Advertisement
Published: December 3rd 2014
Edit Blog Post
Inmiddels verblijf ik alweer ruim twee maanden aan het uiteinde der aarde – hoog tijd, dus, om een eigen woning op te snorren. In januari keert de oorspronkelijke bewoner van ons bescheiden arbeidershuisje terug en dan is het de bedoeling dat wij naar betere (of desnoods slechtere) oorden zijn opgekrast. Bovendien word ik het langzamerhand beu uit een volgepropte koffer te leven, terwijl het merendeel van mijn huisraad in een Bremense loods staat te verstoffen. Het is niet voor het eerst dat ik in zo’n situatie verkeer: tijdens mijn jaar in Oxford, mijn maanden in Parijs en mijn twee jaar in Heidelberg heb ik het eveneens zonder een groot deel van mijn boeken en meubels moeten stellen. Maar goed, toen was ik nog jong en ongebonden, een zorgeloze spring-in-het-veld die net zo lief onder de sterrenhemel sliep. Nu ik de bezadigde leeftijd van 33 heb bereikt, ben ik toch wel op rust, reinheid en regelmaat gesteld geraakt. Dat wil zeggen: een eigen huis, een plek onder de zon en iedere avond een flinke bel cognac uit de globe in mijn privé-bibliotheek. Dit laatste terwijl ik lurkend aan mijn pijp in een schommelstoel voor de open haard zit, met de kat op
schoot. Of misschien is er een hond die trouw mijn pantoffels komt brengen – take your pick.
De afgelopen weken hebben Rudmer en schrijver dezes talloze digitale paden bewandeld om onze Biedermeier-droom te verwezenlijken. Het bleek potdorie nog niet mee te vallen om in Belfast een waardig onderkomen te vinden. In de eindeloze beeldencatalogus die ons werd voorgeschoteld sprongen er maar weinig uit die wij soeps vonden. “Klein maar fijn” is een zwaar overschat cliché. En hadden we dan eens een appartement gevonden met een woonkamer waarin je meer dan drie meubelstukken tegelijk kwijt kon, dan bleek dit ofwel een maandelijke huurprijs te hebben die zich niet in minder dan vier cijfers liet uitdrukken, ofwel in zo’n onmenselijk verre buitenwijk te liggen dat je blij mocht zijn dat er al elektriciteit en stromend water waren aangelegd.
Koophuizen, ja, die waren er genoeg – maar aangezien Rudmer naarstig op banen in binnen- en buitenland aan het solliciteren is en ik de eerste drie jaar nog in mijn proeftijd zit, zag ik er weinig heil in me aan een zware hypotheek te laten vastklinken. Kortom, we hadden nogal wat noten op onze zang: een comfortabel, ruim appartement in
het centrum van de stad, voor een schappelijke prijs, dat we op ieder gewenst moment weer van de hand konden doen. Liefst met open haard en plek voor privé-bibliotheek.
Eén appartement op de website kon ons allebei hogelijk bekoren – zo hogelijk dat we het niet konden laten om er te gaan kijken, al wisten we eigenlijk wel dat het veel te duur was voor lieden van onze stand. Bij inspectie bleek het inderdaad aan alle verwachtingen te voldoen. De makelaar liet doorschemeren dat er misschien nog wel een paar tientjes van de prijs af te halen waren. Ik twijfelde. Het bedrag was wel érg hoog, beduidend meer dan ik van plan was maandelijks aan huur te besteden. Gelukkig greep op dat moment de Voorzienigheid in. Terwijl we nog over het aanbod aan het dubben waren, ontving ik mijn nieuwe salarisstrookje – en zie, het daarop vermelde netto bedrag was aanzienlijk hoger dan dat van de vorige maand! (Uit aangeboren discretie zal ik in het midden laten wat ik met “aanzienlijk” bedoel, maar neem van mij aan, waarde lezer, dat het niet slechts om enkele tientjes, of zelfs om enkele honderdjes ging.) Navraag bij de salarisadministratie leverde het heuglijke
bericht op dat men mij de eerste maand in een te hoge belastingschaal had ingedeeld en dat ik daarvoor in de tweede maand was gecompenseerd. Mijn werkelijke netto salaris zou dus ergens tussen de bedragen van maand 1 en maand 2 in liggen.
Meer hoefde ik niet te weten. We bleken dus toch van hogere stand te zijn dan we voorheen hadden vermoed! Ik belde de makelaar en wist door keihard onderhandelen zowaar nog 25 pond van de huurprijs af te halen. Met genoegen gaf ik het definitieve jawoord. Het volgende telefoontje ging naar Duitsland. Haal die stofdoeken maar van mijn bed en tafel, inschepen die handel! Het comfortabele leven kon beginnen!
Nou ja, zo voortvarend ging het dan weer net niet... Helaas bleek dat de meubels pas de 13
e in Belfast geleverd konden worden, dus we bezitten nu weliswaar een prachtig appartement op een prima locatie, maar er staat voorlopig nog geen kruk in waarop je je achterste zou kunnen neervlijen. Tot aan de volgende blog zitten we nog steeds in ons arbeidershuisje, waar je aan een touwtje moet trekken om warm douchewater te krijgen en de keuken zo smal is dat je de doorgang verspert als
je de koelkast- of ovendeur opendoet. U hoort het al, beste lezer: we zijn dit soort ongemakken ontgroeid. Anderen zijn misschien domweg gelukkig in de Dapperstraat, maar wij spinnen pas van tevredenheid als we zo meteen op ons riante balkon van een glaasje wijn kunnen nippen. Hoewel we daar bij nader inzien misschien mee moeten wachten tot de zomer weer is aangebroken.
Genoeg bourgeois-geneuzel. Terwijl ik u heb verveeld met mijn zelfingenomen verslag van onze huizenzoektocht, heeft u ongetwijfeld een blik geworpen op de prachtige foto’s die ook deze vertelling weer sieren. Met huizen en appartementen hebben die niets van doen. Het zijn kiekjes van ons meest recente uitstapje, ditmaal naar het pittoreske plaatsje Castlerock... dat lang niet zo pittoresk bleek te zijn als de naam doet vermoeden. Een kasteel op een rots was bijvoorbeeld nergens te bekennen. De prozaïsche werkelijkheid is dat Castlerock niet naar een kasteel, maar naar een kasteelvormige rots is vernoemd... en die is de laatste honderd jaar dan ook nog onder een dikke laag zand verdwenen, zodat de toerist nu genoegen moet nemen met een treurig bordje waarop wordt verkondigd dat hier ooit de rots te zien was.
Gelukkig was de omgeving wel
de moeite waard. Castlerock bevindt zich aan de kust, maar hier geen Scheveningse toestanden: in plaats van uitgelubberde badgasten, rijen strandstoelen en een verpieterde pier tref je hier indrukwekkende rotsen aan die hoog boven het woeste water uittorenen – een ruig landschap, kortom, een plek voor stoere bonken en grazende schapen. Een architectonisch bevlogen bisschop uit voorbije eeuwen had op een van de rotspunten een quasi-klassiek tempeltje laten bouwen en dat werd onze eerste bestemming. Nadat we de klim hadden voltooid, hadden we een onbetaalbaar uitzicht over de kustlijn en de spoorweg die vlak langs het water liep. We vonden het een mooie plek om even uit te rusten en een welverdiend middagmaal te nuttigen.
Die bouwlustige bisschop had het niet bij een tempeltje gelaten. Honderd meter verderop troffen we de ruïne van een groots opgezette villa aan, die nog tot de Tweede Wereldoorlog in gebruik was en daarna in schrikbarend rap tempo is vervallen. We dwaalden een tijdje tussen de verweerde muren rond en vervolgden toen onze weg, over rotsen en door bossen, langs een klaterende waterval... er kwam geen einde aan het natuurschoon. Er kwam vooral geen einde aan omdat Rudmer telkens maar verder wilde, belust op
een nóg mooier uitzicht over een nóg mooier landschap. Ik werd langzamerhand een ietsiepietsie chagrijnig, want de klok tikte en we hadden een trein terug naar huis te halen. Gelukkig wist de vindingrijke Fries daar wel raad op: een omhooggestoken duim leverde reeds bij de derde poging een lift op. Gemotoriseerd en wel kwamen we ruim op tijd op het station.
Het is mooi hier, op dit eiland. Na de deprimerende indruk die de laatste blog bij sommige lezers heeft achtergelaten, wil ik niet nalaten dit te benadrukken. Belfast zal de top-tien van mooiste Europese steden wel nooit halen – het is toch net geen Praag of Venetië – maar zodra je de huizen en het asfalt achter je laat, kom je in een andere wereld terecht. Was het niet C.S. Lewis die op de vraag hoe hij zich het paradijs voorstelde, antwoordde: “Als Oxford, maar dan in Ierland”? En hoewel ik wel nooit zó door-en-door mottig zal worden dat ik met dat sentiment instem, snap ik wel een beetje hoe hij erbij komt.
Advertisement
Tot: 0.113s; Tpl: 0.015s; cc: 9; qc: 51; dbt: 0.0484s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.2mb
Carla en John Driessen
non-member comment
Succes met de verhuizing!
Hallo Martijn en Rudmer, gefeliciteerd met jullie nieuwe appartement, we zijn benieuwd naar de foto's als jullie er wonen! Volgende week een paar gezellige dagen met Petra en Rene gewenst! heel veel groetjes