Slappe lach


Advertisement
United States' flag
North America » United States » New York » New York » Manhattan
February 7th 2009
Published: February 8th 2009
Edit Blog Post

Zaterdag 7 februari 2009

Lon was weer om zes uur ’s ochtends wakker en maakte van de rust in de ochtend gebruik om wat te schrijven. Maar na een klein uurtje zorgde de trek in een skinny latte grande en een sigaret voor een writer’s bock. Douchen, aankleden en op naar Starbucks. Er zitten er twee op steenworp afstand van het hotel, maar het hotel heeft drie uitgangen. Nog steeds weten we niet welke uitgang we voor welke Starbucks moeten hebben. Eenmaal buiten was de wind oogverblindend, zuigend en fluitend tussen de wolkenkrabbers, en door de tranen zag Lon geen Starbucks maar wel een andere tent met koffie en vers fruit. Het werden een latte, hot chocolate, twee croissants, een grote beker jus d’orange en een bakje watermeloen. Nog even een sigaretje roken voor de deur en daarna met Sig ontbijten.
Bij de ingang van het hotel stond nog een verschoppeling om het rokersleed mee te delen. Een snelle dude met een nog snellere bril die zo snel sprak dat het nauwelijks te verstaan was. Er viel uiteindelijk uit op te maken dat hij al een paar nachten op stap was en de afgelopen nacht een afterparty op de hotelkamer
Top of the RockTop of the RockTop of the Rock

Central Park
had geprobeerd te houden maar die had nog geen 10 minuten geduurd. Hij vroeg ook wat: “Did you get up early or stayed up late?”. Ja, met onopgemaakte, tranende ogen en een gemiddelde van 5 uur slaap per nacht in 4 dagen kun je zo’n vraag verwachten.

Het was onze laatste hele dag en er stonden een paar dingen op ons lijstje die we absoluut nog wilden doen: vanaf Rockefeller Center op Manhattan neerkijken, Brooklyn Bridge, lunchen bij Katz’s Diner (where Harry met Sally) en aan het einde van de dag naar Chinatown en Little Italy.

Na het ontbijt (de croissants waren niet geschikt voor consumptie dus die hebben we na één hap weggegooid) bloggen we nog wat in de lobby met nog meer koffie en hot chocolate en lekkere croissants. Deze keer wel van Starbucks. Tot nu toe vonden we Juan Valdez de lekkerste, maar daar hebben we nog maar één filiaal van gezien.

We gaan naar Top of the Rock, de top van de hoogste toren van het Rockefeller Center, zo’n 80 etages. Het duurt even voordat we de juiste ingang hebben gevonden. We kopen kaartjes voor $20 pp, laten ons door de vele beveiligers leiden naar de lift en stappen er vol verwachting in. Je kunt er geen etage kiezen, alles gaat automatisch. In slechts enkele seconden zijn we er al. Wow! Echt net normaal zo snel. Maar als de deur openschuift, blijkt dat we pas op de eerste zitten en dat de beveiliging hier pas echt goed is. Nou ja, we begrijpen het wel. Eigenlijk valt het hier nog mee. Vervolgens worden we, samen met een bescheiden aantal andere toeristen, als mak vee langs afgezette paden met een heel verhaal over Rockefeller door het gebouw geleid. Onderweg laten we ons net als iedereen fotograferen, maar de rest slaan we over. We willen gewoon naar boven en laten meneer Rockefeller voor wat ie is. De volgende lift schiet als een raket de lucht in doet er nog geen halve minuut over om bij de top te komen. De cijfers op de display lopen sneller op dan je kunt tellen.
We zijn zeker wel een uurtje zoet met rondkijken, ons hotel zoeken, foto’s maken. Het is zo hoog dat je er aan wordt herinnerd dat je op een planeet zit. We verwonderen ons erover dat Manhattan niet bezwijkt onder al die hoogbouw. De smog hangt als een pastel geelbruin lint aan de horizon van elke grauwe, bijna kleurloze foto. Het is gelukkig niet meer zo koud als gisteren, een graad of 7. Erg goed te doen.

Voor vandaag besluiten we een dagkaart voor de metro te kopen. Want of je rit nu twee haltes is of 30, zodra je het poortje uit bent, is je kaartje ongeldig. En we hebben heel wat ritjes voor de boeg. We pakken de metro naar Macy’s, toch nog even kijken of we niet nóg een ultieme tas hebben gemist. Lon koopt een leuk klein zwart tasje van Guess voor de halve prijs en krijgt bij de kassa 20% extra korting “Because you’re wearing something red”, wijzend op de gloednieuwe handtas die we daar twee dagen eerder hadden gekocht. Later zagen we dat het ‘Ladies Wear Red Day’ was. In de metro zien we ook voor het eerst hoe je bij Coney Island moet komen. Omdat dat niet in Manhattan ligt, staat het bijna nergens op de kaart, maar we wilden het wel graag zien. We besluiten erheen te gaan.

Maar eerst lunchen. Op naar Katz’s Deli. Het weer klaart ondertussen op en de omgeving wordt steeds gezelliger. We zijn in Lower Eastside en vinden het een van de gezelligste buurten tot nu toe. Lon merkt op dat het bij Katz’s vast erg druk zal zijn. Wie weet staat het er drie rijen dik. Maar de drukte overtreft elke verwachting. Er staan vier beveiligers (of iets wat er op lijkt) om de aanhoudende stroom bezoekers het pand in en uit te leiden. We krijgen een soort toegangskaartje in de handen gedrukt met de mededeling dat we dit bij het verlaten van het pand weer moeten inleveren. Eenmaal binnen geloven we onze ogen niet. Aan de counter, die bijna even lang als het pand diep is en dat is best groot, staan honderden mensen. In de ramen en langs de wanden hangen worsten en dat is te ruiken. Hier hebben we geen zin in, lekkerste deli van New York of niet.

We eten er om de hoek een soort van Italiaanse wrap en prijzen onszelf om onze keuze niet bij Katz’s te eten. Met verende tred op onze warme en comfortabele Uggs wandelen we door East naar de metro. We maken foto’s van elkaar in de metro. Op het moment dat Sig een foto van Lon maakt, stapt er net een grote donkere meneer in beeld. Shit, opnieuw. Alhoewel: “Je krijgt niet elke dag de kans om er een in zijn natuurlijke habitat te fotograferen”, grapt Sig. De rit naar Coney Island duurt driekwartier, veel langer dan we hadden verwacht. Soms onder-, soms bovengronds, door woonwijken, industriële gebieden en weer een enorm kerkhof. De omgeving is nogal troosteloos en dat is bij het bereiken van onze bestemming nog steeds zo. We zijn aangekomen in soort van spookstadje, met een lege spookkermis en een spookwinkelstraat. Alleen Dunkin’ Donuts, een hamburgertent en een souvenirwinkeltje zijn open, voor de rest is alles dicht. Met hekken afgezette terreinen, half gesloopte kermisattracties, gesloten rolluiken en hier een daar een verdwaalde toerist of Brooklynse strandwandelaar. We lopen door naar het strand, wandelen wat over de boulevard en de pier en fantaseren over hoe wij het zouden doen als het van ons was. Alles doet troosteloos aan. Snel weg hier. We kopen donuts voor onderweg en gaan richting Chinatown.

Moe en verveeld stappen we bij Canal Street uit. We hebben ons hoofd nog niet uit de metrotunnel gestoken of er komen twee Chinese mevrouwen naar ons toe met in hun hand een plaatje van wat designertassen. “Handbag? Gucci? Prada?” Lon wijst ze vriendelijk de weg naar Fifth Avenue. Ze kijken ons niet begrijpend aan. “We’re tourists” zegt ze er achteraan waarop één van de vrouwen met haar ogen rolt. Ja, duh. Ze geeft het op en stort zich op de volgende toerist om haar imitatie designtassen aan te slijten. Even later, toen de fatele blunder die Lon maakte in volle hevigheid tot ons doordrong, doen we het bijna in onze broek van het lachen.

Het schemert en het is druk in Chinatown. Overal mensen die je massages en handtassen aanbieden, je hun winkel in proberen te krijgen, het is niet ons ding. We lopen door naar Little Italy, maar het is donker inmiddels en we vinden er niet veel aan. De moeheid slaat ook weer toe en we gaan een hapje eten bij Vincent’s, een Italiaan met saus die zo beroemd is dat ie hem zelfs per pot verkoopt. Inderdaad, lekker, maar niet om over naar huis te schrijven (alhoewel, dat doen we nu toch mooi wel).

Moedig slaan we het toetje over omdat we weten dat dat de genadeklap geeft. Onze laatste missie voor vandaag is Brooklyn Bridge. We zijn moe
Coney IslandConey IslandConey Island

Dus daar parkeren ze al die schoolbussen
maar kunnen het op ons ultraluxe schoeisel goed aan. Geroutineerd nemen we de metro één halte en wandelen naar de lichtjes van Brooklyn Bridge. Op ongeveer een derde van de brug is er een fotograaf aan het werk. Voor hem poseert een donkere meneer met de wolkenkrabbers van het Financial District op de achtergrond. We vragen of hij een foto van ons wil maken met dezelfde achtergrond en hij doet het met plezier. We zetten onze wandeling op de brug der bruggen voort, onszelf afvragend of we het model niet om een handtekening hadden moeten vragen, want misschien is het wel de nieuwe Usher. Hmm… gemiste kans. Het uitzicht is betoverend aan alle kanten. De brug trilt van het langs denderende verkeer onder ons. Fietsers racen af en aan langs het voetgangerspad, luid scheldend op voetgangers die aan de verkeerde kant lopen. Voetgangers staan af en toe stil om foto’s van elkaar te maken, luid scheldend op fietsers die voor de camera langs fietsen. We lachen ons rot en keren voldaan terug naar Manhattan, blij dat we op deze magische plek zijn geweest.

Een klein uurtje later zijn we weer op de hotelkamer. We zijn kapot en gaan wat lezen en schrijven. Om en om krijgen we weer de slappe lach om wat hilarische momenten van vandaag. Om half elf gaat bij Sig het licht uit. Lon valt een uurtje later als een blok in slaap.



Additional photos below
Photos: 18, Displayed: 18


Advertisement



Tot: 0.069s; Tpl: 0.013s; cc: 5; qc: 43; dbt: 0.0444s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb