Vliegers in Weifang en bezoekjes in Qingzhou.


Advertisement
China's flag
Asia » China » Shandong » Qingzhou
April 20th 2007
Published: August 6th 2007
Edit Blog Post

Vrijdag 20 april.

Vandaag brachten we het grootste deel van de dag op de bus door. De verbindingen waren heel vlot maar we moesten toch ongeveer 450 km afleggen naar Ji’nan en daar overstappen voor een rit van bijna 150 km naar Qingzhou. Uiteindelijk kwamen we om 17u aan in Qingzhou waar we na wat zoeken een hotelkamer vonden in de buurt van het oude stadscentrum waar nog enkele levendige straten waren met huizen van de Qing- en de Ming-tijd. We gingen onmiddellijk boodschappen doen in die wijk. We vonden er al snel een ouderwets grootwarenhuis met zeer vriendelijk personeel. Bij de kassa’s wenkten alle kassabedienden dat we bij hun kassa moesten komen. Aangezien we er maar één konden kiezen, kwamen ze dan maar allemaal naar daar om ons te bedienen en 'hello' te kunnen zeggen. De 'manager' moest er aan te pas komen om ze allemaal weer naar hun eigen kassa te jagen, wat ze deden na veel gegiechel en 'bye bye' geroep. In diezelfde wijk vonden we een klein restaurant waar men ons fantastisch eten voorschotelde voor een prikje.



Zaterdag 21 april.

We waren naar Qingzhou gekomen om de vliegerwedstrijden te volgen die vandaag en morgen zouden plaatsvinden in Weifang, 50 km meer naar het oosten. We waren opzettelijk niet direct naar daar doorgereisd omdat er tijdens dit vliegerfestival zeer veel bezoekers naar Weifang zouden komen: deze stad is de 'vliegerhoofdstad' van de wereld met internationale faam. We vreesden dus dat we daar maar moeilijk een betaalbare kamer zouden vinden. Dat was in Qingzhou heel wat makkelijker, hoewel we toch een paar hotels aandeden die ook volzet waren. Over de huidige kamer waren we na een nachtje absoluut niet tevreden. Vooral de badkamer had zijn gebreken: bijna alles bleek te lekken, de douche was slecht en de ventilator werkte niet zodat het er door een gebrek aan verluchting constant muf rook. Vandaag zouden we er blijven want we moesten dringend de weg naar en in Weifang vinden, maar morgenochtend zouden we een ander hotel zoeken.
De gegevens over de tijd en de plaats van de vliegerwedstrijden was heel vaag. Na langdurig informatie sprokkelen op diverse fora op het internet, waren we zeker van de data. De plaats moesten we in Weifang zelf te weten komen.
Heel snel hadden we de bus naar Weifang, maar daar was het even zoeken naar een stadskaart. In de kiosk waar we deze kochten, vroegen we naar de plaats van de vliegerwedstrijden. Een andere klant kon een plein aanduiden waar volgens hem de competitie werd gehouden. Met een stadsbus konden we daar snel geraken. Op het bewuste plein werd er wel wat gevliegerd, maar van een wedstrijd was geen sprake. Na wat heen-en-weer vragen kwamen we toch de competitieplaats te weten: 15 km ten zuiden van het centrum en bereikbaar met bus 9. Ik vond al op de kaart al snel de dichtstbijzijnde plaats waar we op bus 9 zouden kunnen stappen. Op weg daar naartoe werden we aangesproken door twee jongens die ons wilden helpen. Ze wezen een andere plaats aan als halte voor bus 9, en boden aan om ons naar daar te begeleiden. Ze spraken maar heel weinig Engels maar waren vol goede wil. Ze bleken echter geen ideale gidsen. Bij de bushalte waar we met hen na een korte wandeling aankwamen, bleek geen bus 9 te stoppen. Toen ze er rondvraag naar deden, bleek deze halte precies de plaats te zijn die ik op de stadskaart had gevonden. Ze verontschuldigden zich voor hun vergissing. Toen we nog even de kaart raadpleegden, bleek dat ze zich helemaal niet op de kaart hadden kunnen oriënteren. We stonden aan de oostkant van een groot park, en zij dachten dat we ten westen van dit park stonden. Ze liepen nog met ons terug naar de plaats vanwaar we kwamen en dan verder door tot de effectieve halte van bus 9. We bedankten ze hartelijk voor hun hulp, ze waren toch heel vriendelijk geweest.
Bus 9 liet heel lang op zich wachten. Bus na bus kwam en ging en de groep wachtenden werd groter en groter. Op een gegeven moment kwam een klein en overvol busje 49 aan. De meeste wachtenden stormden naar dit busje om er een plaatsje te bemachtigen. Opeens stonden onze twee begeleiders van zo-even weer naast ons om te zeggen dat we deze bus ook konden nemen naar de plaats van de vliegerwedstrijden. Ze waren klaarblijkelijk in de buurt blijven hangen om ons dit nog te kunnen zeggen. We waren daar niet op voorbereid en hadden nu geen kans meer om in dit overvol busje te stappen. Even later kwam eindelijk bus 9 aan: even klein en even vol als bus 49 van daarnet maar we konden ons er toch nog in wringen. Het busje met ongeveer 30 zitplaatsen had minstens 100 passagiers toen het weer vertrok. Ik vond naast de chauffeur toch een stukje vrij op de metalen bak over de motor waar ik me een zitplaatsje kon veroveren waarna Berna op mijn schoot kon zitten. Het busje deed nog twee haltes aan waar nog een paar mensen op stapten totdat er zelfs geen sardientje meer bij kon. Daarna reed het zonder te stoppen door naar de eindbestemming, tot frustratie van reizigers die nog aan haltes stonden te wachten. We waren er zeker van dat we op de goede bus zaten: op dit moment zou geen enkele andere bestemming in Weifang zoveel volk trekken.
Na een rit van een kwartier kwamen we aan een groot plein waar een drukte en sfeer heerste van een jaarmarkt. We konden al van ver de grootste siervliegers zien: een reusachtige krab, een dito kreeft en inktvis en een enorm zeepaard zweefden fel gekleurd in de lucht. Naarmate we langs de kraampjes naar het feestterrein liepen, zagen we ook de kleinere vliegers in de lucht hangen. Het grote terrein bleek vol met mensen die er aan het vliegeren waren en anderen die keken. Op het eerste zicht leek het een chaotisch gebeuren maar wat later zagen we dat er duidelijke terreinen afgebakend waren voor de professionele vliegers die aan de wedstrijden mee deden. De amateurs mochten daar niet komen maar konden op de rest van het terrein hun vlieger oplaten. Het was een heel vrolijke en kleurrijke bedoening. We liepen wat rond om de vliegers te bewonderen. Af en toe draaide de wind of zwakte die wat af zodat men wel constant moest oppassen voor laag hangende en duikende vliegers.
De grote siervliegers die we het eerst hadden gezien, bleken allemaal van buitenlandse groepen die hier hun kunsten en kunstwerken buiten competitie lieten zien. De grote siervliegers bleken niet op zichzelf de lucht in te kunnen: eerst werd een eenvoudige vlieger met klaarblijkelijk grote draagkracht opgelaten die de mastodonten één voor één maar soms ook twee tegelijk in de lucht hield. Bij de overige amateurs waren alle formaten van vliegers te bespeuren: van enorm groot tot zeer bescheiden exemplaren. Zo'n kleine als het 'vliegje' in Hangzhou zag ik echter niet. Wel waren er met het uitzicht van vogels, een libel en zelfs een echt zeilschip. Deze laatste bleek niet de perfecte aerodynamica te hebben maar vloog wel. Verder waren er ook heel moderne vormen waarvan je niet verwachtte dat ze konden vliegen. Bij de competitie waren er verschillende wedstrijden die vaak tegelijk doorgingen. Eén betrof het 'figuurvliegeren' . De bedoeling was dan om met een vlieger (meestal in de vorm van een driehoek) indrukwekkende capriolen te maken waarbij de vlieger snel steeg en neerdook om vlak boven de grond weer naar boven te schieten (als alles goed ging ten minste). Heel indrukwekkend was het zicht toen drie of vier vliegers onafhankelijk van elkaar maar simultaan in een formatie vlogen. Een andere wedstrijd betrof het oplaten van vliegers in serie, aan één touw. Speciale aandacht ging hierbij uit naar de draken die uit een grote kop en een lijf van kleine vliegertjes waren opgebouwd. Deze vliegers bleken zoveel daagkracht te hebben dat ze met verschillende mensen in toom moesten worden gehouden.
We waren er bijna drie uur druk bezig met kijken en fotograferen. We werden echter ook constant aangesproken, gegroet, gevraagd voor een babbeltje en voor een foto. Op een gegeven moment kreeg ik warempel de haspel van een vlieger in de hand gestopt. Het was die van de libel die ik wat voordien aandachtig had bekeken. Ik kon dus even vliegeren maar gaf toch snel de haspel weer aan de eigenaar terug: in gedachte zag ik al de vlieger de massa in duiken terwijl ik het touw in handen had. Even later kwam een koppel ons nog even goedendag zeggen. Iets ervoor hadden ze om een kleine fotosessie met gevraagd en waren er foto’s gemaakt van achtereenvolgens hem en haar met ons naast hun zij. Ondertussen figureren we al in heel wat fotoboeken hier in China. Dit koppel wou toch iets terug doen: we moesten absoluut een klein presentje aannemen. Even later stond ik met een feniks in de hand die gemaakt was van heel fijne repen bamboe. We kregen nog de raad mee om het kunstwerkje vochtig te houden, dan zou het lang zijn frisse kleur behouden. De vogel was heel kunstig gemaakt maar we zouden dit nooit in goede staat mee naar huis kunnen nemen. Toen ik op een gegeven moment een meisje met glinsterende ogen naar de feniks zag kijken, gaf ik deze haar. Zij was er erg blij mee en haar ouders nog veel meer.
Om ongeveer 14u30 beslisten we te vertrekken. Het feest zou nog een tijdje doorgaan maar we wilden niet tussen de grote massa zitten als de meesten zouden vertrekken. We hadden trouwens nog iets te doen: in Weifang moesten we nog een pak ophalen dat voor ons naar de vestiging van DHL was gestuurd. Mark, een broer van Berna, werkt bij DHL en via hem hadden we nog wat gerief kunnen laten opsturen. Deze zaken zouden we vanaf nu pas nodig hebben en we hadden ze dus niet de hele tijd moeten meeslepen. Met een telefoontje naar het DHL kantoor verwittigden we dat we op komst waren. We verifieerden ook nog even het adres dat we hadden gekregen.
We hadden geluk dat er net een bus van het feestterrein naar het treinstation vertrok. Daar aangekomen konden we een andere bus vinden die naar het noorden reed en vlak bij het DHL kantoor zou stoppen. Op deze bus hadden we weer een typische ontmoeting: een jongen, waarschijnlijk laatste jaar middelbaar, had ons al eens gegroet en had aandachtig mee op de kaart gekeken die ik gebruikte om de weg van de bus te volgen. We zagen hem duidelijk prevelen: hij was zijn Engelse zinnetjes aan het oefenen. Het lukte hem duidelijk niet om de juiste frasen te vinden want hij sloeg zich letterlijk met de rechterhand tegen het hoofd in de hoop om klaarblijkelijk iets los te schudden. Uiteindelijk knoopte hij toch een gesprek aan, maar in het Chinees. Hij zei dat hij de juiste Engelse woorden niet kon vinden en vroeg ons goede raad om het Engels beter te onthouden. We konden hem niet zo direct goede raad geven en waren bovendien aan onze bestemming geraakt zodat we moesten afstappen.
Het adres bleek niet heel duidelijk. We keken op het kruispunt aandachtig rond maar we zagen niet direct een DHL reclame. We hadden wel de straat en het nummer van de vestiging maar dat betekent in China niet zo veel. De nummering van de huizen gebeurt vaak per blok in plaats van voor elk aparte voordeur. Bovendien is de volgorde van de huisnummers in de straat is meestal niet logisch. De huisnummers zijn ten slotte heel vaak niet eens aangegeven. We stonden in de juiste straat bij nummer 40 en moesten naar nummer 46. De bewaker van het gebouw wist niet eens welke kant hij ons op moest sturen om nummer 46 te zoeken. De buurman iets verderop wist zeker dat aan deze kant van de weg de hogere nummers naar het oosten lagen zodat we die kant op liepen. Na een tijdje wandelen wist men ons te vertellen dat we er een zijstraat moesten nemen en na 300 m zouden we bij het DHL kantoor zijn. Op de aangegeven plaats was er inderdaad een pakjesdienst maar van een Chinese concurrent van DHL. Men was ons daar heel behulpzaam en tekende uit hoe we moesten lopen: eerst 300 m terug naar de grote weg. Op die weg moesten we 500 m naar het westen lopen waarna we aan een kruispunt zouden komen. Daar moesten we op de zijweg 150 m naar het zuiden wandelen om bij de DHL vestiging te komen. In China hebben de historische binnensteden een kluwen van wegen zoals bij ons, maar in de buitenwijken vormen ze meestal rechthoekige patronen volgens de vier windstreken. Bij een wegbeschrijving worden de richtingen meestal niet met rechts en links maar wel in functie van de windrichtingen aangeduid. Gelukkig hebben we steeds een kompas mee.
Met die wegbeschrijving kwamen we uit aan de bushalte waar we waren uitgestapt en daar moesten we dus een zijweg naar het zuiden inslaan. Tot onze verbazing kwamen we er de Engelsonkundige jongen uit de bus nog tegen: hij was een halte na ons uitgestapt en terug gelopen om van ons alsnog goede raad te krijgen. Veel goede raad konden we hem niet veel geven, behalve dat hij vaak moest oefenen. Wij hadden daar zelf nu echter geen tijd voor want het was al bijna vijf uur en we moesten na ons bezoek aan DHL ook nog de bus naar Qingzhou vinden en nemen. We zeiden hem dus al snel 'good bye' en vonden na 150 m inderdaad de DHL vestiging op een industrieterrein. De ingang lag niet aan de straat die als adres was opgegeven, maar een zijde van het industrieterrein lag wel voor een groot deel langs die bewuste straat.
We werden bij DHL heel vriendelijk ontvangen. De twee contactpersonen die op de hoogte waren, zaten voor het weekend in Qingdao aan zee. De twee personeelsleden die wel aanwezig waren, konden ons echter ook helpen en na vertoon van het paspoort en het maken van een fotokopie ervan, kregen we het pak mee. Eerst werd nog naar onze reisplannen geïnformeerd en kregen we wat te drinken aangeboden. Men was heel geïnteresseerd maar we lieten toch na ongeveer drie kwartier weten dat we er vandoor moesten.
Aan de kleine bushalte waar we in Weifang waren toegekomen, stonden nog enkele bussen maar de plaats waar die naar Qingzhou moest vertrekken was leeg. Of er hier deze avond nog een bus naar Qingzhou zou vertrekken bleek onzeker: de één zei van wel, de ander van niet. Iemand vertelde dat er in een gelijkaardig busstation (meer richting treinstation) nog wel bussen moesten zijn. Op weg ernaartoe riep iemand ons opeens iets toe en wees een bepaalde kant uit. Het was een bromfietser die ook bij de besprekingen in het vorige busstation aanwezig was geweest. Hij kwam toevallig(?) langs en kon ons op het gepaste moment de juiste richting uit sturen. Iets verder stonden er inderdaad wat bussen op een pleintje, waaronder één naar Qingzhou. Het probleem in Weifang was dat er tijdelijk geen echt busstation meer was. Vlak bij het treinstation was er een enorm grote bouwwerf: waarschijnlijk had men het oude busstation afgebroken om er een nieuwe te bouwen. De bussen werden in de tussentijd verspreid over alle mogelijke en onmogelijke straten, pleintjes en binnenplaatsen van de buurt zodat het vinden van de juiste bus op dit moment niet simpel was. Door de grote behulpzaamheid van de omwonenden was het uiteindelijk toch geen groot probleem.
We waren pas om 20 u terug in Qingzhou waar we onmiddellijk gingen eten in het goedkope en goede restaurant van gisteren. Men vond het er prachtig dat we er terug kwamen om te eten: het eten smaakte weer buitengewoon goed, was goedkoop en de porties zo mogelijk nog groter dan gisteren. Nadien gingen we nog snel naar het grootwarenhuis. In China zijn de openingsuren meestal het makkelijkst te omschrijven als: van héél vroeg in de ochtend tot héél laat in de avond en meestal 7 dagen per week. Alleen in de grote steden kunnen de openingsuren wat menselijker zijn voor het personeel. Openingsuren van supermarkten zijn heel vaak van 6 u tot 22 u. en soms tot 23 u. Ook banken en postkantoren hebben in onze ogen lange openingsuren meestal van 8 u tot ongeveer 19 u. Op zondag zijn ook deze heel vaak open maar sluiten dan wel wat vroeger: om 18 of 17u.
Het sluitingsuur van het supermarktje hier bleek 21 u te zijn. Men was er al druk aan het schoonmaken toen we er om 20u58 langs kwamen om even te kijken of het nog open was. Zodra men ons zag werden deuren opengedaan, de winkelwagentjes die de toegang tot de winkel en kassa's versperden werden weggeduwd en men nodigde ons met brede gebaren uit om naar binnen te gaan. Over de natte vloer schoten we gehaast door de gangen om snel het een en ander mee te grissen zodat we om klokslag 21u weer buiten stonden, nagewuifd door het personeel dat nog aan het schoonmaken was. Een groot verschil met wat men soms thuis meemaakt: daar kwamen Berna en ik eens een kwartier voor sluitingstijd bij een winkel van elektrische apparaten aan waar we nog wat wilden aankopen. Men rende er ook snel naar de deur, niet om die te openen maar om die net voor onze neus op slot te draaien!
Moe maar zeer voldaan wandelden we naar ons hotel waar Berna nog snel de mogelijkheden voor een ander hotel op een rijtje zette. Toen dit gebeurd was, namen we nog een slaapmutsje en vielen we snel in slaap: we zouden ons de volgende dag wel ergens anders douchen.



Zondag 22 april.

Vandaag zouden we weer naar het vliegerfestival gaan. We wisten nu hoe we daar moesten geraken en hadden gisteren gezien dat toen de meest interessante activiteiten na de middag waren begonnen. We hadden deze voormiddag dus alle tijd om een ander hotel te zoeken. We lieten ons met en taxi naar het eerste alternatief brengen. De chauffeur had de situatie gelijk door en vertelde ongevraagd dat de bestemming een veel beter hotel was dan waar we vandaan kwamen. Dat bleek inderdaad het geval, er was geen reden om nog verder te zoeken. Dit hotel lag op het hoofdkruispunt van het nieuwe stadsdeel van Qingzhou, had mooie kamers voor een zeer redelijke prijs. Een ruim en goed ontbijtbuffet bleek in de prijs inbegrepen. Ten slotte had de kamer een internetaansluiting en CCTV 9 was er op de kabel geprogrammeerd.
We vonden nu vlot de weg naar het grote plein in Weifang waar de tweede dag van vliegerwedstrijd plaats vond. Vliegeren is een zeer belangrijke volkssport in China. In China gaat men er prat op dat men bijna alles uitgevonden heeft en voor heel veel is dat ook het geval. Ook betreft het vliegeren beriep men er zich op dat die het eerst in China werden gemaakt. In Weifang worden al ongeveer 600 jaar vliegers gemaakt. Daarmee is Weifang in China gekend als één van de drie belangrijkste centra voor het maken van vliegers, naast Beijing en Tianjin. De Chinese naam voor vlieger is 'fengzheng' wat ongeveer ‘windciter’ betekent. Dit refereert naar een Chinees snaarinstrument met 21 à 25 snaren. Oorspronkelijk zouden de Chinese vliegers tijdens oorlogen gebruikt zijn: ze werden bij avondschemering boven vijandelijke kampen opgelaten. De vliegers uit die tijd zouden een ratelend geluid hebben gemaakt. Dit en de afschrikwekkende afbeeldingen op de vliegers, moesten de vijand doen geloven dat er geesten boven hun kampplaats rondwaarden. De vliegers deden oorspronkelijk dus dienst als afschrikkingswapen. Tegenwoordig kan men overal in de parken van China jong en oud zien vliegeren. Sinds 1984 wordt er in Weifang een internationaal vliegerfestival gehouden. Dit jaar werd hier tevens het derde wereldkampioenschap vliegeren georganiseerd met deelnemers uit 20 landen.
De vorige dag begonnen de wedstrijden pas goed na de middag, nu merkten we dat het grootste deel van de wedstrijden van vandaag al achter de rug waren toen we er toekwamen. Er waren nog veel amateurs die hun vlieger oplieten en sommige wedstrijden liepen nog door maar de internationale wedstrijden waren om 12u klaarblijkelijk afgelopen. Ook de grote vliegers van de buitenlandse vertegenwoordigers werden de één na de ander binnen gehaald. Het bleef echter een leuke en geanimeerde bedoening maar met heel wat minder volk en vliegers dan gisteren. Wat ons wel beviel was dat vandaag veel draken de lucht in gingen zodat we die goed konden bekijken. Er was ook veel meer wind waardoor het formatie vliegeren veel meer de aandacht trok dan gisteren.
Bij een soort stadium hingen de vlaggen van de deelnemende landen: de vlag van Nederland zag ik wel, die van België echter niet. Om 15 u beslisten we om te vertrekken en zo weer de ergste drukte te vermijden. Om 18 u kwamen we op de hotelkamer aan maar hadden dan ook al boodschappen gedaan. We probeerden het hotelrestaurant uit: we kregen er heerlijk eten voor een zeer schappelijke prijs. Hier zouden we het lang kunnen uithouden!



Maandag 23 april.

Vandaag gingen we eerst op ontdekkingstocht tijdens bij het uitgebreide ontbijtbuffet op zijn Chinees: 6 verschillende soorten rijstwater en soep maar geen koffie of thee. Verschillende soorten baozi (gestoomde deegbroodjes met vulling) en jiaozi (gevulde hapjes van ongerezen deeg) lagen er uitgestald. Er waren heel veel soorten groenten te vinden, zowel warme gekookte als koude gepekelde. Gekookte eitjes lagen er in een grote ketel, gebakken spiegeleieren werden geregeld aangevoerd. Verse kerstomaatjes en sneetjes watermeloen deelden een grote schotel en er was een groot assortiment koekjes en cake. Onze voorkeur ging naar een soort krokante pannenkoekjes met een vulling van groente die aan spinazie deed denken.
Weer op de kamer bespraken we eerst de plannen voor de nabije toekomst. Vandaag en morgen zouden we nog in Qingzhou blijven. Daarna zouden we een uitstap maken naar zee: we zouden drie dagen in Qingdao verblijven. In deze stad hadden de Duitsers een tijdje de plak gezwaaid. De Duitse kolonie had er een onwisbare invloed achter gelaten waardoor deze badplaats een heel speciale sfeer had gekregen. Vrijdagavond zouden we weer terug komen in Qingzhou. Dat weekend begon namelijk de vakantieperiode rond 1 mei, één van de gouden weken in China. Bijna iedereen trekt er dan op uit om een paar dagen vakantie te nemen. 'Iedereen' is natuurlijk niet mogelijk maar de golf vakantiegangers is zo groot dat de normale transportvoorzieningen aangevuld moeten worden. Dit jaar werd aangekondigd dat voor de derde keer binnen twee jaar de maximumsnelheid voor het treinverkeer was opgetrokken. Men had ook net voor de vakantiedrukte een nieuwe snelle treinverbinding tussen de grote steden in gebruik kunnen stellen. Deze speciale treinen zouden snelheden tot 250 km/u halen. De tickets zouden ongeveer twee keer zo duur zijn als die van de normale treinverbindingen. In de stations waren voor deze lijnen speciale loketten voorzien zodat men er niet moest aanschuiven in de enorm lange rijen van de gewone loketten die zo typerend waren voor de drukke gouden weken in China.
Wij hadden besloten om in deze drukke periode een rustig plaatsje op te zoeken en een week lang geen grote verplaatsingen te maken. Die plek was Qingzhou geworden: we hadden een goed hotel gevonden en er bleek in de buurt toch nog heel wat te zien zodat we ons niet zouden vervelen. De hoofdbedoeling was wel om het wat kalm aan te doen, veel aan de verslagen te werken en verder een beetje op adem te komen. Tijdens dit jaar dat we op reis zijn, vinden wij het noodzakelijk om af en toe eens halt te houden en eventjes een 'rustpauze' in te lassen. Onafgebroken reizen en telkens nieuwe dingen zien, zouden we niet volhouden. Het verslag is nuttig als informatie voor de achterban. Het schrijven ervan dient tevens om wat we beleefd hebben, te verwerken. Zo blijven ook een deel van de kleine anekdotes bewaard, die we anders misschien zouden vergeten. Dank zij de verslagen kunnen we de bezochte plaatsen beter onthouden maar blijven bijvoorbeeld ook het meisje dat over het slimme vogeltje vertelde en de jongen die zich letterlijk voor het hoofd sloeg ons beter bij. Slechts een deel van wat we zien, meemaken en beleven komt effectief in het verslag. Het resultaat is wel een zeer goede bron aan de hand waarvan we later ons geheugen kunnen opfrissen. Het maken van het verslag, het uitkiezen en verkleinen van de foto's en het maken van de blogs vergt veel werk en daar zouden we nu wat extra tijd voor nemen. Van vrijdagavond 27 april tot zondagochtend 6 mei zou dit uitstekende hotel in Qingzhou onze verblijfplaats zijn.
Een andere reden om Qingzhou als plaats voor deze pauze te kiezen, was dat er vlakbij een vestigingsplaats lag van het bedrijf waar Berna werkt. Na het bezoek van de afdeling in de buurt van Suzhou, had ze al contact gehad met Niu Reed, het hoofd van de vestiging in Shouguang, een tiental km van Qingzhou. Meneer Niu had Berna en mij allerhartelijkst uitgenodigd met een programma dat twee dagen zou vullen. We wilden geen twee dagen van zijn tijd in beslag nemen en hadden gemaild dat we vandaag of morgen graag langs kwamen, indien hem dat uitkwam. Als dat niet zo was zouden we nadien nog een hele tijd in de buurt blijven. We hadden afgesproken dat Berna vandaag zou bellen om een concretere afspraak met hem te maken. Uiteindelijk werd beslist dat we de volgende dag op eigen houtje met de bus naar het busstation van Shouguang zouden komen waar hij ons zou ophalen. Hij had zelf voorgesteld om zijn chauffeur met de bedrijfswagen te sturen om ons aan het hotel op te halen. We hadden dit voorstel vriendelijk afgewimpeld door te vertellen dat we al precies wisten welke bus we moesten nemen, wat ook waar was.
We bleven vandaag daarom hoofdzakelijk op de kamer: ik kreeg bijna weer een verslag af en Berna kon weer heel wat praktische nota's bijschrijven: er stonden er nu al zo'n 15 praktische verslagen te wachten om gepubliceerd te worden maar er was nog geen oplossing daarvoor uitgedokterd. 's Avonds aten we op onze kamer: de volgende dag zouden we door meneer Niu op sleeptouw worden genomen en de dag daarna zouden we naar Qingdao doorreizen. Onze voorraden moesten dus dringend worden opgebruikt.



Dinsdag 24 april.

We hadden om 9u30 afgesproken met Niu Reed aan het busstation van Shouguang. Het transport verliep zo vlot dat we al om 9 u konden bellen dat we waren aangekomen. Hij kwam ons persoonlijk afhalen in de wachtzaal van het station en moest daarna even met zijn chauffeur bellen om te weten te komen waar die de auto had geparkeerd. De chauffeur was een heel vriendelijke en innemende vrouw van ongeveer 40 jaar terwijl meneer Niu zelf waarschijnlijk een paar jaar jonger was. Niu Reed was een hartelijke man die perfect Engels sprak. Later bleek dat hij leraar Engels was geweest. Hij had in verschillende bedrijven, onder andere in Shanghai, gewerkt en was nu hoofd van dit bedrijf. Hij gaf zelf te kennen dat zijn degelijke kennis van het Engels een enorme troef was geweest in zijn carrière.
We werden eerst met koffie ontvangen in een vergaderzaal van het bedrijf waarbij hij heel belangstellend naar onze reiservaringen informeerde. We hadden daar ook de tijd om hem een klein presentje aan te bieden. In China is het geven van presentjes schering en inslag. Toen we in Nanjing aankwamen had Jenny ons tijdens een wandeling een zak versnaperingen gegeven. Maggie had ons een zak gedroogde perziken en nootjes in de hand had gestopt toen we haar ontmoetten. In Xuzhou had Helen ons bij onze aankomst wat brood en fruit gegeven terwijl Stephanie persé iets voor Berna had willen kopen en vandaag hadden we nog de feniks gekregen. We hadden geen idee met wat we meneer Niu een plezier deden en drank of sigaretten vormden dan de meest aangewezen oplossing. We hadden uiteindelijk voor een slof sigaretten gekozen. Zelfs indien hij niet rookte, zou hij die altijd goed kunnen gebruiken. Tijdens zakenlunchen maar ook in het dagelijkse leven zagen we constant hoe men elkaar één of enkele sigaretten toestopte bij wijze van groet.
Meneer Niu liet aan de hand van zijn opmerking blijken dat hij het gebaar waardeerde. De toon van zijn opmerking "Jullie hebben iets mee gebracht?" klonk namelijk eerder als "Leuk dat je weet dat dit hier zo hoort!". Tijdens de geanimeerde gesprekken liet hij zich ook ontvallen dat hij iets voor ons had gekocht: een vlieger uit Weifang. Indien het cadeau niet in de bagage zou passen, stelde hij voor om het naar Beijing te laten sturen waar we tegen het einde van de reis zouden passeren. We lieten hem weten dat we een dezer dagen toch nog een pak naar huis zouden zenden en dat we de vlieger dan mee zouden opsturen. We zouden namelijk na het beklimmen van de Taishan onze dikke kleren niet meer nodig hebben en die over een paar weken per post naar huis sturen. Nu zouden we daar een prachtige vlieger bij stoppen: een draak, typisch Chinees dus.
Niu Reed had een dagvullend programma voor ons opgesteld: hij zou ons de hele dag rondleiden. Omdat de gesprekken in de vergaderzaal redelijk lang waren uitgelopen, stelde hij voor de rondleiding in het bedrijf snel af te werken: klaarblijkelijk zijn vele bedrijfsbezoeken enkel een aanleiding tot een leuk dagje uit. Berna liet weten dat ze het bedrijf echt wilde zien zodat we uitgebreid werden rondgeleid waarbij Berna heel wat bijkomende vragen had. Het was wel overduidelijk dat meneer Niu verrast en blij was met de gemeende en diepgaande interesse in het doen en laten van deze afdeling in Shouguang.
Omdat het middaguur al voorbij was, werden we daarna door de chauffeur naar een sjiek restaurant gebracht. Daar kregen we met zijn vieren een heerlijke maaltijd voorgeschoteld met veel zee- en schelpdieren die we nog niet kenden. In heel zijn doen en laten, zagen we dat meneer Niu zijn personeel met veel respect behandelde.
Het eerste bezoek gold een internationale groenten- en fruittentoonstelling. Qingzhou en Shouguang bleken een belangrijk centrum voor de fruit- en groenteteelt. Dit verklaarde waarom we zoveel serres van 50 tot 100 m lang in plastic hadden gezien: kilometers lang stonden deze serres langs de weg, de ene naast de andere. Er was hier ook een grote groenten- en fruitveiling waar zelfs kopers en verkopers van andere provincies (dus vaak 500 km hier vandaan) op af kwamen.
Iets voor de tentoonstellingsruimte stonden er langs de weg mensen met briefjes te zwaaien. De chauffeur stopte: men bleek er toegangsbewijzen te verkopen voor de tentoonstelling onder de officiële prijs van 50 Y. De chauffeur voerde het woord bij de onderhandelingen en wilde niet hoger gaan dan 30 Y voor een ticket. Ze reed door toen men daar niet op in ging: ‘liefhebbers genoeg’ was haar commentaar. Na wat door rijden en daarna weer stoppen, wat gepaard ging met bieden en afbieden, werden drie toegangsbewijzen gekocht voor samen 100 Y. De chauffeur zette ons af bij de ingang en reed daarna weg om de wagen te parkeren. Niu Reed ging met ons naar de ingang en daar hoorden we tot onze stomme verbazing dat er maar één ticket nodig was: buitenlanders hoefden hier geen inkomstbewijs kopen. Nog niet zo lang geleden had men nog speciale (hogere) tarieven voor buitenlanders gehanteerd bij veel bezienswaardigheden. Dit was de eerste keer dat we meemaakten dat men doelbewust buitenlanders gratis binnen liet.
Het was heel leuk om een dergelijke beurs in China te bezoeken. We zagen er heel wat onbekende groenten en fruit maar hier en daar zagen we ook namen van westerse en soms zelfs Nederlandse bedrijven en producten. Meneer Niu was nieuwsgierig geweest om hier eens te komen: hoewel de beurs jaarlijks wordt georganiseerd was hij er nog nooit geweest. Zijn interesse was niet erg diepgaand want hij loodste ons redelijk snel naar de uitgang. Daar telefoneerde hij naar de chauffeur die ons direct weer op pikte. We reden door naar Weifang om er een groot traditioneel familiehuis te bezoeken uit de 18e of 19e eeuw: Shihuyuan. Onderweg vernamen we dat zowel Niu Reed als de chauffeur in Weifang woonden en dat ze samen, met nog een derde werknemer van het bedrijf, dagelijks tussen Weifang en Shouguang pendelden.
Shihuyuan was een grote residentie met vele binnenplaatsen, pleintjes en een paar kleine tuintjes. Het was weer een domein waar men gemakkelijk in kon verdwalen maar er was min of meer een parcours in uitgestippeld. Na een flinke wandeling langs en door de verschillende gebouwen en binnenplaatsen, reden we naar een museum. We hadden eerst begrepen dat we naar het Vliegermuseum zouden gaan: dit museum van Weifang is wereldberoemd. Men kan er vliegers uit alle landen bewonderen en men krijgt er ook uitleg en informatie over de geschiedenis van de vlieger. Uiteindelijk bleek dat we naar het stadsmuseum van Weifang gingen. Eerst bekeken we enkele zalen met historische vondsten uit de omgeving. Toevallig kwamen we in een reeks zalen terecht waar opeens het personeel van hot naar her rende om snel allerhande knoppen in te duwen of om te draaien. We waren in de afdeling geraakt van techniek en wetenschappen. Men kon er allerhande vooral fysische fenomenen bewonderen die erg visueel uit de doeken werden gedaan. Het leek ons een ideale bestemming voor een schooluitstap. Toen we dat navroegen, bleken hier inderdaad veel klassen naartoe te komen. Heel veel opstellingen waren interactief en men kon er zo kennis maken met magnetisme, holografie en met het ontstaan van wervelwinden … Er waren verschillende proefjes in verband met geluid, licht en optische illusies en er stonden ook wat virtuele opstellingen. Men kon er bijvoorbeeld een virtueel interview ondergaan: daarvoor moest men voor een camera plaats nemen. Op een monitor kon je jezelf zien zitten met naast je een quizpresentator die een computer daar had geplaatst. De presentator stelde enkele multiple choice vragen. Je kreeg wat tijd om één van de drie mogelijkheden te herhalen. Na elk antwoord werd door de presentator commentaar geleverd en op het einde kreeg je de uitslag. Toen ik aan die quiz mee deed, verstond ik de vragen niet. Zoals veel leerlingen gokte ik er maar op los en haalde uiteindelijk net een uitslag van 50%.
Een andere opstelling betrof een virtuele volleywedstrijd. Je moest er in een ruimte met je handen naar het beeld van een toekomende bal zwaaien. Mikte je goed dan werd de bal over een virtueel net gekaatst om even later uit een andere hoek terug te komen.
Heel interessant was een opstelling met wat op het eerste zicht lenzen en spiegels leken. Men kon zichzelf vergroot of verkleind zien maar het opvallende was dat er geen echte glazen spiegels of lenzen aan te pas kwamen. Je kon er bijvoorbeeld je hand in de opstelling steken en als het ware de hand schudden met het spiegelbeeld.
Er waren te veel opstellingen en proefjes om hier op te sommen. De meeste die we uitprobeerden, werkten naar behoren. Af en toe bleek er wel een opstelling defect. Overal volgden er medewerkers van het museum om, waar nodig, extra uitleg te geven.
Ik kan me inbeelden dat heel wat leerlingen het hier best leuk vonden want heel veel van de opstellingen leken meer op een spelletje dan wel op een typisch fysische proefneming. In de tussentijd werden er toch enkele van die fenomenen gedemonstreerd.
Het liep tegen vijf uur toen we ons van de tijd bewust werden en het museum verlieten. Niu Reed werd bij zijn woning afgezet. We namen afscheid van hem en bedankten hem nogmaals voor de fantastische ontvangst en het mooie cadeau. Wij werden door de chauffeur bij de voordeur van ons hotel afgezet. We dankten ook haar en zeiden dat we de vlieger heel erg mooi vonden: waarschijnlijk had zij die uitgekozen.
Het was een drukke dag geweest zodat we deze avond geen enkele moeite hadden om de slaap te vatten. De volgende dag zouden we met beperkte bagage naar Qingdao vertrekken. Na drie dagen zouden we hier terug komen zodat het grootste gedeelte van de bagage hier achter zou blijven.




Advertisement



Tot: 0.437s; Tpl: 0.022s; cc: 28; qc: 136; dbt: 0.2044s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.6mb