Svalbard (Spitsbergen) Deel II en omgeving Tromso: Sledehonden, ijsgrot en de gevolgen van een sneeuwstorm


Advertisement
Svalbard's flag
Europe » Svalbard » Spitsbergen
March 20th 2019
Published: March 28th 2019
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Longyearbyen-Tromso-Sommaroy


Na de vrij zware sneeuwscootertocht zijn we deze ochtend vrij. In de middag lopen we de weg af naar Longyearbyen, ongeveer een half uur lopen. De stad is vernoemd naar een Amerikaan, die in 1906 een mijnoperatie begon met 500 mensen. Opmerkelijk is dat de stad geen straatnamen heeft. Katten worden niet toegelaten op het eiland om de vogelpopulatie te beschermen. En je mag er niet begraven worden, de laatste begrafenis was 70 jaar geleden. Aangezien de stad op permafrost gebouwd is kunnen lichamen niet ontbinden. Vier maanden per jaar gaat de zon niet op. Tot zover wat over de stad.

Het is zondag en er zijn niet veel winkels geopend. We eten een stoofpotje in het Raddisson Hotel en worden om 15.00 uur opgehaald voor onze tocht met de sledehonden. We rijden over een van de weinige wegen de stad uit en Adventdalen in. De dogyard van Greendog ligt bovenop een heuvel een eind buiten de stad. Op dit moment hebben ze ongeveer 280 honden. Iedere gids heeft een bepaald aantal honden onder zijn hoede, de onze zo’n dertig. We kleden ons eerst om en gaan dan naar het hondenverblijf. Zo ver je kunt kijken staan er hondenhokken met daarop hun namen. Sommige liggen of zitten ervoor, andere zitten ons verwachtingsvol aan te kijken boven op hun hok. Vanaf jongs af aan worden de honden getraind om zoveel mogelijk spieren te kweken. Als ze twee jaar zijn kunnen ze beginnen met sleden trekken. Ze zijn eigenlijk altijd buiten, sommige honden slapen ook altijd buiten, ook al sneeuwt het.

We aaien eerst een aantal honden, je kunt zien dat ze weten en ook zin hebben om erop uit te gaan. In principe moeten we alles zelf doen, wat natuurlijk ook erg leuk is. We krijgen ieder een aantal honden toegewezen, welke we alle zes naar de slee brengen en vastmaken aan de lijn. De honden worden nu steeds onrustiger, ze willen natuurlijk maar een ding. Sommige beginnen steeds luider te jammeren. Bij ons is er een die duidelijk wat minder zin heeft, ze lag ook voor haar hok te slapen. De slee weegt 40 kilo en heeft een aantal rendierhuiden waar je op kunt zitten. Achterop kan iemand staan en de rem bedienen, welke we nog veel moeten gebruiken. Als iedereen eenmaal klaar is gaan we van start met de gids voorop. Hij neemt twee personen mee en heeft daarom ook wat extra honden bij zich. Wij gaan als derde van start en de honden zetten het meteen op een rennen. Het gaat gelijk heuvelafwaarts en ik moet uit alle macht remmen, omdat de slee soms door de lucht vliegt door alle hobbels. Eenmaal beneden wordt het een stuk vlakker en sleeën we Bolterdalen in. Hier mogen geen sneeuwscooters komen, dus is het er heerlijk rustig.

De slee voor ons heeft een stuk minder snelheid, dus we dreigen constant met ze in botsing te komen (inhalen mag niet). Na een aantal keer te moeten stoppen om weer afstand te krijgen wisselt de gids twee honden, zodat ze wat meer snelheid maken. Wij houden ook wat meer afstand, zodat we onze honden niet constant in bedwang moeten houden. Je moet niet denken dat we super hard gaan, bij wedstrijden gaan ze maximaal twintig km/u, nu minder dan tien denk ik. We rijden een flink eind de vallei in, soms moeten we even remmen omdat de honden moeten poepen of plassen. Dat moet natuurlijk ook gebeuren. Halverwege wisselen we en gaat Esther achter het stuur. Alles gaat eigenlijk vanzelf, de honden volgen de slee voor je. Het laatste stuk staan we met zijn tweeën achterop de slee. Na anderhalf uur gaan we het dal weer uit en moeten we de heuvel weer op, een hele klim. Eenmaal terug tuigen we alles weer af en krijgen de honden een snack. Ze eten naast brokken veel voer waar veel vet in zit, zoals zeehond en walvis. We laten de honden tevreden achter en drinken nog wat warms voordat we teruggebracht worden naar ons logement.

Die avond begint het te sneeuwen en ook erg hard te waaien. De sneeuw giert vanaf de gletsjer door het dal naar de zee toe, je kan soms geen hand voor ogen zien. De volgende ochtend is het nog erger geworden. We worden om 9 uur opgehaald met een snowcat en rijden een half uur door de sneeuwjacht de Longyearbreen (gletsjer) op. Je ziet geen hand voor ogen, gelukkig heeft de gids/chauffeur een goede gps. We komen ook een oude bekende tegen, een Nederlander van 72 jaar die ieder jaar naar Noorwegen op vakantie gaat en ook op onze boottour zat naar Billefjorden. Ze moet eerst de ingang van de ijsgrot sneeuwvrij maken voordat we door het gat kunnen. We krijgen allemaal een helm op en kunnen
dan via een ladder afdalen de diepte in. De ijsgrot is eigenlijk een ruimte waardoor het smeltwater van de gletsjer iedere zomer zijn weg door naar beneden vindt. Als het koud genoeg wordt bevriest het water en kun je de grot bezoeken. We lopen eerst door een gang waar je rechtop kunt staan. Deze is niet zo heel lang en we keren al snel om. Voor de rest van de grot moet je goed ter been zijn, omdat je soms moet kruipen, dus niet iedereen gaat mee naar het tweede gedeelte. Het is goed dat we helmen ophebben, want je moet vaak op handen en voeten om verder te kunnen. De wanden van de grot bestaan soms uit wit ijs van de gletsjer zelf, en doorzichtig ijs wat bevroren water is. In dit laatste ijs zie je rotsen en sporen van sedimenten zitten welke ter plekke ingevroren zijn. Ook hangen er veel ijskristallen aan het plafond. Het is indrukwekkend om zoveel moois in een kleine, benauwde ruimte te zien. De gids doet het licht nog even uit om zo de stilte te ervaren. Het is bijzonder dat je je nu in een gletsjer bevindt.

Op een gegeven moment kunnen
we niet meer verder en klauteren we de hele weg weer terug. Het is er buiten niet veel beter op geworden, de wind giert over de gletsjer en je ziet geen hand voor ogen. We worden weer naar beneden gereden en gaan onze bagage ophalen, want we zouden vandaag naar Tromsø in Noord-Noorwegen vliegen. Ik heb er niet veel hoop op, maar je weet maar nooit. De buschauffeur zegt al dat er geen vluchten gaan vandaag, in het restaurant van de Coalminers Cabins aan de overkant van de weg denken ze ook van niet. Het vliegtuig van Norwegian is ondertussen naar het eiland gevlogen en weer omgekeerd, dus dat zegt genoeg. Wij vliegen met de SAS en die blijven volhouden dat de vlucht gaat komen, ook als we ze bellen. Ondertussen hebben ze in het restaurant bericht gekregen dat alle vluchten zijn geannuleerd en je terug moet naar je accommodatie en de kamer terugvragen. Bij die van ons is geen plek meer, dus gaan we weer terug naar de Coalminers Cabins. We bellen de SAS weer, die nog steeds volhouden dat de vlucht gaat komen en echt niet geannuleerd is. Via via krijgen we de check-in desk van de SAS aan de lijn, zij geven het OK om in de Coalminers Cabins te overnachten.

De rest van de dag zit er niet meer in dan de storm uitzitten. Buiten zien we mensen tegen de sneeuw inbeuken. De sneeuwschuivers rijden af en aan om de hoofdstraat begaanbaar te houden, wat ook echt werkt. Later die middag komen we er achter dat we zijn omgeboekt naar de volgende dag, maar in plaats van een directe vlucht naar Tromsø nu via Oslo, een hele lange omweg natuurlijk. Op de direct vlucht is geen plaats meer. We krijgen van de SAS ’s avonds een heerlijke biefstuk te eten. De volgende ochtend ontbijten we en zie ik dat de directe vlucht naar Tromsø nu wel plaats heeft en via de telefoon regel ik dat we op die vlucht komen. We gaan nu wat later weg en komen drie uur eerder aan. Ik maak nog een wandeling door de sneeuw in de omgeving van het hotel en kom daar onze Nederlandse vriend weer tegen. Hij loopt mee naar het restaurant en we drinken nog wat warms voordat we op de bus naar het vliegveld gaan. Daar landt nog een Russische MIG-8 helikopter uit het Sovjet tijdperk en er staat nog een DC-3 geparkeerd uit 1943 (76 jaar oud) waar onderzoek in het poolgebied mee wordt gedaan.

De vlucht naar Tromsø duurt maar 1 uur en 15 minuten. De SAS biedt net als de meeste maatschappijen niet veel service in Economy, maar je krijgt nog wel gratis koffie en thee. Onderweg zien we nog een groot, besneeuwd ijsveld in zee liggen. De aanvliegroute naar Tromsø is prachtig, de bergen aan de kust doemen op en we vliegen hier laag overheen. Links van ons zien we de fjorden en bergen van de Lyngen Alpen liggen. Op het vliegveld moeten we eerst door de paspoortcontrole en vervolgens willen we onze huurauto ophalen. De autohuur is een dag verkort wegens de annulering van onze vlucht gisteren en op dit moment hebben ze er nog geen beschikbaar. Na een kwartier kunnen we dan toch een auto ophalen en we krijgen een upgrade naar een pick-up. Niet verkeerd van Hertz. De Isuzu D-Max is een automaat en heeft heel veel opties en we zijn blij met de stoelverwarming. We hebben een hotel geboekt aan de kust in Sommarøy, op een uurtje rijden van Tromsø. Ook dit verblijf is natuurlijk met een nacht ingekort. We rijden in de schemer richting het zuidwesten, er ligt hier behoorlijk wat sneeuw langs de weg (meer dan een meter hoog). We rijden om een groot fjord heen en komen dan bij open water uit, waar het hard begint te waaien. We komen in een sneeuwjacht terecht, niet zozeer dat het sneeuwt, maar het wordt gewoon van de heuvels geblazen. Via een serie bruggen komen we op de eilandjes uit waar Sommarøy op ligt. Moe gaan we naar bed.

De volgende ochtend begint grijs, maar al snel komt de zon er toch door. We rijden een stukje verder naar de kust, waar we naar een uitzichtpunt wandelen waar je naar open zee kijkt en aan de overkant van het water naar de grillige bergen van het eiland Senja. Er komt ook net een vissersbootje over de ruwe zee de haven binnenvaren. De Noren komen in Sommarøy graag hun zomer doorbrengen, wat de eilandjes hebben verschillende witte zandstranden met prachtig helderblauw water. Door alle vliegperikelen hebben we helaas geen tijd meer hier langer te blijven en rijden we dezelfde prachtige weg terug naar Tromsø. De stad is op een heuvel gebouwd en daaronder ligt een uitgebreid ondergronds wegennetwerk, dat scheelt een hoop tijd. Via verschillende wegen en rotondes (weer eens wat nieuws ondergronds) komen we aan de andere kant van de stad uit en rijden we via een brug naar de kabelbaan die ons naar een hoogte van 450 meter brengt. Hier staat een harde wind, maar je hebt een prachtig uitzicht over de stad, het vele water en de bergen in de omgeving. Samen met ons zijn er veel passagiers van het cruiseschip de Viking Sun die beneden in de haven ligt.

Het loopt al tegen het eind van de middag en we drinken boven nog wat warms en nemen dan de kabelbaan naar beneden. We leveren de auto in bij de haven in de stad en slaan onze bagage op in een kluis in het havengebouw. Onze Hurtigruten boot komt pas om 23.45 uur aan, dus we hebben nog wat tijd te overbruggen. We gaan eerst wat eten en vervolgens naar de bioscoop. In Noorwegen wordt er ook ondertiteld, dus dat is goed voor ons buitenlanders. Als de film klaar is lopen we terug naar de haven en wachten we nog even totdat de Polarlys (noorderlicht) van de Hurtigruten vanuit het noorden arriveert.
We gaan net als zo’n 50 andere mensen aan bood, waar we de pasjes voor onze hut krijgen. De hut is zoals op iedere boot klein, met aan de ene kant een bed en aan de andere kant een bank die in een bed omgetoverd kan worden en een bed dat uitklapt. Moe gaan we snel naar bed, we merken niet eens dat de boot een uur later vertrekt.

De volgende keer het laatste deel van onze reis, we reizen met de Hurtigruten naar de Lofoten, waar we nog twee dagen verblijven, om dan verder zuidwaarts te varen en de trein te nemen naar Oslo. Dat deel van onze reis zal echter heel anders verlopen dan verwacht.


Additional photos below
Photos: 73, Displayed: 30


Advertisement









Tot: 0.139s; Tpl: 0.017s; cc: 11; qc: 48; dbt: 0.0652s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb