Zandduinen en dromedarissen


Advertisement
Morocco's flag
Africa » Morocco » Meknès-Tafilalet » Merzouga
January 26th 2012
Published: January 26th 2012
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Tinghir-Tinejdad-Erfoud-Rissani-Merzouga-Taouz-Merzouga

Een paar opmerkingen vooraf. Als het goed is zijn jullie nu ook weer bijgelezen tot waar we ons nu bevinden in de pre-Sahara. De tijd vliegt voorbij en als het goed is vliegen we zondag terug naar België. Dit is nog niet zeker, aangezien de Belgen vanaf zondagavond 22 uur een nationale staking beginnen. De vlucht zal doorgaan en indien nodig naar het buitenland uitwijken. Welk buitenland dat is weten ze nog niet, maar vorige maand gingen alle vluchten naar Maastricht toe, we horen het wel en houden jullie op de hoogte. We zitten nu lekker in de zon in de binnentuin van ons hotel in Merzouga.

Na het ontbijt in Tinerhir zijn we snel weggegaan uit deze plaats voor een rit van 200 kilometer naar Merzouga. We reden steeds verder weg van de Atlas en het landschap veranderde van rood/gele tafelbergen naar een kaler en zwarter landschap bestaande uit oude vulkaankegels. Af en toe kwamen we door een dorp met een oase en veel verkeer was er niet op de weg, behalve een paar tourbussen vol Aziaten. In het dorp Jorf was een markt aan de gang waar je alles kon kopen. De weg was veranderd in een voetpad waar het verkeer zich al toeterend een weg door baande.

In Rissani zijn we van de hoofdweg gegaan om een toeristisch circuit te rijden van 20 kilometer. De weg kronkelt zich langs allerlei kleine dorpjes met ksour (ommuurde stad) en oases. Kinderen die langs de weg aan het spelen waren wilden je allemaal wel rondleiden voor een paar Dirham. Eenmaal terug op de weg kronkelden we nog even door een paar oases en zodra we daar uit waren veranderde het landschap in een dorre kale vlakte en zag je in de verte de zandduinen van Erg Chebbi al liggen. Dit is een groep zandduinen van zo’n 35 km lang en 7 km breed. Kleine wervelwinden gingen links en rechts van de weg aan ons voorbij. Om de paar kilometer staan er groepen borden van hotels aan de kant van de weg. De meeste hotels liggen dicht tegen de duinen aan en om deze te bereiken moet je een aantal kilometer over een onverharde weg rijden.

Ons hotel ligt een paar kilometer buiten Merzouga, de grootste plaats in de omgeving. Bij aankomst was de kamer nog niet klaar, maar onder het genot van een kopje thee en de zon was het goed toeven. Na een half uur was de kamer klaar en werd ons verteld dat we een van de beste kamers kregen wegens het ongemak. De kamer bestaat uit beneden een ruimte met een apart toilet en douche. Via de trap ga je een verdieping hoger en kom je in een grote ruimte met twee wasbakken. Hier achter bevindt zich de slaapkamer met twee enorme bedden, een tafel en koelkast. Het balkon biedt uitzicht over dromedarissen en de zandduinen.

We hebben eerst van de zon genoten, het is eindelijk weer eens lekker warm overdag. Er is een zwembad, maar met temperaturen ’s nachts van rond het vriespunt is dat veel te koud. De reisgidsen zijn uiterst negatief over Merzouga en dit bleek terecht. Het is een dorp bestaande uit twee stoffige straten met wat winkels en sfeerloze restaurants. Wel kan je er een van de hoogste zandduinen beklimmen en daar zijn we dan ook vol goede moed aan begonnen. Allereerst moet je ongeveer 20 minuten lopen over kleinere zandduinen en vervolgens sta je aan de voet van de grote. Esther zag het niet zitten, aangezien we morgenochtend de zonsopkomst wilden zien vanaf een zandduin bij het hotel en nu de tocht naar de voet al zwaar was. Robbert dacht wel voor zonsondergang boven te kunnen zijn, maar dit viel tegen doordat hij verkouden was en de duin heel erg stijl bleek te zijn. Op ¾ van de top is hij gestopt, aangezien het uitzicht niet echt beter werd (overigens wel heel erg mooi). Na een tijdje van de ondergaande zon te hebben genoten is hij teruggelopen en zijn we naar het hotel gereden voor het avondeten.

We wisten niet precies wat we te eten kregen, alleen dat het een viergangendiner was. Vooraf kregen we harrirasoep, vervolgens rijst met aardappelen en allerlei gekruide groenten. De hoofdmaaltijd bestond uit berberstoofpot van rundvlees, tomaat, ui en kruiden. Tenslotte kregen we patisserie en een pannenkoek toe. Het was heel anders als onze vorige maaltijden, maar net zo lekker. De plaatselijke poes kreeg ook een beetje te eten. Later die avond hebben we nog genoten van de sterrenhemel net buiten het hotel. Ook vanavond zijn we de enige gasten, twee andere mensen zagen we vertrekken per kameel de duinen in.

De volgende ochtend (vanmorgen) zijn we toen het begon te schemeren opgestaan en de zandduinen opgelopen. Na een aantal stops en geklauter kwamen we op een hoge duin en ging de zon op. De zandduinen bestaan uit geel/roze rand en dat kleurde fraai in het zonlicht. Wat verderop beklommen een paar mensen de hoogste duin van de omgeving, wat zo te zien een heel karwei was. Ook kwamen er een paar mensen terug uit het desert camp waar je kan overnachten. Met twee volle schoenen met zand kwamen we terug in het hotel. Soms zak je tot bijna aan je knieën in het zand.

Na een paar uur in de zon te hebben gezeten zijn we langs de zandduinen, over droge rivierbeddingen en vlaktes vol vulkanisch gesteente naar het eind van de wereld gereden. Bij het dorp Taouz houdt de verharde weg namelijk op. Behalve een paar restaurants en hotels is hier niets. Onderweg terug zijn we nog even in een dorp gestopt waar afstammelingen wonen van Ghanese slaven die ooit ontsnapt zijn aan export naar de VS. Op zoek naar een souvenir zijn we toch nog maar even Merzouga ingereden, maar de hoofdstraat was uitgestorven en behalve sjaals kon je er niet veel krijgen.

Halverwege de middag was het tijd voor onze dromedaristocht. Je kan ervoor kiezen om een nacht in de woestijn door te brengen in een tentenkamp of een kortere tocht per dromedaris te maken (ze worden aangeboden als kameel, maar die zijn hier niet). Wij hebben ervoor gekozen om een kortere tocht te doen, omdat de weersvoorspelling niet zo goed is voor vanavond (regen). Twee dromedarissen lagen op ons te wachten, een lichte die voorop ging en een donkere brompot. Het opstijgen was even hobbelig, maar al snel zaten we comfortabel en vooral hoog. Met een gestaag tempo gingen we op pad, geleid door onze gids. Het ging heuvel op, heuvel af en vooral bij het naar beneden gaan moet je je goed vasthouden.

De dromedarissen volgen onze gids als een mak lammetje, al willen ze af en toe wel eens een andere kant op. Het is vanmiddag deels bewolkt, maar dat geeft ook wat meer contrast met het landschap. Gestaag stegen we steeds hoger tot aan de voet van een van de hogere duinen (volgens de gps 878 meter). De dromedarissen werden weer in een liggende positie gedwongen en wij hielden ons stevig vast. Het was nog een hele klim naar boven, maar eenmaal daar heb je een mooi uitzicht over de zandduinen en kan je kijken tot aan het Atlasgebergte. ’s Winters is het zand wat harder, dus dat scheelt wat bij het klimmen. Het waaide wel stevig bovenop en daarom zijn we niet al te lang boven gebleven. Naar beneden lopen gaat heel wat harder. Onze gids sprak een beetje Engels en Frans, dus converseren ging niet zo heel erg goed. Vaak begreep hij niet wat we bedoelden, dus lieten we het woord maar aan hem over. De tocht duurde ongeveer 2.5 uur. Helaas konden we de zon niet zien ondergaan door de bewolking, maar het was een leuke ervaring om eens op een dromedaris te zitten.

Zoals verwacht is het zeer stoffig hier in de woestijn. Het personeel van het hotel loopt continu de tafels buiten af te doen en alles op te ruimen. Het valt nog steeds op hoe rustig het overal is, zelfs in Merzouga zie je bijna geen toeristen en het hotel met 35 kamers is uitgestorven. Vergeleken met de regio net voor en na de Atlas zie je hier veel meer donkere mensen. De kleding die vrouwen dragen verschilt erg per regio. Zo zie je rond Ait Ben Haddou veel verschillende kleuren, bij de Dades vooral wit en hier tegen Algerije aan voornamelijk zwart. Mannen lopen veel met gewaden aan in verschillende kleuren en de traditionele berbergewaden met puntmuts. Kinderen zie je dan weer meer in moderne kleding. Op het platteland wordt nog heel veel met de hand gedaan en de ezel is het belangrijkste hulpmiddel om goederen te vervoeren. Je ziet ook veel mensen op de fiets, zelfs op de hoofdwegen. Openbaar vervoer is overal aanwezig, er rijden grote bussen tussen de grote plaatsen en kleinere mini-bussen tussen de kleine. Toch staan er veel mensen te liften in dorpen en bij kruisingen van grotere wegen.


Additional photos below
Photos: 35, Displayed: 27


Advertisement



Tot: 0.159s; Tpl: 0.015s; cc: 9; qc: 57; dbt: 0.0972s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb