Advertisement
Published: February 15th 2013
Edit Blog Post
Op 3 februari vloog ik van Cairns naar Alice Springs in de 'Outback' waar ik een 7 daagse tour geboekt had naar Adelaide. Normaal gezien had ik na aankomst 1 dag in Alice Springs om wat uit te rusten en wat voorraad te kopen voor de Tour, die zou starten op 5 februari. In Cairns had de maatschappij waar ik de tour had geboekt mij echter al op de hoogte gebracht dat de tour pas zou starten op 7 februari. Zo zat ik dus 3 volle dagen vast in Alice Springs maar waar bitter weinig te beleven valt en het bovendien naast enorm droog ook heel warm was. Het kon echter nog erger hadden ze mij ginder verteld. Anderhalve week eerder bereikte het kwik vrij makkelijk temperaturen van 48 graden. Toen ik er was, schommelde de temperatuur rond de 40 graden.
Alice Springs telt 26.485 inwoners en is daarmee na Darwin de druktsbevolkte stad in het noordelijk territorium. Het is bijzonder afgelegen want de dichtstbijzijnde steden zijn Darwin op 1305km and Port Agusta op 1007km. De stad ontstond in 1872 bij de aanleg van de transaustralische telegraaflijn.
Wat meteen opvalt als je in Alice rondloopt is het grote aantal
'Aboriginals'. Deze lopen en zitten of hangen letterlijk wat rond. Alleen of in groepjes, soms roepend naar elkaar in hun eigen taal, soms komen ze bedelen. Het voelt wat raar en ongemakkelijk aan. Toeristen krijgen ook de raad om 's avonds niet alleen rond te wandelen wat ik ergens wel begrijp. De Aboriginals hier zijn dakloos en leven in een soort hostel dat enkel en alleen voor hen bedoelt is. Diegene die je in Alice ziet zijn ook verstoten door hun gemeenschap (bijvoorbeeld diefstal) waardoor ze hier 'samentroepen'.
De ochtend van de 7de werd ik dan rond 6 uur opgepikt door een kleine bus en kon ik eindelijk beginnen aan mijn tour. De dag ervoor voelde ik me miserabel, en ontwikkelde koorts. Ik was er op de 7de niet volledig van verlost maar besloot toch met de tour door te gaan. Lichamelijk is het echter wel stilaan het zoveelste teken aan de wand dat mijn lichaam "op" aan het geraken is. Het constante reizen, vele veranderingen van tijdzones, het consistente gebrek aan kwalitatieve slaap, onvoldoende beweging, te weinig regelmaat in eetmalen eisen meer en meer hun tol. Voor mijn lichaam moet deze reis dan ook niet zo
heel lang meer duren. Het ergste in de 'outback' en Alice zijn echter de vliegen, deze proberen steeds de vochtige plaatsen op je gezicht op te zoeken, dat wil dus zeggen; mond, neus, ogen & oren. Ongeloofelijk irritant en absoluut niet genietbaar. Je kan een netje aanschaffen dat je over je hoofd kan trekken. Hoewel dat geen zicht is trek je je daar weinig van aan na enkele uren belaagd te zijn door de vliegen.
De tour zelf was onderverdeeld in 2 delen. De focus tijdens het eerste deel lag in het rode centrum met als blikvangers Uluru of Ayers rock en Kings Canyon. De eerste ligt op een goeie 440 km van Alice Springs, dat wil zeggen lang rijden en vele uurtjes in een klein busje. We kwamen met een kleine groep mensen (22) aan rond 14.00. Uluru rock is een grote rotsformatie en vormt een belangrijke religieuze plaats voor de Aboriginals. Je kan de rots beklimmen als je wil maar dat wordt afgeraden uit respect voor de Aboriginals, het is trouwens ook een vrij gevaarlijke beklimming.
Na de lunch gingen we normaal een 6 tal km wandelen rond de basis van Uluru. Vanaf 36
graden worden de wandelingen echter afgesloten. Het was die dag meer dan 40 graden en bij die temperatuur kan de rots opwarmen en hitte afstralen die zowaar kan oplopen tot 70 (!) graden. Als alternatief werden we dan naar het Aboriginal culture centrum gebracht. Hie kan je leren over de voorouders van de Aboroginals en lees je wat over hun cultuur. Je kan er ook zwaarr overprijsde souvenirs kopen. Ik had gehoopt wat te leren over hun geschiedenis maar naar het schijnt mogen ze daar niet over praten. Hoe dan ook, voor de oudste nog in leven zijnde beschaving met meer dan 25.000 jaar onder de riem mag het toch wat meer zijn dat wat daar nu te zien en lezen valt.
In de late namiddag, toen de temperatuur wat gezakt was maakten we wel een kleine wandeling van 2 km rond Kata Tjuta, een rotsformatie ook wel bekend als de Olga's. Zowel Uluru als Kata Tjuta bestaan uit gesteenten met dezelfde geologische ouderdom. Hun samenstelling is echter wel verschillend. Uluru bestaat uit mariene zandsteen, Kata uit conglomeraat. Men denkt trouwens dat Uluru tot 5 km verder doorloopt onder de grond maar men kan het niet controleren omdat het
gebied terug werd gegeven aan de Aboriginals in 1985 en het voor hen een heilige plaats is. Men deed dat onder de overeenkomst dat ze de eigendom over het nationaal park kregen op voorwaarde dat ze het terug zouden leasen aan de overheid voor de komende 99 jaar.
Na een avondmaal gingen we terug naar Uluru voor de zonsondergang bij een glaasje Australische schuimwijn. Dat laatste was best goed maar de zonsondergang was door de bewolking niet veel soeps. Mijn geluk met goed weer en natuurwonderen moest ooit eens opraken.
Na de magere zonsondergang gingen we dan terug naar het kamp voor een douche en konden we slapen in een swagg, een Australische slaapzak met een matras erin. Onder invloed van hevige wind krijgen we uiteindelijk dan toch een vrij heldere sterrenhemel te zien wat dan weer wel genieten was. De wind ging echter niet liggen wat het slapen zwaar bemoeilijkte. We moesten ook om 4u20 opstaan om op tijd te zijn voor de zonsopgang en om de hitte voor te zijn. Na het ontbijt moesten we alles terug achter laten zoals we het de avond ervoor gevonden hadden.
De zonsopgang was vele malen beter dan
zonsondergang de avond ervoor. Ik was op een bepaald moment zo gefocust in het nemen van foto's dat ik te laat op de afspraak was met de groep maar het resultaat mag er best zij.
Na de zonsopgang gingen we wandelen rond Uluru zelf, een wandeling van 5km gevolgd door eentje van 6. Ik deed er als enigste echter 18km en dat voor 10.30 in de ochtend. Dit kwam omdat ik niet geluisterd had waar we moesten stoppen. De rest van de groep was tegen dan al terug in het cultureel centrum om te leren speerwerpen en wat traditionele zaken te maken. Toen ik aankwam met 2 Duitse meisjes, die de rest vergeten was, had ik echter wel niet het gevoel dat ik iets gemist had. Ik had toch meer verwacht van het hele Aboriginals verhaal hier.
In de namiddag reden we na de lunch enkele uren richting onze 2de kampeerplaats, niet ver van Kings Canyon. Hier sliepen we in een soort permanente tent met houten vloer maar het was er te warm om goed te kunnen slapen. De 3de dag moesten we opnieuw vroeg uit de veren om na het ontbijt vroeg genoeg te kunnen
beginnen aan de 6km en 3 uur durende trektocht door Kings Canyon. Deze kloof bevindt zich in het Nationaal Watarrka Park, de wanden zijn meer dan 300 meter hoog en op de bodem van de kloof loopt Kings Creek. Een deel van de kloof is voor de Aboriginals een heilige plaats. Toen de wandeling achter de rug was, begonnen we aan de terugtocht richting Alice Springs. Onderweg stopten we ergens om chili con carne te eten als lunch.
Zie deel II voor vervolg
Advertisement
Tot: 0.143s; Tpl: 0.013s; cc: 13; qc: 61; dbt: 0.0722s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.2mb