Advertisement
Published: July 13th 2008
Edit Blog Post
We ruilden het met forten en paleizen bezaaide Rajasthan voor het touristische Agra en haar mysterieuze Taj Mahal. Het wereldberoemde mausoleum werd in 1631 gebouwd in opdracht van de Mughal-heerser Shah Jahan als liefdesmonument voor zijn overleden echtgenote. Dat het zijn veertiende (!) vrouw was, dat de bouwwerken bijna 20 jaar in beslag namen, dat er 20000 man en meer dan 1000 olifanten aan meewerkten en dat materialen uit heel Azie gebruikt werden, zijn pittige details. Het gerucht gaat dat Shah Jahan oorspronkelijk een exacte kopij van de Taj Mahal in zwart marmer wou bouwen aan de overkant van de rivier als mausoleum voor zichzelf, maar de zwarte Taj is er nooit gekomen en de brave man werd naast zijn veertiende vrouw in de witte variant begraven. De marmeren kolos is een toonbeeld van verfijndheid en elegantie; de puurheid straalt ervan af als de zon haar stralen op het witte gesteente richt. Hoewel het gebouw natuurlijk onwaarschijnlijk decadent is, gaat er toch een eenvoud en sereniteit van uit. Het valt moeilijk in woorden te omschrijven precies hoe mooi het is, maar er bestaat geen twijfel over dat de veertiende echtgenote op de eerste plaats kwam voor Shah Jahan en we vragen
Men at work
Bamboestellingen worden vastgesjord tegen de omwalling van het rode fort, Delhi ons stiekem af hoe zijn dertien voorgaande vrouwen begraven zijn...
Weinig mensen weten dat Shah Jahan eigenlijk de mosterd ging halen bij de Itmad-Ud-Daulah, een mausoleum dat tegenwoordig bekend staat als de "Baby Taj" maar dat een twintigtal jaar eerder gebouwd werd. Qua vorm en stijl zijn beide tombes heel gelijkaardig maar de Baby Taj is veel meer uitgewerkt met muurschilderingen, prachtige vloertegels en in marmer ingelegde edelstenen (piedra dura).
De zonsondergang over de Taj Mahal bewonderden we aan de overkant van de Yamuna-rivier vanaf Mehtab Bagh waar de reflectie van de wondermooie Taj voor een dubbel schouwspel zorgde.
We kwamen geradbraakt aan in Delhi: de eerste trein hadden we gemist terwijl we er met onze neus opstonden, omdat we de Hindi-bordjes niet konden lezen en niemand ons precies kon vertellen naar welk stukje van de hoofdstad de trein zou reizen. De coupe van de ordinary seats van de volgende trein zat zo ongelofelijk barstensvol dat het ons verstandiger leek om ons op de grond te nestelen tussen twee sleeperwagons in, maar daar werden we dan weer belaagd door een horde nieuwsgierige neuzen die ons geen seconde met rust lieten en hun gebrekkige Engels gretig op ons
afvuurden. Er was geen ontsnappen mogelijk: ze overtuigden de conducteur om ons plaatsen te geven in hun coupe en de volgende uren werden we onderworpen aan een spervuur aan indiscrete vragen, gegiechel, fotoshoots en aanrakingen. Ik had er allemaal relatief weinig last van want een acute oogontsteking deed mijn ogen zo erg tranen dat ik ze dicht moest houden, wat conversatie nogal belemmerde. Yves kreeg dus tot zijn grote spijt de volle lading en we arriveerden compleet uitgeput in Delhi.
De volgende dag exploreerden we de Qutb Minar, met zijn 72 meter de hoogste bakstenen minaret ter wereld en in 1193 gebouwd als teken van overwinning van de islam in India. Op de terugweg sprongen we wat eerder van de bus af voor een wandeling door de Lodhi Garden: een oase van groen in het midden van de vervuilde hoofdstad dat een toevluchtsoord is voor koppeltjes, een hele arendenpopulatie en enkele zieltjes die begraven liggen in majestueueze tombes. 's Anderendaags bezochten we het Red Fort en deden we een stadswandeling langs de vele marktjes en de grootste moskee van India, de Jama Masjid.
Vandaag is het onze laatste dag in Kolkata, het voormalige Calcutta. Hoewel we hier al
1-2-3 Rikke tikke tik
Ra, ra, ra, wie benne-k-ik? een aantal dagen zijn hebben we nog niet bijzonder veel van de stad gezien. De afgelopen dagen spendeerden we voornamelijk aan het over en weer pendelen tussen onze kakkerlakkenkamer in Sudder Street en het Hoog Commissariaat voor Bangladesh waar we een visum probeerden te bemachtigen (en er uiteindelijk na lang wachten en veel geloop ook in slaagden). Visumvrije momenten besteedden we in de talloze bookshops, de marktjes vol wanhopige verkopers en wandelend langs de oorverdovend toeterende straten. Een van die wandelingen bracht ons naar het Park Street Cemetary, een Victoriaans en vredig kerkhof, ware het niet dat we achtervolgd werden door een akelige kerel die mij de hele tijd probeerde aan te raken. Onze wandeling door het Maidan-park en door de tuinen van de Victoria Memorial verliep gelukkig minder stresserend...
Pijnlijk vroeg (om 5.00u) moeten we morgen uit de veren om bij het krieken van de dag de bus te nemen naar Bangladesh. Wat we daar precies gaan doen weten we zelf nog niet, maar we laten het jullie nog wel weten.
Advertisement
Tot: 0.052s; Tpl: 0.014s; cc: 10; qc: 19; dbt: 0.0308s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb
Nonkel Jos
non-member comment
Ik wist dat jullie voor de onmetelijke schoonheid van de Taj zou vallen...Tevreden dat je mijn raad om naar de overkant van de rivier te gaan hebben gevolgd ? En dan te bedenken dat men heeft moeten "stemmen" om de Taj op die nieuwe (commerciele) lijst van wereldwonderen te houden ...