Winnipeg en Northern Ontario -23 november-


Advertisement
Canada's flag
North America » Canada » Ontario » Thunder Bay
January 29th 2012
Published: January 29th 2012
Edit Blog Post

Voor we naar Churchill gingen hebben we nog een paar dagen in Winnipeg gezeten bij een CouchSurfer om ons voor te bereiden op het afgelegen Churchill. Winnipeg is een grote stad, die ontstaan is bij een driesprong van rivieren. Er is een groot gebouw waar Manitoba politiek bedrijft. In het park voor het gebouw staan de tenten van Occupy Winnipeg en we lazen in een boek dat het gebouw alles weg heeft van een geheime tempel, ontworpen door een vrijmetselaar.
Bij onze wandelingen langs de rivieren kwamen we een hoop kunstwerken tegen. Onze host hier was een leuke studente die erg druk was met studeren en feestjes bezoeken. Ze woonde met haar broer in haar moeders huis, maar haar moeder was weg en zo konden wij dus mooi in de hoofdslaapkamer slapen.
De ochtend dat we naar het vliegveld moesten liet Ciarán zijn mobiele telefoon op de bank liggen en onze host heeft deze netjes de hele maand bewaard tot we na Churchill weer in Winnipeg waren om hem op te halen.
Toen we uit Churchill weggingen kon deze host ons helaas niet helpen, omdat ze het te druk had met tentamens, maar gelukkig vonden we een andere aardige studente waar we mochten logeren. Deze woonde samen met twee vriendinnen net nieuw in een ontzettend groot huis. Één van de dames bood ons haar kamer aan en ging zelf bij haar huisgenoot slapen. Echt ontzettend tof J
Van hier konden we nog een beetje rondkijken in Winnipeg. Ciarán heeft hier nog een leuke aankopen gedaan van zijn verdiende geld die ons nu goed van pas komt om ons TravelBlog bij te houden.
Winnipeg schijnt Canada’s murdercapital te zijn en op het nieuws hoorden we inderdaad elke dag van enkele moorden of pogingen daartoe. Gelukkig hebben we hier persoonlijk niks van meegekregen. De wijken waar we verbleven leken erg rustig en het downtown gebied stond natuurlijk vol met grote kantoorflats van glimmend glas.
Na een geweldige maand in Churchill waren we nu wel echt weer op pad. Vanuit Winnipeg namen we de bus naar Thunder Bay, Ontario. Weer een nieuwe provincie en tijdzone!
We kwamen rond etenstijd in het donker aan in Thunder Bay, maar onze vriendelijke CouchSurfers, Hailey en Heather, kwamen ons toch ophalen van het busstation. Na even kennis gemaakt te hebben vertrokken zij naar een benefietfeestje van een studentenclub. Wij waren best wel moe van vroeg opstaan en de busreis, dus bleven in hun huis. De volgende dag zouden we namelijk met z’n vieren op pad naar Ouimet Canyon.
Het was ongeveer een uurtje rijden van Thunder Bay naar Ouimet Canyon. Doordat er best wat sneeuw was gevallen was de steile slingerende weg naar de parkeerplaats bij de Canyon afgesloten. De auto werd dus beneden in de berm gezet en we gingen te voet verder. Er lag sneeuw op de grond, maar de lucht was bijna blauw. Doordat we erg ver omhoog liepen kregen we een mooi uitzicht op de omgeving.
Ouimet Canyon is een bijzondere Canyon, omdat het zo steil en diep is dat er bijna nooit zon op de bodem komt. Hierdoor is het er altijd koel en dit geeft de kans aan planten die normaal nooit op deze breedtegraad voor zouden komen. Vanwege deze bijzondere planten heeft de Canyon een beschermde status en mag je er dus niet zomaar rondlopen. Vanaf een boardwalk had je wel een mooi uitzicht op de canyon. Blokken steen van meer dan een kubieke meter leken soms zomaar naar beneden gestort te zijn. Op één plek stak echter nog een rots in de lucht die bijna lijkt te balanceren op zijn basis. Vanuit de aborigine cultuur noemt men deze de Indian Head, omdat het wel een beetje de vorm van een hoofd heeft. Onderweg naar beneden kregen we winterkriebels en haalden we een vuilniszak tevoorschijn. We moesten proberen van de berg te sleeën. Maar helaas; Er lag teveel sneeuw. We merkten wel dat het sleeën een stuk beter ging nadat één iemand de sneeuw alvast had weggeduwd en platgedrukt door zichzelf met voeten erdoorheen te forceren.
In dit gebied wordt veel Amethyst gevonden. Helaas zijn in de herfst de mijnen al gesloten. In de lente en zomer kun je hier je eigen Amethyst proberen los te bikken.
Ze namen ons nog wel mee naar een plek in Thunder Bay waar ontzettend veel herten rondlopen, omdat ze daar gehouden worden. Het was erg gaaf omdat we met de auto heel dicht bij de herten konden komen.
De volgende dag besloten we het dorpje wat te gaan ontdekken. Wat erg opvalt in dit gedeelte van Canada zijn de vele etnische winkeltjes. Als Europeanen denken we bij dat woord vast eerder aan Aziatisch of Latijns-Amerikaans, maar hier slaat dat toch echt op etnisch Europees. De Canadezen lijken het belangrijk te vinden om tastbaar in contact te blijven met hun Europese roots. Nadat we een kijkje aan de waterkant hadden genomen bij Lake Superior, vonden we in het winkelgebied een Zweedse boekenwinkel, die eigenlijk van alles verkocht. Van Zweedse kunst en kitsch tot Zweedse lekkernijen. We vonden hier zelfs stroopwafels!
Het valt ons hier op dat er steeds meer huizen zijn die echt mooi gebouwd zijn. In het westen van Canada lijken de meeste gebouwen in twee dagen opgetrokken te zijn met de goedkoopste materialen en de minst lastige architectuur, maar hier lijken mensen toch meer aandacht te hebben besteed aan de bouw van hun huizen. Dat komt onder meer, omdat we naar mate we naar het oosten trekken steeds meer in het vroege Canada terecht komen. Het oosten van Canada werd ongeveer 400 jaar geleden door de Europeanen ontdekt, maar het duurde zeker een eeuw of wat voor de Europese kolonisten goed en wel tot aan de westkust waren doorgetrokken.
Voor de lunch gingen we zitten in Hillcrest Park. Een park wat zich op de top van een steile heuvel midden in de stad bevindt. Van daar uit hadden we een geweldig uitzicht over Thunder Bay, Lake Superior en Sleeping Giant Provincial Park. Die laatste is een geweldig groen schiereiland welke Lake Superior insteekt. Vanaf Thunder Bay gezien lijkt het op een het reliëf van een man die op zijn rug ligt.
De volgende morgen bracht Heather ons naar de bushalte voor de vier uur durende reis naar Marathon. Marathon is een kleine stad op de noordkust van Lake Superior. Ik noem het een kust, want Lake Superior is één van de grootste meren op aarde. Het is zelfs het grootste zoetwaterreservoir op aarde. Daardoor lijkt het bijna of je aan de zee woont, omdat er soms golven zijn en het weer er snel kan omslaan.
We hadden een hotel geboekt in Marathon, wat volgens Google Maps in het centrum van het dorp lag, maar toen de bus ons afzette bleek dat hotel heel onhandig gelegen. Toen de bus van de snelweg afsloeg naar het dorp zagen we het geboekte hotel al bij de snelweg liggen. In het dorp aangekomen zijn we maar naar een ander hotel gelopen. Gelukkig bleken ze niet zo moeilijk daar en belden ze voor ons naar het andere hotel om de boeking kosteloos te annuleren. De afstand tussen het dorp en de snelweg was namelijk vijf kilometer en om dat nou helemaal met die rugzakken van ons te gaan lopen zagen we niet zo zitten.
Die dag zijn we naar Pebble Beach gelopen. Zoals de naam zegt een kiezelstrand, maar met ongelovelijke variatie. Helaas, of maar goed ook, mocht je geen stenen meenemen van het strand. Op een bordje werd uitgelegd dat anderen er dan minder van zouden genieten. Na een omzwerving over verboden terrein en klimmen over een hek gingen we weer naar het hotel. Die avond deden we wat we wel vaker doen als we in een hotel zonder keuken zitten en toch geen zin hebben om uit eten te gaan. Een simpel salade diner, met toegevoegde nootjes en soms couscous. Een waterkoker hebben ze vaak namelijk wel op hotelkamers. ;-)
We deden Marathon speciaal aan voor Pukaskwa National Park. Omdat er in dit soort buitengebieden geen openbaar vervoer is, moesten we een auto huren om bij het park te komen. Helaas voor ons bleken er hier maar drie huurauto’s te zijn en waren die allemaal verhuurd. Hierdoor moesten we kiezen tussen nog een nachtje in het hotel of een nachtbus. We kozen voor dat laatste. Onze laatste dag in Marathon konden we een auto huren en gingen we wandelen in Pukaskwa. Het park was echt supermooi. Met stranden en begroeide rotsen, afgeschermd door bos. Judith zag een Snowshoe Hare (Amerikaanse Haas) het bos in schieten. Er lag daar nog geen sneeuw, maar de dieren hadden al wel hun wintervacht.
Het leek alsof we die dag de enigen waren die in het park waren.
De auto moest voor elf uur ’s avonds terug zijn en we hadden geen hotelkamer meer, dus hielden we de auto zo lang mogelijk. Op de parkeerplaats van ons vorige hotel probeerde Judith wat te slapen en zat Ciarán met zijn computer te spelen. Nadat we de auto ingeleverd hadden, zijn we met onze tassen naar een donutbar verhuist die 24 uur per dag open bleef. Met thee en muffins hielden we onszelf bezig tot de bus kwam om 1 uur ’s nachts. De bus die ons Sault Ste. Marie bracht.
In Sault Ste. Marie kwamen we ongeveer om 7 uur ’s ochtends aan. We bleven in een buitenwijk bij een CouchSurfer die Kirk heet. We liepen in het donker door de wijk, waarvan veel tuintjes druk versierd waren voor kerstmis. Opblaasfiguren in je tuin zetten is hier volgens mij de mode. Het vrolijkte de natte donkere morgen wel een beetje op.
Bij het huis aangekomen maakten we eerst kennis met alle bewoners. Zij waren ook net wakker en bezig met het begin van hun dag. Kirk woont er namelijk met zijn vrouw Rowena en hun kinderen Malia, David en Graham. De laatste drie waren erg enthousiast dat wij er waren en hebben ons een rondleiding in het huis gegeven en alles verteld wat we moesten weten. Daarna gingen ze netjes aan het werk. Rowena geeft de kinderen thuis les. De eetkamer zag er dan ook uit als een basisschool klasruimte, met allerlei knutselwerk aan de muur. Wij waren erg moe en Ciarán leek al een paar dagen ziek te worden en hebben die dag dus vooral geslapen.
Die avond probeerden we onze plannen voor Sault Ste. Marie rond te krijgen. Kirk en Rowena gingen naar een feestje in een café en een vriendelijke mevrouw kwam oppassen. Wij wilden vanuit Sault Ste. Marie de Algoma Central Railway nemen. Een treinroute die ontzettend mooi is, met ouderwetse houten bruggen en dwars door een ravijn. Helaas zijn de daguitstapjes alleen voor de herfst, wanneer de bladeren verkleuren, en voor februari, wanneer er een pak sneeuw ligt. Dan rijden er treinen die binnen een dag op en neer het ravijn door gaan. Buiten dit seizoen gaat er op de ene dag een trein naar boven en komt deze de volgende dag weer terug. Wij waren er helaas buiten het seizoen. Tevergeefs probeerden we leuke en betaalbare accomodatie te vinden om dit plan alsnog door te zetten.
De volgende dag zijn we dus met de familie op stap gegaan. Ze hebben ons de enorme sluizen laten zien die Lake Huron en Lake Superior met elkaar verbinden. Vanwege het drukke verkeer was daar een dam gebouwd die ze bij onraad in de sluis konden laten zakken. Op een drukke dag ramde een schip namelijk een sluisdeur waardoor de kracht van het water sluisdeuren en schepen wegsleurde. Op die zelfde plek gaat een enorme brug van Canada naar de V.S. Met een denderend geraas stroomt het verkeer daar over de grens. Niet altijd even soepel, kregen we te horen, omdat de Verenigde Staten de grens af en toe ietsje te streng bewaakt. Zo kan je, als je elke dag de grens over moet voor je werk, de ene dag meteen door en mag je de andere dag het land niet in. Hierna kregen we een rondleiding door het centrum en gingen we met z’n allen uit lunchen in een modern lunchcafé. Hierna gingen de kinderen bij oma op bezoek om koekjes te bakken en gingen wij naar een museum in het oude postkantoor. Na nog een stukje langs het water gelopen te hebben, met uitzicht op de V.S. namen we de bus weer naar huis. Als bedankje bakten we een hollandse appeltaart voor het toetje.
De volgende dag vertrokken we weer vroeg om de bus naar Niagara Falls te halen. Helaas had deze door slecht weer in de nacht vertraging opgelopen en moesten we drie uur wachten voordat we weg konden.


Additional photos below
Photos: 38, Displayed: 30


Advertisement



14th February 2012

Ha Judith en Ciáran, wat gaaf om jullie reisverslag te lezen. Pukwaska National Park ziet er fantastisch uit. Jaloers! Nederland waande zich de afgelopen weken ook even een land met een stevige winter te zijn. Maar helaas, geen Elfstedentocht, dikke dooi en ik zag vanochtend zelfs al een paar neukende eenden met de lente in hun bol.

Tot: 0.082s; Tpl: 0.014s; cc: 11; qc: 49; dbt: 0.0471s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb