Tempels, rijstvelden, enorme hagedissen en een fenomenale onderwaterwereld

---

UPDATE: de computer hier pakt mijn camera niet, dus voorlopig alleen duikfoto's van Komodo van Tessa's camera. Ik zal later proberen andere foto's te uploaden.



Na meer dan 2 weken tijd, is het weer tijd voor een update. We zijn sinds het laatste verslag alweer op een heleboel verschillende plekken geweest: eerst 6 dagen Kuala Lumpur, toen een week Bali en inmiddels al 4 dagen op Flores/Komodo. Na Kalimantan moesten we tijdelijk weg uit Indonesie omdat ons visum verliep. Daarom vertrokken we 6 dagen naar Kuala Lumpur. Achteraf kunnen we wel stellen dat we beter een andere plek hadden kunnen zoeken, want zowel Tessa en ik vonden KL een behoorlijke teleurstelling. Het enige waar KL uit bestaat zijn wolkenkrabbers en winkelcentra. Er is weinig te zien, en de toeristische trekpleisters die er zijn, zoals de centrale markt waar alleen maar souvenirs worden verkocht, zijn de moeite echt niet waard. We hebben ons vermaakt, daar niet van, maar je kunt 6 dagen een stuk beter besteden.

Vantevoren was het plan om 2 dagen naar het kustplaatsje Malacca te gaan, zodat we niet de volle tijd in KL zouden zitten. Helaas werd Tessa erg ziek nadat we een avondje veel te veel Indiase curry hadden gegeten met een Maleise jongen die we in Yogyakarta hadden ontmoet. Malacca ging dus niet door, en we zijn de volle zes dagen in KL gebleven. Een dagje zijn we net buiten KL naar de Batu Caves geweest. Dit is een serie grotten met Hindoeistische tempels erin, gewijd aan de god van de oorlog, Murugan. Sinds 2006 staat er een enorm beeld van Murugan voor de ingang, dat 42 meter hoog is. Na de ingang loop je ongeveer 300 traptreden op naar de grot. Het is een leuk uitstapje, en je hebt goed uitzicht op de skyline van KL, maar de tempels zelf stellen niet zo heel veel voor, zeker niet als je het vergelijkt met Balinese Hindoe-tempels. Wel waren de aapjes die er zaten leuk. Het blijft leuk om te zien dat makaken vaak slimmer dan de gemiddelde toerist zijn.

Daarnaast zijn we in KL een dag naar wat toeristische gebieden gegaan, zoals de eerder genoemde centrale markt en nog een marktje ergens anders. Beide markten waren helaas zo toeristisch dat ze alleen maar souvenirs verkochten. Denk aan ‘I Love KL’-shirt, magneten van de petronas en andere troep. Als je de Petronas-towers trouwens in magneetvorm bezit, heb je meer dan genoeg gezien. Ik heb zelden twee zulke lelijke torens gezien waar zo veel mensen op af komen om een of andere reden.

Maar goed, laat ik positief afsluiten over KL. Na op Borneo elke avond met veel moeite op zoek te moeten naar vega-eten, wat vaak resulteert in rijst met vlees zonder vlees (=rijst) of gado-gado (groenten met pindasaus), kon ik in KL eindelijk kiezen wat ik wilde eten. Vlakbij ons hotel was zelfs een vegetarisch restaurant, waar we gedurende 6 dagen vaste klanten waren uiteraard. Ook het aanbod van de andere restaurants liet vrij veel keus over voor me, dus we hebben uitgebreid tapas en Italiaans kunnen eten, wat wel een fijne afwisseling was na 2 maanden.

Na KL was het weer tijd om terug te keren naar Indonesie. Bali om precies te zijn, voor 1 week. Na aankomst sliepen we de eerste nacht bij mijn nicht Chaja, die op Bali woont met haar man Rai en twee kinderen. 4 jaar geleden, toen ik alleen reisde, was ik de eerste nacht ook op bezoek, en het blijft leuk om verweg wonende familie te bezoeken en bij te praten. Na een uitgebreide maaltijd en een lekker nachtje slapen, was het de volgende dag tijd om naar Ubud te gaan, waar we in de villa van mijn oom Joost mochten verblijven (met zwembad!). Naast zwemmen en relaxen, hebben we ook 3 daguitstapjes naar andere delen van Bali gemaakt. Met onze taxi-chauffeur Kadek zijn we de eerste dag richting het noordoosten gereden, om een aantal bekende tempels en Gunung Batur (vulkaan) te bezoeken. Hoewel ik de meeste tempels al kenden, was het leuk om ze nog een keertje te bezoeken. Ook de rijstvelden van Tegalalang waren leuk om te bezoeken. Helaas was het rondom Gunung Batur erg slecht weer, dus zowel de piek als het kratermeer hebben we niet kunnen zien.

Ons tweede uitstapje was richting Padangbai, de kustplaats waarvandaan de ferry naar Lombok vertrekt. Het is naast een havenstadje ook een van de betere duikplekken op Bali, en dat was precies wat we wilden doen. De eerste duik was niet zo’n heel groot succes. Het koraal was niet super, en Tessa kreeg wat problemen met haar apparatuur onder water, wat wel voor wat schrik zorgde. De tweede duik was wel heel mooi, vooral omdat we haaien, schildpadden en octopussen zagen. Het koraal rondom Padangbai is helaas niet heel mooi. Op de terugweg naar Ubud zijn we nog gestopt bij de Bat Cave Temple, een tempel met heel veel stinkende, piepende vleermuizen, en bij een bedrijfje dat natuurlijk zeezout wint.

Onze laatste uitstap was naar de meest bekende rijstvelden ter wereld: de rijstvelden van Jatuluwih. Hier wil ik niet al te veel woorden aan vuil maken, en vooral de foto’s laten spreken. Het weer was super die dag, en het uitzicht ook, dus dat leverde mooie plaatjes op.

Na ons weekje in Bali, zijn we inmiddels in West-Flores (Labuan Bajo om precies te zijn). We zijn meteen de dag na aankomst een tweedaagse boottocht naar het Komodo National Park gaan doen. Hier hebben we natuurlijk de bekende Komodo Dragons gezien, hagedissen die wel 3 meter lang kunnen worden en bekend staan om hun stinkende adem. De bacterie-cocktail in hun mond helpt bij het doden van hun prooi, en kan ook bij mensen lelijke infeties veroorzaken. Gelukkig waren ze niet zo actief, dus we konden ze van dichtbij bekijken. Naast de varanen hebben we ook vliegende honden zien uitvliegen ’s avonds. Daarnaast hebben we tijdens het snorkelen weer allerlei prachtige koralen en vissen gezien, en gesnorkeld met enorme mantaroggen (waar we ook nog mee gedoken hebben, maar dat komt later).

Na dit geslaagde tripje, besloten we Komodo nog wat meer van onderwater te bekijken, door een dagje te gaan duiken (3x duiken op een dag) met het Komodo Dive Center. We begonnen bij een van de bekendste plekken, Batu Bolong, waar je prachtige gekleurde koralen hebt en enorm veel vissen. Daarnaast spotten we ook nog een zeeschildpad en drie haaien. De tweede duik was bij het Manta Point, waar we dus ook al gesnorkeld hadden. De stroming was hier flink, dus onze gids bond een touw aan een vastzittende steen. Terwijl we ons vasthielden aan het touw zwommen er binnen de kortste keren enorme Manta roggen over ons heen. Op een moment waren het er zelfs vier tegelijk. Na een lunch aan boord was het tijd voor onze laatste duik, bij Siaba Besar. Hier stikte het vooral van de zeeschildpadden. We hadden helaas niet het geluk om haaien te spotten. Wel vonden we in de zandvlakte nog een pijlstaartrog, een prachtige zeeslak en twee koraalduivels. Al met al een heel geslaagd dagje. Achteraf zijn we met alle duikers, de twee diveguides en andere medewerkers van het centrum samen wezen eten en daarna naar een bar geweest. Als je ooit in Komodo bent en je wilt duiken, ga dan als eerste even langs bij Komodo Dive Center!



Vandaag is ons laatste dagje in Labuan Bajo. Morgen begint onze reis richting Oost-Flores, die nog minder dan twee weken duurt. Alweer bijna naar huis, maar eerst nog even zien wat de rest van Flores voor ons in petto heeft.

---

Photos

DSCN2755
Koraalduivel

DSCN2756
Pijlstaartrog

RSCN2765
Zeeslak

DSCN2571
Batu Bolong

DSCN2578
Samen bij Batu Bolong

DSCN2609
Manta rog

DSCN2722 (2)
Chillende zeeschildpad