Hoofdstuk 6: Het paradijs in de onderwereld

---

Op een hoogte van meer dan 4200 begint net buiten La Paz een weg die 'de gevaarlijkste weg van de wereld' is gedoopt. Tot de aanleg van de nieuwe autoweg verdwenen er jaarlijks meerdere voertuigen in het drie kilometer diepe dal. Dat geeft de weg zijn naam: The Death Road. Gehuld in een ijzige mist staat deze weg slechts beperkt zicht toe aan de reizigers. Op sommige plaatsen is de richel amper twee meter breed, en dat terwijl er nog steeds auto's en vrachtauto's overheen gaan. Ik vraag me af welk soort onderwereld er aan het einde van de daling voor mij te wachten staat? Is de death road daadwerkelijk een highway to hell? Doemt dadelijk Magere Hein op uit de mist of vaart Anubis me naar het laatste oordeel?

Niets is minder waar: aan het einde van de louteringsberg bevindt zich het paradijs: de Boliviaanse Jungle! Een explosie van flora en fauna die hun wegen zoeken tussen de paden van de Amazonerivieren, waar als enige plek op de wereld rivierdolfijnen leven. Waar kaaimannen en alligators op katvissen jagen. Waar capibaras en tapirs tussen de struiken wegduiken voor jaguars. Waar vogels en apen de bomen met elkaar lijken te delen. Het is mogelijk om uren te blijven luisteren naar de geluiden van vogels en insecten. Maar ook vanuit het paradijs lijkt het gras groener aan de overkant. Kleren drogen niet door de tropische regenbuien en de hoge luchtvochtigheid. De zon brandt fel en musquito's staan haast bovenaan de voedselketen en slaan genadeloos toe. Het paradijs kan zomaar een ware hel zijn.

---