Op zoektocht naar Vader Tapir.


Advertisement
Published: May 28th 2009
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0

Nicaragua & Costa Rica


This content requires Flash
To view this content, JavaScript must be enabled, and you need the latest version of the Adobe Flash Player.
Download the free Flash Player now!
 Video Playlist:

1: 15 secs

1 additional video(s) currently being processed
Excuses voor mijn afwezigheid, ik hoop dat ik het met deze blog goed kan maken.

Nadat ik mijn blog in Leon had geschreven was zo ongeveer het eerste wat we besloten te gaan, omdat we lichtelijk verveeld waren, sandboarden. Dat houdt in met een massief houten bord een (actieve) vulkaan afgaan zónder beschermende kleding (hebben ze hier nog nooit van gehoord). Wij namen natuurlijk geen genoegen met gewoontjes dus besloten we er full-moon sandboarding van te maken. Eén probleempje werd echter duidelijk toen we daar aankwamen: er was geen maan zichtbaar. In ruil daarvoor hadden we onweer en harde wind gekregen, dat dan weer wel.

Echter, het mocht de pret natuurlijk niet drukken en met en overdosis optimisme gingen we alsnog de berg te lijf. Eenmaal boven, na een uur klimmen, was het optimisme van sommigen van ons enigzins weggeslagen door de wind, maar ja, we moesten naar beneden en de enige manier was met het board onder je voeten (of kont) de 40% steile helling af. Groot plezier dus, vooral toen ik naast me een stofwolk zag langsvliegen (met enige moeite want je zag nauwelijks en hand voor ogen) welke Jerom bleek te bevatten die voor mijn neus
VulkaanVulkaanVulkaan

Jerom is jezus
face-first het zand in dook. Omdat er geen maan was mochten we de volgende dag weer mee, gratis en voor noppes, en toen pas bleek hoe steil 40% eigenlijk is. De tweede keer ging dus een stuk langzamer en voorzichtiger, maar deze keer konden we wel van het 360 graden uitzicht over Nicaragua genieten.

Na Leon terug naar Granada, waar we snel onze spullen dumpten en in het vliegtuig stapten naar de Corn Islands. De vlucht was een verhaal opzich, met een vliegende zeepkist waar 14 mensen in pasten en je het oor van de piloot kon likken én waar Sjo uit angst mijn hand de hele vlucht tot moes kneep. Maarja, veilig aangekomen bevonden wij ons op een piraten-bounty eiland eerste klas: wit zand, blauwblauwe zee, palmbomen en Caribische negers. Als onderdenken hadden wij de huisjes gevonden van een klein grappig mannetje; Ira. Toen wij uitgeput door ons zware leven in ons huisje lagen te pitten kwam de zoon van Ira ons huisje binnenrennen, schreeuwend: "Get out, get out, it entered your house." Wij, benieuwd wat 'it' nou precies was, stormden slaapdronken ons huisje uit, waar ons verteld werd dat er een leguaan van 1 meter in onze
LeguaanLeguaanLeguaan

Dé drakendoder.
badkamer zat. Onze held Ira was echter onbevreesd en na het verklaren dat hij dit beest altijd al in de pan had willen hebben liep hij blootsvoets en slechts bewapend met een leguanenhengel (touwtje aan een stokje) ons huis in. Na een minuut in spanning vechtgeluiden te hebben aangehoord kwam onze drakendoder naar buiten met de vangst onder het mompelen van de hier reeds legendarische woorden: "And now I wanna cook him." Jerom en ik mochten als gelukkigen 's middags ook nog helemaal zelf (met enige hulp :D) de tweede leguaan die we die middag gespot hadden uitgraven en na de tweede heldendaad van de dag, nu verricht door ons, hadden we genoeg gevangen voor de lunch van de dag erna. Nee, het smaakte niet naar kip, maar het was wel verdomde lekker, de smaak van onze eigen victorie.

De volgende dag, toen we erachter kwamen dat er op Big Corn (één van de twee) toch niet zo bijster veel te doen was besloten op de boot naar zijn kleine broertje, Little Corn, te hoppen. Na mijn tweede plezante bootritje op de Caribische zee bleken daar nog meer mooie stranden te zijn, nog minder mensen en werd er daar nog meer gechilled. Om je een goed idee te geven van hoe het eruit ziet (als mijn foto's dat niet lukt), wij hebben geconstateerd dat de Malibu-reclames daar moéten zijn opgenomen. Onze dagen hebben we daar voornamelijk doorgebracht met chillen, kokosnoten plukken én openbreken (wat nog een godvergeten gedoe is) om ons avondeten te pimpen, en snorkelen. Het hele eiland werd namelijk omringd door een koraalrif, dus we hebben de nodige vrolijkgekleurde visjes gezien. Én haaien. Nadat Jerom en ik aan het bespreken waren wat we hadden gezien boven water en weer onze duikbrillen opdeden en naar beneden keken zwom er ineens een soort stofzuigerhaai van zo'n anderhalf á twee meter onder ons. Gevaarlijk waren ze niet, impressive wel. Helaas konden onze armzalige flippertjes niet op tegen de machtige haai dus nadat we hem 10 seconden heben geprobeerd te volgen was hij weer weg.

De snorkeltocht liep niet voor allemaal zo gelukkig af aangezien Esther, onze enige echte vrouwelijke Indiana Jones, besloot in haar eentje op pad te gaan, en daarbij heel enthousiast naar het rif toe zwom. Verblind door de pracht had ze niet door dat de golven nogal sterk waren en ze daardoor dus op het rif
Corn IslandCorn IslandCorn Island

Klimmen voor kokosnoten
werd gesmeten. Nu is dat koraalrif niet alleen hard, maar houdt het ook nog eens niet zo van mensen dus spuit het gif o.i.d in en zoals onze gids al zei burnde het dus als de hell. Daar bestaat één remedie tegen die na het drinken van een liter water p.p. gelukkig voldoende in voorraad was dus nadat ze zich onder de douche had begeven met een jerrycan vol geel medicijn was alles weer goed.

Algoed, het leven op zo'n eiland is natuurlijk erg zwaar dus na een paar dagen vertrokken we weer naar het vasteland om eindelijk te gaan doen waar we al zo lang naar uitkeken: surfen. Dat deden we in San Juan del Sur, tevens onze laatste stop in Nicaragua. Gewapend met een gehuurd bord en mijn goede humeur trok ik ten strijde tegen de golven en verdomd, het ging best goed! Terwijl ik erg trots aan het eind van de dag constateerde dat ik toch al wel de nodige golfjes had bereden begon mijn buik toch ook wel erg pijn te doen. Enthousiast als ik was had ik geen shirt aangetrokken, en het bleek dat de wax op het board mijn halve buik had opengeschuurd.
SurfenSurfenSurfen

Degene die valt ben ik, natuurlijk.
So much voor het surfen voorlopig dus aangezien wonden op buik + nog een keer proberen te surfen + zout water niét een goed idee is. Ook kwam ik erachter dat ik dag 88 van mijn visa zat en op dag 90 moet je toch echt het land uit. Dus, genoodzaakt om hem te peren hebben we ons eerst nog gelaafd aan een feestmaal van goedkope kreeft om onze smaakpapillen tevreden te stellen waarna we op dag 90 op de grens met Costa Rica aankwamen.

Ondanks onze verwondingen en verbrandingen (wit werd rood) van onze eerste dag surfen konden we er geen genoeg van krijgen dus vertrokken we naar een Costa Ricaans surfoord vlakbij de grens, Tamarindo. Mijn eerste cultuurschok heb ik daar al gehad, in klein California. Winkelcentrum na winkelcentrum, Pizza Hut, grote hotels, belachelijk dure prijzen voor Midden-Amerika en veel, héél veel gringo's. Maar ach, je kon er surfen dus na het kopen van een beschermend shirtje (van je fouten word je wijs zeggen ze) en een flinke pot vaseline kon ik de golven weer te lijf. Jammer genoeg waren ze behoorlijk wat minder dan in Nicaragua dus na een paar dagen vloeken en tieren op de
Volcan TenorioVolcan TenorioVolcan Tenorio

Alpenweides in Costa Rica, met belachelijke auto
golven en het stadje (verwende kinderen die we ook zijn) trokken we verder, de wildernis in, weg van al die Amerikanen!

Zonder echte reden, behalve dat het niet toeristisch was besloten we te gaan naar Volcan Tenorio, wat bekend staat om zijn belachelijk blauwe water wat door middel van een chemische reactie zo blauw is. Alhoewel je er per bus wel kon komen hadden we zoveel zin om een auto te huren dat we flink wat meer hebben gelapt maar dan krijg je ook wat. Eerst namen we genoegen met een klein autootje, om economische redenen, maar het enige wat de autoverhuur had staan was een enorme gloednieuwe 4x4, dus ach, dan moet dát maar. :D Eruitziende als de Amerikaanse verwende kinderen die we zo graag hadden willen vermijden vertrokken we in onze eigen PC-Hooft tractor richting de vulkaan. De natuur in Nicaragua was mooi, maar Costa Rica is nog een heel eigen verhaal. Wat we zagen waren een soort alpenweides gemixt met jungle, en ik hoop dat ik er foto's van gemaakt heb (ik zal ze zo uploaden). Na één uur over een dirtroad te hebben gecrosst kwamen we aan bij het huisje van de man wiens vader
Volcan TenorioVolcan TenorioVolcan Tenorio

Alpenweides in Costa Rica
het gebied gepionierd had en terwijl hij op tapir-jacht was de blauwe rivier ontdekt heeft. Dat is nog eens een verhaal. Ons doel van dit tripje was dus ook een tapir zien, vader tapir zelfs, onze zelfverklaarde mythische koning des Tapirs (volgens mij is dit niet zo grappig voor jullie als dat het voor ons is).

Ons manneke had een mooi huisje voor ons in petto aan de voet van de vulkaan, één uur van de bewoonde wereld en aan de voet van de jungle. Wat je dan verwacht is een aftands hutje, maar niets van dat. Onze cabin was piccobello schoon en had een bubbelbad met een glazen muur ervoor, die uitkeek op de vulkaan. Wat-de-fuck? Nou ja, een gegeven paard moet je niet in de bek kijken dus nadat we onze vermoeide botten ten ruste hadden gelegd in ons eigen bubbelbad trokken we de volgende eropuit om op zoek te gaan naar de elusive vader Tapir. Ons gebabbel over tapirs werkte op de lachspieren van de gids maar helaas kon hij er geen voor ons vinden. Wel leidde hij ons dus naar de belachelijk blauwe waterval en de oorsprong van de gekke rivier. De kunst was dat
TenorioTenorioTenorio

Blauwe waterval, verstopt in de jungle
er twee rivieren mixten, eentje met koper en de andere met sulfide, zwavel, welken samen met het water en zuurstof mixten tot koper(II)sulfaat pentahydraat, CuSO4 × 5 H2O (sorry ik kon het niet laten, maar jullie kunnen trots op me zijn, scheikundeleraren!). Nou ja, dat was dus blauw en dus het riviertje ook.

Na dit wonder aanschouwd te hebben was het weer tijd om hem te peren van de vulkaan en na onze rit naar San Jose, de hoofdstad, gedag te zeggen tegen ons geliefde autootje. In inferieur vervoer, de bus, vervolgde onze reis zich naar Turrialba, waar Esther een tijdje geleden zich vier weken bevond. Bijster veel is er niet te doen in dit stadje behalve raften, wat we gister gedaan hebben. De rivier was volgens onze Spinglish gids de vijfde van de wereld qua tofheid en moeilijkheid dus dat was dikke fun. Flinke pro's waren we want de rivier was behoorlijk wild(klasse 4 out of 5 als iemand dat iets zegt) omdat het hier geregend had maar er is niemand uit de boot gedonderd én we zijn niet omgevallen. Jaja. Hier waren wel enigzins reddingsacties voor nodig want Esther zat voor me, voorin de boot, en de strap waar je normaal je voeten in moet doen ontbrakt, dus moest ik veel van haar bijna-vallen breken met de peddel.

Dat was gister en nu is het vandaag, en we zitten eigenlijk te wachten op morgen, als we onze laatste tocht gaan doen en tevens hopelijk het hoogtepunt van de reis. We gaan naar National Park Corcovado, wat een van de meest biodiverse parken van de wereld is. Én het is niet toeristisch dus big plus. We hebben er in totaal zes dagen voor waarvan we hopen er 3 á 4 door te brengen in het park zelf en daar dus ook te slapen. De kans dat je daar géén tapir ziet is bijna nul dus je kan je voorstellen dat we allemaal staan te springen om erheen te gaan. Ook hoog op het lijstje staan jaguars, miereneters en andere gekke junglebeesten dus wie weet als wat voor biologen we terugkeren.

Na dit tripje mag ik gedag tegen mijn lieve reisgenootjes zeggen want die gaan of naar de V.S. om te werken op een summercamp (waar ik niet voor ben geplaatst) of naar huis. Ik kan mezelf er nog niet toezetten om terug te keren in onze
Volcan TenorioVolcan TenorioVolcan Tenorio

In volle glorie
cultuur (dat klinkt wel heel dramatisch) dus ik heb besloten er nog een tijdje aan vast te plakken. Alhoewel ik wel moet zeggen dat het vooruitzicht van luxe, opgeruimdheid en mijn eigen bedje af en toe erg lonkt kan ik het niet tegenover mezelf maken om nu weg te gaan. Dus vervolgd mijn reis zich naar Panama, Panama City om precies te zijn, op de dag dat mijn vriendjes vertrekken, waar ik op het vliegtuig naar Colombia wil stappen om dat land drie weken alleen te verkennen. Hopelijk lukt het me om zonder drugs in mijn bagage en witte neus terug te vliegen naar Costa Rica, want als het goed is staan daar op 30 juni Milan en Alex op me te wachten om nog eens en maand te gaan surfen. :-) Daarna is het misschien toch maar echt mooi geweest en ga ik eindelijk naar huis, waar ik dan naar mijn nieuwe huisje in Amsterdam kan verhuizen, joepie.

Zo, mijn langste blog so far. Disfruta.


Additional photos below
Photos: 16, Displayed: 16


Advertisement

VulkaanVulkaan
Vulkaan

Sandboarden en ik ben jezus.
San Juan del SurSan Juan del Sur
San Juan del Sur

Kusch de visch
Corn IslandCorn Island
Corn Island

Huisjes van de drakendoder
Corn IslandCorn Island
Corn Island

Ons huisje, idyllisch leven.


29th May 2009

Mooie shit man... :D Je hebt een huisje in Amsterdam, je blijft langer?! Wat heb ik gemist! Tot over ongeveer 6-8 weken?! X!

Tot: 0.056s; Tpl: 0.015s; cc: 8; qc: 26; dbt: 0.032s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb