Labuan Bajo en Rinca: Terug naar de oertijd bij de Komodo varaan


Advertisement
Indonesia's flag
Asia » Indonesia » Flores » Labuanbajo
October 3rd 2015
Published: October 4th 2015
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Banyuwangi - Denpasar - Labuan Bajo - Rinca - Labuan Bajo


We laten ons door een taxi naar het vliegveld van Banyuwangi brengen, waar we op het bord zien dat onze vlucht een uur vertraagd is. Onze zwavelsouvenirs worden door de man van de security uit de tas gevist, die mogen niet het vliegtuig in wegens explosiegevaar en dat is erg jammer. Dan rest ons niets anders dan wachten, net als de andere passagiers en de vier vrouw sterke boardingploeg van Garuda. Boarden gaat hier niet zomaar, er is iemand die de boardingpassen afscheurt, iemand die ze controleert, in de computer aanvinkt en natuurlijk iemand die op traditionele wijze gedag zegt. Nadat het vliegtuig arriveert, wordt alles in een mum van tijd gereed gemaakt, boarden we en een paar minuten later taxiën we naar de startbaan. Het toestel is nog maar een paar jaar oud en dat is goed te zien aan het interieur. Kort na de start worden de lunchboxen uitgedeeld: een broodje, een brownie, een flesje water en een snoepje. De meest luxe catering die we tot nu toe gekregen hebben. Na 40 minuten vliegen en wat cirkeltjes boven de zee gedraaid te hebben landen we al op het vliegveld van Bali. Daar stappen we op het platform uit en moeten, zonder begeleiding de weg maar zien te vinden naar de terminal. We kijken eens links en rechts en zien verderop een traditionele Balinese tempelpoort staan, dus daar zal het wel zijn. Er heerst wat verwarring onder de passagiers, maar het blijkt toch de ingang van de terminal te zijn. We zijn benieuwd wat er was gebeurd als we waren doorgelopen. Je ziet meteen dat de terminal nieuwer en schoner is dan wat we tot nu toe gezien hebben op Java, wat natuurlijk komt door het toerisme op Bali. De bagage rolt al snel van de band en de shuttle van het hotel staat na een belletje binnen tien minuten op de afgesproken plek. We eten en zwemmen wat en gaan dan naar bed toe.

De volgende ochtend doen we het rustig aan en gaan rond half tien weer met de shuttle naar het vliegveld. Onze bestemming is vandaag Labuan Bajo op Flores, dat ligt op anderhalf uur vliegen van Bali. We hebben op Java besloten om de Bromo vulkaan over te slaan. Dit is terecht een van de belangrijkste toeristische trekpleisters van het land en het landschap is ook spectaculair. Na wat gelezen te hebben over de enorme massa's mensen die iedere ochtend van het uitzicht gaan "genieten" (lees 300-500 mensen op een heuveltop die allemaal een foto willen van de zonsopgang) en de omslachtige reis ernaar toe (trein, bus, bus), doen we liever wat anders met onze tijd en dat wordt dus de Komodo varaan zien. We checken in bij Transnusa Air en tot onze verbazing vertrekken we geheel volgens schema richting Flores. Het is leuk om nog eens in een oude Fokker 50 te vliegen, dat maak je niet vaak meer mee. Vanaf 6 kilometer hoogte is het uitzicht schitterend, het ene na het andere eiland trekt onder ons voorbij. We zetten de daling in naar Labuan Bajo en geheel in Fokker stijl duiken we neus naar beneden naar de landingsbaan. De terminal van Labuan Bajo is gloednieuw en wat aan de grote kant voor de paar turboprops die hier dagelijks komen, maar de regio zal wel grote plannen voor de toekomst hebben. De shuttle van ons resort staat al te wachten, net als onze gids die ons wat informatie geeft over de tour van morgen. Ons resort ligt een eind buiten de stad en de weg ernaar toe is nog volop in ontwikkeling. Gelukkig is het grootste deel nu wel geasfalteerd, alleen de laatste 5 minuten is het nog flink hobbelen over de onverharde weg. We worden hartelijk ontvangen met een welkomstdrankje en naar onze kamer gebracht. Het Sylvia resort ligt schitterend in een baai met een wit strand. Vanaf de lobby lopen de kamers trapsgewijs naar het zwembad en de zee toe. Het duurt niet lang voordat we ronddobberen in het heerlijk warme water. De rest van de middag rusten we lekker uit en genieten van de omgeving. Het hotel staat niet zo goed aangeschreven op internet. Veel mensen klagen over de slechte service van het restaurant, het onsmakelijke eten, de hobbelige weg ernaar toe en het onvriendelijke personeel en ga zo maar door. Wij nemen de gok, nemen plaats in het restaurant en bestellen wat te eten. Het duurt inderdaad vrij lang voordat de eerste maaltijd komt, een curry voor Esther. Een kwartier later komt het tweede gerecht, blijkbaar heeft de kok maar een pan. Ach ja, wat geeft het ook, het eten smaakt heerlijk.

De volgende ochtend worden we bij de pier van het hotel om half acht opgehaald door de boot die ons naar Rinca Island zal brengen. Het is een houten boot zoals in Kalimantan, maar dan wat kleiner en minder luxe. De overtocht duurt 2.5 uur, we varen voornamelijk langs de kust en tussen kleine eilanden door. Veel is er niet te zien onderweg, maar het varen op zich is al leuk genoeg en de tijd vliegt daardoor voorbij. We zien onderweg af en toe een vissersboot, het zijn voornamelijk toeristenboten die deze wateren bevaren. Onze gids doet ondertussen een dutje, de kapitein en bootsjongen/kok glimlachen ons vriendelijk toe. De voorvader van de Komodo varaan is 250 miljoen jaar geleden in het Paleozoïcum tijdperk afgesplitst van de dinosaurus en ongeveer 40 miljoen jaar geleden is het varanensoort ontstaan. Het is daarmee niet alleen de grootst nog levende hagedis met maximaal 3 meter lengte, het is ook een van de oudste levende dieren op aarde en de enige levende afstammeling van de dinosaurus. De varaan leeft alleen in Indonesie op de eilanden Rinca, Komodo, een klein deel van Flores en nog een paar kleine eilanden. In totaal leven er nog 5000 in het wild. De Komodo varaan is in 1910 door de Nederlander van Steyn van Hensbroek, de Nederlanders hebben er tijdens de koloniale periode veel aan gedaan om de varanen te beschermen.

Op Rinca worden we opgewacht door een ranger van het nationale park die met ons een wandeling zal maken. We kunnen kiezen uit drie verschillende wandelingen, we kiezen ervoor de middelste te doen van anderhalf uur, gezien de hitte van 33 graden lijkt ons dat genoeg. De ranger, een jongen van wij schatten 20, spreekt goed Engels en kan ons veel vertellen over de varanen, wat de tocht nog interessanter maakt. Onderweg komen we zes verschillende varanen tegen, waaronder twee jongere. Het vrouwtje legt in een hol een dertigtal eieren die na negen maanden uitkomen. Gemiddeld gezien worden maximaal twee jongen volwassen, niet alleen allerlei dieren proberen de eieren en jongen op te eten, de varanen zelf staan bekend om hun kannibalisme. Hierdoor zijn de jongen vanaf dag een op zichzelf aangewezen en zoeken direct de veiligheid van de bomen op als ze uitkomen. Op het eiland komen veel buffels en herten voor, die de belangrijkste voedselbron voor de varanen vormen. De varanen bijten een dier, waarna het gif zijn werk doet. Slechts eenmaal per maand eten ze een kilo of vijf vlees, wat ze in hele stukken naar binnen werken. We mogen best dicht bij de varanen komen van de ranger, maar als ze te alert worden fluit hij ons terug en niet zonder reden. De varanen kunnen uit het niets een snelheid van 20 kilometer per uur bereiken, waardoor rennen niet veel zin heeft. Een jaar geleden is een ranger gebeten door een varaan, waarna hij drie maanden in het ziekenhuis lag en sindsdien niet meer durft te werken. We lopen afwisselend door bos en over kale heuvels, dit is een van de droogste plekken van Indonesië met een regenseizoen van vier maanden. Er klinkt opeens gebrul van Makaken, waarna we een hele groep voorbij zien rennen. De ranger zegt dat ze op weg zijn naar een jonge varaan om hem te pesten. De varanen liggen nu voornamelijk in het bos, waar het een stuk aangenamer is. Gezien hun formaat en geschiedenis zijn het zeer indrukwekkende beesten om te zien, zeker in combinatie met hun formaat en de agressie die ze soms tonen. Aan het eind van onze wandeling komen we een groep mannetjes tegen die lui naast de keuken van het kamp liggen. Ze krijgen niets te eten zegt de gids, maar of dat echt zo is weten we niet.

Terug op de boot krijgen we een heerlijk diner geserveerd van kippenpoten met rijst, mie, boontjes, aubergine en gefermenteerde rijst. We moeten zeggen dat we op onze boottochten het lekkerst gegeten hebben, en het is overal in Indonesië al heerlijk. Na een eind varen stoppen we op een eiland om te snorkelen. Een tijd lang genieten we van het mooie koraal wat in allerlei kleuren aan ons voorbij trekt, geel, blauw, groen, paars en rood. Er zwemmen vissen is nog veel meer kleuren tussen en af en toe duiken we naar beneden om het van dichtbij te zien. Wij kunnen er niet genoeg van krijgen, de meeste toeristen zijn na een kwartier al klaar en gaan alweer hun boot op. Nagenietend in het warme water kijken wij in de branding naar hen, een enkeling trekt zelfs een zwemvest aan om te snorkelen. Waarom vragen wij ons af, met je flippers aan blijf je automatisch al drijven. Tegen het eind van de middag varen we terug naar Labuan Bajo, waar we door de gids in het centrum worden afgezet. Ook hier is het een stapel geld geven en zonder e tellen gaat hij ervandoor. Hij heeft de hele dag eigenlijk niets gedaan, behalve ons van en op de boot geholpen. We houden een busje aan om terug naar het hotel te gaan. De chauffeur vraagt ons voor Indonesische begrippen een fortuin, maar met de helft neemt hij ook genoegen. Hij heeft vier meisjes bij zich, waaronder zijn dochter. Blijkbaar hebben ze niets te doen en rijden in het busje van pa mee. Iedere keer als we ze aankijken wordt er hard gegiecheld. In het hotel koelen we eerst af in het zwembad en gaan dan naar het restaurant, waar het met zeven tafels bezet, erg druk is. We besluiten hetzelfde gerecht te bestellen, zodat we misschien ons eten tegelijk krijgen en ook wat eerder. Hoe er gewerkt wordt in de keuken weten we nog niet, want sommige mensen die later bestellen krijgen hun eten veel eerder, maar wij wel tegelijk en het smaakte prima. Ondertussen houdt een rat de gemoederen bezig, af en toe laat hij zich zien en rent een stukje door het restaurant heen. Voetjes van de vloer en eten maar.....

De volgende ochtend vaar ik met een kajak naar de overkant van de baai. Op mijn buik kijk ik door onze eigen snorkel naar het koraal, wat ongeveer hetzelfde is als gisteren. Wel zijn er een stuk minder vissen. Op een gegeven moment valt een van de glazen uit de duikbril, dus dat is einde verhaal duikbril en snorkelen. Ik vaar terug naar het hotel, waar we nog wat zwemmen en rond het middaguur de shuttle naar het vliegveld nemen. Bij ons zit een Frans stel te kibbelen, waarna blijkt dat ze wat vergeten zijn, maar we gaan niet terug. Zij vliegen pas om kwart voor vier, wat ze zo vroeg al op het vliegveld gaan doen is ons een raadsel. We checken in en maken ons klaar voor de vlucht naar Bali, onze laatste stop van deze reis.


Additional photos below
Photos: 23, Displayed: 23


Advertisement



4th October 2015

Varaan
Zo, ik ben weer helemaal bijgelezen. Mijn autocorrectie maakte van varaan caravan. Prachtig stukje over die beesten. Dat ze maar 1x per maand eten, wist ik niet. Dat ze , ondanks hun logge lijven, zo snel zijn, heb ik van meer mensen gehoord die moesten rennen voor hun leven. Midden in jullie verhaal zat ik ineens in jullie blogs en foto's uit Kirgizië. Zeer vreemd. Het is druk in de ruimte, denk ik, waardoor tijdlijnen een beetje door elkaar gaan lopen, of ik zat in een parallel universum. Gelukkig ben ik weer na wat geklik en gezoek in Indonesië terecht gekomen. Jammer zeker dat jullie deze reis nu moeten beëindigen. Nog ff flink doorvliegen en dan zie ik jullie morgen op Schiphol. Goede reis! Liefs, Linda en Su

Tot: 0.053s; Tpl: 0.014s; cc: 12; qc: 26; dbt: 0.0301s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb