zo direct geconfronteerd te worden met het probleem van de ontbossing in dit gebied, vooral om rijstvelden aan te kunnen leggen en om brandhout te hebben, kwam echt hard aan. In ieder geval begrepen we waar het verzoek aan toeristen vandaan komt om alleen te eten in gelegenheden waar niet op hout wordt gestookt.
Eten in dit gebied brengt je echt dicht bij de mensen. Naast onze tafel was een waterpunt dat achtereenvolgens werd gebruikt om groenten te wassen voor de groene curry, de rijst af te gieten, tussendoor nog even een wasje te doen en tenslotte om onze borden en bestek weer af te wassen. Het water voor de rijst en voor de daal bhaat werd uit een pan gehaald die midden in een zonnecollector was opgesteld en zo verwarmd wordt.
Na de lunch gingen we enthousiast op stap voor het laatste stukje naar Bahundanda. Nou, dat viel best tegen. Vanaf Ngadi, dat op 890 meter hoogte ligt, gingen we eerst een heel stuk naar beneden, terwijl we toch echt nog 400 meter moesten stijgen. Die stijging was bewaard voor de laatste kilometer. Wat een klim! We hebben echt enkele malen stil moeten houden voordat we verder konden. Liters water gedronken, aangevuld met glucose en zout. Uiteindelijk kwamen we aan in het dorpje. Ook erg fijn dat Saligram voor ons een lodge had uitgezocht bovenop een heuveltop, waardoor we nog eens honderd traptreden omhoog moesten. Bekaf kwamen we aan. Maar: we hadden het gered, en binnen een keurig tijdschema. Eerste even
lekker gedoucht. Toen Niels-Ingvar net klaar was, stak er opeens een stevige wind op. Een schitterend gezicht: alle katoenbomen op de heuvel waar we bovenop stonden lieten in een windvlaag al hun plukken katoen de lucht in vliegen. Een geweldig gezicht. Daarna werd het aardedonker en begon een enorm onweer. Het restaurantje bij de lodge bleek over niet helemaal tegen bestand en het water kwam uit alle hoeken en gaten zetten. Toen het weer wat rustiger werd snel Niels-Ingvar uit de kamer laten ophalen en vervolgens iets gegeten wat Zwitserse Rösti heette, maar vooral leek op aardappelkauwgom met vooral heel veel knoflook. Daarna naar bed, maar het slapen wilde niet echt lukken. (Deze keer geen kakkerlak, wel een gigantische spin die even langskwam.) Het onweer was overgegaan in een niet ophoudende plensbui. Dat maakte dat de temperatuur behoorlijk afnam. Reden voor ons om de slaapzak tevoorschijn te halen, waarna we uiteindelijk toch in slaap vielen. Morgen om 06.00 uur weer op!
Advertisement
Tot: 0.109s; Tpl: 0.011s; cc: 8; qc: 49; dbt: 0.044s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb