“Af en toe een buitje van een half uur”


Advertisement
Asia
August 12th 2009
Published: August 13th 2009
Edit Blog Post

In Kuala Lumpur spreken ze ook Maleis dus we kwebbelen daar lekker verder, vooral voor de kinderen een groot goed. We tunen-in op het hotel op de airport en na een kort nachtje vertrekken we naar Cambodja, Siem Reap. Een nieuw land voor ons, en een nieuwe fase in de reis, waar we onze Belgische vrienden Katia en Philippe en hun twee kindjes Alexei en Fauve zullen ontmoeten. De kinderen stellen weer duizenden vragen en in tegenstelling tot in Indonesië kunnen Evelien en Mark deze nu niet beantwoorden. Vanuit de lucht ziet het er groen, gecultiveerd en erg nat uit. Siem Reap is een kleine stad en een prima uitvalbasis voor het Angkor tempelcomplex. We checken in een door Katia geregeld hotel, laten de kids lekker zwemmen en vertrekken even later naar het stadscentrum (Pubstreet) waar inderdaad de nodige lokalen zijn om een en ander te versnaperen. Met de goede tips die we van Katia en Philippe hebben gekregen zitten we al snel lekker te eten, in een omgeving die enigszins Frans aandoet. We schrikken wel van de oorlogslachtoffers die bij ons aan tafel komen bedelen. Dat ziet er niet prettig uit en we realiseren ons dat we maar een heel klein deel van het leed zien. Na de lunch gaan we naar de drijvende dorpjes in het grote meer net ten zuidwesten van Siem Reap. We gaan met een tuk-tuk, een grote gemotoriseerde becak waar we net met zijn vijven in kunnen. Ons eerste regenbuitje daalt op ons neer en we genieten ervan. De rolluikjes van de tuk-tuk gaan omlaag en we worden maar een beetje nat.De regen komt flink naar beneden en we vragen ons af of het echt zo weinig regent zoals Katia ons had geïnformeerd. Vanuit de lucht zag het tenslotte behoorlijk waterig. De regen houdt op en we komen aan bij Ton le Siap. Hier komen we voor het eerst in contact met het recente communistische verleden van Cambodja. We moeten hele dure tickets kopen voor een tochtje waarna menig toerist begint te klagen, gezien de ontevreden gezichten en de felle discussies die gevoerd worden. Na een serie drogredenen,cirkelredenaties, intimidaties komen we uiteindelijk tot een overeenstemming en betalen we entreekaartjes voor een oorverdovend vaartochtje. Ondanks de aanvankelijk negatieve stemming zijn er talrijke leuke wetenswaardigheden te horen en zien. Het meer stijgt aan het einde van de natte periode ca 4 m en dan zijn alle boomtoppen die we nu nog zien onder het waterniveau verdwenen. Er wonen 3 bevolkingsgroepen op het meer: Chinezen, Vietnamezen en Cambodjanen. De huizen zien er sober uit en wat opvalt zijn de hangmatten. In ieder huis hangen een of meer hangmatten die bijna altijd bezet zijn. Kinderen, mannen en vrouwen schommelen erin. We onderbreken de tocht voor een bezoekje aan grote vissen en …..krokodillen tot zeer groot ongenoegen van Juno. Ze wordt bijna hysterisch als ze ontdekt dat die beesten er zijn. We trekken snel verder en varen langs al die huisjes die op palen drijven. Het is duidelijk een armoedig dorp, de duizenden dollars die per dag worden opgehaald met de botenverhuur komen in ieder geval niet ten goede aan de dorpsbewoners. Op zeker moment schrikken we nogal, want er blijkt ineens nog een passagier in de boot te zitten, een klein meisje is erin gesprongen met blikjes cola. We kopen een blikje en zij springt weer uit onze boot over in een andere. Teruggekomen zoeken we een tijdje naar onze TukTuk chauffeur, die ineens weer komt opdagen. Terwijl we staan te wachten krijgen we 4 herdenkingstegeltjes aangeboden met daarop een foto van elk van de kinderen en Evelien met op de achtergrond de Angkor tempel. De foto's waren stiekem genomen op de pier. Het beeld was wat wazig dus we houden het alleen bij onze foto's als herinnering. Terug in Siem Rap en op aanraden van Karia en Philippe uit eten bij Angkor Palm, het restaurant van de heer Bun Try, die vroeger in Parijs een restaurant dreef maar weer terug is gekomen naar Cambodia. Heerlijke Cambodjaanse gerechten, wel een beetje spicy volgens Pien. De volgende ochtend naar Angkor, waar we een aantal tempels willen gaan bekijken. We komen niet door de ticketbureaucratie heen, omdat niemand wil aannemen dat Pien 10 is (onder de 12). We moeten dus in het hotel ons paspoort gaan ophalen om dit te bewijzen. Ondertussen is het de hele tijd aan het plenzen, en in de kletterende regen komen we bij Angkor Wat, het grootste van alle tempel complexen. De regen is goed voor de beleving, het ziet er veel mysterieuzer uit bij dit soort weer, dan in de volle zon. Angkor Wat is opgebouwd uit zandsteen in de 12e eeuw en door de eeuwen heen enorm geërodeerd. In de vele gangen staan een aantal boeddha's die ook nog druk vereerd worden. We hebben een leuk gesprek met een paar monniken, die een dagje uit hebben vanuit hun klooster. Bij het rondlopen moet je behoorlijk uitkijken omdat een aantal van de open deuren naar buiten niet voorzien zijn van een trap en je zo naar beneden kan vallen. Buiten gekomen is onze TukTuk chauffeur er niet en gaan we na een half uur met een ander in zee. Op naar Bayon, een 13e eeuwse tempel met 49 torens die alle aan 4 zijden voorzien zijn van een Boeddha gezicht in verschillende stemmingen. Deze tempel vinden we eigenlijk leuker dan Angkor Wat. Prachtig gelegen in een bos en heel gevarieerd. De kinderen vinden het leuk om hier zelf op onderzoek uit te gaan met als gevolg dat we het laatste half uur naar Juno aan het zoeken zijn. Ze komt doodgemoedereerd weer aanwandelen uit een stupaatje. Even opfrissen met een colaatje bij een stalletje. Hier komen grote wespen op af die door de eigenaresse van het stalletje vakkundig worden weggemept, tot grote tevredenheid van de kinderen. Het begint te stortregenen. Youk en Juno laten de lege blikjes in no time vol lopen door ze in een straal te houden die van het dak afkomt. Terug in het hotel, gaan de kinderen gewoon ........ lekker zwemmen in de regen. Mark en Evelien praten nog even na over wat we gezien hebben. Het is na 1 dag al wel duidelijk dat het gehele Angkor complex in de aanstaande spreekbeurt van Juno over wereldwonderen thuis hoort. We hebben besloten pas op zaterdagochtend naar Pnomh Penh te vliegen, zodat we de hele vrijdag nog hebben om rond te kijken in de tempels van Angkor. Na het ontbijt in het centrum kopen we, na flink afdingen, allemaal een paraplu, want we worden toch wel erg vaak nat (ook al is het niet erg, want het is warm). In de ochtend gaan we eerst naar een oud reservoir, genaamd Srah Srang, bewaakt door Leeuwen. Hier tegenover bezoeken we tempel Bantey Kdei die prachtig in oerwoud verscholen ligt. Het weer werkt weer goed mee voor de sfeer, want het regent de hele tijd pijpestelen. We herhalen met een glimlach de uitspraak van Katia: "Af en toe een buitje". Helaas is de paraplu van Juno na 2 keer openklappen al weer kapot, en die van Mark breekt doormidden. We gaan nu op weg naar een groot reservoir dat gebruikt werd om water op te slaan om in de droge tijd de rijst te irrigeren, de east Baray genaamd. Op onze vraag of we op de goede weg er naar toe zijn, antwoordt onze chauffeur dat we er al zijn. Het blijkt dat wat vroeger reservoir was, nu helemaal droog ligt. Er zijn nog wel een paar oude dijken die zijn doorgestoken. Het is een heel vruchtbaar en ruraal gebied waar veel verschillende gewassen gebouwd worden. Hier gaan we even kort langs tempelEast Mebon die vroeger midden in het reservoir lag. Dit moet destijds een prachtig gezicht zijn geweest. Door naar Bantai Srei, de fijnste van de Hindoeistische tempels. Hoewel een kleine tempel, zie je hier een niveau van detaillering in de reliëffen dat veel hoger is dan bij de andere tempels. Er speelt ook een Cambodjaanse muziekgroep van 4 personen, die volgens het bijgaande bord slachtoffers van landmijnen zijn. Hier is overigens niets van te zien. Ze hebben al hun armen en benen nog, maar er staan wel 2 kunstbenen ?????. 1 van de mannen speelt “boomblad”, hij weet uit een blad van 10 cm, allerlei melodieën te ontlokken. Dit maakt veel indruk op Youk die het ook gaat proberen en met succes, tot ieders verrassing. Later doet Youk het ook met papieren servetjes in restaurants. We maken ons op voor een van de hoogtepunten van Angkor, we gaan naar Kbal Spean, waar een we een route door de jungle lopen tot aan een rivier, waarin allerlei reliëffen van Hindoe goden zijn uitgebeeld. Gezien de mogelijkheid dat er landmijnen in het gebied liggen, zeggen we tegen de kinderen dat ze in ieder geval op de paden moeten blijven. Dit zorgt voor veel consternatie. Ze hebben eigenlijk geen zin om te gaan en nemen het zwaar op. Bij het begin van het tocht naar boven zien we een paar mensen terugkomen, die al boven zijn geweest. Youk zegt hierop:”Die hebben het gered”. We halen ze over en lopen door een prachtig gevarieerd oerbos. We horen veel vogels en slingeren aan luchtwortels. In de rotsige rivierbedding zijn mooie reliëffen gehakt (zo’n 900 jaar geleden). Door de vele regen staat er veel water in de rivier en zie je alles onder stromend water. Evelien probeert dit allemaal op verschillende manieren te fotograferen. (zie het resultaat hiernaast). Helemaal tevreden wandelen we naar beneden en blijkt dat wij het, tegen de verwachting van de kinderen in, ook redden. Terug naar Siem Reap om net voor het donker nog even te zwemmen. De laatste avond in Siem Reap eten we weer bij Angkor Palm en regelen tickets voor de vlucht naar Phnom Penh. Het is een vlucht van een half uurtje, met een 2 motorig propellervliegtuig, dat heel laag vliegt, waardoor we een heel goed uitzicht hebben op het landschap. We zien het Ton le Sap meer en de Mekong rivier en het blijkt dat Cambodja van boven gezien ook een erg nat land is. Grote delen staan onder water. Vanuit de lucht lijkt Phnom Penh een kleine stad, beetje formaat Yogyakarta, met veel laagbouw. We worden opgewacht door Katia en Philippe en hun kinderen Alexei (8) en Fauve (5). Het voelt goed om hen weer te zien. Vergeleken met de brusselreusjes zijn de kids een stuk kleiner. Youk is bijna een hoofd groter dan Alexei. We gaan met zijn allen op weg naar Kep, wij in een door Philippe geregelde Toyota Camry. Vergeleken met Indonesië, zijn de wegen waar we over heen rijden een stuk rustiger en de Cambodjanen rijden ook een stuk langzamer. Dit is wel prettig, en ook wel handig gezien de hoeveelheid gaten en ontbrekend wegdek. Het landschap is afwisselend, als we in de buurt van Kep komen zien we ook mooie bergjes van kalkzandsteen opduiken tussen de met suikerpalm gerande rijstvelden. Kep was een geliefd buitenoord van de fransen, waar deze mooie villa’s lieten bouwen. In de rode Khmer periode zijn deze allemaal verwoest, de restanten staan er nog onaangeroerd bij. Ernaast worden nu weer dingen opgebouwd. Het is een onwerkelijk gezicht.. De twee dagen in Kep zijn heerlijk, we kletsen bij met Katia en Philippe tijdens de lunch en erna, de huis, tuin en keuken zaken wisselen we uit en we krijgen dankzij hen een behoorlijke verdieping in het land, de historie en de cultuur. De kids eten en gaan daarna lekker zwemmen. We worden opgeschrikt door een enorme schreeuw. Youk glijdt van een rotsje en valt in een tropische palm met enorme stekels. Evelien plukt Youk uit de plant en we grijpen weer eens naar de medicijnendoos. Na een douche en de ergste stekels eruit gehaald te hebben kan hij weer bij het zwembad zitten, maar wel onder de rode schrammen. Het lijkt of hij zijn initialisatie achter de rug heeft. Katia en Philippe hebben een mooie UN-kit en daar zit een middeltje in wat we op de wonden smeren en na een half uur is de rust weergekeerd.'s Middags wandelen we de berg op, waar Juno erg ongelukkig valt en weer onder het bloed zit. Niet heel erg maar ze heeft een diepe snee in haar knie. Mark rent snel naar beneden om de medicijnendoos weer te voorschijn te halen. Hij komt gewapend met de UN-kit en de Camry weer naar boven. De auto gevuld met de gewonden (Juno en Youk) en overige kleine kinderen (Fauve) rijdt weer naar beneden. De anderen volgen te voet. In het restaurant spelen de kinderen gezellig met elkaar en de met lego worden de mooiste dingen gebouwd. In de nacht stort de hemel open en regent en waait het behoorlijk; helaas geen strandweer in badplaats Kep, het regent de gehele dag. Philippe informeert aan de bar hoe het weer zich gaat ontwikkelen. Hij krijgt een mooi antwoord:"Eerst regent de wolk helemaal leeg en daarna gaat de zon weer schijnen". Voldoende informatie om ons programma hierop af te stemmen!! We gaan lekker lopen door de sawahs naar de oudste tempel van Cambodja. We vertrekken met twee auto's, maar al snel wordt de weg zo slecht dat we met z'n allen in de landcruiser van Katia en Philippe gaan. We hobbelen naar het beginpunt, Katia maakt onderweg nog behoorlijk indruk op ons met haar cambodjaanse volzinnen die gevolgd worden door duidelijke reacties. Een prachtige regenachtige wandeling waarbij de crocs even uitgaan. De tempel staat in een grot waar we na een tigtal tredes pas in kunnen. Vanuit de ingang heb je een prachtig uitzicht over de sawahs. In Cambodja zijn echte seizoenen en de rijst wordt nu overal uitgeplant. Tussen de sawahs zijn verhogingen aangebracht waarop drogere gewassen staan. Ondanks de regen een heerlijke wandeling. We vertrekken naar Kampot voor de enige pinautomaat in de buurt. De bedoeling is dat Katia en Philippe morgen weer teruggaan naar Phnom Penh en dat wij naar een plek in dit dorp gaan. In de regen ziet het er niet aantrekkelijk uit. We checken 's avonds de weerberichten en besluiten dat we ook naar Phnom Penh gaan. Katia regelt het afzeggen van het hotel, zonder kosten, hetgeen geen sinecure in Cambodja is. De volgende ochtend is het even droog en de kids genieten van de zee en Juno alleen van het strand. Philippe en Mark verkennen de omgeving en Katia en Evelien kletsen gezellig op het strand bij.


Additional photos below
Photos: 32, Displayed: 31


Advertisement



Tot: 0.256s; Tpl: 0.032s; cc: 8; qc: 50; dbt: 0.1645s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb