Te voet van de Mont Blanc naar de Matterhorn


Advertisement
Switzerland's flag
Europe » Switzerland » South-West » Zermatt
August 18th 2021
Published: August 18th 2021
Edit Blog Post

Een tocht om het Mont Blanc massief en vervolgens door de Penine Alps meerdere bergpassen oversteken om in Zermatt aan de voet van de Matterhorn te eindigen. Ja, dat leek me wel een leuk plan dat ik dit jaar kort voor vertrek maakte.

Heerlijk met de trein richting Zwitserland om mijn eerste nacht de tent op te slaan op een camping in Champex-Lac waar de regen na het opzetten van mijn tent direct met bakken uit de hemel kwam. Dit vergezeld door bliksem en gedonder, mijn grootste angst in de bergen. Gelukkig stond ik hier veilig op de camping met hoge bergtoppen om me heen.

Veel kleine trekkerstentjes op de camping, want ik was beland op de veel belopen Tour du Mont Blanc (TMB), een tocht die de meesten starten in Les Houches om vervolgens tegen de klok in om de Mont Blanc heen te lopen. Omdat ik mijn TMB wilde combineren met de Walkers Haute Route tussen Chamonix en Zermatt had ik een wat ander schema gemaakt en startte ik hier juist in de andere richting, omdat dit zorgde voor een relatief eenvoudige eerste etappe en een week later voor een makkelijke overstap op de andere route. Daar waar bijna iedereen met smerige kleding en schoenen en sommigen niet meer al te soepel lopend zich op de camping begaven startte ik daar zaterdagochtend schoon en fris aan mijn eerste dag. Een makkelijke afdaling door het bos met veel eekhoorntjes en laag hangende bewolking in de vallei. Af en toe trok die bewolking wat weg en gaven de eerste bergen zich prijs. Na een lunch in Fouly begon het klimmen naar de gite Alpage de la Peule. Ik had het mezelf makkelijk gemaakt door de eerste twee nachten een bed te boeken in een berghut om zo gedoe te voorkomen met het eigenlijk niet mogen wildkamperen in Italie. De eerste hut stond nog net in Zwitserland hoog op de berg vlakbij de grens. Een kaasboerderij, dus het eten was echt verrukkelijk. Het was vrij rustig in deze accommodatie en even later kwam nog een Duitse knul binnen die een iets avontuurlijker tochtje van het pad af had gemaakt en tijdens een manoeuvre bijna de nagel van een vinger was verloren. Op zoek naar een EHBO-kit eindigde hij bij mij en dit leidde tot een interessant gesprek. Daar waar alle gesprekken beginnen met elkaar vertellen wat je hier aan het doen bent, zaten we een uur later nog te praten over zijn worstelingen met de ADD die hij heeft en hoe hij het in de loop van de jaren juist als een krachtige eigenschap is gaan zien. Was een mooi gesprek.

De volgende ochtend liep ik in een wolk de bergpas op om vervolgens in wind en regen de grens met Italie over te steken. Maar snel afdalen in dit gure weer. Niet al te veel later opende zich een vallei met een mooie regenboog. Beneden aangekomen warm in een hut gaan zitten met een kopje thee en gebak, de luxes van het lopen van een trail in de Alpen. En even taaltechnisch omschakelen van het Franse “Bonjour” naar het Italiaanse “Bon giorno”! Gelukkig verwachten ze in Italie ook niet dat je vocabulaire uitgebreider is dan dit, dus gaat de verdere communicatie lekker in het Engels.

Het weer klaarde aardig op en dat was fijn, want de Italiaanse zijde van het Mont Blanc massief was misschien wel het mooiste van de gehele TMB. Supermooie valleien met uitzicht op gletsjers en besneeuwde bergtoppen. Ook nog veel hoogtemeters maken, maar daarnaast mooie paadjes die even op hoogte blijven en de prachtigste panorama’s bieden. Ondertussen was ik op de route van een trailrun-event beland en nadat ik de zoveelste renner wilde begroeten stopte deze plotseling, keek me aan en zei: “Afke?” Verrast keek ik hem aan en bleek het een bekende te zijn! Wat een toevallige en bijzondere ontmoeting zo in de bergen! Met Allard heb ik twee keer een sneeuwwandeltocht in de bergen gelopen en samen met zijn vrouw is hij het grootste deel van het jaar in de bergen aanwezig. Vandaag dus toevallig op hetzelfde pad als ik. En als ik 5 minuten sneller had gelopen was deze ontmoeting er niet eens geweest, want niet veel later stond ik bij Refugio Bertone, mijn onderkomen voor vannacht. Een fijne hut met ook privé-kamers, dus geen gesnurk van anderen...

Tijdens het eten een superleuk gesprek gehad met Shannon uit de US, die ook alleen liep, maar dan in de andere, gebruikelijke richting. Onze wegen zouden dus de volgende dag weer scheiden.

Ik daalde af op een steile helling door het bos en kwam aan in Courmayeur. Na wat boodschapjes te hebben gedaan heb ik mezelf een urenlange klim door bos en over skipistes uitgespaard door de gondola en stoeltjeslift te nemen. Het was nog wel even een paar honderd hoogtemeters klimmen, maar ondertussen ook genieten van de vergezichten. Een heerlijke lunchpauze in de zon met m’n voeten in een beekje, mijn dag kon niet meer stuk. Dacht ik dan. Er kon namelijk nog wel wat stuk, want altijd als je het niet verwacht en dus niet meer honderd procent scherp bent is daar die ene uitstekende boomwortel op een simpel paadje. Binnen notime lag ik voorover op m’n gezicht. Ik wist niet eens dat je op je gezicht kon vallen! Nou, wel dus. Je hebt er alleen maar een licht voorwaartse beweging voor nodig, wat extra kilo’s op je rug en een pad dat iets naar beneden afloopt, zodat de zwaartekracht verder zijn werk kan doen. Ik was meer beduusd dan geschrokken en checkte eerst of al m’n tanden nog wel in m’n mond zaten. Dat was gelukkig het geval. Mijn lip zwol direct op en bloedde. Ah, oké, tand door m’n lip. Ik koelde met de buitenkant van mijn drinkfles, die ik gelukkig kort daarvoor had bijgevuld met het koude water uit het beekje. Even verderop was een restaurantje en ik besloot daar heen te lopen om te kijken of ze daar ijs zouden hebben, zodat ik nog beter kon koelen, want ik voelde inmiddels de muizen van m’n handen ook opzwellen. Op de weg er naar toe drupte er nog wat bloed en ontdekte ik dat mijn zonnebril wel heel was gebleven, maar wat huid van m’n neus af had geschraapt en dus ook open lag. Bij het restaurantje hadden ze gelukkig een bevroren koelelement dat ik mocht gebruiken om te koelen. Vervolgens de schade qua wondjes opgemaakt in het toilet en schoon gespoeld. Gelukkig vooral schaafwonden en blauwe plekken op knieën, ellebogen en handen. Alleen m’n neusbrug kreeg een pleister en toen kon de zonnebril ook weer pijnloos op. Tijd om verder te gaan. Al doet je hoofd dan rare dingen door zaken in twijfel te trekken. Gelukkig heeft dat hoofd ook weer een deel dat nuchter kan relativeren, dus liep ik even later de laatste pas van de dag op om de oversteek naar Frankrijk te maken. Niet voordat ik genoot van de prachtig besneeuwde hoge toppen van het Mont Blanc massief en de vele marmotten die als een soort grappige stokstaartjes uit hun holen tevoorschijn kwamen met hun fluitende alarmroepen.

Frankrijk, daar waar wildkamperen boven de boomgrens voor een nacht is toegestaan. En als daar dan een prachtig vlak stuk gras is, ook enigszins beschut en een kabbelend beekje in de achtertuin....ja, dan is het tijd om te stoppen en de tent daar op te zetten. Heerlijk genieten van het laatste daglicht op de bergtoppen, een maaltijd uit een zakje en het geluid van vogels.

Om vervolgens rond drie uur ‘s nachts wakker te worden van een bloedneus. Hmmm..toch nog iets van die val? Gelukkig stopte deze binnen tien minuten en probeerde ik weer verder te slapen. De volgende ochtend voelde ik me prima en waren de zwellingen van de val aardig weg. Vol goede moed een nieuwe dag beginnen.

Vandaag deed ik een variant van de hoofdroute. Het leek me gewoon een mooiere route, als ik zo op de kaart keek. Wel aardig wat hoogtemeters. In de loop van de ochtend kwamen wat wandelaars me tegemoet en werd me net iets te vaak veel succes of geluk gewenst....dat was nog niet eerder zo geweest de afgelopen dagen. Alsof me nu echt de beklimming der beklimmingen stond te wachten. Oké, gewoon stapje voor stapje verder en genieten van de omgeving, die echt prachtig was!! Mooie rotsformaties, watervallen en sneeuwvelden, waar marmotten met hun dikke kont overheen renden.

Op een rustig tempo was dit echt prima te doen en rond lunchtijd liep ik via een sneeuwveld de pas over en opende zich daar een nieuwe vallei. Een redelijk eenvoudige afdaling bracht me weer in iets beschutter terrein en na een korte pauze begon ik aan de verder afdaling richting Les Contamines. Het laatste uur met een drupje regen, maar al snel was ik op een fijne camping, waar ik behalve een plekje op het trekkersveldje ook een diner en ontbijt kon krijgen. Daar heerlijk van genoten samen met twee andere solohikers. Een Iraanse dame, die in Duitsland woont en net als ik de route in de ongebruikelijke richting liep en een Nederlandse knul met het enthousiasme van een jonge hond, een ambitieus plan voor deze route (zijn eerste hike) met een veel te zwaar beladen rugzak, maar wellicht onderschatten wij hem wel. Hij was in ieder geval op dag 1 verdwaald geraakt en had daardoor vier uur omgelopen en het heel koud gehad in zijn tent laag in de vallei en had ook maar 1 jasje mee dat een beetje regen tegenhield. Ik kreeg de neiging hem te willen helpen door kritisch naar de inhoud van zijn backpack te kijken en hem op de kaart suggesties voor dagetappes aan te wijzen, maar bedacht me net op tijd, dat hij daar helemaal niet om vroeg en op zijn manier dit pad loopt en leert. Bovendien heeft deze route genoeg escapes en voorzieningen, dus brengt hij zichzelf ook weer niet supersnel in gevaar. Hopelijk is het hem verder goed vergaan op deze tocht.

De dag erna zou in ieder geval een regenachtige zijn. Ik had de keuze uit twee routes en koos de eenvoudigste, aangezien een extra 500 meter klimmen leuk is voor je conditie, maar weinig toevoegt op een dag waar de bergen in wolken zijn gehuld. Halverwege deze dag van lopen in de zeikregen was er gelukkig een huis met een overkapping waar ik even onder kon schuilen voor de lunch. Aangekomen in Les Houches was ik zo doorweekt, dat ik me liet verleiden door een bord voor een hotel met de prijs van de kamers. Even een lekkere douche en alle spullen goed kunnen laten drogen. Pizzaatje halen en onder een zacht dekbed kruipen.

En een plan bedenken voor het vervolg. De TMB klimt hier weer omhoog en komt op een pad hoog in de bergen uit met in goede weersomstandigheden waanzinnige uitzichten. Het weer was echter nog zeer wisselvallig en de vallei in nevel gehuld. Ik kon er ook voor kiezen de trein naar het iets verderop gelegen Chamonix te pakken en een start te maken met de officiële route van de Walkers Haute Route, die meer in de vallei loopt en even later overlap heeft met de TMB. Al lonkten de mooie uitzichten, mijn inschatting was, als ik naar buiten keek en het weerbericht checkte, dat de moeite van het omhoog lopen het niet waard zou zijn. Zo zat ik dus in de trein voor een kort ritje naar Chamonix. Even wennen om in zo’n toeristische plaats te lopen na de relatieve rust in de bergen. Al snel liep ik weer in het bos en bracht dit pad me naar de in wolken gehulde grens tussen Frankrijk en Zwitserland. Ik zag nog net de daar gelegen berghut uit een wolk tevoorschijn komen om daar binnen even van een warm theetje te genieten.

Even gewacht tot het wat opentrok om toch nog van het uitzicht te kunnen genieten op deze pas tussen Frankrijk en Zwitserland. Een lange afdaling volgde naar Le Peuty, waar een soort van camping was. Een grasveld aan de rand van het dorp naast een gebouwtje met openbare toiletten. In de naastgelegen accommodatie konden maaltijden gereserveerd worden, dus lekker voor dat gemak gekozen. Daar ontmoette ik Shannon weer die ik in Italie eerder had gezien. Het was een leuk weerzien en we wisselden onze ervaringen uit. Ook in het gezelschap van Alex, een Brit, die momenteel aan de voet van de Etna woont en net als ik de Haute Route liep.

Alex startte de dag wat later, dus ik was alweer vroeg op pad om eerst langs het selfservice-winkeltje te lopen. Een caravan uitgerust met lokale producten en waar je je geld in een envelop achterliet. Even heerlijk lokaal brood gescoord voor de lunch.

Ik voelde me die dag niet topfit en zag wat op tegen de lange klim, maar het weerbericht voorspelde ontzettend zonnig weer, dus ik wilde deze variant van de route die door hoog terrein liep met van dichtbij uitzicht op de gletsjer van Trient echt niet missen. Ik gaf mezelf driehonderd hoogtemeters om te bepalen of ik echt fit genoeg was voor deze pittige route en zou anders toch voor de ‘makkelijke’ alternatieve route kiezen. M’n hoofd wilde het echt heel graag, dus gelukkig deed m’n lijf daarom ook mee en liep ik even later langs een mooi irrigatiekanaaltje bij te komen van de eerste klim, vastberaden om de overige ruim 1000 hoogtemeters ook te lopen. Wel rustig aan met genoeg drink- en snackpauzes. Het pad was op een zeker moment wat omgelegd via wat steile stukjes met touw, aangezien een landslide de oorspronkelijke route had vernietigd, maar gelukkig was dit maar een kort stukje. En wat een beloningen qua uitzichten. Echt niet normaal!! Bergtoppen zover het zicht reikte, de gletsjer van dichtbij en machtige rotspunten boven me. Bij mijn laatste pauze van de klim zocht ik een grote kei uit en plofte niet veel later Alex naast me neer. Om vervolgens ook nog gezelschap te krijgen van een Duitse meid (Caroline) die ook alleen op pad was. Als een soort van vanzelf vormden we een groepje en beklommen samen het laatste deel van de pas. Daar genoten we heerlijk van onze lunch en waren we maar wat blij dat we elkaar ook konden helpen met de afdaling. Ik tenminste wel. Daar waar tijdens het omhoog lopen Caroline het een verademing vond om mijn constante rustige tempo te volgen zonder buiten adem te raken, was ik aan de andere kant van de vallei weer al te blij met haar aanwijzingen tijdens het naar beneden lopen over het pittige terrein bezaaid met rollende steentjes en grote keien met grote gapende gaten ertussen.

Toen het ergste achter de rug was werd het een heerlijke wandeling langs kabbelende beekjes, bossen en alpenweiden. Aangekomen op de camping vervolgde Caroline haar eigen weg, want zij liep een iets andere route. Alex en ik aten samen een hapje eten in het restaurant en spraken af de volgende dag ook samen verder te lopen.

Dit was een korte dag via Champex-Lac en Sembracher (net een museumdorpje) naar Le Chable. Dat was maar goed ook, want vlak voor Le Chable begon het te plenzen en onweren. We schuilden onder een afdakje tegenover de kerk. Ik had hier een B&B geboekt en Alex zou met de bus naar de verderop in de vallei gelegen camping gaan, wat hem op dat moment niet meer zo’n fijn plan leek. In mijn beste Frans (dus dat duurde even) probeerde ik de oudere dame van de b&B te vragen of ze nog een kamer vrij had voor nog een verzopen wandelaar. Die had ze. Alex blij, want de hotels die hij ondertussen al had gecheckt zaten allemaal vol vanwege een fietsevenement. De restaurants die avond ook, dus wij aten een veel te dure maaltijd aan een bar in een restaurant, maar wel onder het genot van een verhaal van een Fransman die die dag de heroïsche fietstocht had afgelegd en baalde als een stekker, omdat hij vanwege het onweer de laatste 50 km niet meer mocht afmaken, terwijl hij zich zo vastberaden had gevoeld om dit te volbrengen. Ja, de natuur is de baas. Daar win je als fietser of loper niet van.

De dame van de B&B bood een gratis VIP-pas aan voor de skilift de berg op en die nam ik dankbaar aan. Alex had daar een berghut gereserveerd voor die dag, maar ik besloot verder te lopen en het pittige terrein dat voor ons lag te doorkruisen nu het weerbericht er gunstig uit zag voor de komende dagen. Na een paar mooie dagen waarin onze wegen elkaar gekruist hadden, gingen we beiden nu weer onze eigen weg. Ik was wel wat zenuwachtig over dit stuk, want er zou nog redelijk wat sneeuw liggen en bepaalde routes waren afgesloten vanwege kans op steenval. Ik won wat laatste advies in bij de beheerder van de berghut en ging toen op pad. De vallei was nog gehuld in wolken, wat het zicht op de koeien met hun klingelende bellen om hun nek nog magischer maakte. Stukjes blauwe lucht en voorzichtig te voorschijn komende bergtoppen verraadden echter al dat het steeds beter weer zou worden. Ik liep op een smal paadje tussen het gras en na ruim een uur ploeteren bereikte ik het rotsige gebied, waar ik het afgesloten pad zag. Ook op het pad waar ik wel mocht lopen was risico op steenval en borden vertelden me dat ik hier snel moest doorlopen en geen pauze mocht houden. Dit deed ik uiteraard braaf. Naast me even later steile afgronden, maar het pad was breed genoeg. Niet veel later stond ik op Col de Termin en keek ik uit op een groen gekleurd meer en kwam ik weer in de leefwereld van de marmotten. Zo prachtig! Over wat blokkenvelden en smalle paadjes vervolgde ik na de lunch mijn route naar Col de Louvie, de volgende pas. Daar aangekomen bleek de andere kant van de pas een steile helling van sneeuw. Ai... Er zat een Frans stel en ik vroeg ze of zij hier ervaren in waren en of ik dit stukje even met ze mocht oplopen. Dat was helemaal oké en al zigzaggend volgden we elkaars voetsporen de berg af. Beneden aangekomen bedankte ik ze en gingen zij in hoog tempo verder met hun lekker lichte dagrugzakjes. Daar was ik op een dag als vandaag wel jaloers op, maar ik besefte me ook dat ik weer blij was met de vrijheid en flexibiliteit die ik had met mijn hele huishouden op m’n rug.

Ondertussen was ik in de wondere wereld van de Grand Desert beland. Zo ruig, afgelegen en stil. Heel bijzonder. Ik doorkruiste nog wat sneeuwvelden, riviertjes met smeltwater en veel rotsig terrein. Tot ik na een klim weer bij een uitzichtpunt belandde. Daar knoopte ik een praatje aan met een Duitse man die dagtochtjes aan het maken was vanaf een berghut wat mijn voorlopige mikpunt van deze dag was. Hij vertelde hoe hij genoot van het ruige terrein en express nog wat extra sneeuwvelden op zijn route meepakte, omdat hij dat zo leuk vond. Ik vond het wel een verfrissende kijk na mijn gestress om te vallen op dat soort stukken, al realiseer ik me ook wel dat dit ook te maken heeft met het verschil in gewicht van de rugzakken. Ik wenste hem een fijne dag en liep op afstand achter hem aan. Tot ik bij een punt belandde met tussen mijn rotsige opstapje en een overhangend sneeuwveld een iets te groot gat. Hoe was die man daar overheen gestapt? Dit zag er levensgevaarlijk uit. Ik zag hem in de verte nog lopen en besloot in zijn richting te roepen. Meteen draaide hij zich om en snelde zich over zijn geliefde sneeuwvelden terug naar mij. Hij wees me de veilige route en hielp me op het lastigste stukje naar beneden. Daarna zou alles weer makkelijk zijn tot aan de berghut, vertelde hij. Ik haalde opgelucht adem en bedankte hem in mijn allerbeste Duits. Het was nog even een klimmetje naar de volgende bergpas met ook nog wat sneeuw op de route, maar het lukte. Weer een nieuw uitzicht om van te genieten. De Duitse meneer had me toch nog even in de gaten gehouden en toen hij me bovenop de pas zag, verdween hij uitgebreid zwaaiend in de volgende vallei. Meestal vraag ik mensen naar hun naam tijdens dit soort ontmoetingen, maar het was er niet van gekomen en deze meneer gaat vanaf nu de boeken in als “de lieve meneer”.

De bijzondere ontmoetingen hielden nog niet op deze dag, want een kwartier nadat ik was afgedaald stond ik oog in oog met een kudde steenbokken, die rustig aan het grazen waren. Mijn mond viel open. Zo even onderdeel te zijn van hun leefwereld en daar gewoon te mogen staan.

Verwonderd daalde ik verder af en vond een mooi vlak stukje gras net naast een riviertje. Redelijk beschut achter een grote kei zette ik mijn tent op. Om mij heen meerdere steenbokken op de hogere rotsen en dalen onder me. Nadat ik mijn maaltje had gegeten werd ik nog vergezeld door een Zwitsers stel en een Amerikaanse moeder en dochter, die verderop ook hun tentje plaatsten. Voldaan viel ik in een lange, diepe slaap.

Oorspronkelijk had ik al een vallei verder gedacht te zijn, maar het ruige terrein had anders beslist. Vandaag zou waarschijnlijk weer een lange dag zijn, maar ik ging lekker vroeg op pad voor de meeste mensen uit, zodat ik altijd wel iemand zou treffen als er een moeilijk stuk zou zijn. Een van de veiligheden die ik als solohiker kan inbouwen: niet de hekkensluiter zijn op een route, zodat er altijd mogelijke hulp achter je loopt. De klim naar de eerste pas ging voorspoedig en gaf een uitzicht ‘waar je u tegen zegt’. Een groot stuwmeer met op de achtergrond de grote met sneeuw bedekte bergreuzen. Na een knieslopende afdaling volgde een relaxed wandelingetje van een uur langs het stuwmeer. Daarna weer flink klimmen om in een wereld van gletsjers en morenen te belanden. Alles ging redelijk soepel totdat ik een enkele kilometer van de volgende pas was verwijderd. Ik wist dat er verticale ladders tegen een rotswand zouden komen en dat leek me best spannend, maar dat stuk ervoor!! Ik zag de ladders al in de verte, maar vroeg me echt af of ik daar wel veilig kon komen. De markering op de stenen was vrij duidelijk: dit was het pad. Het leek alleen meer klimmen dan lopen. Voor de veiligheid borg ik mijn wandelstokken op en hielp ik mezelf met handen, voeten en een portie adrenaline naar boven. Even op adem komen op plekken waar ik goed kon staan en weer door. Het laatste deel had een ketting die extra houvast bood en ik klom gestaag verder, mijn ogen gericht op de ladders. Van tevoren nooit gedacht dat die ladders uiteindelijk een verademing zouden zijn. Oké, je moet echt niet loslaten, want dan lig je, niet al te heel meer, onderaan een berg, maar je laat ook echt niet los. Nog nooit zo’n opluchting gevoeld bij aankomst op de “Pas de Chevres”, want tot echte berggeit was ik nu wel gedoopt.

Normaal geniet ik van mijn lunch bovenop een pas, genietend van het uitzicht, maar ik wilde nog even de adrenaline uit m’n lijf lopen en daalde af naar een heerlijk zitplekje langs een riviertje. Daar ontdekte ik een bebloede teen van alle gekke inspanningen, maar gelukkig bleek het na het spoelen in het water maar een klein wondje. Even rustig bijkomen voordat ik deze lieflijk, groene vallei uitliep. Zwaar achter op mijn soort van schema dat ik in gedachten had, maar ik was blij met hoe ik de tocht tot nu toe had volbracht en nam zonder al te veel nadenken lekker de bus het laatste stuk de vallei in om mijn lichaam wat rust te geven. Aangekomen in Les Hauderes deed ik wat boodschappen en liep naar de camping. Tijd voor een douche en echte maaltijd.

De komende dagen lagen min of meer vast, want ik had een paar dagen geleden een berghut geboekt voor een nacht, die volgens mijn gidsje echt niet te missen was op deze route.

Dit betekende voor de eerstvolgende dag een klim van bijna 1900 meter in totaal. Huh, had ik dit echt bedacht? Schijnbaar wel. Dus maar vroeg starten om de warmte voor te zijn en de eerste 1400 m gingen vrij voorspoedig. Alleen al het feit dat ik de hele tijd op een gewoon pad liep. Nog gezellig langs wat kuddes koeien die me aanmoedigden met hun klingelende bellen. Tenminste, zo heb ik het maar opgevat, want dat loopt zo lekker. De Col de Tsate was natuurlijk wel op het laatst even lekker steil, dus met wat extra krachtinspanning bereikte ik dan de top. Onder me zag ik al prachtige plekjes voor een lunchpauze. Heerlijk naast een meertje gelegen en genoten van het zonnetje en het uitzicht. Na een verdere afdaling volgde een klim over een mooie morene, waarna nog een zigzaggende klim volgde tot aan Cabane de Moiry, de berghut die hoog uit torende boven/naast een gletsjer. Inderdaad een geweldige plek voor een overnachting. Tijdens het avondeten nodigde een groep Zwitserse vrienden me uit om bij hun aan tafel te komen zitten. Dat was erg gezellig en na de maaltijd genoten we buiten van het steeds veranderende licht op de gletsjer en een mooie zonsondergang.

‘s Ochtends werden we gewekt door onweer, maar gelukkig klaarde het daarna op. Her en der hingen nog wel dreigende wolken en het regen- en onweersfront bevond zich nu in de vallei waar ik heen zou gaan. Ik hield de lucht nauwlettend in de gaten en was me steeds bewust van de meest veilige optie om te stoppen als het onweer wel weer zou losbarsten. Gelukkig was dit alles niet nodig, want een paar uur later stond ik me alweer in te smeren met zonnebrandcreme tussen de luid loeiende koeien. Ik vind alles best van die beesten, maar ze hoeven zich niet te bemoeien met mijn insmeerpatroon.

De volgende pas kwam uit in superlelijk skigebied, maar als je voor dat deel je ogen dicht doet, waren er op andere hoogtes prachtige hoge bergen te bewonderen, waaronder de Weisshorn. En oké, dat skigebied heeft ook zo z’n voordelen. Een skilift bijvoorbeeld, die voorkomt dat je je knieën stuk loopt op een hele steile helling naar beneden. Welkom in Zinal!

Wat een heerlijk plaatsje was dat. Gezellige sfeer en mooi gelegen camping. Even wat handwas doen en een middagje relaxen. ‘s Avonds op het terras een hapje gegeten met een Fransman, die in Dublin woont en de afgelopen dagen de Bishorn had beklommen. Dat had hij voor het eerst alleen gedaan en al had hij die morgen bovenop de berg in een wolk gestaan zonder uitzicht, was hij trots op zijn prestatie. Terug op de camping waren onze ‘buren’ ook aanwezig en dat bleken twee Nederlandse meiden, waarvan er eentje een paar jaar geleden de Te Araroa door Nieuw-Zeeland had gelopen. Ja, die tocht die ik ook al gelopen zou hebben als Covid niet had bestaan...zo tof om haar verhalen te horen en elkaar te inspireren voor nieuwe langeafstandsroutes onder het genot van een kopje thee met uitzicht op de bergen...

De dagen begonnen nu te tellen. Nog twee passen over en ik zou in de laatste vallei van deze tocht belanden. Maar 1 ding tegelijk. Eerst de pas beklimmen die mij over de taalgrens van Frans sprekend Zwitserland naar Duits sprekend Zwitserland zou brengen. Heel fijn, want dat Duits gaat me beter af dan Frans. Al was het met het kletsen met mijn campingburen zelfs weer even schakelen naar het Nederlands na al dat geklets in het Engels, Frans, Italiaans (oké, alleen het gedag zeggen dan) en Duits...je zou er bijna een talenknobbel van krijgen, maar nee, helaas....

Een eenvoudig dagje met wederom adembenemende uitzichten bracht me in de vallei met het kleine dorpje Gruben. Hier was ik van plan in de vallei wild te kamperen, maar eerst even van een terrasje genieten in het dorp. Het was me niet honderd procent duidelijk of het kamperen hier was toegestaan, dus ik ben eerst wat eten gaan koken. (Nou ja, water gaan koken om bij het gevriesdroogde eten te mikken)

In de loop van de avond de tent opgezet terwijl een Franse knul (Victor) hetzelfde deed iets verderop. Hij kon niet zoveel Engels en ik niet zoveel Frans dus we zijn na een kort gesprekje maar lekker ons eigen gang gegaan.

Ik sliep weer vrij vroeg tot ik gewekt werd door lichtflitsen en gedonder. He, gatver, onweer. Ik checkte de weerapp en constateerde dat het wel een paar uurtjes los zou gaan...’moving thunderstorms level 3’ (level 3 op een schaal van??? Geen idee)...hmm...stond ik hier helemaal goed met mijn tent? Ja, dat moet toch wel. Vlak grasveldje in een vallei, hoge bomen en rotsen verderop en niet direct langs het water, dit zou goed moeten gaan. Niet helemaal gerust telde ik de seconden tussen de bliksem en het gedonder. Tot ik me bedacht dat dit me alleen maar informatie gaf en ik er verder toch niks mee ging doen, aangezien ik hier nu eenmaal stond en de plek waarschijnlijk echt wel de meest veilige optie was. Het was niet zo dat ik nog even veilig een hotel in kon rennen of zo. Dus besloot ik maar als afleiding mijn foto’s op m’n telefoon te gaan bekijken. Victor was buiten in de weer met zijn zaklamp. Scheerlijnen checken? Bij mij stond alles goed wist ik. Dat was maar goed ook, want niet veel later begon het keihard te waaien en stortregenen, de tent schudde heen en weer. En toen die flits, die mijn beeld voor zeker vijf seconden volledig wit maakte met daarop volgend direct het geknetter boven me. Oké, ik leef nog. Dit was echt zeg maar hier direct boven me. Nu gaat het onweer als het goed is weer verder...beetje shaky was ik wel...

Ik zie Victor’s zaklamp richting mijn tent schijnen, misschien om te checken of ik er nog sta...ik schijn terug als een soort ‘oke-teken’. Ook zonder taal valt er te communiceren.

Het duurde echt nog ruim twee uur, voordat ik de slaap weer kon vatten en de regen ook wat afnam.

Niks kon me de volgende dag nog tegenhouden na deze brakke nacht om de laatste pas over te steken naar het Mattertal. Ik had het onweer overleefd en misschien was de angst grotendeels ongegrond, maar zulk weer maakt dat je je een klein nietig mensje overgeleverd aan de natuur voelt.

Mijn lijf was behalve moe gelukkig inmiddels ook heel sterk geworden en al liep ik ook een klein stukje verkeerd en dus wat extra meters, bereikte ik daar dan de laatste echte bergpas van deze wandeltocht. Wauw, weer gelukt en nu snel afdalen vanwege de koude wind. Een beschut plekje voor de lunch en daarna door naar Jungen, waar ik al had bedacht om de kabelbaan naar beneden te pakken naar Sint Niklaus. Maar jeetje, dit pad duurde nog even en vroeg nog het uiterste van me met grote delen rotsblokken waar ik m’n weg moest zien te vinden. Pfff...even nog goed concentreren. Toen ik het aardig zat begon te worden hoorde ik iemand achter me mijn naam roepen. Het bleek een man uit Colorado te zijn, die ik twee dagen geleden bij Cabane de Moiry even had gesproken. Hij kwam enthousiast aangedenderd met nog twee anderen. De andere twee uit zijn reisgezelschap hadden het voor gezien gehouden in Zinal en konden niet meer verder.

We hebben heerlijk lopen kletsen. Deze man is in Nepal geboren en binnen Nepal verhuisd en daardoor noodgedwongen van Boedist Hindoeist geworden. Daarna ging hij in Amerika naar een Katholieke school en nu had hij besloten in niks meer te geloven. Het was een interessant gesprek en maakte het laatste deel van de route een stuk aangenamer. In Sint Niklaus zeiden we elkaar gedag, want zij verbleven daar in een hotel. Het aanbod om de kamer over te nemen van hun afgehaakte vrienden sloeg ik af, want ik had nog zin om verder de vallei in te lopen op een heerlijk makkelijk pad naar de camping. Daar de heerlijkste rösti ooit gegeten en voldaan in slaap gevallen.

De laatste etappe naar Zermatt! Vele opties hier en ik koos voor de makkelijkste met alsnog wel de uitzichten. Dat betekende wel dat ik nog weer bijna 1000 m de hoogte in moest, maar de delen met afgronden en kabels sloeg ik lekker over. Het klimmen was nog wel pittig, maar in de ochtend als de zon nog niet zo brandt, is het best te doen. Laatste lunchplek op de route. Heerlijk vers brood van de bakker in Tasch en een blikje sardientjes. (Kaas zou gesmolten zijn met die wamte)

En maar genieten van alle grote bergen om mee heen: de Dom, Weisshorn en Matterhorn als meest bekenden. Wat een finale! Tot slot nog een mooi terras op de route voor een halve liter cola en op naar de finish in Zermatt. Overweldigend daar tussen de drukte te lopen, dus snel naar de camping met alle andere buitensportmensjes. De tent opzetten naast het station. Hoe ideaal.

Nog een dagje had ik over, dus nam ik de skilift naar grote hoogte en liep de Glacier Walk met machtige uitzichten op gletsjers, sneeuw, kleurige rotsen, wildstromende riviertjes en de Matterhorn bijna op aanraakafstand. Een betere afsluiting kon gewoon niet. Met een hoofd vol herinneringen, ervaringen en ontmoetingen rijker, bracht de dag erna de trein me via vele overstappen terug naar het ook zeer fijne Leiden.


Additional photos below
Photos: 44, Displayed: 44


Advertisement



18th August 2021

Heerlijk!
Heerlijk Afke, wat een mooie tocht en altijd prachtig te bergen! Veel liefs, Marianne
20th August 2021

avontuurlijk hoor
Echt toevallig dat je een bekende tegenkwam. schrikken zeg, van die val en in de tent met onweer. Mooi te lezen hoe je je kon inhouden die Nederlandse knul van ongevraagd advies te voorzien. Haha, nooit geweten dat daar zoveel marmotten leefden. Prachtige natuur. Sommige stukken lijken niet onder te doen voor een wandeltocht een tijd terug, die alleen voor ervaren lopers was en waar je geen/weinig bereik had, als ik het goed heb onthouden.

Tot: 0.142s; Tpl: 0.022s; cc: 14; qc: 29; dbt: 0.0791s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb