Advertisement
Het stond al een jaar in de planning, en eindelijk is het dan zover: 17 dagen Campania en Rome. De eerste haalbare vlucht stond er relatief slecht voor, maar ik gokte erop en kwam zowaar mee met de allerlaatste stoel: 1F, business class. Nou stelt business class binnen Europa niet bijster veel voor, maar toch een relaxed begin van de reis met een goede lunch aan boord, wat toch weer wat tijd bespaart ter plaatse. Na een vlucht op Rome was het een weinig eventementvolle treinreis met hogesnelheidstrein naar Napels, waar ik tegen 15:00 uur incheckte bij mijn hotel voor de komende week -- een simpel 2-sterrenhotel, maar wel met ruime 3-persoonskamer en strategisch gelegen vlakbij het station -- een ideale uitvalsbasis voor dagtripjes.
Na me opgefrist te hebben ben ik het oude stadscentrum, een UNESCO monument, ingelopen om het Romeinse deel te verkennen. Hiervan is op straatniveau niet veel van te zien want in de loop van de eeuwen is laag op laag gebouwd nadat aardbevingen en andere rampen (zoals bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog) de stad keer op keer in de as hebben gelegd. In de smalle straatjes waar de zon nauwelijks doorbreekt zijn vooral veel winkeltjes te
vinden met regelmatig een pleintje of mooie kerk. Het is meteen duidelijk waarom de Italianen zo gek zijn op scooters: in steegjes die nauwelijks breder zijn dan de gemiddelde personenauto en druk bevolkt zijn met voetgangers, scooters en straatventers met hun waren is het schier onmogelijk om met een auto te navigeren, hoewel dat veel automobilisten niet ontmoedigd om het toch te proberen.
Na een paar uurtjes rondslenteren door de steegjes rondom Via dei Tribunali, het hart van het Centro Storico, en een paar kerkjes te hebben bezichtigd, werd het tijd om de Griekse en Romeinse overblijfselen te bezichtigen. Deze bevinden zich vooral ondergronds, en een deel hiervan kan bezichtigd worden met een rondleiding van Napoli Sotteranea. Een geweldige gids die zeker 8 talen sprak (inclusief Engels met zwaar Schots accent en behoorlijk goed Nederlands) wist in geuren en kleuren van alles te vertellen over geschiedenis van de 170 km aan ondergrondse tunnels die Napels kent. Deze tunnels begonnen als Griekse en later Romeinse mijnen waar tufas werd gewonnen, een poreus vulkanisch gesteente dat als bouwmateriaal dient. Daarna werden ze gebruikt als aquaducten en cisternes, later als wijnkelders en als schuilplaats voor smokkelwaar, in de Tweede Wereldoorlog als schuilkelders
en tegenwoordig als micro-klimaat voor biologische experimenten: deze tunnels hebben het hele jaar door een constante temperatuur (15 graden) en luchtvochtigheid (100%). In dat klimaat moesten we nu eens bukkend dan weer zijdelings schuifelend door de zeer nauwe en stik-donkere tunnels klauteren met een kaarsje als enige verlichting. Het creerde wel een bijzondere sfeer, die de gids nog eens aanvulde met mooie spookverhalen.
Na een uur door deze tunnels te hebben rondgedoold kregen we nog de resten van een Romeins theater te zien, deels ondergronds en deels verwerkt in de huizen van de moderne stad: de bovenste rangen van het theater vormen nu de begane grond van winkels en woonhuizen. Al met al een zeer boeiende rondleiding. Het was toen al bijna 20:00 uur en de wekker was gegaan om 5:15 dus toen ben ik maar snel wat gaan eten en heb ik m'n hotelkamer opgezocht.
Advertisement
Tot: 0.104s; Tpl: 0.012s; cc: 12; qc: 49; dbt: 0.0763s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb