18 oktober


Advertisement
India's flag
Asia » India » National Capital Territory » New Delhi
October 19th 2012
Published: October 19th 2012
Edit Blog Post

Ik ben als eerste naar de Jama Mashid moskee gegaan. Op zich een fraaie moskee, hoewel relatief klein voor de belangrijkste moskee van een (deels) Islamitisch land en lang niet zo mooi of indrukwekkend als veel andere exemplaren die ik heb bezocht (Istanbul, Cairo, Muscat, Kuala Lumpur). In de grote moskee van Oman bijvoorbeeld is de vloer zo strak gepoleist is dat je een hockeypuck met gemak van de ene naar totaal de andere kant van het gigantische complex zou kunnen schieten en je kunt er van de vloer eten. In de Jama Mashid moet je eigenlijk niet zonder dikke sokken rondlopen als je geen eeltvoeten hebt (schoenen zijn uiteraard taboe) en deze kunnen daarna meteen in de was.

Deze moskee heeft het toerisme volkomen geaccepteerd en ervoor gekozen om deze inkomstenbron flink uit te buiten. De gerekende toegang voor een buitenlander is naar Indische begrippen heel hoog (nog altijd minder dan €5) en dan moet je ook nog eens apart betalen voor toegang tot de bovenverdiepingen. Daar staat tegenover dat je overal mag komen, iedereen en alles mag fotograferen en in feite geen enkel respect hoeft te tonen voor de bezoekers die om religieuze redenen naar deze moskee komen (waar sommige toeristen helaas ook gretig gebruik van maakten). Zo’n ‘liberale’ instelling heb ik nog niet eerder meegemaakt, en veel moslims in andere delen van de wereld zouden dit met afgrijzen aanzien.

Wat een bezoek aan deze moskee tot een must maakt (en in mijn ervaringen tot nu toe een unicum) is dat je de hoogste minaret mag beklimmen. Via een piepklein trappenhuis kom je in een piepkleine ruimte bovenin terecht die normaal gesproken het exclusieve domein is van imams, vanaf waar ze traditioneel hun vijfmaal-daagse oproep tot gebed doen. Deze toren is met een dikke 40m hoogte en gelegen op een heuvel verreweg het hoogste gebouw in de weide omgeving en geeft dus een prachtig uitzicht over centraal Delhi (Old en New en nog een paar aangrenzende wijken). Helaas was het wat nevelig deze dag dus het uitzicht was niet optimaal, maar nog altijd schitterend.

Vanuit de Jama Mashid ben ik richting New Delhi gaan wandelen, waarbij ik dwars door Old Delhi sneedt. (Thank you Google Maps!) Hier bleek wel hoe erorm groot deze wijk is, ik had in feite nog maar een heel klein uithoekje gezien. En hoe dieper je de wijk inloopt, hoe smaller de straten en hoe minder gemotoriseerd verkeer, wat zowaar enkele van de meest bezwaarlijke elementen (lawaai, stank en stof) van deze omgeving wegneemt waardoor het er een stuk beter toeven is. Maar don´t get me wrong,<span> het is nog steeds stikdruk, erg onhygiënisch en ronduit bouwvallig.

Het eerste deel van New Delhi waar ik uitkwam was Connaught Place, het commerciële hart van de stad. Dit is een circelvormig park met in perfecte concentrische circels daaromheen een aantal straten, die wel iets weghebben van een (dichtgegooide) grachtengordel. De gebouwen hebben allemaal een kolonade en dezelfde 19e-eeuws Britse architectuur wat ze een zeer uniform en karakteristiek aanzien geeft. De meeste zaken in dit gebied zijn Westers of anders gemodelleerd naar Westers model: McDonalds, Benetton, Radison, Sony en talloze Starbucks imitaties.

Het is hier wel een stuk schoner , rustiger en aangenamer dan in Old Delhi, hoewel het bij lange na nog niet aan Westerse standaarden voldoet. Er wordt hier zowaar respect getoond voor de stoplichten, hoewel er vaak een verkeersregelaar aan te pas moet komen om dit af te dwingen. Ook opvallend: er worden heel veel autos aangehouden door de politie (vaak om voor mij niet inzichtelijke redenen) maar ik heb ook twee keer gezien dat zo iemand gewoon lekker hard wegreed toen dit gebeurde , en de agenten deden absoluut geen enkele moeite om dit tegen te houden of een achtervolging in te zetten. Blijkbaar krijg je hier alleen bekeuringen als je er zelf zin in hebt. Het helpt overigens niet dat de politie schijnbaar in autos uit de jaren vijftig of zestig rondrijdt (maar wel allemaal visueel in perfecte conditie dus ze worden of heel goed onderhouden, of het zijn retromodellen).

Qua omstandigheden lijkt de wijk New Delhi aardig op andere grote Derde Wereldsteden waar ik geweest ben zoals Lima, Cairo of Istanbul (als dat nog Derde Wereld te noemen is). Er is hier ook veel meer afwisseling tussen bebouwde gebieden en groene zones/stadsparken. Eén van deze stadsparken is Jantar Mantar (Hindu voor ´abracadabra´). Dit is een serie bouwwerken die er zeer excentriek en bijna cubistisch uitzien, op het eerste oog lijkt er absoluut geen enkele logica in het bizarre ontwerp te zitten en het werk van een moderne kunstenaar, maar is in werkelijkheid een 18e-eeuws Mughal observatorium waar bewegingen van sterren en andere hemelslichamen nauwkeurig gemeten konden worden door onder specifieke hoeken en door specifieke openingen bepaalde waarnemingen te doen.

Niet heel ver van Jantar Mantar af ligt de Sikh tempel van Delhi. Sikhdom is de vierde religie van India, na Hinduisme, Islam en Christendom(!), het is tegenwoordig dus groter dan Buddhisme (dat in de rest van zuid en oostelijk Azi ë de boventoon voert maar in het geboorteland India bijna is uitgestorven). Sikhdom is een geloof dat vooral in Punjab, de staat waar Delhi aan grenst, erg populair is als ook in het naarburige deel van Pakistan. Sikhdom is een reactie op het strenge caste-systeem van het Hinduisme, het stelt alle mensen ongeacht achtergrond gelijk – vrijwel alle Sikhs hebben dan ook dezelfde achternaam: Singh. Ik moet zeggen dat ik verder heel erg weinig weet van deze toch redelijk grote wereldreligie (die meer volgers heeft dan het Jodendom) en dat maakte m’n bezoek aan de Sikh tempel tot een werkelijk buitenwereldse ervaring. Ik heb al veel tempels van veel verschillende religies bezocht in de loop der jaren maar ik heb nog nooit zo iets vreemds gezien ; ik heb echt totaal geen context waarin ik dit kan plaatsen – hopelijk bezoeken we met Djoser ook een Sikh tempel en waarbij een gids wat duiding kan geven, want ik vond het wel fascinerend.

Vlakbij de tempel moeten de schoenen en sokken uit en moet je door een voetenbad. Zodra het tempelterrein betreden wordt hielden veel sikhs bij elke deur, trap of ander overgangspunt een soort van schietgebedje. De ingang naar de tempel zelf wordt bewaakt door twee oude maar sterke en gevaarlijk-uitziende mannen met grote ceremoni ële zilveren of gouden speren. Deze heren bleken zeer vriendelijk en behulpzaam om ervoor te zorgen dat ik aan de eisen voor een tempel bezoek voldeet. Het bleek dat het haar voor zowel mannen als vrouwen bedekt moet zijn dus ik kreeg een knaloranje theedoek omgewikkeld – oranje en goud lijken zowiezo de belangrijkste kleuren te zijn in het Sikhdom. Ook was het niet voldoende dat ik mijn schoenen had uitgedaan, deze mochten in het geheel de tempel niet in (ik had ze in m’n rugzak gedaan). Er werd niets gemeld over foto´s nemen maar voor de zekerheid heb ik dit binnen de tempel maar niet gedaan. Daarbuiten werden er door de Sikhs zelf ook foto´s genomen (vooral van elkaar) dus daar heb ik er zelf ook een paar gemaakt.

Binnen in een geheel oranjegekleurde zaal was een ceremonie gaande waar ik niet veel van begreep. In het midden stond een soort van altaar met een koortje ernaast dat hymnen aan het zingen was, terwijl daaromheen de meeste bezoekers, die in een gestage stroom door de tempel heen liepen, daar rondjes omheen draaiden. In het middelste deel werd wat met meubilair gesleept maar ik kon er niet uithalen wat het idee hierachter was. Af en toe werd er aan de achterkant van het altaar door een soort van priester iets van bloembladeren aan de voorbijgangers gegeven. De mensen die blijkbaar klaar waren met rondjes lopen maakten nog een brede halve circel rond de buitenkant van de tempel waar allerlei altaren of iets dergelijks zaten (het waren wanden van kleine lampjes in een patroon dat me enigszins deed denken aan een 2D schets van een jukebox). Deze altaren leken allemaal identiek te zijn en geldt ook voor de korte ceremonie die de meeste bezoekers hier hielden. Daarna verlieten ze de tempel weer. Ondertussen zaten er op de grond door de tempel verspreid ook mensen naar dit fenomeen te kijken, zonder lijken te bidden of anderszins deel te nemen.

Na een tijdje ben ik de stroom gelovigen mee naar buiten gevolgd, waar zij van een andere priester iets van water in hun hand meekregen, wat me deed denken aan de hosti uit het Christendom. Daarna liepen deze mensen door naar een grote vijver in een ander deel van het tempelterrein, waarvan de Lonely Planet vermeldt dat er aan dit water genezende krachten wordt toegekend. Men dronk hier wat van en velen stonden daarna aan de waterrand uitbundig na te praten, te ouwehoeren en foto´s van elkaar te nemen (waar er binnen de tempel afgezien van het gezang een serene rust heerste en praten niet was toegestaan). Een enkeling ging hier uit de kleren en nam een doop in het heilige water. Kortom, het was een zeer bijzondere ervaring om hiervan getuige te mogen zijn, ook al heb ik geen idee van wat er gaande was.

Vanuit de Sikh tempel was het een korte wandeling naar het regeringsgebied. Dwars door New Delhi loopt een lange brede straat die aan weerzijden wordt omgeven door een breed, symmetrisch parklandschap met een lange, brede vijver en grote grasvelden en veel bomen om schaduw te verschaffen aan de vele ambtenaren en andere Indi ërs die na het werk even de boel de boel willen laten. Aan het hoofdeinde van deze weg, de Rajpath (´koningsweg´) liggen het presidentieel paleis en een aantal gigantische ministeriegebouwen, met in de directe omgeving ook het parlement en nog meer ministeries en andere overheidsinstanties. Deze hadden een zeer bombastische en indrukwekkende architectuur, oorspronkelijk ontworpen door de Britten in het begin van de 20e eeuw om hun macht te tonen aan het Indische volk. Dat bleek niet helemaal correct want binnen enkele jaren na voltooing van dit project verwierf India haar onafhankelijkheid. Aan de andere zijde van deze lange Rajpath staat de India Gate, een groot monument ter ere van de Indische soldaten die in de Eerste Wereldoorlog omkwamen. Het totaalbeeld is duidelijk een imitatie van de Champs Elizée (zoals Napoleon ' m oorspronkelijk voor ogen had, dus zonder gebouwen er omheen) waarbij de India Gate een qua ontwerp duidelijk is geinspireerd door de Arc de Triomphe. Tegelijk is het daarnaast ook een verwijzing is naar de vele stadspoorten die nog steeds her en der door de Delhi verspreid staan als restanden van voormalige stadsmuren.

De zon ging onder terwijl ik het Rajpath afliep, wat een mooie symbolische afsluiting van mijn rondwandeling was. Onderweg terug naar het hotel liep ik langs (volgens de Lonely Planet) het beste restaurant van Delhi dat Zuid-Indisch voedsel serveert, dus het werd tijd om eerst eens echt de lokale keuken te proeven. Ik bestelde op de gok maar een dosa, een term die ik me vaag uit de Lonely Planet kon herinneren. Dit bleek een soort van crêpe te zijn met een iets van een masala vulling en geserveerd met een aantal kommetjes van sauzen, waarvan ik alleen het verkoelende chutney herkende – de overige opties waren een stuk heter. Hiernaast had ik een glas buttermilk bestelt omdat ik al vermoedde dat ik wel wat tegengewicht tegen al die hete kruiden kon gebruiken en alles waar water of ijs bij zit is natuurlijk taboe, waardoor melkproducten een van de weinige alternatieven zijn. Dit bleek een soort van verdikte melk met wat zachte kruiden erdoor (waaronder peterselie?) te zijn. Het smaakte allemaal uitstekend en was spotgoedkoop: in totaal zo´n €4, inclusief de thee achteraf en een ruime fooi. Wederom een top tip van de Lonely Planet!

Aangezien een wandeling helemaal naar het hotel nog zeker het gros van een uur in beslag zou nemen heb ik daarna voor het eerst de metro gepakt. Dit bleek een zeer modern en schoon systeem te zijn hoewel het, op dit tijdstip in elk geval, een Japanse toestand was qua drukte, we zaten werkelijk als sardientjes in een blik. Ik dacht dat de trein wel zo’n beetje vol zat en kon nog met heel veel moeite een heel klein open stukje bij de deur van de laatste coupé innemen, zo klein dat ik bang was dat ik in de problemen zou komen op het moment dat de deur dichtging. Niets was minder waar, want het blijkt dat als je een aanloopje neemt en met geweld de deur inspringt dat er nog best wat meer mensen in zo’n wagon passen, en aldus geschiedde. Dit drukte mij gelukkig een stuk verder de cabine in waardoor ik, hoewel redelijk samengeplet, in elk geval volledig binnenboord was. Deze drukte werd na één halte, die overstap naar het belangrijkste treinstation van de stad bood, al een heel stuk minder en ik hoefde gelukkig zowiezo maar drie haltes dus ik was in no time weer in het hotel.

Advertisement



21st October 2012

Super
Hoi Wouter, Leuk dat je zo'n travelblog bij houdt. We hebben hem met plezier gelezen. groetjes en een nog een leuke tijd daar, Bert en Carin

Tot: 0.073s; Tpl: 0.014s; cc: 11; qc: 27; dbt: 0.0206s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb