Advertisement
Elke keer als we het met Canadezen over Newfoundland hadden werd ons op het hart gedrukt om niet te vergeten naar het Gros Morne National Park te gaan. Dat zou een heel bijzonder en mooi gebied zijn. Ondanks dat het helemaal aan de andere kant van Newfoundland was vonden we dat we het niet konden missen. Via een 'rideshare' website hadden we een lift geregeld naar Deer Lake, een dorpje in de buurt van het park. We vertrokken om 7 uur 's ochtends en kwamen om half 4 's middags aan in Deer Lake. Nog net op tijd om voor het donker de camping in het park gevonden te hebben en ons tentje te hebben opgezet. We hadden een mooi beschut plekje en er was verder niemand aan het kamperen in een tent. De caravan sectie van de camping was wel wat drukker. Typisch voor Canada.
We hadden meteen de volgende dag een boottochtje gepland op de Western Brook Pond. Dit was een gletsjermeer omgeven door stijle rotsachtige kliffen, grotten en watervallen die alleen met de boottocht te bewonderen waren. Toen we bij het gebied aankwamen werden we bijna omver geblazen door de sterke wind. Deze ontstaan door het plotselinge
enorme hoogteverschil bij de fjorden. Het kleine bootje schommelde flink en er kwam zoveel water het dek op spatten dat we aan het einde als enigen op het dek overgebleven waren. Je moet er wat voor over hebben. 😉 Het uitzicht was inderdaad prachtig. Niet alleen de fjorden, ook de wolkenpartijen waren indrukwekkend. Het was net alsof de oceaan zich onder en boven ons uitstrekte. Ik was blij dat ik niet zeeziek werd met al die golven om me heen. 😉
We wilden ook heel graag de hoogste berg in Newfoundland, Gros Morne mountain beklimmen. Er heerste op de berg een arctisch-tundra klimaat zodat er dieren en plantensoorten te zien waren die normaal alleen veel verder naar het noorden te vinden zijn. Het was vergelijkbaar met het klimaat in Churchill, waar wij ijsberen hadden gezien. Hoewel de berg maar 806 m hoog was werd het sterk afgeraden om onder slechte weersomstandigheden de berg op te gaan. Helaas zat het weer niet mee. We besloten om eerst een andere trail te gaan lopen. Een trail in de Tablelands. Dit landschap was ook heel bijzonder omdat de bergen bestonden uit een soort rots (peridotiet) die (ongeveer 500 miljoen jaar geleden) deel
uitmaakte van de aardmantel en op geen enkele andere plek in de wereld zo zichtbaar boven de grond te zien was. De wandeling begon in een dal waar een enorm sterke wind stond. Doordat het ook regende werden we al snel heel nat. Omdat het een heel eind rijden van de camping vandaan lag wilden we echter niet opgeven. Wij liepen dus stug door. De wandeling leidde ons uiteindelijk een bos in (waar het weer een stuk aangenamer leek), langs hoge kliffen bij de kustlijn, over verschillende bergen en.. door 2 rivieren. Onze schoenen waren al letterlijk kletsnat (we hadden het gevoel dat we 2 kilo extra meesleepten) maar we wilden onze schoenen toch maar even uitdoen voordat we door de rivier gingen waden. Ciaran was al veilig aan de overkant gekomen. Ik wilde hem dus even mijn schoenen aangooien. Dit ging alleen een klein beetje mis. Dankzij mijn geweldige gooitalent legde mijn schoen verticaal een mooie afstand af, maar horizontaal wat minder. Hij belandde dus met een mooie boog in het midden van de rivier. Hij begon al stroomafwaarts te drijven maar gelukkig waren Ciaráns reflexen snel genoeg om mijn schoen van een reis naar de oceaan te redden.
Hierna sleepte ik natuurlijk alleen nog meer water mee. Toen we later nog een rivier moesten oversteken hield ik mijn schoenen stevig vast. Moe en kletsnat kwamen we uiteindelijk weer bij de auto aan.
We hadden de pech dat het net die nacht erg koud werd (2 graden). Ciaráns slaapzak was net warm genoeg hiervoor maar mijn 15 jaar oude slaapzak kon daar niet tegenop. Na een slapeloze nacht en een weersverwachting van temperaturen tot het vriespunt besloten we te ‘verhuizen’ naar een warmer onderkomen. Ciarán sloot een deal met de campingbaas dat we de resterende 2 nachten voor bijna de helft van de prijs in een trekkershutje (met uitzicht op het campingmeertje) konden slapen. Dat was heel fijn! Na zo’n nacht wilden we ook de berg niet beklimmen, er stonden namelijk overal waarschuwingen hoe zwaar de tocht was en dat alleen ervaren bergbeklimmers de route konden lopen. We hebben toen maar wat dorpjes, uitzichtplekken en het mariene onderzoeksstation in het park bezocht. Interessante onderzoeksplekken genoeg in Canada!
Op onze laatste dag konden we eindelijk de berg beklimmen. De bewolking was net hoog genoeg om de berg niet te verhullen en verder leek het prima weer voor een
wandeling. Het bleek dat we echt het mooiste voor het laatst hadden bewaard en de zwaarte van de tocht viel ons allebei mee. Na een stevige klim over losse stenen hadden we een geweldig uitzicht en zagen we een groepje kariboes (Amerikaanse rendieren) die ons net zo nieuwsgierig aan het bestuderen waren als wij hen. We kwamen inderdaad ook een vogelsoort tegen die we in Churchill gezien hadden, de alpensneeuwhoen, deze keer in zijn ‘zomerverenkleed’. Tussen de rotsen waren ze nauwelijks te zien, pas als je ze bijna omver liep vielen ze op. De sneeuwhaas zou ook op de berg voorkomen maar deze zagen we jammer genoeg niet. We hoorden later dat de populatie sneeuwhazen inderdaad laag was dit jaar. Na nog wat mooie bergmeertjes, uitzichten, watervallen en heel veel rotsen kwamen we uiteindelijk in nog goede conditie weer terug aan de voet van de berg. Mogen we ons nu ‘ervaren bergwandelaars’ noemen? 😉
De volgende ochtend moesten we er alweer vandoor. Op de terugweg kwamen we nog een eland tegen die een beetje schrok van ons, maar gelukkig net niet de weg op sprong. Ik was opgelucht toen ik de auto weer zonder beschadigingen bij het verhuurbedrijf afzette.
De vrouw achter de balie was zo aardig dat ze ons bij de busstop voor de bus naar St. John’s wilde afzetten. We wilden alleen eigenlijk niet met de bus, omdat die er nog langer over deed dan een auto. We hebben dus in het uurtje dat we op de bus moesten wachten geprobeerd een lift te krijgen naar St. John’s, maar tevergeefs. Toen hebben we toch de bus genomen.Na 10 uur kwam deze uiteindelijk in St. Johns aan, onze laatste stop voordat we aan onze terugreis naar Nederland zouden beginnen.
We hadden nog een laatste bijzondere activiteit gepland. We hadden namelijk heel erg gehoopt om een bultrugwalvis te zien. Men had ons wel verteld dat het nog wel erg vroeg in het seizoen was voor deze walvissoort, maar voor Newfounlandische begrippen was alles vroeg dit jaar dus we besloten het toch te proberen. We namen een tour die ook langs de eilanden in het Witless Bay Ecological Reserve gingen, een beschermd vogelpark waar papegaaiduikers (met hun felgekleurde snavels) en andere alken nestelden. Toen we aan boord stapten hoorden we dat er de vorige dag een bultrug was gezien. Misschien hadden wij ook geluk… Alhoewel het een kalme dag
was schommelde het bootje flink heen en weer. Het duurde niet lang voordat we bij de eilandjes aankwamen. Het krioelde er inderdaad van de alken. De meeste lagen alleen in het water om het eiland heen, terwijl ze normaalgesproken meer op het eiland te vinden waren. De oorzaak hiervan bleek een Amerikaanse zeearend te zijn die voortdurend op de loer lag. De papegaaiduikers zagen er bijna precies uit zoals ik ze kende uit een boekje (over een eenzame papegaaiduiker), ze leken elk moment in tranen te kunnen uitbarsten. Ze waren wel een stuk kleiner dan ik me had voorgesteld. Op alle eilandjes die we passeerden heerste paniek. De zeearends deden het hier blijkbaar goed dit jaar. Toen we hier uitgekeken waren gingen we op ‘walvisjacht’, meer de open zee op. De golven waren hier nog hoger. Ik moest er maar op vertrouwen dat de anderen goed op de uitkijk stonden voor walvissen want ik moest er zelf bij gaan liggen wilde ik niet zeeziek worden. Na een lange zoektocht keerde de boot uiteindelijk terug naar de haven, zonder walvissensucces. Wie weet komen we nog een keer terug en hebben we dan meer geluk..
Toen was het toch echt tijd
om weer naar Nederland te komen en Canada achter ons te laten, maar niet zonder vele bijzondere herinneringen.
Advertisement
Tot: 0.09s; Tpl: 0.012s; cc: 10; qc: 48; dbt: 0.0557s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb