Advertisement
Published: July 14th 2009
Edit Blog Post
Hoi hoi,
Tja, tja, de tijd vliegt snel, daarom nog even terug naar Bolivia om nog wat over onze belevenissen daar te vertellen. Via via belanden we uiteindelijk in Sucre, een kolinaliale stad, vanuit waar we een 3-daagse hike de heuvels in deden via een gerestuareerd Inca-pad. Overal in de stad waren boekingsbureautjes aanwezig, die maar wat graag een tour voor je wilde boeken. Omdat we echter over tent en kampeerspullen beschikken besloten we op eigen houtje te gaan. Voor vertrek nog gauw een topografische kaart van het gebied bij de militaire dienst op de kop getikt en daarna kon het feest beginnen.
Dat begon gelijk al goed met de taxi naar het busstation. Bij het instappen vond ik al een beetje vreemd en een tweede blik op het dashbord verklaarde dit gevoel. Bleek dat we in geïmporteerde auto uit een linksrijdend land zaten (waarschijnlijk Japan) waarvan het stuur en de pendalen naar de linkerzijde waren verplaats. Het dashbord was echter hetzelfde gebleven en voor mij bevond dus de toeren- en kilometerteller.
Verder bleek dat er meerdere busstations waren; één voor lokale en één voor interlokale bussen. Na eerst verkeerd te hebben gegokt, arriveerden we wat later wel
op de juiste locatie. Een soort zandvlakte op de hoek van een kruispunt aan de rand van de stad waar wat vrachtwagens geparkeerd stonden. Na wat te hebben rondgevraagd vonden we een vrachtwagen die onze kant op ging. De laadbak was echter al vol geladen met oude vrouwtjes en mannentjes, maar met een beetje gefriemel konden we er nog wel bij. De bestuurder was duidelijk iemand die onder het motto "hoe meer zielen, hoe beter" leefde en propte er tot onze verbasing nog wat meer mensen bij in. Daar stonden we dan midden in de laadbak met overal oude vrouwtjes om ons heen zittend. Zelfs op onze voeten. Een balk die midden over de lengte van de laadbak van voor naar achter liep, boodt de hoog nodige houvast. Met een vrouwtje op mijn linkervoet een zak aardappelen op de rechter en een hand aan de balk verlieten we Sucre en reden de heuvels in. Sucre ligt zelf al aardig hoog, zeker boven de 2000m, en de bergen in de omgeving zijn aardig stijl. Tel daarbij op het feit dat bruggen en tunnels nog niet zijn uitgevonden in Bolivia, zodat een tocht door de bergen inhoud dat de weg vaak slingerend
de berg beklimt om vervolgens aan de andere kant weer af te dalen om de rivier in de vallei letterlijk te doorkruisen. Daarna herhaalt het gehele gebeuren zich netzo lang tot je je bestemming bereikt. Gelukkig voor ons was dit al na zo´n 3 uur.
Een groot bord met een pijl wees het startpunt van een stuk gerestaureerd Incapad aan. Dit geplaveide pad voerde ons langzaam door de bergen naar beneden. Na een uur splitste het echter op en stonden we voor de keuze: rechtsaf en het gerestaureerde pad volgen of linksaf het lichtelijk overgroeide pad volgen in de richting van onze vallei en daarbij een rondje om een berg afsnijdend. De kortere optie klonk aantrekkelijker en het pad zag er nog steeds goed uit. Natuurlijk totdat we de hoek omkwamen en een stuk van het pad was weggespoeld. Geen nood, aan de voetafdrukken in het zand hadden mensen voor ons deze hindernis ook weten te overwinnen en dus onder het motto "Als zij dat kunnen...." schuifelden ook wij over een smalle richel langs een stijle helling naar het pad aan de overkant van het stuk dat was weggespoeld.
Natuurlijk bleef het niet bij één aardverschuiving en na
nog een paar richels bereikten ook wij de grens van ons kunnen toen een groot gapend gat in het pad ons de weg verder versperde. Terugkeren en al die richels weer nemen zagen we niet zo zitten en besloten daarom al rotsklimmend af te dalen naar de weg zo´n 100m beneden ons. Eerst ging Gill naar beneden zonder bepakking. Daarna liet ik de rugzakken langzaam over de rand zakken naar het platform waar Gill naar toe was geklommen. Toen alles daar veilig was beland, klom ik naar beneden. Na dit een paar keer zo gedaan te hebben stonden we veilig op de zandweg beneden. Deze leidde naar een dorpje aan de rand van klif. Een vriendelijk man wist ons de juiste richting op te wijzen, want van de topografische kaart werd ik niet veel wijzer (Alles leek op elkaar en de schaal was ook aardig groot).
Via een boerenpad bereikte we de rivier aan de bodem van de klif. Nu was het gewoon een kwestie van de rivier stroomafwaarst volgen, totdat we het volgende dorpje zouden bereiken. Makkelijker gezegd dan gedaan, aangezien we het boerenpad alweer kwijt waren geraakt en de rivier en flink stuk van de oever had
weggesleten. Er zat dan ook niks anders op om over steile wanden langs de rivier te klimmen en een stukje door het water te waden. Gelukkig verscheen toen het boerenpad weer en leidde ons zoals beloofd naar het volgende dorpje. Via een hangbrug staken we de rivier over, waar een klein oud vrouwtje ons vriendelijk de bergen instuurde. Een smal pad leidde stijl omhoog tot bovenop de heuvelkam; een perfecte kampeerplek. Vanaf hier hadden we een prachtig uitzicht op de omliggende heuvels en de rivier beneden ons de we eerder hadden gevolgd. In de verte brak onweer los en zo werder we getrakteerd op een prachtig schouwspel van bliksems over de bergtoppen.
´s Nachts werden we nog even uit onze slaap gehaald door 2 giegelende oude vrouwen, die nieuwsgierig waren wie hier zo boven op de heuvel sliepen. Nadat ze te horen kregen dat het om een Nederlander en een Ierse gingen die op weg waren naar het volgende dorp was hun nieuwsgierigheid bevredigd en vervolgden ze al kakelend het steile pad in het licht van de maan.
De volgende ochtend vervolgde we onze weg door de heuvels en na een paar uur belanden we in de vallei
die we eigenlijk de vorige dag gehoopt hadden te bereiken. In het plaatsje Maragua tikten we een traditioneel geweven kleedje op de kop bij een oud vrouwtje. Dit traditioneel weven is weer nieuw leven ingeblazen en werd voornamelijk door vrouwen gedaan. Een kleedje vertelt vaak een verhaal/mythe uit de streek. Verschillende regionen hebben hun eigen stijl en velen verdienen met de productie van de kleden de kost.
Het oude vrouwtje bleek ook de sleutel van de lokale shop te bezitten en opende deze speciaal voor ons hongerige Gringo´s. Na te hebben bijgetankt vervolgde we onze weg door deze hoogvlakte/vallei. Onderweg passeerden we nog een vriendelijke boer die ons papayas te koop aanbod. Na zijn aanbod te hebben aanvaard bleek echter dat we hem verkeerd hadden verstaan, we kochten niet 5 sappige papayas, maar 5 aardappels.... Ach, de stralende glimlach van iemand die de helft van z´n gebid mist was het meer dan waard.
Goed, na heel wat uren lopen bereikten we uiteindelijk het volgende dorpje, Quila-quila genaamd. In dit voormalig spookdorp trokken we veel bekijks. De school was net uit en kinderen struikelden over hun eigen voeten toen ze al lopend over hun schouder terug naar ons keken.
Met enkelen oefenden we ons Spaans en zij hun Engels. Een slaapplek vonden we bovenop een zolder van de lokale winkel. Normaal sliepen de kids hier, maar vanavond kropen die bij moeders in bed. Vaders was niet thuis, maar in de stad aan het werk als taxichauffeur. Moeders, een dochter en zoon runde het huishouden en de shop ´s avonds. Overdag zaten de kinderen op school en hoedde moeder met haar in een doek op de rug gewikkelde 3wkn oude zoon de koeien in de bergen. Het was een envoudig huisje wat beschikte over stroom en een televisie. Water kwam uit een kraantje in de tuin. Wassen en douchen deden ze in teiltjes en voor je behoefte moest je een beschut plekje zoeken in een van de zijstraatjes.....
Juist uitgerekend op de nacht dat wij in dit dorpje overnachten besloten ook 3 Israëliers hier te overnachten.
Het bleken het sympatieke gasten de ver buiten het dorp al vernomen hadden dat wij hier verbleven. Nieuws reist snel op zulke plekken. Met hen deelden we een heerlijke dampende kom soep (ik vermoed kippe/groente soep). Dit was echter niet genoeg voor 3 uit de kluiten gewassen jongens, die daarna een spaghetti maakte
met een arsenaal van kruiden dat niet misstaat in de keuken van Mamma Miracollie. Ook hiervan mochten we meegenieten. Moe en met een buik vol kropen we onder de wol.
De volgende dag namen we afscheid van onze Israëlisce vrienden en reisden met een uit Thailand geïmporteerde bus terug naar Sucre. Gill wist een plaatsje op een stoeltje voorin de bus te bemachtigen. Ik maakte mezelf comfortabel op een berg bagage achterin de bus. Na een flink aantal uren hobbelen over de bergcollen en een doorkruising van een grote rivier arriveerden we weer veilig terug in Sucre en een ervaring rijker.
Advertisement
Tot: 0.087s; Tpl: 0.014s; cc: 9; qc: 56; dbt: 0.059s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb
Gary
non-member comment
Taxi???
How do you steer those taxis??? Wont ever complain about dublin bus again either!!!! ;-) luv, xxx