Kungsleden (Hemavan - Abisko)


Advertisement
Sweden's flag
Europe » Sweden
August 2nd 2018
Published: August 7th 2018
Edit Blog Post

Lopen door de natuur en de tent op de meest prachtige plekken neerzetten. Geen onbekend concept voor me, maar deze keer ging ik alleen! Heel veel zin in, maar ook best spannend. Op Schiphol heb ik dan ook duidelijk ‘kortsluiting in m’n hersenen’. De dame achter de incheckbalie wenst me een goede reis en ik antwoord: ‘Hetzelfde’....

Na een nachtje op Stockholm Arlanda brengt een klein vliegtuigje me de volgende ochtend naar Hemavan. Het gaat nu echt beginnen! Nog even een gastankje kopen en dan ben ik er helemaal klaar voor. En ook al is het tegen de 30 graden en staat me allereerst een lange klim te wachten: ik kan niet meer wachten. Op het heetst van de dag zet ik mijn eerste stappen op de Kungsleden en loop ik de bergen in met een dikke smile op m’n gezicht. Ik klim de vallei uit en geniet al snel van fantastische vergezichten op besneeuwde bergtoppen en meren. Op het pad liggen de laatste sneeuwresten. Al snel loop ik van de ene in de andere prachtige vallei en ik besluit na 16 km een tentplek te zoeken in een prachtig U-vormige vallei. Stukje relatief vlak gras en een kabbelend beekje
gevonden en de tent staat. Oke, dit wordt de eerste nacht alleen wildkamperen. Gek genoeg vind ik het niet spannend, maar het is wel echt even heel erg stil zo in m’n eentje! Ik besluit nadat ik gegeten heb nog even een heuveltje achter m’n tent te beklimmen en van het avondlicht te genieten. Wat sta ik hier mooi tussen twee hoge bergtoppen!

Een lange wandeldag volgt met veel zon en warmte. Een route van meerdere bruggen brengt me via eilandjes naar de andere kant van een groot meer. Als dit meer vervolgens vlakbij het pad een mooi kiezelstrand heeft, twijfel ik geen seconde en weet ik dat dit mijn lunchstop wordt. De eerste actie is echter een duik in het ijskoude meer. Shirt ook meteen even mee het water in en in de zon laten drogen. Alleen beetje jammer van de dazen, die me zelfs in het water weten te achtervolgen! Verfrist volg ik mijn route en kom ik even later aan bij een berghut. Ik besluit dat ik nog ongeveer een uurtje wil lopen. Dit werden echter nog drie uurtjes, aangezien ik vervolgens werd aangevallen door muggen van alle kanten en totaal geen zin had om in
dat bos te kamperen. Vervolgens was er op de hoogvlakte lange tijd geen ideale tentplek. Uiteindelijk meer dan 30 km gelopen, totdat ik een mooi plekje vond naast een brug met riviertje. Wel weer omsingeld door in dit geval ontzettend veel vliegjes, maar af en toe even opstaan en een stukje lopen, hielp genoeg. En dan vroeg de tent in. Voor degenen die zich afvragen wat ik dan zo vroeg ‘s avonds alleen in de tent doe: gewoon liggen en relaxen, wat notities maken over de route, de kaart bestuderen, de wasinstructies van m’n tent nog een keer lezen, omdat dat etiket naast m’n hoofd zit, een mug of vlieg van dichtbij bestuderen nu ik veilig aan de andere kant van het gaas lig of te kijken naar hun hysterisch heen en weer gevlieg tussen mijn binnen- en buitentent. Kortom, genoeg vermaak...😉

De nachten zijn hier nog volledig licht, dus slapen was soms lastig met de zon, maar vooral met de warmte. De volgende dag merk ik dan ook na ongeveer 10 km dat ik best moe ben. M’n voeten willen bijna niet. Buiten rusten is bijna niet te doen vanwege de brandende zon en insecten. Ik zet m’n
zinnen op een noodhutje een paar kilometer verderop. Deze ligt ietsje vanaf de route, maar voor mij de moeite waard. Daar aangekomen direct gaan liggen. Wat fijn om uit de zon en warmte te zijn! Ik heb een middagtukkie van een uur gedaan, wat gegeten en voelde me direct stukken beter. Op naar de klim richting de een na hoogste pas van de Kungsleden! Vergezeld door vele vogeltjes bereikte ik vrij soepel het volgende schuilhutje. Tijd voor weer een uitgebreide pauze nu ik weer lekker beschut zat. Een regenbui trok over, maar ik zat droog. Hierna besloot ik weer verder te lopen en liep langs een prachtig bergmeer en over ruig terrein met veel rotsen en keien. Niet m’n favoriete ondergrond, maar ik kon dan wel van de mooi gekleurde korstmossen genieten. Dat genieten hield echter niet veel later op toen ik onweer hoorde naderen. Niet echt ideaal nu ik zo hoog in de bergen was. Hoe lang duurt het nog voordat dit pad naar beneden gaat? Volgens de kaart gebeurt dat sneller dan wanneer ik terug zou lopen naar de schuilhut. Oke, snel doorlopen dus. De eerste dikke regendruppels vallen al. Gelukkig wordt het pad ook begaanbaarder. Plotseling een
bliksemschicht vlakbij. Shit, dit onweer is wel heel snel dichterbij. Oh jee, die wandelstokken en m’n tentstok in m’n rugzak: trekt dat nou bliksem aan? Ik besluit het zekere voor het onzekere te nemen. Wandelstokken op het pad gelegd, rugzak ietsje verderop en ik ben gehurkt gaan zitten tussen de rotsblokken, maar ver weg van de grootste keien. Ja, volgens mij is dit wat ik ooit gelezen heb over onweer in de bergen. Het is doodeng om zo alleen hoog in de bergen in deze situatie te belanden, maar ik weet ook rationeel, dat het in een groep juist veel gevaarlijker is. Ja, leuk rationele gedachten, maar ik schijt ondertussen tien kleuren. Een vogeltje zit vlakbij me en piept heel hard. Gelukkig, ik ben toch niet helemaal alleen. Ik klets terug tegen het vogeltje en zeg dat het goed komt en dat ik, als ik dit overleef, een bed boek in de eerst volgende berghut. Het onweer lijkt wat over te trekken en ik durf het aan om alles weer te verzamelen en verder te lopen. Nog geen twee minuten later slaat de bliksem in bij de rotsen zo ongeveer 100 meter bij me vandaan. In paniek gooi ik m’n
wandelstokken weg en maak me weer klein tussen wat keien. Ik wacht lange tijd, maar nu lijkt het onweer echt overgetrokken te zijn. De lucht lijkt op te klaren, maar echt gerust ben ik er niet op. Rennend vervolg ik mijn route. M’n handen tintelen en m’n schoenen lopen vol met regenwater. Ik spreek mezelf toe, dat ik wel op moet blijven letten, want met een verzwikte enkel ben ik alleen maar verder van huis. Vol adrenaline vlieg ik over het bergpad naar beneden en zie ik de hut al in de verte. Oke, ik ben alweer 300 meter lager, dus kan echt wel stoppen met rennen. Slokje water en rustig uitlopen naar de hut. Even een sloot water uit m’n regenhoes gieten en m’n sokken uitwringen. Tijd om bij te komen en een bed voor de nacht te boeken.

Al snel diende zich echter het volgende ‘probleem’ aan. De host van de hut vertelde me, dat er momenteel 80 bosbranden gaande zijn in Zweden en er een totaal vuurverbod is sinds vanmiddag. Ook koken op gastankjes is buiten niet meer toegestaan. Met enkele andere hikers bespreken we onze overwegingen. Een stel besloot om huiswaarts te keren, omdat ze
geen idee hadden hoe zonder gastankje voor eten te gaan zorgen in het meer verlaten gebied wat voor ons lag. Ook de angst dat er op de Kungsleden zelf een bosbrand zou kunnen ontstaan was aanwezig bij anderen. Ik was te moe om over een oplossing na te denken en lag er die nacht ook niet eens wakker van. Simpele korte termijn plan was nu gewoon: eten, slapen en naar de eerst volgende nederzetting lopen.

Aangekomen in Amarnass een lekker hapje gegeten in een bistro met drie andere hikers. De supermarkt had genoeg repen en biscuits om me voor drie dagen te voorzien van “stoveless food”. Ik had besloten in kleine stappen te denken en in ieder geval de volgende etappe naar Jackvikk te lopen. Een stel pakte de bus huiswaarts en Irene uit Australië besloot ook verder te lopen, maar eerst nog rustig aan te doen in Amarnass. Ik vervolgde mijn route en liep via ‘patatohill’ (noordelijkste plek waar aardappels worden verbouwd) naar de rivier ten noorden van Amarnass. Op dit alternatieve stuk zijn geen markeringen, maar ik had een kaart. Ook stopte nog een aardig mannetje om me in het Zweeds op het pad te wijzen, dat
ik zou moeten nemen. Heel lief, al verstond ik maar de helft. Ik word wel vaker hier in het Zweeds aangesproken, want ik zie er blijkbaar als een Zweedse uit. Toch is het best te verstaan, maar veel terug zeggen kan ik niet. Alleen de basics en als ik daarmee een poging waag, maak ik uit de blikken op, dat het toch niet helemaal Zweeds klinkt...

Het pad loopt lang door het bos. Ik merk dat de schrik van gisteren er toch nog inzit en loop niet helemaal lekker. In het bos denk ik aan de bosbranden en boven de boomgrens aan het onweer. Als er dan ook na lang lopen een hutje zichtbaar is in de verte, voel ik opluchting. Ik verlaat de route en loop op het hutje af. Twee bordjes verwelkomen me: ‘private’ en ‘no camping’. Ik kijk of er mensen zijn en dat is niet het geval. Ik ga zitten en bestudeer de kaart. Eerst volgende optie om te kamperen lijkt over 8 km te zijn en ik had er alweer ruim 25 km opzitten vandaag. Ook hoor ik weer gerommel in de verte. Wat nu? Ik besluit de ’regels te overtreden’ en toch naast
deze hut te kamperen. Een paar uur later komt Irene ook aangelopen! Ook zij had nog geen geschikte tentplek gezien en werd uiteindelijk mijn ‘partner in crime’. En ik weet bijna zeker dat de eigenaren van deze vakantiecabin best kunnen leven met het feit dat twee vrouwelijke solohikers die bang zijn voor het naderende onweer toch even een nachtje hun tent op hun terrein hebben geparkeerd.

Terwijl Irene de volgende ochtend rustig aan opstaat, vertek ik alweer met m’n rugzak op m’n rug. Ik lig meestal tussen acht en negen ‘s avonds in m’n tent en ben ergens tussen 5 en 6 in de ochtend alweer wakker. Is het ook nog heerlijk koeler lopen in de vroege ochtend. Ik steek een grote vlakte over en nader een onwaarschijnlijk mooie vallei! Wat een uitzicht, ik krijg er meteen weer zin in! Eerst nog even een stukje moerassig bos door waar ik compleet word aangevallen door muggen, maar daarna is het alleen maar genieten van de prachtige uitzichten in deze vallei! Mijn plan was om een late lunch te doen in een schuilhut (Sinultjie) op de route. Dat was de laatste paar kilometer even doorbijten, maar daarna zat ik ook weer heerlijk uit de zon en muggen. Ditmaal in gezelschap van een Duits stel. Zij vertrokken net weer en ik had het rijk alleen. Nadat ik ook weer klaar was om te gaan, hoorde ik weer gerommel in de verte. Ik was nog geen 300 meter van de hut verwijderd, dus besloot terug te keren. De onweersbui leek echter door de andere vallei te trekken, dus ik waagde het er toch weer op, na de lucht en richting waarin de onweerswolken verschoven uitgebreid te hebben bekeken. Tijdens de afdaling door het bos, mistte ik blijkbaar een richtingaanwijzer voor de wandel- en skiroute en liep ik opeens door het moeras te soppen op de skiroute....toch even afgeleid door die knappe Zweed die ik een kwartier daarvoor was tegengekomen.... 😉 Bij de volgende schuilhut overwoog ik serieus om te kamperen, maar ik wilde Baverholmen het liefst bereiken, waar vandaan ik de volgende ochtend een bootoversteek naar Adolfstrom kon pakken. Prachtig stukje bos, alleen vonden de muggen dat ook. Echt, deze vakantie heb ik het meest met muggen gesproken of nou ja, tegen ze gesproken. Of eigenlijk kun je het beter schelden noemen...

Baverholmem had een soort van serieuze camping met een douche!!!
Dat was genieten en meteen ook een handwas gedaan! Ik had alvast de boot geregeld, ook voor het Duitse stel, wat nog onderweg was naar hier. Vertrektijd om negen uur de volgende ochtend. Tijd om te relaxen! Totdat ik om 2 uur ‘s nachts wakker werd en twee gasten een megahoog kampvuur hadden gemaakt redelijk dichtbij onze tenten. Gelukkig waren dit de enige ashholes die ik op de hele route ben tegengekomen en na twee keer vriendelijk vragen ging het vuur uit, maar ik had volgens de jongens wel hun avond verpest. Zij hadden namelijk veel geld gespaard om te kunnen genieten van het maken van een kampvuur, eten van worstjes en drinken van biertjes. Ik vind het allemaal best, maar niet om 2 uur ‘s nachts naast m’n tent tijdens een volledig vuurverbod, omdat ‘half Zweden’ in brand staat...

De laatste dag tot aan Jackvikk. Eerst een prachtige boottocht door het natuurreservaat en daarna een klim uit het bos. De route kreeg na een uur veel obstakels in de vorm van stenen en boomwortels. Ondertussen ook wat obstakels in m’n hoofd, want wat te doen na Jackvikk? Op dat stuk was echt niks. Geen schuilhutten, geen voorzieningen. Alleen
maar Zweedse wildernis. Het ene moment zat ik in gedachten in de bus om dat stuk over te slaan en het andere moment liep ik er toch. Om de gedachtenstroom te stoppen besloot ik dat beide opties prima zouden zijn onder de voorwaarde dat ik ervan zou gaan genieten. Ondertussen had ik een schuilhut bereikt en plofte daar neer. Niet veel later hoorde ik buiten iemand met veel gesteun en gekreun zijn rugzak neerzetten. Oke, ik was niet de enige die af en toe naar de getver was. Deze aardige Tsjech kwam ook binnen zitten en hij bleek de route van noord naar zuid te lopen. Tijd om wetenswaardigheden over de trail uit te wisselen en onze ervaringen met alleen lopen te delen. Was een mooi gesprek!

Ik klom verder naar het plateau en genoot van de uitzichten in Pieljekaise national park. In de vallei achter me hing weer een onweersbui, maar ik wist dat ik hier goed zat en kon m’n route rustig vervolgen. In Jackvikk bezocht ik eerst de winkel en informeerde naar bustijden naar Kvikkjokk. Oke, het zou dus ongeveer net zo lang duren om met verschillende bussen in Kvikkjokk te komen als er gewoon heen
te lopen...dit is misschien een teken, dat ik toch gewoon te voet verder moet...

Ik zet mijn tent naast het hostel op en mag voor slechts 70 Kronen gebruik maken van alle faciliteiten. De aardige eigenaar spreek ik uitgebreid over mijn zorgen met betrekking tot het onweer en de bosbranden in Zweden. Hij weet me gerust te stellen, dat het al een zeldzaamheid was dat er vier dagen achter elkaar onweer was en dat de weersvoorspellingen gunstig zijn. Ik spreek met Bjorn en Lisa die naar het zuiden lopen en ook zij weten me enthousiast te maken voor het verlaten traject naar Kvikkjokk. Ze geven me informatie over beschutte tentplekken en vertellen over de mooie uitzichten. Ik ben zo ver: ik besluit dat ik gewoon verder loop. Wel nog even de bootmeneer bellen voor een overtocht morgenavond, want er zit een groot en breed meer op de route. Ik houd niet zo van bellen in een andere taal, maar er is niemand om dit klusje op af te schuiven, dus moet het maar gewoon gebeuren. De meneer vraagt me om morgenavond om zes uur bij de steiger te staan. In de supermarkt had ik vanmiddag wel een soort brainfreeze
over wat te kopen met al die keuzes daar, dus ik kan de volgende ochtend wel pas om 10 uur weg, omdat ik nog wat extra proviand moet inslaan. Oh ja, ik ben nu in de regio Norbotten beland en in tegenstelling tot Vasterbotten is het gebruik van een gastankje hier wel toegestaan, als je deze maar op een vuurvaste ondergrond zet, dus op steen of zand. Rationeel gezien is er nu niets om me zorgen over te maken en dat doe ik dan vanaf nu ook niet meer.

De route loopt de volgende dag eerst door heerlijk dennenbos en ik ben op weg naar het stukje wat per roeiboot moet worden afgelegd. Ik heb al gehoord dat het door de lage waterstand wat lastig is om de boot in en uit het water te krijgen, maar dat het roeien zelf niet zo’n probleem is. Bij de boten aangekomen heb ik mazzel. Ik tref twee boten aan mijn kant en een sterke Amerikaan die mij met boot en al het water in helpt! Dit soort oversteekjes hebben altijd drie roeiboten en als er maar eentje aan jouw kant ligt, moet je het stuk drie keer afleggen (waarvan 1 met
twee boten) om ervoor te zorgen dat er altijd minimaal een boot aan elke kant ligt. Aan de overkant gooi ik m’n tas net subtiel genoeg op de kant en probeer ik nadat ik zelf via wat stenen in het water aan land kom, de boot de kant op te trekken. Ik red het net, zodat ik het touw aan een kabeltje kan vastknopen. Heel netjes ligt het er niet bij, maat vast ligt de boot in ieder geval wel. Een warme lange klim volgt uit het bos. Het is echt flink zweten, maar ik kom ook een paar leuke mensen tegen om een kort praatje mee te houden en even pauze te hebben in de hitte. Zo ook een ouder Zweeds echtpaar, die al tien dagen op dit traject zitten: “Ach ja, we zijn oud en lopen niet meer dan 7 kilometer per dag. We stoppen zo weer en gaan in het meer zwemmen”. Geweldig toch als je rond je 70e nog met backpack de natuur in trekt! Ik geniet van een late lunchstop op het plateau aan een meertje met fantastisch uitzicht! Een typische plek om rendieren te spotten, maar vanwege de aanhoudende droogte en warmte schijnen die
zich meer hogerop in de bergen nabij de gletsjers op te houden. Ruim een uur voordat de boot vertrekt, ben ik aan de oever van Lake Riebnes beland. Samen met twee Zweedse vrienden een een Zweeds stel word ik overgezet. Het kost wat, maar dan kun je ook weer verder. Ik loop nog ruim een uur en vind een supermooie tentspot aan een klein meertje! Een dag vol cadeautjes!

Vandaag passeer ik de poolcirkel! Grappig hoe dat soort zaken weer een extra boost geven aan de tocht. Het is nog steeds hetzelfde berkenbos met muggen en andere steekbeesten, die vooral graag in je oor zoemen, maar dan hangt daar ineens een bordje, dat je je op de poolcirkel bevind! Tijd voor een selfie. En ook tijd om dit muggenbos weer te verlaten. Ik beland op een plateau met weer de meest indrukwekkende uitzichten en houd pauze achter een oud sami-hutje vanwege de harde wind. Na de afdaling met net zoveel ingestorte als intacte bruggen vind ik het wel mooi geweest voor vandaag en besluit ik voor de eerst mogelijke kampeerplek te gaan. Ik kom uit bij een meer met kampeeropties. Er staat al een grote gele tent, maar ik
zie niemand. Zouden deze wandelaars in het meer aan het zwemmen zijn? Geen teken van leven en de was die aan de lijn hangt, ziet er ook wat ouder uit. Ik haal wat spullen uit m’n tas, als ik beweging in de tent hoor en vervolgens een graatmagere man naar buiten strompelt. Wat is dit?? Ik stel me aan deze man voor en hij blijkt Vlaams te zijn en de behoefte te hebben om onafgebroken tegen me te praten in zijn eigen taal. Zeer onsamenhangend, maar ik maak uit zijn verhaal op dat hij de maatschappij zat is en besloten heeft hier voorlopig te kamperen. Hij denkt er een week te zijn, maar ik gok dat het er zeker drie zijn. Eten doet hij nauwelijks, de bessen zijn in deze tijd van het jaar niet echt rijp. Hij lijkt tot weinig in staat en oogt mentaal niet helemaal aanwezig. Hij vraagt of ik sigaretten heb. Meer heeft hij niet nodig. Ik kan hem er niet aan helpen. Zelf besluit ik toch maar weer verder te lopen, want dit wordt geen ontspannen kampeerplek. Niet dat ik denk dat deze man me lastig zou vallen, maar echt een prettig idee was het ook weer niet om mijn tent naast de zijne op te zetten. Ik wens hem het beste en loop verder. Wel met de gedachte om in Kvikkjokk melding te maken van de situatie, zodat eventuele hulp zijn kant op kan. Zelf het gebied uitlopen, zie ik hem in deze fysieke staat namelijk niet doen. Al leek hij daar zelf anders over te denken.

Mijn kampeerplek werd uiteindelijk een nog mooiere dan aan het meer. Ik vond een groot grasveld naast een wildstromende rivier met uitzicht op besneeuwde bergtoppen! Later kreeg ik gezelschap van de twee Zweedse vrienden, die hun tent ook op dit grasveld plaatsten! Gezellig gekletst terwijl we onze maaltijdzakjes leeg aten. De jongens wisten me veel te vertellen over de omgeving en over de Sami, wat superinteressant was! Toen ik net in m’n tent lag hoorde ik luid geklingel. Wat was dit? Waren het hikers of die ene Belg die met potten en pannen kwamen aanzetten?? Nee, het bleek een rendier met bel (de leider van de groep, begreep ik later) te zijn, die een avondwandelingetje maakte over de Kungsleden. 😊

Ik ben blijkbaar door een daas of zo op m’n buik gestoken. Ik voel gedurende
de dag wel eens ergens geprik, maar deze kon ik me niet echt herinneren. Flinke bult, die pijn doet en jeukt. Dramatische bloedspetters op m’n shirt.. nou ja, maar vanaf blijven en weer muggenspul opdoen voor het volgende traject door het bos. Na de klim uit het bos beland ik in een ruige bergwereld. Echt zo mooi weer! Langzaamaan trok wel alles dicht en begon het te regenen. Wat een heerlijk loopweer! Koelte, zuurstof in de lucht en ik liep ineens zo supermakkelijk! Ook de laaghangende wolken geven een mooi effect aan het landschap. Helaas was ik voor nu gebonden aan boottijden en had het geen zin om een volledige dag te lopen. De boot van twee uur ‘s middags zou ik toch niet halen. Ik besloot voor die nacht om aan de rivier te kamperen vlakbij een noodhutje. Daar lang gekletst met een net afgestudeerde Duitse jongen, die van noord naar zuid liep en nog veel meer reisplannen had. ‘s Nachts flinke wind, regen en onweer, maar daardoor nu ook ontdekt, dat mijn tentje dat dus allemaal aankan.

Vroeg opgestaan om de boot van half elf te halen naar Kvikkjokk. Dat was voor die 12 kilometer toch nog
best flink doorlopen, maar ik haalde het! Nu wist ik dat ik daardoor een soort van rustdag in het hostel had! En wat is het dan genieten van de luxe: douche, wasmachine, lunch met rijst, kip, nootjes en banaan, een winkeltje met koude drankjes en snacks, een stoel, een bed en dan als avondmaaltijd een overheerlijke rendierschotel! De vrouw van de boot nog gesproken over de Vlaamse meneer die ik was tegengekomen. Ze wist direct over wie het ging, want ze had hem een maand geleden naar de overkant gevaren en toen al gemerkt, dat er iets aan de hand was. Ik deelde de locatie van zijn kampeerplek en ze gaf aan polshoogte te nemen bij mensen daar in de regio.

Vanaf Kvikkjokk wordt de Kungsleden iets meer belopen, maar nog steeds is het relatief rustig op de trail. Ik krijg ook een beetje een raar dagschema, omdat ik op dit stuk met twee bootoversteken zit, die of om negen uur ‘s ochtends of om vijf uur ‘s middags gaan. Doordat ik zeer uitgerust aan het eerste deel begin, kom ik veel verder dan gedacht en besluit ik in mijn tentje, op de meest magnifieke plek qua uitzicht, dat
ik de volgende dag gewoon om vijf uur al ga lopen. Nog wat koel en lekker rustig op de trail. Zo heb ik al de vroege boot naar Aktse en loop ik op advies van andere hikers een stuk vanaf de trail naar een bergmeertje om daar mijn tent neer te zetten. Vanaf daar loop ik met een lichte rugzak verder voor een detour naar de berg Skierffe. Ik ben in Sarek, wat een indrukwekkend mooi national park is. Echt nog ruige natuur. Via allerlei rotsblokken weet ik uiteindelijk in een paar uur op de top van Skierffe te staan. Geweldig uitzicht op de rivierdelta van Rapadalen! Wow, dit was echt wel de moeite waard, ondanks de iets langere en pittigere klim dan ik me van tevoren had voorgesteld. Al kon ik daar nog wel uren zitten, leek het me verstandiger om af te dalen nu er ook een paar anderen op de berg waren. Wel zo veilig. Weer de doorsteek naar m’n tent terugvinden en helemaal gesloopt kom ik daar aan. Eerst even uurtje liggen, voordat ik me in staat voel om water te koken voor m’n maaltijd...maar die smaakte goed en heerlijk slapen deed ik daarna ook.

Weer om vijf uur op pad om de ochtendboot naar Sitojaure te halen. Omdat ik nog een gedeelte cross country liep en dus niet op de officiele route had ik wat ruimere tijd ingecalculeerd, dus ik was zeer vroeg bij de oever van het meer. Deze overtocht werd geregeld door een Sami-familie en ik kocht meteen vers gebakken brood bij ze. Nog twintig kilometer naar Saltoluokta, waar weer een douche, eten en wifi zouden zijn. De route was niet al te moeilijk met slechts enkele honderden hoogtemeters, maar ik was gesloopt na mijn Skierffe-beklimming en vroege ochtendwandelingen. Het was dus flink afzien in de hitte. Ik besloot korte pauzes te houden om zo niet helemaal in te kakken. Wel genoeg blijven drinken en dat verse brood ging er ook goed in! Jeetje, ik weet dat ik kan doorzetten, maar misschien was dit ook wel een beetje doordraven de afgelopen drie dagen. Beetje absurd om zoveel kilometers te lopen en ook nog een berg te beklimmen in drie dagen tijd met ook nog eens opstaantijden van vier uur ‘s ochtends. Oke, ik drijf tegen die tijd ook al wel m’n tent uit met deze hitte, maar toch...

Saltoluokta had dan
ook weer alles, waar je thuis niet van op kijkt, maar na een paar dagen in de natuur wel weer luxe-items worden. Na een overheerlijke douche genoten van een driegangendiner in het 1ster restaurant! Na een paar dagen uit zakjes eten smaakt alles goed, maar dit was wel heel lekker! Een ruime planning gemaakt van de laatste te lopen 115 kilometer en met de aanwezige wifi m’n nachttrein naar Stockholm te boeken en mijn verdere terugreis. Zo, alles geregeld om nog even vijf dagen weer van de radar te verdwijnen. Een boot en bus brachten me naar Vakkotavare waar de route verder gaat. De laatste etappe naar Abisko!

Na de ongelooflijk steile klim vanaf Vakkotavare merk ik toch wel, dat m’n lijf vermoeid begint te raken. Enerzijds voelen m’n benen supersterk, maar aan de andere kant merk ik ook dat m’n lijf om rust vraagt. Mijn oorspronkelijke plan om die avond op een specifieke plek te kamperen, pas ik dan ook aan. Na de laatste bootoversteek besloot ik daar beneden aan het meer te blijven kamperen naast de berghut. Voor 15 euro had ik dan ook de keuken en sauna tot m’n beschikking. Dat was, naast mijn vermoeidheid, genoeg
reden om niet verder te lopen vandaag. Naast me stond Frederik, die me graag alle ins en outs van zijn uitrusting wilde laten zien. Inclusief een wc-rol-hanger, zodat je luxe kon poepen in de buitenlucht. Frederik: dit is toch niet het eerste verhaal waarmee je aan komt zetten bij een jonge, blonde vrouw?? Maar goed, ik vermaakte me wel met die gast, die me in gebrekkig Engels vol enthousiasme alweer het volgende item liet zien. Ik moest hem wel even afwimpelen, want ik wilde nog graag gebruik maken van het vrouwenuurtje in de sauna. Wat een heerlijke ontspanning voor al m’n spieren! Alleen beetje jammer dat na de duik in het ijskoude meer hierna mijn voeten zo’n tien minuten in een kramp belandden. Ik dacht, dat m’n voeten het koude water wel zouden kunnen waarderen, maar niet dus. Snel maar weer terug de sauna in en me lekker wassen met het warme water. Voor alles is hier een ingenieus systeem om het primitieve hutleven toch nog comfortabel te maken. Zo ook de slimme constructie naast de latrines, waar je een kom water kan legen in een leeg blikje dat ze met een klein gaatje onderin aan de zijwand gespijkerd hebben.
Zo sijpelt er een mooi straaltje uit en heb je een soort kraansysteem.

Na deze treat in de bergen weer vol goede moed op pad. Een bewokte dag, wat het wandelen aangenamer maakte. Bij de volgende hut inkopen gedaan en geluncht. Aan de rivierdelta in de verte graast een eland. Er blijkt een familie met een kleintje daar in de vallei te leven en ze zien deze regelmatig vanaf de hut. Na een verdere klim bereik ik de Tjakta-rivier. Deze zal ik de komende dagen volgen op weg naar de hoogste pas van de Kungsleden. Een ongelooflijk mooie, weidse vallei. Vanaf Singi werd het wel druk met andere wandelaars, omdat ik daar op de loop vanaf de plaats Nikkaluokta ben beland. Deze route wordt gelopen door 70% van de Kungsleden hikers. Volgens een host van een hut behoor ik tot de 5% die de gehele route loopt. Bij Kebnekaise (de hoogste berg) worden zelfs toeristen ingevlogen met een helikopter, dus dit is even andere koek. Gelukkig is het nog wel makkelijk om de hordes mensen te vermijden, want zo ongeveer iedereen slaapt in de hutten of kampeert bij de hutten. Ik hoef dus maar een paar kilometer verder te
lopen om weer m’n fantastische eigen wildkampeerplekje in de natuur te hebben. De tocht over de hoge pas is ook fantastisch mooi en niet al te zwaar. De hoogtemeters heb ik nu verspreid over twee dagen gemaakt. Dat is wel een stuk makkelijker dan het klimmen van de ene naar de andere vallei in het deel ten zuiden van deze mensenmassa. Uitzicht vanaf de pas is fenominaal. Nu begint de afdaling van twee dagen naar Abisko. Nog 1x een mooie wildkampeerplek, want in Abisko N.P. mag niet gekampeerd worden, dus ben ik aangewezen op kamperen naast de hut. Niet de mooiste kampeerplek, maar wel nog een keer een heerlijke houtgestookte sauna!

Zo raar om dan na 18 dagen ineens bij de laatste 14 kilometer te zijn aanbeland. Ik kan het bijna niet geloven, dat ik er al zo ongeveer 430 km op heb zitten. Jeetje, ineens ben ik er gewoon bijna! De route is simpel en mooi. Ik neem nog een korte pauze bij een soort canyon waar de rivier met veel gebulder verder stroomt. Nog minder dan een kilometer. Dit is bijna nog indrukwekkender dan finishen na een halve marathon. Ik zie de poort en daar achter de weg. Ik ben er! Wat een avontuur, soms grensverleggend, maar ik heb overwegend genoten en ben heel trots dat dit is gelukt! Grote dank aan alle mensen die in gedachten met me mee zijn gewandeld: love you! X


Additional photos below
Photos: 65, Displayed: 42


Advertisement














9th August 2018

Ongelofelijk Af, wat jij weer hebt gedaan. Fijn dat je kan terugkijken op een geslaagde reis. waanzinnige foto's. wat een natuurschoon. x, Inge

Tot: 0.399s; Tpl: 0.021s; cc: 16; qc: 70; dbt: 0.1265s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.3mb