Advertisement
Published: April 2nd 2015
Edit Blog Post
Welkom terug, beste lezer! Uw niet-zo-trouwe correspondent is zich er terdege van bewust dat hij de afgelopen tijd weinig van zich heeft laten horen. Hij had daar overigens een goede reden voor: hij werd dit semester op een flinke portie onderwijstaken getrakteerd en was blij als hij ’s avonds achter zijn computer vandaan kon kruipen. Het schrijven van blogs stond dan niet bovenaan zijn wensenlijstje. Maar gelukkig is nu het paasreces aangebroken en dat brengt enig respijt van het onverbiddelijke ritme van hoorcolleges en werkgroepen. Uw favoriete blogger kan dus eindelijk weer het woord tot u richten en hoopt dat u hem en zijn doldwaze avonturen in den vreemde nog niet vergeten bent.
In vorige afleveringen heb ik telkens een doorlopend verhaal verteld, maar ditmaal wil ik het anders aanpakken. In plaats van jullie lastig te vallen met de weinig belangwekkende hoogte- en dieptepunten die ik de laatste maanden heb beleefd, zet ik vandaag de gewoontes en merkwaardigheden van de Noord-Ieren in de schijnwerpers.
Taalbarrière
Geregeld komt het in mijn werkgroepen voor dat een student zijn mond opendoet en een stroom koeterwaals uitslaat waar werkelijk niets mee aan te vangen valt. Geen idee in welke afgelegen
hoeve de wieg van zulke lieden heeft gestaan, maar Algemeen Beschaafd Engels spraken ze er in elk geval niet. Een beleefd verzoek tot herhaling leidt helaas niet altijd tot betere resultaten (vooral niet omdat veel studenten op zachte, bedeesde toon spreken). Aangezien je niet bezig kunt blijven, probeer ik me er na twee of drie mislukte pogingen tot communicatie maar doorheen te bluffen. Als ik mis gok en de conversatie werkelijk ontspoort, beweer ik dat ik de vraag niet goed begrepen heb. Overigens hebben zelfs enkele inboorlingen me onder vier ogen toevertrouwd dat de obscure accenten van hun medelanders hen soms boven de pet gaan. Een hele geruststelling!
Herhaling van zetten
Wel weer charmant is de neiging van sommige studenten om het laatste deel van het gezegde nog eens bevestigend te herhalen. Dat gaat dan van: “The gladiators fought in the Colosseum, so they did. Most of them were slaves, so they were.” Ik neem aan dat ze hun beweringen op die manier kracht bij willen zetten, zo neem ik aan.
Woordspelingen
Je wordt er wel eens moe van, de blijkbaar onweerstaanbare aandrang tot het maken van puns waaraan Britten
en aanverwante volkeren zich telkens weer bezondigen. Zodra je een krant of tijdschrift openslaat, grijnzen de lollige koppen je tegemoet. “The ire over Iran”, las ik onlangs bijvoorbeeld in The Economist. Ook winkels en restaurants kunnen er wat van. De kapper verraadt zijn verlangen naar Londen met de naam “Trafalgar Hair”. Als ik een scheur in mijn broek heb, kan ik terecht bij naaizaak “Sew it Seams”. En de lokale obsessie met een niet nader te noemen passagiersschip wordt op onnavolgbare wijze met de Aziatische keuken verbonden in restaurant “Thai-tanic”. Zelfs de degelijke Uncle Ben’s ontsnapt niet aan de meligheid. Op de zijkant van elk pak staat met grote letters: “Have a rice day!”
Vriendelijkheid
In Duitsland werd ik met enige regelmaat door nukkige bejaarden vermaand als ik weer eens door het rode licht was gelopen of een andere halsmisdaad had begaan. Niets zou de Noord-Ierse volksaard wezensvreemder kunnen zijn. (Of klink ik nu wel erg nazistisch?) Als ik in Belfast wil oversteken, remmen de meeste automobilisten – jawel, dat leest u goed – en gebaren dat ik voor mag gaan. En daar glimlachen ze dan ook nog bij.
St. Patrick’s
Day
Mocht je op de stoep voor het stadhuis op klaarlichte dag een kermende, bloedende man aantreffen, zoals mij laatst overkwam, dan is het waarschijnlijk St. Patrick’s Day. Niet dat het aantreffen van lichtelijk dan wel zwaargewonde dronkenlappen in Belfast een zeldzaamheid is, maar meestal vinden dit soort heuglijke ontmoetingen toch pas na het intreden van de schemering plaats. De politieman die ik waarschuwde, was niet onder de indruk en bleef in zijn knusse, gepantserde wagen zitten. “Probably just a drunk,” was zijn juiste, maar weinig behulpzame suggestie. Om kort te gaan, St. Patrick’s Day lijkt een beetje op Koningsdag, alleen wordt er (nog) meer gedronken en draagt iedereen groen in plaats van oranje. (Om de dooie dood geen oranje – dat is voor protestanten!)
Zondagsrust
Afgelopen weekend werd er voor het eerst in de geschiedenis van Belfast op zondag een internationale voetbalwedstrijd gespeeld. Een keerpunt! Oudere collega’s vertellen dat zij in hun jeugd op de Dag des Heren nog niet eens de radio mochten aanzetten (al mocht je er blijkbaar wel naar luisteren als het ding al aan stond – dat was immers passief vermaak). Ik was bijzonder onder de indruk van een opmerking
van Brian, die vertelde dat de schommels in de speeltuintjes in zijn (reeds enige tijd vervlogen) jonge jaren op zondag werden vastgebonden om frivoliteiten te ontmoedigen. Geen wonder, dus, dat de gewraakte wedstrijd het meer behoudende gedeelte van de bevolking in het verkeerde keelgat schoot. Men verzamelde zich bij een van de vele kerken die deze stad rijk is om met borden te zwaaien en hymnen te zingen. Zou protesteren op zondag wel zijn toegestaan?
Muziek
Over zingen gesproken, muzikaal talent vind je hier in overvloed. Er is haast geen kroeg te vinden waar niet meerdere avonden per week een bandje komt spelen. In het centrum heerst een wildgroei aan types met gitaren. De CD-winkel heeft zelfs een heel rek voor de categorie “Local talent”. Het doet me denken aan die aflevering van Father Ted waarin de Ieren verbeten (en vergeefs) hun best doen om het Eurovisie Songfestival nu eens níet te winnen. Goed, goed, Noord-Ieren zijn geen Ieren, of toch wel, het hangt ervan af wie je het vraagt, maar enige culturele verwantschap zal er toch wel zijn, is mijn punt… Jammer alleen dat men minder liefde voor de hogere muziekvormen lijkt te
hebben. Op straat staat nog wel eens iemand opera te kwelen, maar in het Grand Opera House worden vooral musicals opgevoerd.
Zoetigheid
Ook aan zoetigheid is geen gebrek. De universiteitsrestauratie heeft Chocolate Decadence in de aanbieding, alsmede een zware substantie met de geheimzinnige naam “Fifteen” – wellicht een verwijzing naar het aantal kilo’s dat je er bij consumptie door aankomt. Rudmer en ik zijn erin geslaagd om getweeën één stuk weg te werken, al hebben we daarna wel het avondeten overgeslagen. In supermarkten liggen het snoepgoed en gebak met rekkenvol bij de kassa uitgestald. Alle vetrollen die je hier uit veel te strakke broekjes ziet puilen, komen bepaald niet uit de lucht vallen. Just sayin’.
Tot zover mijn scherpzinnige culturele observaties. Er gaat immers niets boven het schaamteloos generaliseren over volkeren die je slechts oppervlakkig kent!
Advertisement
Tot: 0.078s; Tpl: 0.01s; cc: 6; qc: 24; dbt: 0.0323s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb
Vincent
non-member comment
Doorgaan!
Blijf schrijven, Martijn! Ik blijf je volgen, met plezier. Good luck in dat vreemde landje!