Naar Xuzhou.


Advertisement
China's flag
Asia » China » Jiangsu » Xuzhou
April 15th 2007
Published: August 6th 2007
Edit Blog Post

Zondag 15 april. .

Vanochtend hadden we een beetje pech met onze busverbinding: door het drukke verkeer in de spits en door wegwerkzaamheden verloren we veel tijd in de taxi naar het busstation. We misten net de bus van 9u45 en moesten daarom vier uur wachten op de volgende bus. We verveelden ons echter geen moment want in en rond een groot busstation is er altijd wel wat te zien.
Tijdens de busrit naar Xuzhou reden we door landbouwgebied met veel graan op de velden. Daar waren ook veel bomen geplant, vooral jonge populieren. We vroegen ons af of dit gedaan werd om in de zomer voor schaduw op de gewassen te zorgen of tegen bodemerosie? In de dorpen zagen we de typische landelijke huizen met één of twee varkensstallen en een toilet vlak bij de varkensstal.
Bij aankomst kochten we eerst een kaart van Xuzhou en belden dan Helen op. We spraken af om een taxi te nemen tot bij haar school. Daar stond ze ons al op te wachten met een Chinese vriendin, Stephanie. Ze brachten ons naar een plaatselijk hotel waar we een kamer namen. Die avond aten we met vier in een klein restaurantje: het eten was er eenvoudig maar heel erg lekker en spotgoedkoop.
Stephanie stelde voor om ons af en toe tijdens onze bezoeken in Xuzhou te begeleiden. We spraken af dat we de volgende dag onder ons twee het museum zouden bezoeken. We zouden het leuk vinden als ze ons de dag daarna zou begeleiden. Dinsdag om 9u zou ze naar ons hotel komen en dan zouden we naar het grafcomplex gaan van Liu Zhu, 6e prins van Chu, en zijn vrouw.



Maandag 16 april. .

Xuzhou ligt in een vruchtbaar en klaarblijkelijk ook strategisch belangrijk gebied. Sinds de tijd van de mythische Xia dynastie (2000 à 1500 voor Chr.) zouden hier meer dan 200 veldslagen zijn geleverd. Dat betekent gemiddeld om de 20 jaar een veldslag en dat 4000 jaar lang! Dit is een onvoorstelbaar aantal, maar één van onze reisgidsen plaatste daar nog een nul bij en had het over 2000 veldslagen! Tot in de moderne tijd bleef Xuzhou haar rol als plaats van veldslagen waarmaken: in mei 1938 viel de stad na een zeer bloedige slachtpartij in Japanse handen en tien jaar later werd hier een leger van 550.000 man van de Nationalisten onder leiding van Chiang Kaishek in een groot offensief door het Rode Leger buiten gevecht gesteld. Dit laatste betekende in de praktijk het begin van het einde voor Chiang en zijn Guomindang in China.
Xuzhou heeft behalve als plaats voor veldslagen verder nog een belangrijke rol gespeeld in de Chinese geschiedenis tijdens en na de Han-dynastie. Het was de geboorteplaats van Liu-Bang die de eerste keizer werd van de Han-dynastie in 206 voor Chr. Na zijn troonsbestijging kreeg zijn jongere broer Liu Jiao dit gebied als vazal van de keizer. Liu Jiao werd zelf de titel ‘prins van Chu’ verleend. Door de vruchtbaarheid van deze gebieden en omdat Chu vrijgesteld werd van belastingen, werd het een welvarende staat.
In de buurt van Xuzhou zijn op 8 locaties de graven gevonden van 12 prinsen van Chu. Tot nu toe zijn er 6 van deze graven onderzocht, waarbij uitzonderlijke grafmonumenten zijn gevonden en zeer veel prachtige grafgiften.
Tijdens ons verblijf zouden deze graven en grafvondsten het belangrijkste doel voor onze bezoeken vormen.
Deze ochtend bleek onze kamer toch enkele gebreken te hebben, waarbij een lek in de badkamer wel de lastigste was omdat zo de badkamervloer constant nat en erg glibberig was. Omdat we hier toch een paar dagen zouden verblijven, vroegen en kregen we een andere kamer. Deze bleek heel wat beter. De kamers waren allemaal pas gerenoveerd en zagen er heel goed uit. Jammer dat de afwerking klaarblijkelijk soms wat te wensen over liet. In onze nieuwe kamer was de muur aan de kant van het bed over de hele breedte bedekt met een spiegel waardoor de kamer er twee keer zo groot uit zag. Aan de muur er tegenover hing ook nog een spiegel, gelukkig niet erg groot. Als je daarin keek kon je jezelf oneindig keer herhaald zien, net zoals in een spiegelpaleis.
Het museum van Xuzhou herbergde het grootste deel van de vondsten uit de Han-graven van de prinsen van Chu. We waren er een hele tijd zoet want er waren prachtige stukken bij in jade, goud, zilver, brons, aardewerk en porselein. In de zalen was er heel wat uitleg in het Engels, de belichting van de stukken was meestal goed en we mochten er naar hartenlust fotograferen. Na het museumbezoek wandelden we naar het hotel voor een lunch en een korte siësta. Daarna trokken we met bus 39 naar de enorme vestiging van Carrefour: die van Korbeek-Lo zou er makkelijk twee keer in passen! We konden naar hartenlust inkopen doen, alle zaken die we elders in China maar moeilijk vonden, waren hier te koop.
’s Avonds probeerden we het restaurant van het hotel uit: weer eens superchique, lekker eten en absoluut niet duur. In China hebben de restaurants behalve een grote eetzaal ook zeer veel kleine kamers waar je met een groepje apart kunt eten. Meestal zoeken wij een plaatsje in de grote eetzaal want dan zien we wat meer. Hier werden we direct naar zo’n kamertje gebracht waar de tafel voor acht gedekt stond met gouden couverts (waarschijnlijk verguld) en kristallen glazen. We werden er bediend door 8 man die eerst ijverig het overbodige gerief opborgen en dan de schotels die door anderen tot aan de deur werden gebracht, op tafel zetten. Voor het grootste deel hadden ze eigenlijk niets te doen. Sommige speciale schotels werden op een mobiele kookplaat in het deurgat van ons kamertje klaargemaakt, zodat we het allemaal goed konden zien. Een grote flat-screen TV werd aangezet en we kregen de afstandsbediening toegeschoven. Men was verbaasd dat we de TV onmiddellijk weer af zetten.



Dinsdag 17 april. .

Om 9 u kwam Stephanie ons ophalen aan het hotel. We hadden afgesproken dat ze naar onze kamer zou komen. Aangezien we ondertussen een andere kamer hadden gekregen, gingen we een kwartier op voorhand naar beneden om haar in de lobby op te wachten. Omdat ze via een achterdeur binnen kwam, zagen we haar niet binnen komen en stond ze toch aan de verkeerde deur te kloppen. Uiteindelijk vond ze ons toch en konden we met de bus naar de ‘Schildpadheuvel’ waar in de rots de graven van de 6e prins van Chu en zijn vrouw waren uitgehouwen. De busrit duurde redelijk lang. Tijdens de rit kwamen we langs School nr. 1, die een uitstekende reputatie had. Stephanie zei trots dat ze daar op school was geweest. Nu had ze al twee jaar handelswetenschappen achter de rug en zou ze een specialisatiejaar in Australië volgen. De universiteit waar ze nu studeerde, had een uitwisselingsprogramma. Ze sprak redelijk goed Engels maar volgens ons zou ze het erg moeilijk hebben om in Australië in het Engels les te volgen. Ook voor ons was het zeer moeilijk geweest om het taaltje van de Australiërs te verstaan: ze hebben een speciaal accent, plakken alle woorden aan elkaar en ratelen er heel snel op los. De vertrekdatum van Stephanie lag nog niet vast maar ze zou in Australië wel eerst een cursus volgen om de specifieke vakgebonden woordenschat goed in te oefenen. Op dit moment was ze niet zo met haar studies bezig: volgende zaterdag zou haar oudere broer trouwen. Zij was de ‘Beste Vriendin’ van de bruid en zou dus op het feest ook een belangrijke rol spelen. Over de huwelijksgewoonten hier in China hebben we in stukken en brokken al iets opgestoken. Behalve een ceremonie zijn er vaak verschillende feesten, respectievelijk één bij de familie van de jongen en één bij die van het meisje. Daarnaast is er zoals bij ons een aparte uitstap om foto’s te maken. Dit wordt meestal door een agentschap georganiseerd die de kleding levert en het koppel naar ‘typische’ plekjes meeneemt voor fotosessies. Dit kunnen meerdere sessies zijn, bijvoorbeeld één in traditionele kledij en één in moderner kledij. Het is dus heel normaal om in een park een serie bruidspaartjes te zien: een dergelijk agentschap is meestal met een klein busje vol trouwers op stap. Dan zitten er in het park een paar paartjes te wachten terwijl er één of twee paartjes bezig zijn met de reportage. De assistent plaatst het koppel in de juiste positie, drapeert de bruidsjurk die vaak een lange sleep heeft, corrigeert hier en daar de kleding en levert de attributen. Daarna staat hij iets verder met een reflecterende plaat om te zorgen dat het gezicht van het bruidspaar goed belicht is. Ook als we geen bruidspaar zien maar wel iemand die met zo’n plaat rondloopt, weten we dat er in de buurt bruidsfoto’s worden gemaakt. De bruidsjurken zijn vaak nogal ‘bloot’. Tijdens de wachtmomenten heeft zo’n bruidje dan haar gewone jas over de schouders en zie je ze op haar sportschoenen wachten of rondlopen terwijl in het laatste geval de bruidegom wat helpt met de sleep die onpraktisch achter de bruid aan bengelt. Tijdens de feesten, vaak nog één apart voor de vrienden van de trouwers, wordt verwacht dat de bruidegom en de bruid aan de verschillende tafels gaan toosten en vaak wordt hen dan ook een sigaret aangeboden. We zaten een tijd geleden in de trein in een coupé met een koppeltje dat hierover vertelde. Vooral de bruidegom wordt door de gasten uitgedaagd om veel te drinken, eigenlijk proberen ze hem dronken te voeren. De bruidegom heeft daarvoor enkele vrienden mee die hem hierbij helpen. Het grootste deel van de drank die de bruidegom krijgt aangeboden, werken zij naar binnen. De taak van een ‘best man’ is in China dus niet te onderschatten: belangrijk is dat hij goed kan drinken. Nu hoorden we ook dat de bruid ‘Beste Vriendinnen’ heeft op het trouwfeest en Stephanie zou dit zijn voor de vrouw van haar broer. Of zij ook zo zou moeten drinken, kwamen we niet te weten. We hoorden later van Helen dat de vader van Stephanie nu op pensioen was maar een hooggeplaatste positie had bekleed bij de overheid in Xuzhou. Helen en enkele van haar collega’s waren trouwens ook uitgenodigd op het feest van zaterdag dat waarschijnlijk de nodige luister zou hebben. Stephanie was goed bevriend met de vier Engelse leerkrachten van School nr. 6, waar Helen les gaf. Door de omgang met deze Engelstaligen kon ze haar Engels behoorlijk bijschaven.
De rotsgraven van Liu Zhu en zijn vrouw waren diep in de rotsheuvel uitgehouwen. De graven hadden geen speciale versiering, maar de gangen met zijkamers waren verbluffend nauwkeurig gemaakt. Zowel voor de prins als voor zijn vrouw waren verschillende kamers langs een hoofdgang uitgehouwen zodat voor elk de ‘leefsituatie’ uit het paleis werd nagebootst. De twee gangen van ongeveer 83 m lang waren op ongeveer 30 m van elkaar uitgehouwen. Ze waren beide perfect oost-west georiënteerd, liepen kaarsrecht en volkomen parallel. Om dat in een harde rots te kunnen presteren, moesten ze hier meer dan 2000 jaar geleden over zeer goede technieken hebben beschikt. Het graf zou vanuit twee richtingen gegraven zijn, waarbij men in het midden van de heuvel op dezelfde plaats uitkwam. Het is nog steeds een mysterie hoe men in die tijd het werk zo goed kon berekenen: op de totale lengte was de afwijking minder dan een halve cm. Behalve de grafkamer beschikte elk graf over verschillende voorraadkamers, een badkamer, een toilet en een wapenkamer. In het graf van de prins was er ook een kamer voor paarden en paardenmenners. In elke gang was de doorgang naar een volgende kamer oorspronkelijk afgegrendeld met grote blokken van 6 à 7 ton die uit de rotsen waren gehouwen. De achterste kamer (die van de prins) was ooit met 26 van dergelijke blokken afgesloten. De lichamen van de prins en zijn vrouw waren in een jaden lijkwade gehuld en in cederhouten kisten geplaatst. In het graf waren nu wat replica van de lijkkist en van grafgiften tentoon gesteld. In het museum hadden we de vorige dag veel van de oorspronkelijke grafgiften gezien en ook de beide lijkwaden. Die waren nog in perfecte staat: die van de prins was gemaakt van 4248 stukjes jade, met 1576 g gouddraad aan elkaar geregen.
We liepen door beide gangen en bezochten al de bijvertrekken. In de gangen kon ik niet rechtop lopen. Op één plaats was er in de zolder een natuurlijke holte. Daar kon ik even rechtop staan. Al de kamers waren veel hoger en voor mij meer dan hoog genoeg. Fotograferen lukte wel maar de verlichting had een speciaal Chinees trekje: die was in rood, geel, groen en blauw zodat de foto’s er wat onwezenlijk uitzagen. Ook flitsen bleek geen succes omdat het grijze gesteente dan een zeer onnatuurlijke bleke schijn kreeg. We bleven redelijk lang in de grafcomplexen want we namen goed de tijd om alles te bekijken. Nadien aten we een chaomian in een noedelsrestaurant en keerden we terug naar het hotel. Toen Stephanie afscheid nam en naar huis ging, voegde ze er nog snel aan toe dat we ons maar goed moesten wassen. Klaarblijkelijk hebben Chinezen een zekere huivering om graven te bezoeken en moeten ze zich na elk bezoek volledig wassen.
Zonder eerst te douchen ging ik aan het werk. Ik had nog werk genoeg met het sorteren van foto’s terwijl Berna (ook zonder een voorafgaande wasbeurt) op stap ging naar een internetcafé om te mailen.
’s Avonds hadden we aan de uitgang van school nr. 6 afgesproken. We werden er door Helen opgewacht die met ons een wandeling door de school maakte. We hoorden dat er toevallig de volgende dat een ‘opendeurdag’ was. Dit was niet bedoeld voor ouders of leerlingen, wel voor leerkrachten van andere scholen uit Xuzhou. Heel wat leerkrachten zouden de volgende dag diverse lessen bijwonen. Helen zei dat het niet zou uitmaken dat er op dat moment een paar buitenlanders extra zouden rond lopen. Als we er zin in hadden, waren we van harte welkom. Dat lieten we ons natuurlijk geen twee keer zeggen: de volgende dag zouden we om 8u30 weer naar de school komen. Na de rondleiding werden we naar de appartementen van de buitenlandse leerkrachten gebracht: die waren uitzonderlijk ruim. Het ‘éénpersoonsappartement’ van Helen beschikte naast badkamer, slaapkamer en zitkamer over nog minstens twee of drie kamers die allemaal royaal waren. Ieder appartement werd gemeubeld ter beschikking gesteld en ook voorzien van computer met internetaansluiting. We ontmoetten er ook Shirley en Karen, twee collega’s van Helen. We dronken een aperitief in het appartement van Karen en trokken er dan op uit om te gaan eten. Ook Stephanie daagde op zodat het een gezellig etentje werd met zijn zessen. Stephanie wist een goed plekje: het eten was er bijzonder lekker en opnieuw spotgoedkoop: een uitgebreide maaltijd waar we met zijn zessen goed van aten voor 8 euro! Het enige vervelende was dat de draaitafel zo vol stond dat een kommetje sojamelk kantelde en op Berna terecht kwam. Ze was zo druk in gesprek, dat ze daar op het eerste moment niet eens iets van merkte. Dat veranderde snel want haar bloes en broek waren kletsnat. Met veel deppen kon het ergste vocht worden verwijderd. Na het eten kwamen Helen, Karen en Shirley nog even mee naar onze hotelkamer waar Berna zich kon omkleden. De kleren zouden op school worden gewassen en zouden we morgen weer helemaal schoon en droog kunnen afhalen: toch goed bekeken van Berna, nietwaar?


Woensdag 18 april. .

Vanochtend waren we op tijd aan de poort om de opendeurdag van School nr. 6 te volgen. Deze school heeft ongeveer 6000 leerlingen verdeeld over twee vestigingsplaatsen. Op deze campus waren er ongeveer 3000 leerlingen. We hadden ze één van de vorige dagen al eens gezien toen ze om 10 u verzameld waren op het enorme sportveld van de school. Ze stonden per klas netjes in het gelid en luisterden naar een toespraak. Daarna deden ze allemaal gymnastiekoefeningen, de één al wat enthousiaster dan de andere.
Volgens wat wij van de buitenlandse leerkrachten hoorden, is het schoolsysteem in China bijzonder competitief vooral vanaf de hogere jaren van de middelbare school. Wat we hier vermelden geldt vooral voor de school hier in Xuzhou. De buitenlandse leerkrachten hier waren er over eens dat de situatie heel erg kan verschillen van school tot school. Men kan geen algemene regels geven behalve dat men overal de competitie tussen de leerlingen zeer hoog opvoert omdat er gewoon te veel gegadigden zijn voor te weinig plaatsen in de hoger studies. Hoe die competitie wordt georganiseerd kan echter erg verschillen. Algemeen is ook dat een middelbare school normaal zes leerjaren heeft: de eerste drie zitten de juniorstudenten, in de volgende drie de seniorstudenten.
In deze vestigingsplaats zaten de seniorleerlingen van de school. Volgens wat we hoorden was het onderwijs veel meer gericht op uit het hoofdleren dan bij ons. Over het algemeen waren de lespakketten ook minder gevarieerd. De studiekeuze van een student hangt veel meer van zijn cijfers af dan bij ons. Indien je als student zelf wilt kiezen wat je in je hogere studies gaat studeren en in welke universiteit, moet je tot de allerbesten horen. Het is niet voldoende om behoorlijk door de middelbare studies te geraken: gemiddeld 90% of meer halen is de boodschap. Behoor je niet tot de besten dan loop je veel kans dat de overheid bepaalt wat je in het hoger onderwijs mag studeren en waar je dat kunt doen. De meest gegeerde universiteiten zijn die van Beijing en van Shanghai. Veel universiteitsstudenten studeren daarom honderden km van huis en kunnen enkel tijdens de vakanties naar huis. Vaak hebben ze daar niet zelf voor gekozen maar werden ze alleen daar toegelaten omdat hun resultaten niet voldoende waren voor de universiteit van hun keuze.
Je hebt als student meer kans om bij de besten te horen, naarmate je je middelbare studies op een ‘betere’ school hebt kunnen volgen. In Xuzhou zou School nr. 1 de beste zijn, en volgens wat we hoorden was School nr. 6 ook een zeer goede school en behoorde zeker bij de top 5 van deze stad. Om op zo’n school toegelaten te worden als ‘senior’ moet je zeer goede prestaties kunnen voorleggen tijdens je studies als junior. De competitie om de beste te zijn begint in China dus vooral in de middelbare school. Indien een leerling een paar punten te kort heeft om in een school toegelaten te kunnen worden, kunnen de ouders daar wat aan doen door meer inschrijvingsgeld te betalen. Is de kloof te groot kan dit niet. Dit extra inschrijvingsgeld kunnen de ouders ‘aanvragen’ door hun kinderen in te schrijven voor optionele (niet verplichte) uren. Extra uren Engels, meestal van een buitenlandse leerkracht, kunnen tot een optionele cursus behoren. Een school pakt graag uit met buitenlandse leerkrachten die Engels geven, dat geeft een school standing. Buitenlandse leerkrachten verdienen meestal meer dan de Chinese collega’s zodat de lessen van de buitenlandse leerkrachten vaak in het optionele lespakket zitten. In plaats van 1000 Y per trimester, betalen ouders in School nr. 6 dan 6000 Y per trimester. Helen en de anderen buitenlandse leerkrachten krijgen op die manier één deel gemotiveerde leerlingen die echt extra Engels willen krijgen en ervoor willen betalen, maar ook leerlingen die het pakket Engels gekozen hebben omdat ze alleen op die manier op die school terecht kunnen.
De meeste leerlingen zijn al om 7u op school en er kunnen 9 tot 10 lesuren geprogrammeerd zijn van ongeveer 45 minuten. De wisseling tussen de lessen duurt 10 minuten maar er worden tussendoor ook gymnastiekoefeningen georganiseerd en één keer per week ook een ceremonie voor het groeten van de vlag. De middagpauze op school nr. 6 duurt twee uur, de leerlingen zijn dan vrij om de school te verlaten. Om ongeveer 18 u zijn de lessen gedaan, maar drie kwartier later worden in ieder geval de leerlingen van de hoogste jaren weer op school verwacht om er hun huiswerk te maken en om enkele extra lessen te volgen. Helen was er niet zeker van of dit ook het geval was voor de juniorstudenten. Omdat deze pauze van 45 minuten voor de meesten te kort is om tijdens de spits naar huis te gaan, komen heel veel ouders om 18u met een maaltijd naar de schoolpoort om die aan hun kinderen te geven. De leerlingen blijven ’s avonds meestal tot 22 u op school om hun huiswerk te maken, de maanden voor de examens kan dat oplopen tot 23 uur. De zinsnede die ik de drie leerkrachten Engels het meeste heb horen zeggen over hun leerlingen was: “They must work so hard!”. We hadden al eerder van leerlingen die we tegenkwamen over dergelijke late schooluren horen vertellen en hadden ons toen telkens afgevraagd of we het wel goed hadden verstaan. Nu waren Helen en Shirley heel formeel wat betreft de leerlingen aan wie zij lesgaven (senior 3): in hun school moesten deze na een korte pauze ’s avonds op school blijven tot 23 u. Helen vond zelf ook dat de leerlingen van het laatste jaar in de middelbare school bijzonder volgzaam waren en had daar, heel voorzichtig, eens in haar klas naar gepolst. De leerlingen bleken de wensen van de ouders op te volgen. Deze meenden dat een universiteitsdiploma onontbeerlijk was om behoorlijke kansen te hebben op een goede job en dat hun kinderen (en zij zelf) er alles voor over moesten hebben om dit te bereiken. Over spijbelen heb ik niet veel gehoord. Heel het systeem is gericht op het halen van punten. Om het simpel te stellen: al de leerlingen die verder willen studeren, proberen, om 100% te halen want dat geeft volledige zekerheid. De leerlingen die optionele uren hebben (waar ouders duur voor betalen) kunnen wel uit dergelijke bijkomende lessen wegblijven zonder gevolgen. De resultaten van die vakken tellen toch niet mee voor hun gemiddelde. Het spreekt vanzelf dat naarmate de examens naderen, er meer en meer kinderen uit die optionele lessen weg blijven. Het is enkel omdat een goede kennis van het Engels een grote meerwaarde vormt in de verdere studies en in het beroepsleven, dat er tegen de examentijd toch nog leerlingen zijn om dergelijke lessen te volgen.
Ik volgde deze dag een les Biologie meer bepaald over de gisting. Naar ik meen waren het ‘senior 2’ leerlingen, bij ons is dat het 5e middelbaar. Tijdens deze les kwam de alcoholische gisting aan bod. Ik kon uiteraard niet veel verstaan van wat de leerkracht zei, maar ik kon het verloop van de les goed volgen. De klas telde tussen de 50 en de 60 leerlingen en was gemengd. Toen de leerkracht binnenkwam, stonden alle studenten (en de bezoekende leerkrachten) recht om hardop de leerkracht welkom te heten: “Goedemorgen leraar!”. De groet ging gepaard met een beleefde buiging. Na een teken van de leerkracht ging iedereen weer zitten. De leerkracht, een vrouw van ongeveer 35 jaar, begon eerst de leerstof van de vorige les te overhoren. Leerlingen konden uit zich zelf antwoorden of werden aangeduid. Bij het geven van het antwoord stond de leerling altijd eerst recht en ging pas weer zitten als de leerkracht dit had gezegd of een teken daarvoor gaf. Na deze korte vragensessie gaf de lerares een korte inleiding over de lesinhoud van vandaag. Ze maakte tijdens deze les ook gebruik van een PowerPoint presentatie. Of dat enkel tijdens deze modelles gebeurde of iedere tijdens iedere les, kwam ik natuurlijk niet te weten. Na de inleiding moest één van de leerlingen hardop (en rechtstaande) een paragraaf uit het handboek voorlezen. Daarna stelde de leerkracht wat vragen over deze paragraaf die vlot werden beantwoord. Vervolgens moesten de leerlingen in stilte een volgend stuk lezen, waarna weer vraag en antwoord volgden. Op deze manier werd de vergisting van glucose tot ethanol behandeld en de optimale voorwaarden voor dit proces. Een leuk moment vond ik toen één van de leerlingen naar voren werd geroepen om van een glas wijn te proeven. Ze moest daarna de smaak omschrijven. Deze leerling deed dat heel goed, ze aarzelde een beetje zodat ze nog een tweede en daarna nog een derde keer ‘moest’ proeven eer ze een duidelijk antwoord kon geven. Later werd ook de oxidatie van ethanol tot azijnzuur behandeld en de omstandigheden waarbij dit gebeurde. Ook hier werd een leerling naar voren geroepen om te proeven, nu van azijn: deze leerling had maar een klein slokje nodig om direct een goede omschrijving te kunnen geven van de smaak.
Tegen het einde van de les werden enkele leerlingen aan het bord geroepen om de reactievergelijkingen voor beide processen op het bord te schrijven: deze werd heel vlot neergeschreven. Toen de bel ging, bleef iedereen zitten. De leerkracht was klaarblijkelijk nog niet helemaal klaar en werkte snel haar les af. Ze gaf ook aan welk stuk uit het handboek de volgende les aan bod kwam. Waarschijnlijk werd verondersteld dat de leerlingen die lessen tijdens hun ‘huiswerk’ zouden voorbereiden. Dat zou kunnen verklaren waarom de les zo vlot vooruit ging: ik merkte (behalve bij het wijnproeven) bijna nergens een hapering als er antwoorden werden gegeven. Hoogst waarschijnlijk waren de leerlingen voor deze les ook wat beter voorbereid dan normaal. Dit was een uitzonderlijke les en de leerkracht zal waarschijnlijk vooral haar beste leerlingen aan het woord hebben gelaten. Toen ze klaar was gaf de leerkracht het teken dat de les gedaan was en pas toen maakten de leerlingen aanstalten om de klas te verlaten.
Berna had een les Engels gevolgd bij Karen. De leerlingen werd aangeleerd hoe ze een essay moesten maken over een opgegeven onderwerp in ongeveer 120 woorden. Dit is een standaard vraag bij de examens voor de normale cursus Engels en de leerlingen die de optionele cursus volgen, worden daar wat beter op voorbereid. Het probleem was vooral dat men dicht bij die 120 woorden moest blijven, te weinig was niet goed maar te veel ook niet. Volgens Berna liet Karen duidelijk merken dat men in 120 woorden nooit een erg hoogstaand essay kon maken, maar ze gaf de leerlingen allerhande tips op dit toch tot een goed einde te brengen. Het onderwerp dat als voorbeeld gebruikt werd zou een typische opdracht van een examen kunnen zijn: ‘Voor- en nadelen van studeren in de stad ten opzichte van studeren op het platte land.” Berna was erg onder de indruk, vooral door de manier waarop Karen trachtte de leerlingen spontane antwoorden te laten geven en niet uit het hoofd geleerde, standaardzinnen.
De leerkrachten Engels vertelden later alle drie dat het hun heel veel moeite vergde om tegen het starre systeem van ‘uit het hoofd leren’ in te gaan. Zij probeerden vooral om bij de leerlingen de mogelijkheid te ontwikkelen in het Engels te converseren. In hun lessen deden ze allerhande pogingen om de sfeer wat losser te maken: geen groet aan het begin van de les, niet verplicht opstaan bij een antwoord en geen strakke rijtjes van tafels maar de tafels in groepjes bij elkaar. De Chinese leerlingen hadden het in het begin erg moeilijk met dit ‘losse gedoe’ omdat ze gewoon waren aan strakke regels en ze nu opeens die ruggesteun kwijt waren.
Wij ontmoeten geregeld jongeren die graag hun Engels willen oefenen: vaak zie je ze al van verre in zichzelf de standaard zinnetjes herhalen die ze op school geleerd hebben. Soms durven ze het daarna toch niet aan om vreemden aan te spreken. Als ze het wel doen gebeurt dat bijna altijd met dezelfde vraagjes en zinnetjes: Hello! Nice to meet you! Welcome in China. Where are you from? What is your name? How long are you in China? … Deze vraagjes hebben ze voorbereid en ze zijn ook voorbereid op mogelijke antwoorden. Als wij dan op onze beurt vragen: “Where are you from?” dan verstaan ze deze vraag heel vaak niet eens hoewel ze diezelfde vraag even ervoor aan ons gesteld hadden. Onlangs hadden we zo een meisje van 12 en haar moeder ontmoet in een park. De moeder moedigde haar dochter aan om ons aan te spreken. Het dochtertje was wat verlegen maar ze kon toch al de standaard vragen stellen en de antwoorden verstaan. Haar moeder probeerde haar nog andere vragen te laten stellen. Toen de dochter zei dat ze dat niet geleerd had, porde haar moeder haar aan: ze zei niets voor maar kon door suggesties in het Chinees toch haar dochter wat inspiratie geven. Toen het dochtertje echt geen inspiratie meer had, zei de moeder dat ze op school zich toch had leren voorstellen. Daarna ratelde het meisje uit het hoofd een heel verhaal af: Hoe ze heette, hoe oud ze was, waar ze woonde, waar ze op school ging, in welke klas ze zat, wat haar lievelingsdier was … Er volgde ook dat haar moeder heel mooi was en hoe oud haar moeder was, dat haar vader heel slim was en welk werk hij deed. Ten slotte werden we als gasten welkom geheten in China en in haar geboortestad. Dit alles kwam er in keurig Engels uit en bijna zonder haperingen. Iets later herinnerde ze zich ineens nog iets. Ze begon in het Engels een verhaaltje te vertellen dat ze ook uit het hoofd had geleerd. Eerst zocht ze een woord op met haar vertaalcomputer en liet dat aan ons zien: ‘bottle’. Daarna vertelde ze een verhaaltje over een vogeltje dat dorst had en geen water vond, behalve een bodempje water in een fles. De hals was te smal en de fles te diep zodat het vogeltje niet bij het water kon. Na wat gepieker, vloog het vogeltje weg. Het kwam met een steentje terug en liet dit in de fles vallen. Het vogeltje vloog maar heen en weer met steentjes totdat het water zo hoog gestegen was, dat het er van kon drinken. “ Was dat nu geen slim vogeltje?” luidde het einde van dit verhaal. Dit illustreerde heel goed hoe de kinderen hier heel erg hun best doen om van alles perfect uit het hoofd te leren en daar veel tijd aan besteden. Dit doet denken aan hoe bij ons vroeger de catechismus letterlijk van buiten moest worden geleerd, terwijl de kinderen ook vaak niet begrepen wat die zinnen betekenden. Bij deze vragen en antwoorden mocht er ook geen enkel woord veranderd of verplaatst worden. Zo kunnen de kinderen hier wat ze geleerd hebben meestal alleen in het aangeleerde verband gebruiken: in het verhaal van het meisje kwam het woord ‘bottle’ heel wat keren voor, maar toen ze het los van het verhaal wilde gebruiken, moest ze het opzoeken met haar vertaalcomputer.
Nadat we elk een les hadden gevolgd, werden we door May Dong, de contactpersoon voor de buitenlandse leerkrachten, op de school rondgeleid. Veel aandacht ging naar de bibliotheek, het pronkgebouw van de school. Het was een enorm groot gebouw met op het gelijkvloers een grote hal met boekenrekken. Ook op de tafels die in deze zaal stonden, lagen stapels boeken. De bibliothecaris vond ons bezoek wel leuk en liet een groot rolluik omhoog gaan: daarachter bevond zich een grote hoge zaal die qua omvang aan een brandweerkazerne deed denken. De hal was erg kaal, er stonden enkel tafels en stoelen. De leerlingen konden hier naslagwerken komen raadplegen. De tweede verdieping was gereserveerd voor de leerkrachten: elke vakgroep had een ruim lokaal waar tafels en stoelen in een kring stonden voor vergaderingen en verder bureaus waar leerkrachten konden werken en kasten om hun materiaal op te bergen. Zowel de gelijkvloerse verdieping als deze verdieping waren volkomen verlaten. Het gebouw had nog een verdieping, maar dat werd niet gebruikt vertelde May Dong ons. Tijdens onze lessen Chinees aan het CLT in Leuven, had onze leerkracht al eens verteld over de gewoonte om in iedere school een pronkgebouw te zetten als bibliotheek die maar heel zelden gebruikt werd. Het was op deze school vandaag een speciale dag, maar wij hadden toch de indruk dat er van al de lokalen in dit enorme gebouw maar weinig gebruik werd gemaakt. Toen ik Helen later vroeg of ze ooit vergaderingen had in het vaklokaal voor Engels, antwoordde ze “ Eén keer toen we hier aankwamen bij het begin van het schooljaar. Toen werd er daar een groepsfoto genomen, en daarna was de vergadering voorbij.”
Tijdens onze rondleiding door May Dong kwamen we ook de vierde buitenlandse leerkracht tegen, Jim. De leerlingen waren met hun leerkracht net op de speelplaats verzameld voor gymnastiekoefeningen. Jim vroeg aan May Dong of hij daar ook bij moest zijn. Ze begreep hem niet helemaal en antwoordde dat zeker goed zou zijn en dat het toch leuk was. Jim vroeg het nog eens met de nadruk op het al dan niet verplicht zijn om er bij te zijn. Het antwoord van May Dong hoorde ik niet, wel de repliek van Jim: “Als jij het niet weet, weet niemand het en dan zal het wel niet hoeven” waarna hij verdween. Jim leek in het team van buitenlandse leerkrachten een beetje apart te staan. Dit werd later door de anderen bevestigd: hij had namelijk een relatie met May Dong, wat de onderlinge verhoudingen erg bemoeilijkte.
Na de demonstratielessen hadden zowel Helen als Karen en Shirley wat vrije tijd, zodat we met zijn vijven koffie gingen drinken in het appartement van Shirley. Er werden vooral reiservaringen uitgewisseld en Berna kreeg ook haar gewassen en gedroogde kleren terug.
Na de middag bezochten Berna en ik het museum over steensculpturen die aangetroffen waren in de Han-graven uit de omgeving. Het museum was net in een nieuw gebouw ondergebracht dat eigenlijk nog niet eens helemaal afgewerkt was. Een 500 tal reliëfs en beelden stonden er mooi opgesteld, volgens het onderwerp dat afgebeeld werd. De sculpturen bleken heel veel informatie te geven over het dagelijkse leven, de gebruiksvoorwerpen, de gebouwen, het reizen, de feesten en ceremonies en de mythen van de samenleving uit die tijd. Het nieuwe gebouw was heel ruim en licht zodat de stukken goed tot hun recht kwamen. De voorwerpen waren allemaal ongeveer 2000 jaar oud. Volgens ons was duidelijk te zien dat tijdens de Han-dynastie klaarblijkelijk voor het eerst dergelijke graven in de rotsen werden uitgehouwen: de sculpturen waren mooi maar de afwerking eerder primitief. We hadden al dergelijke graven van latere dynastieën en verschillende grotten met Boeddhistische sculpturen gezien. De reliëfs en beelden allemaal daar veel verfijnder dat wat we nu te zien kregen. Een mooi voorbeeld vond ik een grappige scène van een adelaar die een konijn had gevangen. Door de verhoudingen leek het eerder of het konijn in de lucht sprong en een mus had gevangen. We vonden het museum wel bijzonder interessant. Na dit bezoek maakten we een flinke wandeling naar het hotel want het was fantastisch weer: zonnig maar niet te warm.



Donderdag 19 april.

Vandaag zou onze ‘topdag’ worden in Xuzhou. We zouden het graf van de derde prins van Chu bezoeken. Tijdens de Han-dynastie was het de gewoonte om de keizer een leger van terracotta krijgers mee te geven naar het hiernamaals: dit hadden ze waarschijnlijk afgekeken van Shi Huangdi die China in 221 voor Chr. had verenigd. Bij zijn graf was een leger van duizenden soldaten op ware grootte opgesteld om hem na de dood tegen alle gevaar te beschermen. Deze waren in de jaren ’70 opgegraven en vormden nu het beroemde terracotta leger in Xi’an. Het terracotta leger met soldaten en paarden dat bij het graf van deze prins hoorde, was bij opgravingen in 1984 gevonden. De soldaten en paarden waren hier niet op ware grote gemaakt maar vormden toch een indrukwekend miniatuur legertje om de prins en zijn vrouw in het hiernamaals te dienen.
Stephanie zou normaal gezien met ons meegaan, maar ze had laten weten dat ze niet mee kon. Ze had waarschijnlijk bij het vorige bezoek een kou gevat en zou daarom deze ochtend naar de dokter gaan: ze moest voorzichtig zijn want over enkele dagen was het trouwfeest van haar broer.
Het graf van de 3e prins van Chu en diens vrouw was uitgegraven en uitgehakt in de Leeuwenheuvel. Eerst was er een verticale schacht vanaf de flank van de heuvel gemaakt tot ongeveer 10 à 20 meter diep waarna de grafkamers in de rots waren uitgehouwen. Deze lagen allemaal weerskanten van één gang. Zoals in de andere Han graven waren alle kamers met grote rotsblokken afgesloten geweest. Het graf zelf had niet de omvang van het graf in de Schildpadheuvel en was daarom wat minder indrukwekkend. De verschillende kamers waren ook veel kleiner dan in het graf van de 6e prins. Wel indrukwekkend waren de overblijfselen van het terracotta leger waarvan zes ‘putten’ waren teruggevonden. Zo’n put bestond uit een lange gang die boven 2 m breed en onder ongeveer 140 cm breed was. Deze gangen met krijgers en ruiters waren elk ongeveer 27 m lang.
Putten één tot en met vier waren in 1984 en 1985 ontdekt en men had er in 1985 een museum boven gebouwd. Slechts twee van de putten waren helemaal opgegraven en onderzocht: namelijk putten 1 en 2. De beelden waren hier bijna volledig vrijgemaakt uit de modderige moerasbodem en met een glazen dak afgeschermd van de bezoekers. Dit maakte het fotograferen zeer moeilijk wegens de vele reflecties en omdat de verlichting niet optimaal was. Het ergste was wel dat men in put 1 aan het werk was en deze volledig was afgeplakt met papier zodat men er niets kon zien: dit zou volgens onze informatie juist de put zijn met de mooiste beeldengroepen!! Uiteraard zocht ik een kiertje om toch een blik in de put te kunnen werken. Wat ik zag verklaarde de drastische poging tot afscherming: de 920 beelden uit deze put waren allemaal verwijderd! Men was er bezig in de put een soort kuip te maken van cement, waarschijnlijk om het probleem van opstijgend vocht tegen te gaan. Het enige wat de toerist als troost kreeg was een verontschuldiging en een foto van de put in haar vroegere glorie. In de verontschuldiging werd geformuleerd dat de museumdirectie er zich bewust van was dat het afdekken van put 1 de kwaliteit van ons bezoek zou verminderen, maar dat de werken noodzakelijk waren voor de verdere conservatie van de krijgers uit die put. We moesten ons tevreden stellen met put 2 waar volgens de omschrijving zich 830 staande krijgers moest bevinden en 474 strijders in strijdwagens. Staande krijgers zagen we genoeg maar in deze punt zagen we nauwelijks strijdwagens.
De strijders waren ongeveer 40 cm groot, de aanvoerders ongeveer 50 cm. Ze waren mooi in het gelid opgesteld in verschillende houdingen. De hoofden waren los van de romp gemaakt en hadden kunnen bewegen. De beelden waren niet uniform, ze hadden individuele trekken, kleding en houdingen. In de loop der tijd waren veel van de beelden omgevallen en beschadigd en in die staat en houding waren ze nu ook te bezichtigen. Ik, en vele anderen, deden verwoedde pogingen om de krijgertjes zo goed mogelijk te fotograferen. Op een gegeven moment hoorde ik enkele gefrustreerde uitroepen van een vrouw die maar geen goede foto’s kon maken. De reden hiervoor was dat haar apparaat bij elke foto de flits gebruikte, waardoor ze een egaal wit en wazig beeld kreeg door de weerkaatsing tegen het glas. Ik zei haar dat ze de flits moest uitzetten maar dat kon ze klaarblijkelijk niet. Ik liet haar op mijn apparaat zien hoe dat bij mij ging: welke knopjes ik gebruikte en welk icoon dan op het scherm verscheen. Haar apparaat was veel moderner: geen enkel knopje viel er te bespeuren, door middel van rolmenu’s en een touchscreen moest men deze camera bedienen en daarbij kon ik haar niet helpen. Ze vroeg me of ik mijn foto’s kon laten zien en toen ze de beelden op mijn scherm zag zei ze “goede camera” en verliet de hal, teleurgesteld in haar eigen apparaat. Waarschijnlijk lag haar probleem niet aan het apparaat maar had ze de handleiding niet goed gelezen. Daardoor kon ze de flitsfunctie van haar apparaat niet uitschakelen.
In enkele aparte zalen van het museum waren de beste beelden uit de verschillende putten gehaald en hier opgesteld. Jammer was dat de uitleg bijna uitsluitend in het Chinees was, dat viel wat tegen voor een dergelijk recent museum. We kregen wel een overzicht van de verschillende soorten soldaten en aanvoerders in dit leger en hoe ze elk hun eigen kleding hadden en oorspronkelijk ook in verschillende en typische kleuren.
Wat verwijderd van de vier putten uit het museum waren nog twee putten teruggevonden met veel ruiters. Deze putten lagen nu onder het niveau van de watertafel in feite op de bodem van een grote vijver en konden dus niet zo maar worden tentoon gesteld. Met had er twee paviljoenen onder water gebouwd elk, over één van de putten. Dit “onderwatermuseum” was nog geen jaar geopend en dus zeer nieuw. De locatie was wat speciaal maar in feite waren de tentoonstellingsruimten redelijk donker en waren de beelden niet optimaal opgesteld. We konden ons niet aan de indruk onttrekken dat hier meer aan de beelden was gedaan dan enkel opgraven en vrijmaken zodat de duistere omgeving dat een beetje moest verhullen. In ieder geval was hier wel veel moeite gedaan om dit terracotta leger voor het publiek toegankelijk te maken. Het plaatselijke toerisme werd daar echter niet voor beloond: over het terracottaleger van Xi’an bestaat zoveel informatie dat men er onder begraven kan worden. Over al de bezienswaardigheden van Xuzhou vonden we in de handboeken bijzonder weinig, het meeste van onze informatie kwam van het internet. Onbegrijpelijk genoeg had de ‘Lonely Planet’, voor sommige rugzaktoeristen bijna de bijbel tijdens hun reis, Xuzhou vroeger wel in hun handboek vermeld, maar was dat uit de laatste editie geschrapt.
’s Avonds waren we weer present op de School nr. 6 om met Helen, Karen, Shirley en Stephanie te gaan eten. We konden er gelijk enkele presentjes afgeven die we hadden gekocht omdat men ons hier zo gastvrij had ontvangen.
Het werd een heel gezellige avond in het restaurant ‘Josmite’ dat westerse voeding serveerde. We aten er sinds lang weer eens een slaatje, puree en frieten. De friet bleek hier vandaag niet beschikbaar maar Stephanie en Helen gingen die in de KFC halen. Er werd heel wat getaterd en onze toekomstige reisplannen werden besproken. Helen en Shirley hadden erg veel zin om tijdens de schoolvakantie rond de 1e mei, ons te vervoegen in Qufu en daarna mee te reizen naar Taian. Daar zouden ze met ons de Taishan, de meest oostelijke van de Heilige Taoïstische bergen, beklimmen. Na de maaltijd wilde Stephanie nog persé een winkeltje aandoen om voor Berna een kleinigheid te kopen.
Het was vrij laat toen we weer in ons hotel aankwamen. We beslisten om de volgende morgen op tijd op te staan om dan in te pakken. We zouden waarschijnlijk eerst de bus moeten nemen tot Jinan en daar doorreizen naar Qingzhou. Er zou namelijk geen rechtstreekse bus naar Qingzhou zijn, omdat dit een relatief kleine bestemming was in een andere provincie namelijk Shangdong.







Advertisement



17th May 2007

Onderwijssysteem waar de jonge Mao tegen rebelleerde
Het interessant verslag van de onderwijservaringen van Wim en Berna bewijst voor mij, dat het onderwijssysteem in het huidige China, sinds de "hervorming" en "opening naar het westen" van Deng Xiao Ping en Co, evolueert naar een systeem(of IS al een systeem) waartegen de jonge Mao, in zijn studententijd o.a. tegen rebelleerde. Een systeem dat elitair is, kinderen van armere boeren en arbeiders uitsluit en gericht is naar het opleiden van gezagstrouwe hogere ambtenaren, bedrijfsleiders en technici. Mao wilde dat het onderwijs mensen opleidde, die zelfstandig en wetenschappelijk kunnen denken EN hun kennis "in dienst stellen van het volk". Het onderwijs moest ook vrij toegankelijk zijn vooral voor kinderen van arbeiders en boeren.
25th May 2007

in Xuzhou
It was lovely meeting you both here in Xuzhou, and then being with you in Qufu and Taishan. Wow ... what amazing photos. Til next time ... bye.

Tot: 0.093s; Tpl: 0.023s; cc: 12; qc: 28; dbt: 0.0269s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.3mb