Advertisement
Published: February 22nd 2009
Edit Blog Post
Ten zuiden van het Tontle Sap-meer in Cambodia ligt een dorp met de ronkende naam Kampong Chhnang. Na het drukke Siem Reap, hadden we nood aan iets minder toeristisch en iets meer authentiek. Een rustig ingeslapen plattelandsdorpje is wat we zochten. In de gidsen staat daar een dorp voor bekend met een al even sterke naam: Battambang. Maar omdat zowat iedereen vanuit Siem Reap naar Battambang lijkt af te reizen, kozen wij voor iets meer 'off the beaten track' en sprongen we dus op de bus voor een klutsende rit naar Kampong Chhnang, het dorp dat volgens de gids omgeven wordt door een schitterend landschap, meert aan het meer (het je dat nu al geweten!?), voor een groot stuk uit paalwoningen bestaat, en door zo goed als alle trotters onaangedaan blijft. Daar moesten we heen!
Bij aankomst werden onze verwachtingen van een rustig dorp niet meteen ingelost. De eerste indruk was die van een vervallen, vuile en louche provinciestad. Er hing een onaangename sfeer en de mensen lachen hier al een heel stuk minder. Best een onaangenaam gevoel als je wordt aangestaard, en je glimlach niet wordt beantwoord. Daarbij bleek het hotelletje waar we naar op zoek waren niet meer te
bestaan, dus kwamen we in het enige nog bestaande hotelletje van het gehucht terrecht dat bij wijze van geruststelling tralis voor de ramen had en prikkeldraad op de muren. Die avond hebben we het lokale (en uiterst eenvoudige) eten geproefd in de enige eetgelegenheid die Kampong Chhnang rijk is. Lekker was het niet, maar de maag was gevuld.
De volgende dag vroeg uit bed (met het bericht van het Dendermondse drama op CNN om de sfeer compleet te maken) voor een tochtje door het drijvende dorp dat momenteel voor Kampong Chhnang ligt. Jaarlijkst dobbert het drijvende dorp namelijk een slordige 300 kilometer heen en weer. Het meer waarop het ligt werkt namelijk als een soort natuurlijke buffer voor de Mekong. Als de Mekong aanzwelt, loopt het water dat het meer met de Mekong verbindt, richting het meer en als het peil van de Mekong terug zakt, stroom het water terug de andere richting uit, naar de Mekong. En op dat heen en weer gestroom dobbert het dorp jaarlijkst mee om voor Campong Chhnang te liggen tijdens het jaargetijde dat wij het gehucht met onze aanwezigheid willen verblijden. Toerisme is hier zogoed als onbestaande, dus fietsten we het dorp in naar
11
Moeras de kade om daar een visser te zoeken die ons wilde rondvaren door het dorp. Een bevreemdende maar mooie tocht over een weg van een aantal meter hoog, afgezoomd door paalwoningen en starende mensen. Het was die ochtend blijkbaar markt en overal zaten vrouwen gehurkt langs de weg hun uitgestalde koopwaar van groenten, fruit, vlees (met een onafscheidelijke zwerm vliegen) aan te prijzen.
Dat hier nog weinig buitenlanders komen, zorgt misschien wel voor een rare sfeer alsof je een ongenodigde gast bent, maar je krijgt er wel een klap autenticiteit voor in de plaats (en later toch ook een beetje verbroedering met de Kampong Chhnangers). De vrouwen gaan hier gekleed in de mooiste stoffen met de fijnste motieven en hebben prachtige doorleefde gezichten. En de kindjes, ja die lachten toch nog altijd hun witte gebit bloot. Maar ook de armoede maakt deel uit van de authenticiteit. Toen we op de stoffige bruine markt de dag voordien iets kleins kochten om te eten, gaf de vrouw van het kraampje ons geld terug in kleine coupures en maakte ons duidelijk dat we dat aan de straatkindjes moesten geven. Zo gebaard, zo gedaan! Maar ging dat effe door merg en been... Binnen de
minuut stonden er een tiental ongewassen kindjes in lompen rond ons te krijsen en onderling te vechten voor een biljetje, dat omgerekend nog geen tien eurocent waard is.
Na een visser te hebben gevonden die ons rechtstaand in zijn gammel bootje het dorp wilde rondpeddelen, vaarden we tussen de drijvende huisjes; een soort pontons met hutten erop en steevast een antenne op het dak met televisie eronder. Desondanks al de lawaaierige televisies was het een levendig 'stadje'. De kinderen speelden en zwommen er, er werd handel gedreven op de bootjes en de mannen zaten te kaarten. Als afsluiter zijn we nog even de rivier opgepeddeld (onze kapitein zal spierpijn gehad hebben, want hij draaide opvallend vlug om) en tussen de paalwoningen gevaren. Een andere wereld!
De gids had geen ongelijk over de mooie landschappen, dus hebben we de volgende dag nog een fietsje gehuurd en de streek wat verkend door naar het naburige dorp te fietsen dat bekend staat voor z'n bottenbakkers. Ook hier weer overal zwaaiende kindjes die naast onze fietsen kwamen lopen en... potten. Als afsluiter van ons bezoek aan Kampong Chhnang zijn we bij valavond tussen de locals aan de kade gaan zitten met een hapje en
een drankje. Eerst weer heel wat nieuwsgierige blikken, maar nadat de Kampong Chhnangers op ons uitgekeken waren (en een lokaal meisje het aangedurft had om Naik aan te raken en dan weer vlug tussen de benen van haar vader te vluchten), zaten we er toch lekker rustig en konden we van het drukke gedoe en rumour rond ons genieten en naar de houten koloniale schepen met drie verdiepingen kijken met een ondergaande zon op de achtergrond.
Na s'avonds op CNN te hebben gehoord dat ze eigelijk nog altijd in het duister tasten over de 'babymoordenaar van Dendermonde" zijn we veilig en wel in ons nest gekropen om morgen terug het toerisme op te zoeken in Sihanoukville.
Advertisement
Tot: 0.125s; Tpl: 0.012s; cc: 11; qc: 50; dbt: 0.059s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.2mb