Bandung - Yogyakarta - Prambanan: Treinen, paleizen, tempels en verbazingen


Advertisement
Indonesia's flag
Asia » Indonesia » Java » Yogyakarta
September 24th 2015
Published: September 24th 2015
Edit Blog Post

In Bandung lopen we vroeg in de ochtend naar het station om de trein van 07.20 uur te nemen naar Jogjakarta. Wederom zitten we in de Eksekutif klasse, die dit keer helemaal vol zit. Stipt op tijd vertrekken we in oostelijke richting en maakt Bandung plaats voor het platteland. Vooral de eerste paar uur zijn interessant. De trein gaat door een heuvelachtig gebied dat afgewisseld wordt door uitgestrekte dalen. Dan gaan we met veel bochten omhoog, daarna dalen we weer af een vallei in, waar voornamelijk rijst wordt verbouwd. De kegels van oude vulkanen zien we aan de horizon voorbij trekken. Op het land wordt druk gewerkt: de rijst wordt geoogst of aangeplant, andere akkers worden omgeploegd. Af en toe passeren we een dorpje waar ook een station is. Daar staat altijd een medewerker van de spoorwegen in houding totdat de trein gepasseerd is. Na een paar uur zijn we tot bijna op zeeniveau afgedaald en rijden we door een gebied met veel bos, afgewisseld met rijstvelden. Tegen het middaguur wordt de lunch geserveerd. De stewardessen lopen met grote stapels maaltijden naar de eerste coupés toe (wij zitten in de vierde), dan weer terug om nieuwe te halen. Wij denken netjes op onze beurt te wachten, een enkele passagier vraagt nu al om een maaltijd en dat is niet zonder reden. Een uur later komen ze voor het laatst voorbij, om daarna niet meer terug te komen. Wat blijkt, ze werken inderdaad van voor naar achter, maar in de derde coupe zijn de maaltijden helaas op. Wij moeten het doen met een kop champion-kippensoep, afgedekt met een lap bladerdeeg, dat overigens ook prima smaakt. Niet ver van Jogjakarta rijden we weer door uitgestrekte rijstvelden. Ook zie je dat de huizen groter en statiger worden, blijkbaar is er hier meer rijkdom. Na bijna 8 uur komen we aan in Jogjakarta.

Op het station nemen we een taxi naar ons hotel, wat net buiten het centrum ligt. Het is een leuk, kleinschalig complex dat rond een mooi aangelegde tuin ligt. We hebben hoge verwachtingen van Jogjakarta, dat in de reisgidsen erg wordt aangeprezen. Eenmaal in het centrum blijkt het niet het walhalla te zijn zoals omschreven. We besluiten om naar Marlioboro Steet te gaan, de centrale en toeristische straat van de stad. Gezellig zou het daar moeten zijn. Eenmaal daar kunnen we onze ogen niet geloven, het ziet zwart van de mensen. Bijna de hele straat bestaat uit Batikwinkels, en te bedenken dat de straat een paar kilometer lang is, zijn dat er nogal wat. We zoeken onze toevlucht in de McDonald's, eten daar wat, en gaan een illusie armer terug naar het hotel.

Gisteren verbaasden wij ons over de vele toeristen in Jogjakarta, de volgende ochtend viel onze mond weer open. Na het ontbijt lopen we naar de Kranton toe. Dit is een wijk waarin het paleis van de sultan staat en dateert uit 1755. De sultan heeft een belangrijke rol gespeeld in de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië in de jaren 40. Tijdens de bezetting van Indonesië na de Tweede Wereldoorlog, is de sultan in 1948 zich in zijn paleis opgesloten en werd het paleis het hoofdkwartier van het verzet. De Nederlanders durfden het paleis niet aan te vallen, aangezien de sultan de status van God had bij vele Javanen. Ook nu nog woont de sultan in het paleis en wonen er 25.000 mensen in het kranton. Eenmaal aangekomen op het grote plein voor het paleis stuiten we op een enorme mensenmassa,die allemaal een wit shirt van White Koffie aanhebben (een merk van witte koffie dus). Aan de rand van het plein is een podium opgebouwd waar een man staat te praten, wat tot een oorverdovend geluid wordt versterkt. Wat iedereen daar doet, is ons niet duidelijk geworden, aangezien men of in groepjes op de grond zit, of alleen maar rondloopt. WIj banen ons een weg over het plein en bezoeken eerst het museum van de kranton, wat eigenlijk bestaat uit een stuk paleis. Als we even zitten komen twee kleine meisjes giechelend foto’s van ons maken, lopen giechelend weg naar hun moeder, om daarna weer naar ons terug te lopen om weer een foto te nemen. Wij doen maar hetzelfde terug, wat ze erg leuk vinden. Het echte paleis ligt achter het museum en bestaat uit een aantal open ruimtes en bijgebouwen, waarin allerlei zaken worden tentoongesteld van de sultan, van servies tot kleding tot rijtuigen. Ook worden er traditionele dansen opgevoerd met livemuziek. Na het paleis lopen we nog wat door de kranton, wat in feite een hele wijk is. Een man denkt onze nieuwe gids te zijn en loopt een kilometer met ons mee, al proberen we hem duidelijk te maken dat we toch echt zelf de weg wel weten. We duiken een batikwinkel in en schudden hem eindelijk af.

Eenmaal terug op straat houden we een riksja aan en rijden terug naar Marlioboro Street. De man die op de riksja fietst moet wel minstens de AOW leeftijd hebben bereikt. Iedereen haalt ons in en aangezien we voornamelijk heuvelopwaarts gaan moet de man vaak van de fiets springen om te duwen. We schamen ons een beetje, maar ja, wat kunnen wij eraan doen. Eenmaal op onze bestemming nemen we de bus naar de Prambanan, het grootste Boeddistische tempelcomplex op Java. De buslijnen in Jogjakarta zijn goed geregeld. Er zijn vaste haltes waar je een kaartje koopt en via een verhoogd platform de bus in kan. De bijrijder zorgt er streng voor dat mensen eerst kunnen uitstappen, Aziaten willen altijd voordringen. Ook roept hij de haltes om en houdt bij hoeveel mensen er in en uitstappen. De rit naar de Prambanan duurt ongeveer 45 minuten, eenmaal daar lopen we naar het loket voor buitenlanders om een toegangskaartje te kopen. Na enig onderzoek blijkt dat wij 7.5x zoveel betalen als binnenlandse toeristen. Alle tempels zijn gebouwd in de 8e tot 10e eeuw na Chr toen Java werd geregeerd door Boeddhistische en Hindoestaanse leiders. Twee eeuwen later raakten de tempels in verval toen de leiders naar Oost-Java verhuisden en in de 16e eeuw werden getroffen door een zware aardbeving. Mede dankzij Unesco zijn de tempels in de jaren 80 en 90 gerestaureerd.

Het tempelcomplex is heel indrukwekkend. Drie grote tempels worden omringd door een aantal kleinere. Daaromheen liggen grote stapels met stenen, van de omringende 244 tempels die zijn ingestort. De regio is in 2006 getroffen door een zware aardbeving, waarbij de tempels veel schade hebben opgelopen, en sommige zelfs helemaal zijn ingestort. Sindsdien wordt er gestaag (lees zeer langzaam) gewerkt aan de wederopbouw. Hierbij puzzelen de Indonesiërs soms met wat fantasie de oorspronkelijke afbeeldingen bij elkaar (zie foto). De wederopbouw, voor zover mogelijk, zal aan het grote aantal stenen te zien nog wel enkele decennia gaan duren. Iedere tempel is gewijd aan een bepaalde God, wat je kan zien aan de afbeeldingen die op de zijkanten zijn aangebracht en beelden die in de tempel staan. De tempels worden vandaag voornamelijk bezocht door binnenlandse toeristen, die net als overal, 3000 selfies van zichzelf staan te maken en weinig oog voor de schoonheid van hetgeen ze bezoeken hebben. Vaak worden we gevraagd om op de foto te gaan, af en toe gaan we erop in. Niet dat ze dan toch stiekem toch nog een foto nemen. Dat blanken toch nog zo bijzonder zijn hebben we van te voren niet kunnen inschatten. We nemen de bus terug naar de stad en eten wat bij een lokaal restaurant tegenover het hotel.

Ten slotte nog wat prijzen:

Een halve liter frisdrank 0.25 euro
Een zakje chips 0.30 euro
Een bord nasi goreng 0.60 euro
Saté met rijst 0.91 euro
Een maaltijd bij de McD 2.13 euro
Een buskaartje in Jogja 0.22 euro
Een liter benzine 0.45 euro
Een 4* hotel incl ontbijt 30 euro
Een vliegticket (vluchtduur 1 uur) 20 euro

Jogjakarta zelf vonden we niet indrukwekkend, iets wat je wel meer hoort van andere toeristen en ook op internet veel leest. Toch zijn er in de omgeving nog een hoop dingen te bezoeken, en dat gaan we de volgende keer doen: de Borobodur, een van de belangrijkste Boeddhistische tempels van Azië. Ook gaan we naar het vulkanische Dieng Plateau op 2000 meter en bezoeken we de Merapi vulkaan. Tot ons vermaak verbazen de Indonesiërs zich nu iedere dag over ons, soms zelfs met grote ogen.


Additional photos below
Photos: 30, Displayed: 27


Advertisement



Tot: 0.105s; Tpl: 0.014s; cc: 14; qc: 29; dbt: 0.0517s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.1mb