Hangzhou: volgens CCTV9 "The most beautifull city in China".


Advertisement
China's flag
Asia » China » Zhejiang » Hangzhou
March 6th 2007
Published: August 6th 2007
Edit Blog Post

Dinsdag 6 maart.

Bij het naderen van Hangzhou zag het weer er maar grijs uit. De stops die de trein maakte, werden frequenter en langer zodat we steeds minder en minder vooruit leken te komen. Het werd uiteindelijk 13u15 eer we in het oostelijke treinstation van Hangzhou aankwamen en een taxi konden zoeken naar de Mingtown jeugdherberg die we als verblijfplaats hadden uitgekozen. Het was een betrekkelijk nieuw hotel. De kamers waren redelijk modern en hadden namaak antieke meubels. Alleen de vloer van de douche was slecht aangelegd: de afvoer lag niet op het laagste punt zodat er constant een plas water in de douchecel bleef staan. Hordes goede loodgieters en elektriciens zouden rijk kunnen worden als ze de opdracht kregen om in de hotels in China alle mankementen wat betreft elektrische leidingen en water af- en aanvoer te herstellen.
Ludo had ons gisteren met zijn gsm verschillende keren proberen te bereiken maar waarschijnlijk door de treinrit met de vele tunnels geen verbinding gekregen. Nu we hem trachtten terug te bellen, kregen we een bericht te horen dat zijn kaart vervallen was. Vorig jaar had hij zich een Chinese Sim-kaart aangeschaft, eigenlijk op aanraden van de klantendienst van proximus: het zou dan veel goedkoper uitkomen om daarmee binnen China en naar huis te bellen. Dit zal hoogst waarschijnlijk wel waar zijn, maar bij proximus realiseren ze zich waarschijnlijk niet welke problemen je je daarmee op de hals kan halen. Ten eerste moet je er in slagen om de aankoop van zo’n kaart in het Chinees te doen: telefoonwinkels zijn er bij hopen, maar nergens spreekt men Engels. Een groter probleem is er voor te zorgen dat je een Sim-kaart krijgt die in heel China werkt: de gewone kaarten werken maar per provincie en dat is niet handig als je veel rondreist. Op de bus en in de trein zie je veel zakenmensen met een portefeuille vol Sim-kaarten geregeld de kaart in hun gsm wisselen. Om goedkoop naar het buitenland te kunnen bellen moet je daarbij nog een Internationale Telefoonkaart, een soort pay-en-go kaart, kopen. Ook deze kaart moet van het juiste type zijn, en kan alleen maar gebruikt worden in de provincie waar je ze gekocht hebt. Heel belangrijk is, dat je precies te weten komt hoe je een saldo op je Sim-kaart kan zetten. Je moet er daarna in slagen om telefonisch en op aangeven van een Chinese computerstem te begrijpen hoeveel er nog op je kaart staat en wat je moet doen om het saldo te verhogen: dergelijke computerstemmetjes ratelen meestal zo snel dat er gewoon geen touw aan vast is te knopen. Of er aan de andere kant Chinees of Engels gesproken wordt maakt vaak zelfs niet uit, het gaat zo snel en het is zo slecht hoorbaar dat je er gefrustreerd door raakt.
Vorig jaar had het Ludo heel wat moeite en toch ook redelijk wat geld gekost om in Beijing alles te regelen om met een Chinese Sim-kaart binnen heel China en naar België te kunnen bellen. Uiteindelijk was het hem toch gelukt. Dit jaar had hij ons na zijn aankomst in Shanghai een paar keer kunnen bellen en leek het telefoonverkeer tussen hem en ons geen probleem op te leveren. Na deze geslaagde telefoongesprekken met ons vanuit Shanghai, bleek echter het saldo op zijn Sim-kaart opgebruikt te zijn juist op 5 maart. Daarom konden we hem vandaag, 6 maart, niet meer bereiken. Ludo had vandaag, vlak vóór zijn vertrek met de bus naar Hangzhou, meer dan twee uur nodig gehad om een oplossing te vinden. In Shanghai konden ze hem niet helpen om het saldo op zijn kaart uit Beijing te verhogen, dus … had hij maar een nieuwe Sim-kaart gekocht. Hij had nu ook een nieuw Chinees gsm-nummer. Bij zijn aankomst in Hangzhou kon hij ons wel bereiken op het moment dat wij juist onze hotelkamer hadden betrokken. Even later had hij ook zijn kamer en hoorden wij waarom het contact met hem tijdelijk verbroken was geweest.
Omdat wij Ludo zijn pogingen om met Chinese kaarten te bellen van dichtbij gevolgd hebben, hadden wij besloten om de veel duurdere optie van een abonnement bij proximus aan te houden. We wilden namelijk op ieder moment en op iedere plaats (als er gsm-bereik is natuurlijk) bereikbaar zijn en ook zelf kunnen bellen: dit was deze reis al een paar keer heel belangrijk geweest. Verder is het natuurlijk ook makkelijk om ’s avonds vanuit je hotelkamer om 21 of 22 u naar het thuisfront te kunnen bellen (waar het dan 15 of 16u is) want een andere goedkopere oplossing daarvoor zou natuurlijk één van de vele telefoonwinkeltjes zijn je overal kunt vinden.

Hangzhou is de hoofdstad van de provincie Zhejiang en ligt aan de monding van de rivier de Qiantang. Deze stad beroept zich op een geschiedenis die meer dan 4000 jaar oud is. Volgens een legende kwam de mythische koning Yu, die China’s rivierensysteem irrigeerde en daarbij de jaarlijkse overstromingen wist te beperken, hier in 2198 voor Chr. aan. Vandaar Hangzhou’s oorspronkelijke naam: Yuhang (Yu’s landingsplaats).
Tot aan de Han dynastie (-200 tot +200) was Hangzhou moeilijk te bereiken maar vanaf dan ontstond er een kleine woonkern. De grote doorbraak werd voorbereid tijdens de Sui (581 à 618) en kwam er vooral tijdens het begin van de Song dynastie (1127 à 1279) toen het Grote Kanaal of Keizerskanaal tot in Hangzhou werd doorgetrokken. Deze gigantische waterweg kreeg de eerste spadesteek al rond 400 voor Chr. In 605 na Chr. werd het kanaal doorgetrokken tot de Yangzi (of Chang Jiang) en verbond zo voor het eerst de twee grote rivieren: de Gele Rivier en de Yangzi. Vooral de verdere uitbreiding van het Grote Kanaal naar het zuiden van de Yangzi tot in Hangzhou in de 8e en 9e eeuw, veranderde dit slapende vissersdorp in een commercieel centrum. Het Grote Kanaal (dat nu al 2000 jaar dienst doet) is nog steeds de langste door mensenhanden gegraven waterweg ter wereld en laat met zijn 1610 km de twee belangrijkste concurrenten, het kanaal van Suez en dat van Panama, ver achter zich.
In de turbulente tijd van de 5 dynastieën en 10 koninkrijken (900 à 980) was Hangzhou de hoofdstad van het Wuyue koninkrijk dat tussen 893 en 978 voor een stabiele periode zorgde in die streek. Naast ons hotel was nu een tempel ter ere van koning Qiang (nu vergoddelijkt) die door zijn voorbeeld dit land een lange voorspoedige tijd wist te bezorgen. Hij werd in Hangzhou geboren in 852 en was koning van Wuyue van 923 tot 932. Zijn politiek was: de grenzen beschermen en rust geven aan de mensen. Hij stond wars van de toenmalige ‘mode’ om door oorlog het eigen landgebied zoveel mogelijk uit te breiden waardoor het Zuid-China van die tijd gekenmerkt werd door voortdurende oorlogen. Hij stimuleerde het opleiden van talent, het voeren van handel, ontwikkeling van weefkunst en irrigatiewerken om zo de welvaart en de beschaving te bevorderen. Op deze manier verwierf hij alom het respect van zijn onderdanen waardoor na zijn dood op 81 jarige leeftijd, een tempel te zijner ere werd opgericht.
Toen een barbaarse stam, de Jin, in 1126 het noorden van China veroverde, vluchtte de Song-hofhouding van de toenmalige hoofdstad Kaifeng naar het zuiden. Hangzhou werd toen de nieuwe hoofdstad en daarmee ging de stad een nieuw tijdperk in en maakte het een enorme bloei door. De geweldige bevolkingstoename tot bijna een miljoen bracht problemen in de stadsplanning met zich mee en de stad werd regelmatig door branden geteisterd.
In 1276 werd Hangzhou door de Mongolen veroverd en werd Zuid-China in het Mongoolse Rijk opgenomen onder de Yuan dynastie (1279 à 1368). De bloei van Hangzhou ging daarna nog een tijdje door: als handelscentrum profiteerde de stad van het nieuwe internationale netwerk waar de Mongoolse veroveringen voor hadden gezorgd. Talrijke buitenlanders bezochten de stad, waaronder Marco Polo.
Onder de Ming-dynastie (1368 à 1644) werd de zijde-industrie rond Hangzhou zeer belangrijk.
In het midden van de 19de eeuw kreeg Hangzhou’s politieke en commerciële belang een flinke klap te verwerken als gevolg van de Taipingrevolutie. Een groot deel van de stad werd in as gelegd, de meeste religieuze complexen werden beschadigd of vernietigd en duizenden bewoners werden gedood tijdens de daarop volgende chaos. Hangzhou herstelde zich echter verbazingwekkend snel.
In 1895 was China de verliezende partij van Japans-Chinese oorlog. In het Verdrag van Shimonoseki van 1895 dat hierop volgde, werd Hangzhou voor de buitenlandse handel opengesteld. Dergelijke afgedwongen handelsbetrekkingen kwam het Chinese rijk niet ten goede, maar de havens die daarvoor dienst deden, zoals Hangzhou, profiteerden er wel van. De aanleg van de spoorweg die de stad eerst met Shanghai en later met Ningbo verbond, vergemakkelijkte de handel. Tot dan toe waren bijna alle goederen via het Grote Kanaal en over de Qiantang vervoerd.
De stad is sinds 1949 min of meer herbouwd. Er is een zware en petrochemische industrie opgebouwd en aan de bovenloop van de Qiantang is een grote waterkrachtcentrale geïnstalleerd. De plaatselijke zijde-industrie is nog steeds belangrijk en in heel China beroemd. Daarnaast wordt de groene Longjingthee, die geproduceerd wordt in de buurt van Hangzhou, als een van China’s fijnste soorten beschouwd. Hangzhou is door zijn ligging aan het Xihu meer ook één van de grote toeristische pleisterplaatsen in China.

We genoten na onze aankomst al direct van de voordelen van de grootstad die Hangzhou was en gingen inkopen doen in de enorme vestiging van Carrefour vlak bij ons hotel. Bij een drogist vonden we medicijnen om mijn hardnekkige verkoudheid te lijf te gaan.
Na een lichte maaltijd in de jeugdherberg lagen we vroeg in bed. De afspraak voor het ontbijt was de volgende ochtend om 8 uur op onze kamer: in de Carrefour hadden we Frans brood gevonden en Ludo had vanuit België voor heel wat maaltijden broodbeleg mee genomen: twee soorten kaas, leverpastei en diverse vis in blik. Met die lekkernijen in het vooruitzicht vielen we al snel in slaap. Af en toe werden we wel gewekt door het lawaai van een disco uit de buurt maar telkens konden we gelukkig snel de slaap weer vatten.



Woensdag 7 maart.

Het ontbijt smaakte heerlijk, dank zij het broodbeleg dat Ludo had meegebracht.
Om 9u30 gingen we op verkenning en kochten direct een kaart van Hangzhou en omgeving. Als eerste doel voor een bezoek kozen we het Zijdemuseum. Op weg er naar toe ontdekten we nog een mooi park met een poëtische naam: het ‘Park waar de Wielewaal Zingt in de Wilgen’.
Na een flinke wandeling langs de oever van het Xihu meer bereikten we het Zijdemuseum. Dit moderne museum bood een schat aan informatie over de oorsprong van de zijdeteelt, de samenstelling van zijde, het leven van de zijdeworm en de verschillende manieren om zijde te verwerken. De toegang tot het museum was gratis, een Engelstalige audiogids bood voor amper 20Y een schat van informatie. Zijde wordt door de zijdeworm geproduceerd om een beschermende cocon rond zich te maken voor zijn transformatie tot mot. De cocon bestaat uit één draad die wel een km lang kan zijn die vele malen rond gewikkeld een hulsje vormt. De draad bestaat zelf uit twee fijnere filamenten (opgebouwd uit 18 aminozuren) die omgeven zijn door een kleverige gomlaag en zo goed aan elkaar kleven. Als de mot de cocon wil verlaten, produceert deze een bijtende stof waarmee een gaatje in de cocon wordt gemaakt: op dat moment wordt de zijde waardeloos want het zijn dan allemaal kleine draadjes geworden. Vóór het zover kan komen, wordt de zijderups in kokend water gedood, waarbij ook de gom oplost en de cocon als een lange draad afgewikkeld kan worden. De zijdeworm is bovendien een lekkernij die graag door de lokale bevolking wordt opgepeuzeld. Uit de bak met cocons vist men enkele uiteinden en de draden van verschillende cocons worden zo tot één zijdedraad gesponnen, de ruwe zijde. Eer men afgewerkte zijde heeft, moet het materiaal nog verschillende behandelingen ondergaan.
Eén mot legt ongeveer 500 eieren. Om 500 zijdewormen te voederen heeft men 10 kg bladeren nodig van de moerbeiboom. Hiermee kunnen door die 500 zijdewormen 1 kg cocons gevormd worden waaruit 150 g ruwe zijde wordt gewonnen. Uiteindelijk levert deze 150 g zijde ongeveer 1,8 m² zijden stof.
Opgravingen hebben aangetoond dat het winnen van zijde door de teelt van zijderupsen in China teruggaat tot het Neolithicum en dat deze techniek in China is ontstaan. Vooral de vroege ontwikkelingen om zeer ingewikkelde patronen te kunnen weven, waren indrukwekkend. De meest ingewikkelde methode van het zijdeweven, vooral gebruikt voor het vervaardigen van de gewaden van de keizer, kan zelfs op dit moment machinaal nog niet worden nagebootst.
De tentoonstelling besloeg 5 zalen en eindigde natuurlijk in de 6e zaal: de winkel. Met veel moeite wist Berna zich in te houden en konden we zonder schade de bus terug nemen naar de jeugdherberg. Na een redelijk late maaltijd in een goed restaurant vlak naast de jeugdherberg, werden er nog wat boodschappen gedaan.
De lange wandeling en het museumbezoek hadden ons toch wat vermoeid zodat we redelijk vroeg het bed in doken.



Donderdag 8 maart.

Vanochtend genoten we weer van het ontbijt met de ‘verrassingstoespijs’. Om 9u15 vertrokken we om het park waar de wielewalen in de wilgen komen zingen, aan een nader bezoek te onderwerpen. Het weer bleek vandaag redelijk zonnig en wat we gisteren van het park gezien hadden was ons zeer bevallen zodat we er wat meer in rond wilden lopen. Het park is prachtig aangelegd, goed onderhouden en heeft vele bankjes waar men rustig van de omgeving kan genieten als ook van de zachte en sfeervolle muziek die hier en daar uit verborgen luidsprekers klinkt. We genoten echt van het zonnetje, het frisse groen van de wilgen die net hun eerste blaadjes kregen en het zicht van enkele prachtige vogels met redelijk lange staarten. Ze zongen niet zoals de wielewaal zou moeten doen en ze leken eerder op paradijsvogels maar zeker waren we daar niet van. Na een mooie wandeling keerden we terug naar het hotel. Ik werkte daar nog wat aan het verslag, Ludo had nog veel te lezen en moest ook nog enkele dringende mails versturen en Berna liet de gegevens die ze over Hangzhou en omgeving had verzameld in een printshop afdrukken: 26 bladzijden A4 formaat. We zouden dus gemakkelijk een paar maanden vakantie kunnen vullen in en rond Hangzhou alleen.
Om 12u genoten we van een broodlunch op de kamer. Na de siësta kon ik de eerste blog publiceren van het stuk van de reis sinds ik weer de verslaggever geworden was. Omdat we gisteren hadden opgemerkt dat het restaurant waar we zo lekker hadden gegeten het in de vooravond zeer druk had (veel mensen moesten er een tijd wachten tot er een tafel vrij was), besloten we om vandaag wat vroeger te gaan eten: om 17u30 konden we met gemak een tafeltje krijgen, een uur later was de rij wachtenden al aanzienlijk.
Na het avondmaal vloog ik direct het bed in; de medicijnen die ik had gekocht onderdrukten wel wat de symptomen maar ik voelde me niet echt veel beter en nogal lusteloos. Berna kon weer een flink stuk van haar praktisch reisverslag afmaken; wat hiervan al klaar is op de weblog publiceren, was echter al sinds lang niet meer gelukt.



Vrijdag 9 maart.

Vandaag zouden we de Lingyin tempel bezoeken, een groot tempelcomplex vlak bij Hangzhou. Dit boeddhistische klooster werd onder leiding van de monnik Hui Li in 326 gebouwd (Opmerking: ik geloofd deze datum zelf niet want volgens mij veel te vroeg voor een boeddhistische tempel in China, maar ik heb dit jaartal in drie verschillende bronnen terug gevonden). Het complex werd tijdens de Taipingrevolutie midden 19e eeuw vernietigd maar is in de vorige eeuw weer volledig in ere hersteld.
Bij de halte waar we een bus zochten naar deze tempel, nam een vriendelijke vrouw ons op sleeptouw: eerst moesten we een heel stuk met bus K25 mee tot waar zij ook uitstapte en daarna toonde ze ons hoe we met bus K7 tot bij de tempel konden raken.
De tempel ligt in een groot domein samen met de ‘Piek die van Ver is komen Aanvliegen’. De Feilaifeng heuvel is zo genoemd omdat hij van leisteen is in plaats van het rondom Hangzhou gebruikelijke zandsteen. De stichter van de tempel zou daarom hebben geloofd dat de heuvel uit India was komen aanvliegen ook al omdat de heuvel zoveel gelijkenis vertoonde met de Grdhrakuta piek in Centraal-India. In deze heuvel zijn 3 grotten met 338 steengravures en beelden van allerhande figuren uit het boeddhisme, uitgehakt in de grotwanden en in de buitenkant van de rots. Ze dateren uit de 10de tot 14de eeuw, en zijn de oudste en beroemdste klassieke steengravures ten zuiden van de Yangzi.
Bij de tempel en de grotten was het heel erg druk. We volgden zo goed mogelijk de kleine paadjes die door de grotten en over rotsen voerden om de steengravures te bezichtigen. Sommigen waren beschadigd of in de loop der tijden door weer en wind geërodeerd maar veel van de beeldhouwwerken waren nog in zeer goede staat. Vooral een groepje van een dikke en lachende Boeddha met een groot gevolg vormde een zeer mooi geheel. Heel opmerkelijk was dat veel beelden plekken hadden die glommen alsof ze pas gepolijst waren. Dit kwam omdat veel bedevaarders de gewoonte hebben om over de beelden te wrijven, vaak op plaatsen en ledematen waar ze zelf problemen mee hebben. Van de grotere beelden zijn de hogere delen hiervan gevrijwaard omdat de beelden te groot (of de Chinezen te klein) zijn.
De Lingyin tempel bleek een complex van verschillende gebouwen met binnenplaatsen die geleidelijk hoger en hoger tegen de bergwand waren gebouwd. De gebouwen en beelden waren volledig gerestaureerd en om de tempels weer te vullen had men soms beelden vanuit andere tempels naar hier gebracht. Zo had het indrukwekkende nieuwe beeld van een vergulde Boeddha van kamferhout uit de hoofdtempel een oud beeld uit een andere tempel als hoofdbewaker gekregen.
De tocht langs de verschillende gebouwen waarbij we geregeld moesten klimmen om van het ene gebouw naar het andere te gaan, duurde voor het tempelcomplex alleen al meer dan twee uur. Het laatste wat we bezochten was een hal met 500 houten arhats. Arhats kan men vergelijken met onze heiligen, en elke heeft wel een uitzonderlijke eigenschap. Heel vaak, en ook hier, wordt deze eigenschap dan extra in de verf gezet zodat de beelden soms karikaturaal overkomen.
Met bus 27 reden we terug tot op wandelafstand van ons hotel. Omdat het redelijk mooi weer was liepen we verder langs het meer tot de jeugdherberg. Onderweg zagen we op verschillende pleintjes mensen die muziek maakten terwijl anderen (klaarblijkelijk) oude liederen ten gehore brachten. Het leek allemaal heel spontaan en amateuristisch, de muzikanten begonnen wat te spelen en daarop namen enkele van de omstanders een microfoon en begonnen te zingen op het moment dat ze de muziek herkenden. Overal stonden er veel mensen te kijken en te luisteren en vaak zongen (vooral oudere) toehoorders mee. Hoewel het bezoek van deze ochtend nogal lang was uitgelopen, bleven we toch hier en daar even kijken en luisteren naar dit volksfeest. Het was pas om 15u eer we aan de lunch toe kwamen. Na een korte en verdiende siësta werd er weer heel wat gemaild en was het snel tijd voor het avondeten.





Additional photos below
Photos: 21, Displayed: 21


Advertisement



Tot: 0.096s; Tpl: 0.02s; cc: 10; qc: 25; dbt: 0.0396s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb