Kort verblijf in Beijing en regelingen aldaar.


Advertisement
China's flag
Asia » China » Beijing
January 21st 2007
Published: January 28th 2007
Edit Blog Post

Zondag 21 en maandag 22 januari.
Zondagochtend was erg rustig. Na het ontbijt gingen we naar het metrostation vlak in de buurt om na te gaan of het mogelijk zou zijn om er draadloos op internet te gaan zoals we in de reisgidsen hadden gelezen. Omdat we de metro niet wilden nemen en geen ticket hadden, konden we niet op de perrons geraken. In de hal kon de Vaio wel een netwerk detecteren maar het signaal was te zwak om te kunnen gebruiken.
Precies om 12 u (het uur om uit te checken) verlieten we de kamer en gingen we aan de balie (5 verdiepingen hoger) de sleutels afgeven: die van de kamer, die van onze gang, die van de 'safe' op onze kamer en die van de voordeur beneden.
Met de bagage was het via de voetgangerspaden slechts 15 minuten naar het treinstation waar we ons installeerden voor een redelijk lange wachttijd. Om 13u45 konden we de wachtzaal in voor onze trein. Elke trein die aangekondigd werd, bleek vertraging te hebben. Om 16 u konden we aan boord gaan zonder veel inspectie, enkel een nazicht van de visa.
Op het stukje naar het vasteland was duidelijk te zien dat Hong Kong van een tropisch klimaat geniet. De temperatuur was er trouwens zeer aangenaam geweest en overal zag men mooie parken met vaak bloeiende bomen, veel bananenbomen en akkers waar nog groente werd gekweekt. De overgang naar het Chinese vasteland was overduidelijk. De gevarieerde en soms speelse architectuur maakte plaats voor een veel strakkere bouwstijl met nog veel gebouwen met wit tegelwerk en blauw gekleurd glas in de ramen: heel kenmerkend voor de bouwstijl van China in de jaren '80 en '90. In Hong Kong was het druk, maar nergens zag men vuil op de openbare weg. In China kon men niet naast het vele zwerfvuil kijken, vooral naast de spoorlijn.
Onze coupé deelden we met een Chinees die geen zin had in contact en twee Mongolen. Met hen hadden we geregeld een gesprek in het Engels. Ze waren met enkele vrienden (in de coupé naast ons) 2 dagen gaan gokken in Macau en een dag in Hong Kong. Nu waren ze op weg naar Beijing. Eén van hen vertrok vandaar naar Amerika waar hij met zijn vrouw en twee kinderen woonden. De anderen reisden door naar Mongolië. De 'Amerikaan' was zeer teleurgesteld over zijn situatie in Amerika. Hij en zijn vrouw verdienden er wel veel meer maar de maatschappij was er erg kil. Zijn vrouw was in Mongolië tandarts in een publiek ziekenhuis geweest. Voor de behandeling van 50 patiënten per dag verdiende ze omgerekend 100 US$ per maand. In Amerika was ze hulp in de keuken van een restaurant, deed het werk niet graag maar verdiende er meer dan 1000 US$ per maand. Hijzelf was ingenieur in waterwinning en studeerde nu Engels. De hoofdbedoeling was om de twee kinderen goed Engels te laten leren. Over twee jaar zouden ze weer terug keren naar Mongolië. Over zijn vaderland vertelde deze Mongool dat het grootste probleem de corruptie was. In zijn land was er echter wel ruimte: 2 miljoen mensen in een land 4 keer zo groot als Frankrijk! In Amerika, zei hij, waren er te veel regels van "Don't do...." en "You must ..." Hij vond het dus helemaal niet het land van de vrijheid.
Na een goede en lange nachtrust (de Chinees en de 'Amerikaan' hadden wel af en toe flink gesnurkt) werden we wakker en konden zien dat we nu in de winter waren beland: bomen zonder bladeren, goed ingepakte mensen, bevroren beken, vijvers en zelfs een paar riviertjes. We reden door vooral landbouw gebied waar er nog enkel kolen op het veld waren te zien. Opvallend was ook dat in bijna alle akkers er ook grafzerken stonden: de doden werden hier klaarblijkelijk niet ver weg op een kerkhof begraven maar vlakbij, soms midden op de akker. Rondom de graven met vaak grote grafstenen was het land gewoon bewerkt.
Maandag 22 januari om 18 u kwamen we aan in het West station van Beijing. De douaneformaliteiten waren ook hier bijzonder snel voorbij. Even moesten we zoeken naar een taxi die ons naar het hotel bij het centrale station van Beijing wilde brengen en daarbij de meter wilde aanzetten. Deze taxi’s staan naast het station maar netjes in een wachtrij. Vlak voor het station (en dus de eerste die je ziet) zijn de 'piraten' die een prijs willen bedingen, meestal belachelijk hoog. In dit geval boden die ons prijzen tussen 100 en 200Y aan die we gewoon weglachten. De trip verliep opvallend vlot (we hadden een veel drukkere avondspits verwacht) en kostte 26 Y.
We hadden in Hong Kong (per mail en per telefoon) een kamer gereserveerd en die was er ook: met gratis internetaansluiting, maar helaas was deze soms heel traag. We konden direct de mail controleren en gingen daarna eten en wat boodschappen doen: in China zijn de winkels (ook zondag) open zo laat je maar wilt. Na wat internetten en een slaapmutsje gingen we nog redelijk laat slapen. Het was duidelijk al winter dus de verwarming in het hotel draaide op volle toeren: met 26 C op de kamer vielen we enkel met een heel dunne zomerpyjama in slaap alsof het hartje zomer was.

Dinsdag 23 januari.
Vandaag werd het een dag om van alles te regelen. We hadden besloten om via een kleine omweg naar Harbin te gaan, we hadden er tijd genoeg voor. We zouden nu eerst naar Changchun gaan waar we het paleis wilden bekijken van Puyi, de marionetten keizer tijdens de Japanse bezetting. Daarna wilden we naar Jilin voor een mini-ijskastelenfestival maar vooral om de rijm op de bomen langs de Songhua rivier te bekijken. Energiecentrales lozen daar hun koelwater in de rivier die daardoor niet bevriest. Het water dat verdampt, bevriest dan bij vaak -20 °C direct op de bomen langs de rivier. Het zicht van deze bossen langs de rivier zou een bezoek aan Jilin de moeite waard maken. Daarna zouden we nog een week de tijd hebben om van het IJslantaarn festival in Harbin te genieten dat wereldfaam geniet.
De ochtend begon niet erg goed: een douchepartij op de kamer boven ons zorgde voor stromend water in onze badkamer vanaf het plafond. We hoefden niet eens iemand te informeren want op het moment dat we het merkten werd er al op de deur geklopt en doken twee ijverige werkmannen onze badkamer in. Ik werkte ze vriendelijk naar buiten met de mededeling dat we eerst een andere kamer wilden en dat dan deze kamer vrij zou zijn voor reparaties. We kregen direct een andere kamer op de verdieping erboven, de hoogste verdieping dus hetzelfde euvel kon zich niet meer herhalen. Het inpakken en de verhuizing nam toch wat tijd in beslag zodat we pas om 9 uur aan het ontbijt (op de kamer) zaten.
Ons Chinees geld dat we nog van de vorige reis mee hadden was op, dus gingen we snel wat geld uit de muur halen, net om de hoek. Daarna trokken we naar het treinstation aan de overkant om de treintickets naar Changchun voor de volgende dag te kopen. Treintickets kopen in China kan soms moeilijk zijn, vooral in Beijing. De rijen zijn vaak erg lang en vaak zijn er geen plaatsen meer beschikbaar zodat je verschillende opties achter de hand moet houden. Bij de normale balies moet alles zo snel gaan dat men soms geen geduld heeft met buitenlanders die zich niet al te vlot verstaanbaar kunnen maken en die alles nog moeten vragen. We hadden gelezen over een balie voor buitenlanders in een zijvleugel en we zochten die eerst op. Deze was waarschijnlijk opgedoekt maar we vonden wel een balie voor VIP en besloten daar aan te schuiven (er stond maar één Chinees voor ons). Onschuldig vroegen we naar de balie voor buitenlanders, en de dame achter het loket zei ons dat het bij haar ook kon. Op nog geen 5 minuten tijd hadden we onze tickets: hier waar er geen gedrum was, had men ons van de eerst keer begrepen en wij konden ook alles zonder probleem verstaan. We waren dus heel tevreden over dit eerste contact van deze zes maanden met de bureaucratie in China.
Het volgende punt op ons programma was het wisselen van geld. Dit doe je best in een filiaal van de Bank of China en daarom reden we met de bus naar de Wangfujing, de grootste winkelstraat van Beijing en voor een deel zelfs autovrij. We zouden er gelijktijdig een grootwarenhuis opzoeken voor wat boodschappen. We waren maar net van de bus gestapt of we werden al aangesproken door twee Chinezen die het wel leuk vonden om met buitenlanders te praten. De introzin die ze hanteerden vonden we origineel: “You look like Marx.” heette het. Ik kon het natuurlijk niet nalaten om te repliceren: “But he is dead!” en daarna werden er al wandelend over koetjes en kalfjes gesproken. Op een gegeven moment draaiden we de Wangfujing in en werd er afscheid genomen. We hadden echter niet door dat we juist op dat korte stukje de Bank of China al voorbij waren (zagen we op de terugweg). We liepen een flink eind de grote winkelstraat in en hadden al een grootwarenhuis op het oog die we op de terugweg wilden aandoen, toen we aangesproken werden door twee vriendelijke studentes. Ze wilden graag Engels met ons spreken (één van beide, Cathy, studeerde Engels) maar de ware toedracht werd iets later duidelijk: wilden we niet een bezoekje brengen aan het atelier van hun universiteit om onze meningen te geven over wat men daar maakte. We hadden dit al eerder meegemaakt en zoiets was best leuk, maar we zeiden direct dat we zeker niets gingen kopen omdat we nog maar aan het begin waren van onze reis. Dat bleek geen probleem. We wilden wel eerst naar de bank, dus brachten ze ons naar een kantoor van de Bank of China in één van de zijstraten. We kregen volgnummer A61 en er waren twee loketten open, één was bezig met de klant met volgnummer A51, de andere bediende volgnummer B11. We maakten ons geen zorgen: treintickets kopen kon door de lange wachtrijen lang uitlopen, in de bank ging het tot nu toe altijd snel vooruit. Ook hier bleek onze vroegere ervaringen van geen tel: héél, héél langzaam klommen de nummertjes op de schermpjes boven de twee loketten naar omhoog, afwisselend een A en een B nummer. Na meer dan een uur wachten waren we aan de beurt, het geld wisselen was wel weer zo gebeurd.
Met onze twee begeleidsters (die geduldig waren blijven wachten) liepen we naar een zaaltje in een gewoon gebouw langs de straat waar we heel wat schilderijtjes te zien kregen in allerlei verschillende stijlen, op papier en op zijde. De schilderijtjes met als thema (Mongoolse) paarden bleken van de hand van Cathy’s vriendin. We gaven te kennen dat we sommige schilderijen wel mooi vonden (en dat was ook zo) maar we herhaalden dat we niets gingen kopen. We vroegen wel naar een visitekaartje, als we weer in Beijing kwamen en indien we interesse hadden in schilderijtjes, zouden we langs komen. Dat bleek in orde en toen we weggingen kregen we nog elk onze namen in kalligrafie mee: hun leraar kalligrafie had ondertussen onze namen in Chinese karakters vertaald en met een penseel mooi op papier gezet met stempel en al. Na dit leuke onderhoud liepen we terug naar het grootwarenhuis. Toen we daar bijna waren werden we prompt aangesproken door twee studentes die ….. ongeveer hetzelfde verhaal, nu een andere universiteit. We antwoorden dit keer dat we net al naar schilderijen waren gaan kijken en dat we nu boodschappen wilden doen. Ze wezen ons dan maar even de winkel en namen daarna afscheid.
Deze eerste ochtend in Beijing had ons dus weer wat geleerd: ook al heb je al veel ervaring in China, heel vaak loopt het de volgende keer toch weer even anders. Soms is dat jammer, maar vaak is dat ook heel leuk. Na een stevige wandeling terug naar het hotel was het al 14 u eer we konden gaan middageten.
Over precies twee weken (op 6 februari) zouden we bezoek krijgen uit België: Ria en Pieter (twee goede vrienden die we al heel lang kennen) zullen ons voor drie weken vervoegen op onze trip in Guizhou waar we o.a. hopen enkele authentieke festivals mee te kunnen maken. Voordat we naar Harbin vertrokken moesten we dus wel zorgen voor transport naar Guizhou. Aangezien het op dat moment dicht bij het Chinese Nieuwjaar zou zijn, wilden we hiermee niet tot het laatste moment wachten. Berna had een ingenieus reisschema opgesteld waarbij we via Guilin naar Liping zouden reizen waar het festivalseizoen (voor ons) zou beginnen. Tussen Guilin en Liping zouden we langs prachtige rijstterrassen en enkele typische regen-en-wind bruggen passeren die kunnen instaan voor ongelooflijk mooie foto’s.
We trokken vol goede moed naar het VIP-loket om treintickets voor ons vieren naar Guilin te bestellen op 7 februari. Helaas kon men ons daar niet helpen, trein tickets waren maar vier dagen op voorhand beschikbaar. Dit was tot nu toe altijd al zo geweest, maar we hadden gehoopt dat ze in dit loket misschien een langere arm zouden hebben. Bij het reisbureau van ons hotel zei de juffrouw dat ze voor die tickets niets konden garanderen. Ze wilde wel haar best doen, maar Guilin bleek zo’n gegeerde bestemming vanuit Beijing voor die periode dat ze nooit met 100%!z(MISSING)ekerheid kon beloven dat ze die tickets te pakken kreeg. De vliegtuig tickets bleken al uitverkocht te zijn. We vonden dit jammer maar we waren wel blij dat ze een dergelijk eerlijk antwoord gaf want we wilden absoluut zeker zijn van ons vertrek uit Beijing met Ria en Pieter. Bij de aanloop van het Chinese Nieuwjaar heeft hier iedereen vakantie en vertrekken heel veel Chinezen ook op reis naar familie elders in het land. Zo reizen bijvoorbeeld miljoenen studenten die ver van huis (moeten) studeren terug naar huis. Op het nieuws hadden we gehoord dat men officieel beloofd dat men voor de studenten voldoende tickets zou reserveren om naar huis te gaan! Voor buitenlanders is het dan een moeilijke periode om te reizen: veel bezienswaardigheden zijn gesloten en de concurrentie voor plaatsen op trein, bus en vliegtuig is zeer groot.
Na wat heen en weer gepraat en opzoekwerk op internet en in de meegenomen reisdocumentatie, besloten we het reisschema in Guizhou om te gooien en op de heenweg via Guiyang te reizen. Op het internet hadden we namelijk gezien dat er op 6 en 7 februari nog veel plaats waren op de vluchten naar Guiyang. We belden wel eerst even naar Ria en Pieter om hen op de hoogte te brengen van het nieuwe reisschema en die hadden daar helemaal geen bezwaar tegen.
Met al deze regelingen en beraadslagingen was de dag al redelijk ver gevorderd en was het tijd om te gaan eten. Daarna werd er nog wat aan de verslagen geschreven en dronken we een slaapmutsje terwijl we naar het Engelstalige nieuws keken op de zender CCTV 9. Berna werkte daarna nog wat verder aan het nieuwe reisschema terwijl het mij lukte om van op de hotelkamer (luxe!) het (eerder kort) verslag op de weblog te zetten over de tocht naar en het verblijf in Hong Kong.

Woensdag 24 januari.
Deze ochtend hadden we niet veel haast. Tot 12 uur zouden we op de hotelkamer blijven. Daarna zouden we uitchecken, de bagage hier in bewaring geven en de tickets voor de vlucht naar Guiyang gaan kopen. Daarna zouden we bij het Tiananmen plein van de bus stappen en te voet om de Verboden Stad wandelen om achter dit enorme domein een park te bezoeken: het Jianshan park. Hier stond de hoogste heuvel van Beijing en men kwam er veel om de zon te zien ondergaan met de Verboden Stad op de voorgrond terwijl men in het westen neerkeek op het grote Beihai park.
De voettocht ernaartoe leverde ons enkele foto’s van de ingang van hutong’s die tot onze verbazing tot vlak bij de gracht rond de Verboden Stad moesten reiken. Aan de achterkant van het domein kon ik nog net de wachttorens van de vroegere ‘residentie’ van twee dynastieën keizers fotograferen, recht tegen de zon in omdat deze slechts heel flauwtjes nog door de opkomende nevel kon doordringen. Toen we de top van de heuvel in het Jianshan park bereikten, hadden we prachtige uitzichten over de Verboden Stad in bijna ondoordringbare nevels, het Beihai park in een dikke mist en konden we naar het noorden nog net de achterlichten zien van de auto’s op de grote weg die op de trommeltoren uitkwam (de contouren van deze laatste konden we nog net gewaar worden). Op zich zelf waren de uitzichten best de moeite waard, maar goede foto’s zou dit waarschijnlijk niet leveren. Op de terugweg kwamen we in het park langs de boom waar de laatste Ming-keizer zich had verhangen nadat de opstandelingen de verboden stad hadden ingenomen.
Met bus 103 reden we terug naar het hotel. Bij de bushalte was een (bejaarde) dame met rood vlaggetje erg haar best aan het doen om iedereen in de (juiste) rij te laten wachten op de bus. In het verleden hadden we ons al heel wat moeten weren om in het gedrum ons een plaatsje op een stadsbus te veroveren . Tegen 2008 wordt geen moeite gespaard om van Beijing een ordelijke en moderne stad te maken. Hier lukte dat bijzonder goed. Geen gedrum meer aan deze halte. Op de stoep stonden duidelijke merktekens waar men voor welke bus moet wachten en de dame met de vlag had duidelijk succes, bij elk busnummer op de stoep vormde zich een ordelijke rij. Toen wij aankwamen, vroeg deze dame eerst waar we naar toe wilden, zei toen dat we dan bus 103 moesten hebben en wees daarna de juiste rij aan, allemaal heel vriendelijk en beleefd. Eén van de volgende avonden hoorden we trouwens dat er een nieuwe wet was uitgevaardigd om alle administratie en bureaucratie in de juiste plooi te dwingen en de Chinezen tot goede gastheer en gastvrouw aan te porren. Wegens negatieve commentaren hierover op het internet van bezoekers, zou iedereen vanaf 1 februari (bij wet) verplicht worden om beleefd, geduldig en hulpvaardig om te gaan met buitenlandse bezoekers; overtredingen zouden streng worden bestraft. Het is duidelijk dat de eerste Olympische Spelen in China uitzonderlijk belangrijk worden geacht, iedereen moet eraan meewerken om er een succes van te maken. Om dat de eerdere vraag tot een meer vriendelijk gedrag klaarblijkelijk geen succes had, heeft men er nu dus een wet van gemaakt!
Na het avondmaal haalden we onze bagage op en trokken we naar het treinstation. In wachtzaal 3 vonden we nog twee zitplaatsen en konden we zien hoe honderden hier plaatsnamen of aanschoven voor diezelfde trein T98 naar Changchun. De massa die men hier ziet wachten op één trein naar een alledaagse bestemming is bijna ongelooflijk. Op het zelfde moment zitten de andere wachtzalen ook propvol en worden hier per uur duizenden mensen naar hun trein geloodst.
In de wachtzaal sprak een man naast me ons weer aan, dit keer in nogal moeilijk Engels. Hij heette Lei Zhao en begon met de opmerking dat ik op Marx leek (ik ben benieuwd of ik dat meer ga horen). Hij wilde natuurlijk over onze reisplannen weten. Hijzelf kwam van Suzhou, niet de overbekende stad in de buurt van Shanghai maar uit de provincie Anhui. Hij was naar Beijing gekomen (10 u trein) om een visum te halen omdat hij voor zijn werk naar Oezbekistan moest. Hij had deze nu op zak en vertrok gelijk weer naar huis. Na de gebruikelijke koetjes en kalfjes bood hij ons wat pindanootjes aan (weigeren kon niet) en verdween hij daarna naar buiten om te roken. Toen pas viel het me op dat er in die enorme wachtzaal niemand aan het roken was, terwijl dit vroeger wel anders was. De overheid is klaarblijkelijk de strijd begonnen tegen het rookgedrag van haar burgers. Hier zullen ze dan nog heel veel werk hebben want het gezegde “roken als een Turk” zou evengoed “roken als een Chinees” kunnen zijn.
Opvallend lang voor het vertrekuur kon de wachtende massa het perron op. Ondanks de drukte verliep dit heel rustig. We vonden al snel onze ligplaatsen en konden ons kalm installeren.
Stipt om 21 u 13 vertrok de trein en niet veel later was het heel rustig in onze wagon en konden Berna en ik na ons slaapmutsje ook snel de slaap vatten.


Advertisement



2nd February 2007

"My brother IS like Marx!"
Als ze nog eens zeggen dat je er uit ziet als Marx, moet je eens vragen wat ze van Marx kennen of weten. Of je kunt vragen: Lijk ik op Groucho of Harpo Marx?

Tot: 0.084s; Tpl: 0.014s; cc: 8; qc: 24; dbt: 0.0379s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb