Japan on a BMW motorbike part 2


COMING SOON HOUSE ADVERTISING ads_leader
Japan's flag
Asia » Japan
December 13th 2013
Saved: August 19th 2014
Edit Blog Post

This is the second part of a motorbike trip in Japan at the end of 2012.


Het land van de reizende zon

Bijna 10 dagen ben ik nu onderweg in Japan. Wat me opvalt? De wegen zijn goed en het is hier uitzonderlijk veilig. Het landschap is dan weer vlak, dan weer heuvelachtig en doet me denken aan de Ardennen. Bossen, velden en af en toe zicht op zee. Aaneengeregen steden en af en toe zware industrie. Ik zie geen koe, paard of kip en oh ja, ook geen motoren. Kleine rijstveldjes tussen fabrieksgebouwen, op daken soms sprietantennes uit vervlogen televisietijden en de meeste elektra nog bovengronds. Ouderwetse trammetjes en af en toe een Shinkansen, hogesnelheidstrein. Het meest vreemde eten ook, voorverpakte spiegeleieren en hete koffie uit blik. In tegenstelling tot het cliché is Japan reis niet zo duur. De vlucht is met Euro 600 een meevaller. Een lekkere sushibox heb je voor een paar Euro en ook overnachten, lukt iedere keer tussen de 4 en 6 tientjes per nacht, zelfs in Tokyo. Benzine is met 1.40 Euro vriendelijk geprijsd. Dat geldt niet voor exotisch fruit, ik zie een meloen voor 16 Euro. Opvallend ook de drankautomaten overal langs de weg en in de stad, de vele stoplichten met hun irritante Koekkoek vogelgeluid, het links rijden, de strenge regeltjes, camera’s boven de weg en hordes verkeersregelaars bij elke opgebroken stoeptegel. En die vreemde monddoekjes die naar ik begrijp bedoeld zijn om anderen niet te besmetten als je verkouden bent.

Suikerspin met stokjes

Hemelsbreed is het ongeveer 950 kilometer vanaf Tokyo naar Nagasaki op het eiland Kyushu. Op de teller van de BMW 700 GS staat inmiddels 1700 km als ik de heuvels afdaal richting Nagasaki. De stad is mooi gelegen aan de baai van Nagasaki. Dit is het verste punt van mijn Japan reis.

Ooit was hier een klein kunstmatig eilandje, genaamd Dejima, niet groter dan 1.5 hectare. Meer dan 200 jaar (1641 tot 1859) hadden Nederlanders hier een handelspost en het alleenrecht om handel te drijven met Japan. Jaarlijks werd een tocht van 3 maanden over land en zee gemaakt van Dejima naar de Shogun van Edo, het huidige Tokyo. De meest exotische geschenken van olifanten tot kamelen en van sextanten tot microscopen gingen mee om de Shogun gunstig te stemmen en de handelsrelatie te bestendigen. Het woord Hotemetoot stamt uit deze periode. Hatomoto was de naam van een leenheer van de Shogun en dus een hoge pief, vandaar.

Nu sta ik hier met de motor voor de poort van Dejima. De souvenirwinkel van toeristenattractie Dejima verkoopt Nijntje prullaria en Delftsblauwe theelepeltjes. De schoolkinderen in uniform peuzelen hun Hollandse suikerspin op met Japanse eetstokjes, hilarisch!

Tulpen in Nagasaki

Ik loop en rij door de stad of ik nooit anders gedaan heb en bezoek het Peace Park en Atoombom Museum. De recente geschiedenis van Nagasaki wordt getekend door 9 augustus 1945. Drie dagen na Hiroshima ontplofte hier een tweede atoombom. Ik sta op Ground Zero maar nu herinnert, behalve de vele gedenktekens, niets aan die alles vernietigende explosie. Tienduizenden verloren het leven in de enorme explosie, de schokgolf en allesverzengende hitte die stenen deed smelten. Groepen scholieren uit heel Japan worden op foto gezet in het vredespark en maken het ‘peace’ teken. In een bloemenzaakje koop ik een bosje tulpen en leg het bij het vredesmonument. Ik bezoek het Atoombom museum en de herbouwde Katholieke Urakami kathedraal waar een tjokvolle mis aan de gang is. Nagasaki is nog steeds heel christelijk en destijds was deze kathedraal de grootste kerk van het Verre Oosten. Op die bewuste 9de augustus 1945 ontplofte boven de kerk de atoombom en werd alles weggevaagd. Al dat verschrikkelijk leed, de waanzin, het raakt me diep.

Een Japans – Hollandse droom

Ik klim weer op mijn motor en vervolg de reis langs de kust richting Fukuoka. Af en toe vang ik een glimp op van de Oost Chinese Zee. De bewegwijzering is gelukkig niet alleen in Japanse karakters, dat helpt maar mijn in Nederland gekochte wegenkaart van Japan is mijn meest kostbare bezit hier. Verdwalen in communicatie, dat gebeurt echter regelmatig. ‘Lost in Translation’, de film met Bill Murray is een must voor elke Japan reiziger.

Op een verkeersbord staat de tekst ‘Huis ten Bosch’. Hier bij de Omurabaai, bij de plaats Sasebo realiseerde de Japanner Yshikuni Kamichika zijn 450 hectare grote droom. Een moderne variant van Dejima, genaamd Nagasaki Holland Village. Een complete stad met tientallen 1:1 replica’s van beroemde Nederlandse gebouwen, zoals Kasteel Nijenrode, het stadhuis van Gouda, de Oude Kerk van Delft, de Domtoren, het Scheepvaartmuseum en het pronkstuk Huis ten Bosch met muurschilderingen van kunstenaar Rob Scholte. 2.5 miljard Euro verder opende het park in 1992.

Als ik in de vroege ochtend op de motor arriveer bij een Hollandse molen, wordt me in het informatiecentrum met een vriendelijk ‘close’ duidelijk gemaakt dat Nagasaki Holland Village failliet is. Honderden foto’s van blije Japanners, pas getrouwde stelletjes in reuzenklompen, bezoek aan de kaasmarkt en kinderpartijtjes op een VOC schip sieren de wanden. Ik mag toch naar binnen en wandel door dit wonderlijke Hollandse decor dat zichtbaar niet aan voortschrijdend verval ontsnapt.

Stappen in Hiroshima

Via Fukuoka bereik ik na een lange reis in de avondregen, Kokura. Het tv’tje op mijn hotelkamer toont verontrustende beelden. Er heeft zich een flinke aardbeving voorgedaan voor de kust en nu is er een tsunami waarschuwing. Ik moet zo lachen, want de nieuwslezers in de studio dragen potsierlijke gele veiligheidshelmen tegen het dreigende onheil. Even later wordt de tsunami waarschuwing ingetrokken.

De volgende ochtend zijn de weergoden me gunstig gestemd en kijk ik vanuit mijn hotelkamer uit op de haven in de straat van Shimonoseki en de immense Kanmonkyo brug die het eiland Kyushu en Honshu verbindt. Ik probeer via B-wegen richting Hiroshima te rijden maar raak meerdere keren verstrikt en kies uiteindelijk voor de kustweg. Onderweg rij ik bij Yamaguchi langs Bud Lotus Motorcycle, met prachtige eigenbouw choppers van eigenaar Ken Fukunaga. Voor de liefhebbers: www.budlotus.com

Af en toe vliegt er in de verte een Shinkansen bullettrain voorbij. In Hiroshima nestel ik mij midden in het centrum in het Aster Plaza Youth House. Prima hotelkamer voor Euro 25.- per nacht. Die avond loop ik door het Peace Park van Hiroshima naar de uitgaanswijk waar het bruist. Overdekte kleurrijke winkelgalerijen en kleine straatjes met straatmuzikanten, karaoke bars, eettentjes, pachinko hallen, neon, taxi’s en veel volk. Kleurrijk, swingend, filmisch. Af en toe neemt een geisha afscheid van een klant die in een van de vele taxi’s stapt. Sommige straatjes doen denken aan de wallen en voor populaire tenten staan rijen modieuze jongeren. Ik duik een lokaal eetcafé binnen waar niet alleen stevig wordt gerookt maar ook stevig alcohol wordt ingeslagen. De culinaire specialiteiten van Hiroshima zijn oesters en okonomiyaki en dat laatste wordt hier klaargemaakt op een teppan of bakplaat. Okonomiyaki is een soort pannenkoek van noedels, witte kool, eieren, vlees of vis en een kunstig raster van veel saus. Nergens heb ik tot nog toe een warm contact gehad met Japanners maar met een slok op verandert dat beeld drastisch en blijken Japanners toch een ziel te hebben. Onder het roepen van ‘Kanpai!’, proost, vliegen de rondjes over en weer.

Muren van ‘rijstpapier’

De volgende ochtend heb ik een lange en zware rit voor de kiezen naar Kyoto. Hoewel het zondag is rij ik in de vroege ochtend al in een file en de rest van de dag is het niet anders. Een kluwen van verkeer in een verstedelijkt gebied waar geen einde aan komt met om de paar honderd meter een stoplicht. Voor Kobe duik ik de dure tolweg op. Een duizelingwekkend web van wegen en van fly-overs door een onafzienbaar betonwoud. Megasteden rijgen zich aan elkaar. Ik passeer Osaka en laat op de avond probeer ik compleet afgebeuld betaalbaar onderdak te vinden in Kyoto. Eerst na lang zoeken lukt dat in hostel Kyotokko dat trots vermeldt het goedkoopste hostel van Kyoto te zijn. Waarom blijkt ’s nachts. In mijn bed heb ik het gevoel dat ik op straat lig en in mijn droom telkens overreden wordt auto’s. Kan kloppen, het wandje tussen bed en straat lijkt wel van rijstpapier. In deze keizerlijke stad bezoek ik paleizen, het Nijo kasteel en de Ginkaku Ji tempel met zijn prachtige zen-tuin. Die is gelegen voet van de beboste heuvels met mooi uitzicht over de stad.

Vast in de sneeuw

Ik wil de ruige Japanse natuur in. Dus zadel ik de BMW en rij de volgende dag naar de Japanse Alpen. Voorbij Gigu gaat het richting Nagano waar ik graag de bijzondere sneeuw makaken wil zien, apen die zich in de winter opwarmen in de warmwaterbronnen bij de Yudanka onsen. Deze apen maken zelfs glijbaantjes en rollen sneeuwballen.

Plots doemt aan de horizon een Zwitsers landschap voor me op met hoge besneeuwde bergtoppen. De kou dwingt me regelmatig te stoppen. Dat doe ik bij de alom aanwezige supermarktjes. Inmiddels ken ik het hele assortiment van de 7-Eleven’s, de Lawson’s en Family Mart’s. Ze zijn altijd goed voor een warme pit- en pisstop inclusief de altijd aanwezige verwarmde toiletbril. De warme koffie in blik, de sushi-bento boxen, de koeken en snacks. Ik kan het assortiment dromen. Het landschap wordt steeds ruiger en mooier. Ik zie richtingbordjes naar skistations en ook al is het nog vroeg in het seizoen, een robbertje snowboarden in Japan zou mooi staan op mijn palmares. Ik sla een zijweg in naar een skistation maar nog geen honderd meter verder rij ik over spiegelglad ijs. Terug! Tot overmaat van ramp begint het te sneeuwen, eerst een beetje, dan hevig. Bij Takayama kan ik niet meer verder. Vrachtwagens rijden met sneeuwkettingen en auto’s slippen van de weg. Stapvoets met beide voeten aan de grond en door en door koud bereik ik bij het vallen van de avond een weghotel. De volgende ochtend ligt de omgeving en de BMW onder sneeuw en ijs. Ik zit vast en de weersverwachtingen voorspellen niet veel goeds. Ik heb nog maar een paar dagen voordat mijn vlucht uit Tokyo vertrekt. Lichtelijke paniek overvalt me. Dan lacht het geluk me toe, de zon breekt rond het middaguur plots door het wolkendek en 3 uur later brandt de zon een smal rijspoor door de ijslaag. Genoeg om in schildpadgang de hoge pas te nemen en langzaam af te dalen naar veiliger oorden. Half bevroren duik ik onderweg in een van de vele onsen waar ik me laaf aan de warmwaterbaden langs de rivier. Een verrukkelijke opkikker waarna je er weer even tegenaan kan. In Minokama wijst een vriendelijke Japanner, die zijn hele leven in Brazilië heeft gewoond, mij de weg naar een hotel bij het station. Die avond geniet ik in een gezellige visbar, van een lekker biertje, de vishapjes waaronder Katabole (kwal ) en het Japanse gezelschap.

Tokyo, I’m On My Way

Ik rij door het industriële hart van Japan terug naar Tokyo. Onafzienbare fabrieken, vrachtwagens en drukke wegen. Steden als Ischinomya, Toyota, Nagoya, Okazaki, Hamamatsu (Yamaha fabrieken) laat ik achter me. En daar is dan plots Mount Fuji weer en rij ik even later langs de Pacific richting schiereiland Izu. Daar overnacht ik in het stadje Ito aan de kust. Een overnachting in een betaalbare ryokan, een historisch hotel en onsen van de beste en hostelketen in Japan, K’s House. Ik eet verrukkelijke vismaaltijden in een gezellig restaurant op een steenworp afstand van het hostel.

‘Mantan!’, vol, zeg ik tegen de pompbediende en rij de volgende ochtend in een heerlijk zonnetje mijn laatste rit naar Tokyo. Motorzaken zag ik regelmatig maar geen motorrijders. Nu, op deze heerlijke zonnige zondagochtend, rijdend langs de kust van het mooie Izu is het alsof alle Japanse motorrijders uit hun gaten en holen gekropen zijn voor een afscheidsparade. Ik ben verbaasd over het grote aantal Harleys. Voor ik het weet, rijdend over B-wegen sta ik plots in Tokyo voor de rood-witte Tokyo Radio Tower. Zonder veel omhaal vind ik mijn weg terug naar de Azuya Inn in de wijk Taito.

Met de motor rij ik ‘s nachts om vier uur door Tokyo naar de grootste vismarkt van de wereld, Tsukiji. Ik word door een norse Japanner weggestuurd want toeristen mogen sinds kort niet meer naar binnen. Via een andere ingang lukt het me wel en ik kijk mijn ogen uit tussen in al die hectische drukte en tussen al die soorten vis. Van haaien tot giftige kegelvissen, ‘Fugu’ in het Japans met als hoogtepunt de veiling van kostbare, enorme tonijnen. Om 6 uur in de ochtend sta ik al in een lange rij met wachtenden voor Sushi Dai, de beste sushi zaak van Tokyo, direct naast de Tsukiji-vismarkt. Anderhalf uur later volgt de beloning. Om half acht zit ik aan een fantastisch en onvergetelijk sushi ontbijt. Voordat ik mijn toffe reisgezel aflever bij BMW Japan, stijg ik nog even tot grote hoogte in de nieuwe landmark van Tokyo, De Tokyo Sky Tree. Met zijn 634 meter hoogte, een gedurfd staaltje architectuur op dit aardbevingsgevoelige stukje aardkloot. Met 3500 kilometer op de teller zeg ik dag tegen mijn reismaatje en gaat het via Narita Airport, via Moskou terug naar het ‘warme’ Amsterdam.

Met dank aan: Carolijn Goes en Diederik Reitsma van BMW Nederland - Satoshi Hoshikawa en Takeshi Osumi van BMW Japan


Additional photos below
Photos: 156, Displayed: 30


COMING SOON HOUSE ADVERTISING ads_leader_blog_bottom



Comments only available on published blogs

Tot: 0.249s; Tpl: 0.014s; cc: 12; qc: 22; dbt: 0.0301s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb