Het mooiste gezicht van moeder natuur


Advertisement
Asia
June 8th 2016
Published: June 8th 2016
Edit Blog Post

Beste iedereen,

Chame hebben Joe en ik niet bereikt. De volgende ochtend zitten wij in het sterke zonnetje in Koto, Chame is een half uurtje verder. Het eerste deel van de dag lijkt het landschap hetzelfde als de dag ervoor. Dat kan niet gezegd worden van de cultuur. Hoe verder wij komen hoe meer de Tibetaans-Boeddhistisch elke plek wordt. In Dharapani besluiten wij een zijtrek te maken naar Odar. Een dorp dat volgens een bord een halfuurtje om is maar veel minder trekkers ontvangt omdat het buiten de meestgebruikte route ligt. Het kost ons inderdaad een halfuur maar dat half uur bestaat uitsluitend uit trap lopen. Onderweg merk ik de eerste symptomen van hoogteziekte. Ik voel een bepaald soort hoofdpijn als we een flink stuk klimmen. Even rusten en acclimatiseren en wij kunnen weer verder. Odar is een leuke plek en het is duidelijk dat er minder vreemdelingen op bezoek komen. Door de schoonheid en de diversiteit van het Annapurna circuit is het een van de populairste routes. Wij zijn net buiten het hoogseizoen en hebben tot nu toe mazzel. De bomen zijn groen, de monsoonregen is nog niet gearriveerd en wij hebben de paden grotendeels voor onszelf. Na een kopje thee op een tapijt in de zon en wat biscuitjes voor de energie vervolgen wij onze reis. Na een stuk naar beneden te hebben geklauterd passeren wij wat dorpjes. Het is mijn idee om in Temang te eten. Een dorpje dat heel dichtbji het vorige ligt maar wel 560 meter de lucht in. Een man beneden zegt ons dat het een uurtje is maar omdat wij voor de mooiere route kiezen kost het ons beduidend langer. We klimmen geruime tijd door een mossig bos. Iets heel anders dan het wijde rotsige landschap. Zo nu en dan moet er een pauze ingelast worden om aan de hoogte te wennen. Het is al tegen drieën als wij een dal baht eten in een restaurant. Een klein jongetje van 14 en een veel ouder uitziend meisje van dezelfde leeftijd dat ons bediend vormen fantastisch gezelschap. In de namiddag lopen wij de laatste uurtjes en met zeurende benen, wij hebben veel meer dan een kilometer geklommen, naar Koto. Het laatste deel van deze dag is het pad wat vlakker en grasachtiger. De bloemen en dieren veranderen de hele tijd mee met het landschap. Een knoflooksoepje, citroen gemberthee en wat momo's vullen de laatste gaatjes. Uit het raam zijn de besneeuwde toppen al te zien. Glanzend uitzicht. De kamer is volledig van hout gemaakt en ruikt lekker. Na een stevige Tibetaanse pap als ontbijt vervolgen wij onze weg naar Upper Pisang. Wij komen langs een paar mooie religieuze bouwwerken. Aan het begin van de dag verzwik ik mijn enkel en daar houd ik een dikke voet aan over. Wij doen deze dag rustig aan en houden twee pauzes. De eerste wordt gevuld met een pannenkoek en de tweede met gebakken rijst. Het landschap veranderd weer, er zijn spectaculaire besneeuwde pieken te zien. Aan het einde van de dag komen wij langs een gigantisch muur van steen die niet op deze planeet lijkt thuis te horen. Zo glad en uitgestrekt dat jij er met een paar dorpen tegelijk vanaf zou kunnen glijbanen. Upper Pisang is een prachtig plekje. Schuin tegen een berg wand heb je fantastisch uitzicht. Het maakt niet uit welke kant je op kijkt, overal is wat anders te zien. Bossen, een vallei, de bijna 8 kilometer hoge Annapurna II en diverse andere pracht. Ik loop wat naar boven in het dorp en bezoek een gompa, een tempel. Hoofdzakelijk verlicht door kaarslicht en met de geur van wierook is het een speciaal plekje waar ik mij even terugtrek. De muren zijn op zijn Tibetaans kleurijk beschilderd met heilige afbeeldingen en drie gouden beelden kijken op mij neer. De volgende ochtend wonen Joe en ik een stuk van de Puja, een religieus ochtend ritueel, bij. Na een ontbijt vertrekken wij op weg naar Brakha. Na een uurtje wandelen wacht ons een klim van bijna een halve kilometer. Als wij bijna boven zijn drinken wij een overheerlijk kopje citroen gember honing in heet water op het dak van een theehuis terwijl recht voor ons een gigantische berg de lucht in torent. Deze dag zou een rustig moeten zijn maar het is af en toe toch wat zwoegen, de zon is verdacht heet en de bovenkant van mijn handen, de enige blote stukjes huid, kleuren licht rood. Het uitzicht is zeker op het hogere gedeelte van het pad super. Alweer overtreft het de dag ervoor. Een van de weinige dingen waar ik mij nu zorgen overmaak is hoe ik de rest van de schoonheid van deze trek moet beschrijven zonder in herhaling te vallen. De zon schijnt alsof de wereld morgen vergaat en zelfs op drie en een halve kilometer hoogte is het warm. De tweede lunchpauze is Tibetaanse stijl, alweer goed uitzicht. Na een goede twee uur komen wij aan in Munchi, wij denken dat wij al in Brakha zijn en ploffen neer in een gasthuis met een 5 jarig dochtertje dat door de vele trekkers alles behalve mensenschuw is. De volgende dag gaan we met een wat lichtere rugzak, mijn grote tas laat ik tijdelijk achter in de slaapkamer, op en neer naar Milarepa's grot. Milarepa was een monnik uit Tibet die bijna een millennia geleden in grotten in de Himalaya leefde. Hij kon zweven tijdens zijn meditatie en was groen gekleurd omdat zijn dieet bestond uit brandnetels. Een interessant persoon dus. Het is flinke klim maar een mooie route. Hoog in de bergen bij de grot bevindt zich een klein klooster. De grot zelf is lastig te vinden maar na een korte speurtocht vinden wij de heilige plek. De afdaling gaat een stuk vlotter dan de heenweg en na een rustpauze en een berg Nepalees krachtvoer vertrekken wij ditmaal met alle bagage na Khangsar. Onze gastvrouw Laxmi is een schatje. In Khangsar zelf, een klein dorpje dat op het moment dat wij er zijn geen stromend water of stroom heeft, speelt een groep jongemannen een potje volleybal. Wij eten de stukken appeltaart die wij onderweg in Manang bij een bakker hebben ingeslagen. Al om 8 uur ga ik richting bed om de volgende dag om 6 uur 's ochtend uitgerust wakker te worden. Er staat een rustig dag op het programma. Op ons dooie gemak, eigenlijk zoals altijd, lopen wij 4 uur naar Tilicho basecamp. Wij komen meer trekkers tegen dan tijdens de voorgaande 6 dagen bij elkaar. Ook delen wij het pad met Nepalezen die gigantische vrachten hout naar het basecamp sjouwen. Het smalle pad dat soms langs een stijle afgrond voert is de enige manier het kamp zonder helikopter te bereiken en er moet toch iets nieuws gebouwd worden. De trek naar het basecamp en het verder gelegen Tilicho meer ligt niet op de vaste route maar is optioneel. Een goede optie want het gebied is misschien wel het mooiste van de hele Annapurna regio. Bovendien zorgt dit uitstapje voor uitstekende acclimatisatie voor Thorong la pas. Het hoogste gedeelte van de trek. In het basecamp, een kleine verzameling gebouwen die minuscuul lijken in dramatische omgeving, hebben wij alle tijd om even goed bij te komen. Sinds voor mijn gevoel een lange tijd spreek ik weer met vreemde reizigers. De volgende ochtend vroeg gaan wij zonder grote rugzak naar Het Tilicho meer. Het kost ons drie uur om de 800 meter omhoog te klimmen. Het meer is het mooiste wat ik ooit gezien heb als het over natuur gaat. Het water weerkaast de dunnen dampkring en is turquoise van kleur. De schaduw van de wolken vormt donkerblauwe vlekken op het water. Aan de linkerkant ligt een gigantische massieve bergwand met besneeuwde toppen. De rest van de rotsen rond het meer hebben een oranje gloed en zorgen voor wat contrast met het water. Het meer lijkt dichtbij maar het kost mij bijna een uur om vanaf de uitkijkplek aan het meer naar een wat vlakker gedeelte te lopen en mijn fles te vullen met het ijskoude water. Een jonge Nepalees die ik bij het meer ontmoet heb haalt mij zonder moeite in op de terug weg. Zijn muziek, Nepalees, knalt uit zijn mobiel en hij lijkt de levensvreugde te belichamen. Samen met hem dans ik een stuk naar beneden. Joe en ik lunchen en pikken onze bagage op in het basecamp en vertrekken richting Shree Kharka, alle mensen die wij bij het basecamp ontmoet hebben en dezelfde route afleggen verdwijnen in de hoogte. Wij hebben per ongeluk het oude pad gekozen. Na wat extra slingeren en klimmen komen wij gelukkig goed uit. De volgende dag vertrekken wij laat, na negenen. Wij zijn een stuk fitter geworden na een dikke week marcheren door de natuur en bereiken Yak Kharka in een goede drie uur. Het dorpje Ledar, dat uit drie gebouwtjes bestaat die de plaatsnaam alle drie op een andere manier spellen, vinden wij iets te dichtbij en wij besluiten door te stomen naar Thorung Phedi. Dit is een van de laatste 'plaatsjes' voor de pas. Na een lichte slaap (er is een stuk minder zuurstof op 4,5 kilometer hoogte) in een uitstekende lodge vertrekken wij gewapend met een punt appeltaart richting de pas. Eerst een stijle klim naar de hoogste lodge waar de appeltaart geslacht wordt en wij een paar kopjes thee achteroverslaan. Omhoog klimmen gaat vanaf hier niet heel snel omdat na elke 2 minuten een ademhalingspauze moet worden ingelast. Toch kost het ons vanaf de slaapplek slechts 4 uur om het hoogste punt van de wandeling te bereiken. Het ging allemaal wat makkelijker dan verwacht. Misschien een beetje overbodig om te zeggen maar moedertje natuur laat zich de hele trek van haar mooiste kant zien. Kameraad Joe is fotograaf en zijn plaatjes doen iets meer recht aan de omgeving dan mijn woorden of foto's. Na een overwinnings twix op de hoogte van de wolken en wat kiekjes als bewijs begint de afdaling die langer en zwaarder is dan de beklimming. Ik heb nauwelijks meer last van hoogteziekte gehad en de eerdere symptomen waren waarschijnlijk grotendeels psychologisch van aard. De eerste plek waar wat te eten te scoren is ligt ver weg. Iedereen op de pas, met een man of tien lijkt het een drukte van jewelste vergeleken met de eerdere dagen, loopt in zijn eigen tempo. Bergafwaarts is niet mijn specialiteit en ik ga het langzaamst. De mp3-speler staat op shuffle en vanaf de grote hoogte kan ik ver kijken. Als ik mij bedenk wat ik de afgelopen tijd heb meegemaakt voel ik mij diep ontroert. Als wij zijn afgedaald naar 4200 meter kunnen wij eindelijk een berg rijst met groeten en erwten bestellen. Het klinkt saai maar ik heb dit op één dag na elke dag gegeten tijdens de trek en kan er nog steeds van genieten. Na de lunch sjok ik op
Mijn eigen tempo door het wat wijder geworden landschap. Een Nepalese vrouw helpt mij de goede weg te vinden want ik volg de verkeerde. Best moe komen wij in Mukthinak aan, een wat grotere plaats aan de andere kant van de heuvel. Wij zijn van alle gemakken voorzien. Meer keus op het menu, wifi en voor het eerst in de bergen een westers toilet. Ook valt de stroom slechts een uurtje of drie per dag uit. Luxe hier in de bergen. De zwaarste gedeeltes van de trek liggen achter ons. De komende dagen gaan wij wat culturele routes afleggen. Dan waarschijnlijk een dagje relaxen in Pokhara en daarna richting Istanbul. Er is daar gister weer wat naars gebeurt en het rommelt er al een tijdje. Toch heb ik er vertrouwen in dat in veilig de stad kan verkennen. Statistisch gezien loop ik daar ongetwijfeld minder risico dan als ik hier in Nepal in een bus stap.

Veel liefs,

Klaas

Advertisement



11th June 2016

Eten met oma
Hoi Klaas, het blijven steeds weer verrassende verhalen. Leuk om te lezen. Even wat anders; oma wil graag met de kleinkinderen uit eten. Elske heeft een datumprikker gemaakt en wacht op jouw antwoord. Het plan is op 15, 16 of 17 augustus. Heb jij een voorkeur?? Groetjes, Mieke
26th June 2016

Uiteten
Ha Mieke, wat leuk van alle berichtjes. Ik zie dit helaas nu pas, wat de datum betreft heb ik geen voorkeur. Ik zal ze alledrie vrijhouden, liefs Klaas
26th June 2016

Uiteten
Ha Mieke, wat leuk van alle berichtjes. Ik zie dit helaas nu pas, wat de datum betreft heb ik geen voorkeur. Ik zal ze alledrie vrijhouden, liefs Klaas

Tot: 0.252s; Tpl: 0.011s; cc: 7; qc: 43; dbt: 0.0541s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb