Tanzania on a motorbike


Advertisement
Tanzania's flag
Africa » Tanzania
December 18th 2010
Published: December 18th 2010
Edit Blog Post

Maanden ‘googelen’ naar een motor in Tanzania wordt beloond met een verlossend mailtje van Mirjam dat hun zojuist gestarte motorverhuur ‘Dustbusters’ startklaar is. Als eerste klant mag ik in het Tanzaniaanse stof bijten. Ik word gastvrij onthaald door het Deense stel Per en Mirjam Bjrerre aan de voet van Mount Meru in Arusha Tanzania.

Alpenduro

De enige motorwedstrijd die verreden wordt in Tanzania vindt tijdens het eerste weekend van mijn verblijf in Arusha plaats. Tientallen motormannetjes trekken strepen van stofwolken door de stijle heuvels en uitgestrekte vlaktes buiten Arusha. De dikke pakken stof, de hitte, venijnige doornstruiken, stenen en de verraderlijke gaten van wroetende aardvarkens, missen hun uitwerking niet op het deelnemersveld. Met gedeukt imago en bont en blauw van leden ben ik na de trainingsdag van potentiële deelnemer, toeschouwer geworden.
Onder het nieuwsgierige publiek ook jonge Masaai met witbeschilderde gezichten en zwarte kleding duidend op een recente besnijdenis.
Per ligt lange tijd voorop in de race op zijn Kawa. Hij sneuvelt echter eervol met een finaal doormidden gebroken frame. De nodige biertjes met toepasselijke merknamen als Tusker, Kilimanjaro en Safari spoelen het leed weg en poetsen het stof van de nieren. Dagen na de wedstrijd moet ik Per met zijn gekneusde staartbeentje menigmaal op de motor tillen en zijn de wheelies net iets minder overtuigend.

De grote vijf

Arusha ligt in een vulkanisch landschap aan de voet van Mount Meru. Met ’n beetje geluk kun je in één oogopslag zowel Mount Meru als de besneeuwde toppen van de Kilimanjaro (5895) vangen. Overal in de stad bloeien de Jackaranda bomen met prachtige paarse bloesem.
Arusha is vooral de uitvalsbasis voor de op safari beluste blanke toeristen op jacht naar de big five (olifant, neushoorn, luipaard, leeuw en buffel). Met een goed gevulde portemonnee mag je echt prijsschieten in de zogenaamde gamereserves. Een officiële toestemming om een olifant te schieten kost 4000 dollar, een leeuw 3500 dollar en zo gaat het lijstje nog even verder. De werkelijke kosten voor een jachtsafari voor de schietgrage toerist zijn een vijfvoud van deze bedragen.

Bij de Masaai

En dan zijn er nog de bedevaartgangers naar Mount Kilimanjaro. Een klimmetje kost al snel 1000 dollar. Zou graag willen maar er staan andere plannen op het programma.
In een koekblikje langs de leeuwen in Serengeti National Park en de NgoroNgoro Krater tuffen sla ik ook over. Zwaar overprijsd en niet mijn ding.
We gaan met 8 man op motoren off road naar Mount Lengaï. Kijk, ‘now we are talking!’ Alles bij elkaar, heen en terug een dikke 500 km off road. Lengaï is de enige actieve vulkaan en voor de Maasai een heilige berg. De ligging is aan de rand van Lake Natron en de NgoroNgoro krater.
De 4x4 Landcruiser, ons begeleidingsvoertuig torst vierhonderd liter extra brandstof mee, water, tenten, bergen voedsel en een trailer voor 8 motoren. Het landschap met zijn vulkaankegels en kraters is betoverend. We zien prachtige vogels zoals hornbills, slangenetende secretarisvogels en struisvogels maar ook zebra’s, antilopen en giraffen kruisen ons pad. Het is vooral de trots, eenvoud en pracht van de Masaai die imponeert in dit buitenaardse landschap. Een tafereel van een andere planeet en niet van deze tijd.

Nairobi Eyes

Het rijden is zwaar en regelmatig gaan we onderuit. Er is maar een remedie om overeind te blijven en dat is gassen en met je kont op het achterwiel hangen. Heel vermoeiend maar effectief. Camel bags als vochtinfuus zijn van levensbelang.

Na ’n dag buffelen, uitgeput en zwart van het stof zetten we onze tentjes op bij de kleine camping aan de voet van Mount Lengaï bij Lake Natron. Naast de camping ontdekken we een goddelijke verrassing in de vorm van een snelstromend en verkoelend riviertje. Hoe kan dit bestaan in dit gortdroge landschap? Een frisse duik doet wonderen. We hebben hier minder te vrezen van leeuwen dan van ‘Nairobi Eyes’. Dat zijn kleine ettertjes die eruit zien als mieren en die hier in grote getale kamperen. Ze spuiten bij onraad fosfor op je huid waardoor grote brandwonden ontstaan. Alle voorzorgsmaatregelen ten spijt wordt ik pijnlijk gebrandmerkt.

De volgende dag volgen we het riviertje klauterend en wadend door de canyon naar zijn oorsprong. Bavianen in oases van palmbomen schreeuwen er op los en grote gieren cirkelen boven onze hoofden. Na een mooie trekking staan we plots op een open paradijselijke plek. Voor ons rijst een hoefijzervormige loodrechte wand omhoog van wel driehonderd meter. Halverwege broeden de gieren in een reusachtig nest en het zwavelhoudende water wordt onderaan uit de berg geperst. De tientallen kleine watervallen vormen een snelstromend riviertje en een natuurlijke jacuzzi van formaat.

Werk aan de winkel voor Pfizer!

Op de achterbank van de volgauto ontdek ik een prachtig Masaaikind en de nog jonge ouders. Waar kortgeleden de ringvinger zat bij het kind zit niets meer behalve een verse wond. Een ongeluk met een machete? Het kind is opvallend rustig en laat geen traan. Masaaikinderen mogen niet huilen. Ik daarentegen voel vocht opwellen in mijn ooghoeken. Met een lollie, een pijnstiller en een glas koud water uit onze koelbox probeer ik de pijn te verzachten. ‘Besef je wel dat dit kind nog nooit koud water gedronken heeft’ zegt Per. Er wordt geld bij elkaar gelegd om het ziekenhuis te betalen en de volgauto wordt vooruit gestuurd.

De Masaai zijn trotse veehoeders en leven van vrijwel niets. Hun lemen hutten zijn omgeven door een kraal van doornige acaciatakken als bescherming tegen indringers en roofdieren. De mannen hebben geruite rode dekens om hun lijf gedrapeerd en dragen altijd wel een stok, mes, speer of pijl en boog bij zich. De vrouwen zijn vaak in het blauw of lila gekleed. Het valt me op dat veel Masaai blind zijn als gevolg van de besmettelijke oogziekte Trachoma die, en dat is extra wreed, makkelijk te genezen is met een geneesmiddel van farmaceutisch bedrijf Pfizer.

Ik vlieg eruit!

Terug in Arusha vervolg ik mijn vlieglessen bij Per. Binnen de kortste keren hang ik aan de paraglider in mijn uppie, hoog in de lucht. Ik kan de roofvogels bijna een pootje geven. Behalve een tandem parachutesprong en een tandemvlucht boven Rio de Janeiro met een deltavlieger ben ik als piloot nooit ver gekomen. Nu mag ik eindelijk proeven wat het is om zelf te vliegen. Per geeft me per walkie talkie aanwijzingen en behalve een pijnlijke landing in een acaciabosje, breng ik het er goed vanaf.

Ik ben klaar om het nest uit te vliegen voor een solorit. Niet vergeten! ‘links rijden, oppassen voor overstekende ezels en schildpadden en nooit en te nimmer ’s nachts rijden’ wordt me nog als wijze les meegegeven.
Met de Honda 250 xlr bepakt en bezakt reis ik via de Usambara Mountains richting Indische Oceaan. De motor heeft pit, is zuinig en makkelijk op te rapen. Ik kan nog net een herhaling voorkomen van mijn reis door Rajasthan waar de zadeltassen van de Enfield in de hens stonden. De kunststof zadeltassen die Per speciaal heeft laten maken leggen het loodje tegen de uitlaat. Een leeg colablikje met een stukje ijzerdraad tussen uitlaat en zadeltassen blijkt afdoende. Langs de Kilimanjaro en door Moshi gaat het en ik geniet volop van het landschap met zijn reusachtige baobabbomen en acacia’s.

Een ballet van vuurvliegjes

Dan verschijnen links de groene Usambara bergen en rechts de oneindige dorre vlaktes van de Masaaisteppe. Halverwege Arusha en Dar es Salaam runnen Nederlanders een houtbedrijf en een camping, zo gaat het gerucht. Mijn zoektocht is tevergeefs en strandt letterlijk aan de oever van de rivier bij Pangani River Camping. Als enige gast installeer ik mijn tentje op ’n meter afstand van de rivieroever onder de palmbomen. Een verschrikte krokodil schiet het water in.

Maar het is hier eerder oppassen voor nazi’s. Dat is Swahili voor kokosnoten en die willen nog wel eens uit de lucht vallen. De nacht wordt verlicht door een adembenemend ballet van honderdduizenden vuurvliegjes boven de rietkragen. In de bomen zorgen krijsende en vechtende bush babies voor een allesbehalve rustige nacht.
Ik draai de bergen in richting Lushoto. De bergachtige, groene en relatief koele omgeving is de groententuin van Tanzania en overal bewerken vrouwen de aarde op de hellingen. Toen Tanzania nog een Duitse kolonie was woonden veel Duitsers op deze plek en ook Prins Claus zat hier op school en heeft naar eigen zeggen de mooiste jaren van zijn jeugd hier doorgebracht. Enige nadeel, deze omgeving is malariagebied numero uno.

Opgesloten voor 1 euro

Over onverharde paadjes rij ik door de bergen. Voorbij Mlalo ontvouwt zich vanuit de bergen een schitterend panorama over de steppe. Een steile afdaling volgt naar de zinderende vlakte. Af en toe steken groepen Bavianen de weg over en honderden kleurrijke vlinders laven zich aan mineralen in modderpoeltjes.
De stomdronken eigenaar van het Guesthouse waar ik aan het einde van de dag verzeild ben geraakt probeert horden verkopers van edelstenen van me af te slaan. Niemand gelooft dat deze mzungo (blanke) op doorreis toevallig op deze Godvergeten plek is beland. Goedschiks of kwaadschiks, er zullen en moeten stenen verkocht worden. De sfeer is dreigend en ik trek me terug in het 1 euro kostende kot vergezeld van 2 flesjes bier én de motor als bijslaapje. Het extra motorslot gaat op de deur.

En dan eindelijk is er het zicht op de Indische Oceaan bij Tanga. Het gaat niet lukken om vanuit Tanga met een boot over te steken naar Pemba Island of Zanzibar en dus rij ik verder langs de kust naar het zuiden richting Pangani. De Arabische invloed langs de kust is goed merkbaar. De bevolking langs de kust is overwegend Islamitisch en aan de vele moskeegangers is te merken dat het Ramadan is.

De zon zien zakken op Zanzibar

Ik val zwaar met mijn neus in de boter als ik met motor en al kan aanmonsteren op een houten dow richting Zanzibar. Onder het mom van zout is slecht voor de motor wil de schipper de motor onder zeil. Dat dat niet de werkelijke reden is begrijp ik pas veel later als ik Zanzibar weer wil verlaten. 40 dollar betaal ik voor de onvergetelijke overtocht. 4 uur later land ik met motor en al op het mooiste stukje strand van Kendwa Rocks bij Nungwi. De schipper en zijn hulpje moeten dan nog terugvaren naar het vasteland. Kamperen mag niet op Zanzibar en dus regel ik een banda (hutje) met ontbijt voor 10 dollar per nacht bij Kendwa Rocks. Fantastische plek, schitterend strand, prachtige zee, aardige gasten, leuk personeel en de ideale plek om een goed boek te lezen.

Puur genieten!

Mijn enige boek, ‘De kunst van het reizen’ van Allain Botton ben ik inmiddels onderweg verloren. Terwijl ik door eerdere slachtoffers gewaarschuwd, voorzien van sandalen de zee induik, presteer ik het om toch mijn voet vol in een zee-egel te planten. Verder kruipt er inmiddels een worm (larva migrans) onder de huid van mijn hand. Een eerdere kennismaking met een larva migrans in Brazilië maakt de diagnose makkelijk. Oorzaak schijtende honden en katten op het strand in combinatie met mijn hulpvaardigheid bij het bouwen van een zandkasteeltje. Dan zijn er de slapeloze nachten dankzij de huisrat in mijn banda die onophoudelijk op en neer raast over het tussenplafond en de rieten tussenwand. Maar verder is Zanzibar zonder overdrijving een heerlijk oord; alleen het woord ‘Zanzibar’ is al puur genieten!

Eiland van kruiden en specerijen

Behalve wat kleine uitstapjes met de motor naar Stonetown vul ik mijn dag met hangen op het strand en in de hangmat en laat ik me verwennen met heerlijke versgekruide vismaaltijden en koele biertjes. Verder ‘n beetje hardlopen, snorkelen, volleybal en poolbiljart. Dat Zanzibar het kruiden- en specerijeneiland is merk je niet alleen aan de kruidnagels, nootmuskaat en vanille maar ook aan de geestverruimende kruiden die hier worden gerookt.

Simba die in zijn grote dow op het strand woont neemt ons mee voor een ‘gamefish’ avontuur oftewel een jacht op grote maatjes vis op open zee. De aanstaande visvangst wordt vanwege de Ramadan ingezegend met Islamitische gebeden en de nodige joints. De hele dag verblijven we op de azuurblauwe zee tussen scholen tonijn zonder ook maar een sardientje aan de haak te slaan.

Trammelant

Na een heerlijk weekje strandstudies doe ik nog een mooi rondje Zanzibar en dan is het tijd om in te schepen naar Dar Es Salaam. Dat betekent letterlijk vertaald ‘huis van vrede’. Bij de douane blijkt dat zowel de motor als ik illegaal op het eiland zijn gekomen want niet geregistreerd bij de douane en in het paspoort. Ik zeg dat ze me niet gecontroleerd hebben bij aankomst en dat is de waarheid.....Ik mag gaan maar ben nog niet weg.

Tientallen kruiers (flycatchers) willen de motor aan boord van de ‘slowboat’ naar Dar tillen. Chaos alom! Ik spreek een prijs af met ‘n paar ongure types maar als de motor over een smalle wiebelende boordplank aan boord is gezet willen ze plotseling een ander bedrag afrekenen. En vreemd genoeg is dat bedrag hoger. Er wordt gedreigd met het overboord zetten van de motor en steeds meer verhitte figuren bemoeien zich met de kwestie. Ik hou voet bij stuk en beland in een obscuur politiebureautje. Daar confronteer ik in het bijzijn van de hoofdcommissaris de bendeleider met de vraag of hij van Allah wel mag liegen. Daar heeft hij niet van terug en ik kan met gerust hart vertrekken.

Terug op het vasteland

Het eersteklas ticket aan boord van de veerboot is goed voor een beestachtige verrassing. Het krioelt namelijk van de kakkerlakken op het 1ste klas dek. Was het maar alleen het dek, nee, ze sprinten over de armen en gezichten van de slapende passagiers. Ook bij mij is het telkens raak. Overal signaleer ik maaiende armen van half slapende passagiers maar niemand die er echt van opkijkt.

Van Dar es Salaam rij ik langs de kustweg naar Bagamoyo. Daar aangekomen wijst iedereen me de andere kant op als ik de weg vraag. De wegenkaart brengt alleen maar meer verwarring.
De geplande route langs de kust naar Pangani kan ik op mijn buik schrijven. Ik rij maar een eind raak totdat ik plots weer op de hoofdweg ben tussen Dar en Arusha. Oneindige sisalplantages trekken aan me voorbij.

In de skilift

Mijn zoektocht naar Tembo (Olifant), het Nederlandse Houtbedrijf met bijbehorende camping wordt hervat en waarempel bij Mazinde staat Tembo overduidelijk aangegeven. Ik ben terug bij de Usambara Mountains. Een door Zwitsers gebouwde skilift vervoert naaldbomen uit de plantagebossen op zo’n slordige 1800 meter hoogte. Beneden in de houtfabriek bakken ze er spaanplaat van in de houtfabriek die gerund wordt door Hans Martin en collega’s. Jeroen beheert de bijbehorende camping waar behalve ondergetekende, hele hordes ijsvogels logeren.

Hans Martin rijdt ook motor en heeft voor de zondagochtend een bijzondere verrassing in petto. De motoren worden op de wankele skilift gehesen en met ons de hemel in gestuurd. Naar 1700 meter gaat het op dit wiebelende geval zonder hekjes en omringd door een diepe afgrond. Bovengekomen rijden we dwars door het nevelwoud over prachtige paadjes en belanden uiteindelijk in Lushoto waar we even bijkomen in het oude Lawns hotel met een kopje echte Tanzaniaanse koffie.

Terreur

De volgende dag rij ik een mooie route binnendoor via Gonja en Kisiwane naar Same en van daaruit over het asfalt via Moshi terug naar Arusha. Er staat nog een afspraak met Per voor een korte trip naar West-Kilimanjaro op het programma. Bij terugkomst blijkt de avond tevoren mijn supermarktje aan de overkant van de straat te zijn overvallen. 17 bandieten hebben daarbij 3 bewakers en personeelsleden gedood.
De compound van Per, Mirjam en haar ouders is voorzien van een hoge muur, alarm, honden en 2 Masaai bewakers die nergens voor terugdeinzen. Terreur van een heel andere orde komt ’s nachts van de speakers op de minaretten. Vanuit de moskee loeien onophoudelijk gebeden. Het systematisch verstoren van de nachtrust van deze ongelovige acht ik meer dan respectloos.

Ik krijg een uitgebreide rondleiding op de uitgestrekte koffieplantage waar Belg Harald woont en manager is. Ik squash in Arusha met Maarten van Boven en bezoek de werkplaats die hij heeft opgezet voor de assemblage van nieuwe rolstoelen. Beiden rijden motor en waren mee naar Lengaï. Een bezoekje aan de mijnen waar Tanzaniet wordt gedolven zit er niet meer in. Tanzaniet is een kostbare edelsteen die nergens anders op de wereld wordt gevonden dan hier, net even buiten Arusha.



Wild West Kili

Het uitstapje naar West Kilimajaro is een spannende en mooie afsluiting van dit Tanzaniaanse avontuur. We rijden aan de voet van de hellingen van de Kilimanjaro. Meerdere malen zie ik bordjes van het Nederlandse bedrijf Pop Vriend die hier grote stukken grond bewerken voor zaadveredeling. Als we een steile heuvel oprijden om te pauzeren horen we plots het ratelen van geweervuur in het ogenschijnlijk verlaten landschap. Het dringt pas tot me door als Per de motor op de grond gooit en tegen me schreeuwt dat ik moet gaan liggen. En inderdaad, de kogels fluiten ons letterlijk om de oren. We trekken de motoren aan de andere kant van de heuvel naar beneden en gaan er als een haas vandoor. Ook Per heeft geen idee van het hoe en waarom van deze bizarre actie.

Het landschap verandert snel en dramatisch. Liepen er zojuist nog koeien en ezels over groen en vruchtbaar land, nu zien we eland, zebra’s en sporen van olifanten in een dorre steppe. Het is een prachtige, ruige rit. Ook voor Per is het de eerste keer dat hij deze route rijdt. Geen gps, maar bergtoppen en zon ter oriëntatie. Voor het laatst rij ik door de kleurrijke Masaaidorpen, een mooie ervaring rijker.


Praktische informatie:
Tanzania: Oost-Afrika
Wegen: links rijden; weinig asfalt en veel off road
Visum: verkrijgbaar op de luchthaven bij aankomst
Taal: Swahili
Munteenheid: Tanzaniaanse Shilling (1000 shilling = 1 dollar)
Medicatie: Inenting gele koorts en malariapillen
Beste reistijd: Juni t/m september en november t/m februari
Religie: Islamitisch en Christelijk
Overnachten: Guesthouses en kamperen, vanaf 5 dollar per nacht
Motorhuur: Honda xlr 250 Euro 50 per dag
Dustbusters: Per & Mirjam Bjerre
info@dustbusters-tz.com
www.dustbusters-tz.com
Tours: 3-daagse tour all-in naar Lengaï Euro 400.-
Vliegtickets: Retour vanaf Euro 800.- (o.a. KLM en British Airways)


Additional photos below
Photos: 87, Displayed: 34


Advertisement



11th March 2011
Sea Star Zanzibar

so colourful
loving this photo!
2nd May 2011

Thanxxx
Hi Sophie and Dale, thanks for the compliment. Had a glimps at your blog, great travels, nice pics. Keep on travelling and be curious. Arno

Tot: 0.049s; Tpl: 0.016s; cc: 12; qc: 26; dbt: 0.0241s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb