Winterweer in Jilin.


Advertisement
China's flag
Asia » China » Jilin
January 25th 2007
Published: January 31st 2007
Edit Blog Post

Donderdag 25 januari.


Berna en ik hadden deze nacht op de trein goed geslapen. Een paar keer waren we wel even door elkaar geschud bij een wat ruw stukje spoorweg.
In een slaapwagon moet je na het instappen je ticket inruilen voor een plastic of metalen kaartje. Voor de aankomst wordt dit weer gewisseld voor jouw ticket. De reden voor deze procedure is waarschijnlijk om nog eens na te gaan of ieder die in de wagon aanwezig is ook wel een ticket heeft voor een slaapplaats. Alle lege slaapplaatsen zijn dan ook bekend en mensen die geen slaapplaats maar slechts een zit- of een staanplaats hebben kunnen bemachtigen kunnen op de trein om een ‘upgrade’ vragen door het verschil tussen hun ticket en de slaapplaats bij te passen. Zo kan men een maximum aan mensen van een slaapplaats voorzien. Onze wagon was bijzonder goed gevuld. Zeer verwonderlijk waren de passagiers in onze omgeving vooral vrouwen terwijl we tot nu toe meestal te maken hadden met een (kleine) meerderheid van mannen.
Om ongeveer 5 u 45 kwam men rond om de plastic kaartjes weer om te wisselen voor de tickets. Zo was iedereen ook een uur voor de aankomst wakker.
Toen we in het station aan het overleggen waren wat we gingen doen, kwam één van de vrouwen uit onze ‘coupé’ naar ons toe. Bij het vertrek en bij de aankomst had ik haar geholpen om haar koffer in het bagagerek te stouwen omdat die voor haar veel te hoog hing. Ze voelde zich daarom klaarblijkelijk verschuldigd om iets terug te doen en zag hier haar kans. We vertelden dat we het paleis van Puyi wilde bezoeken maar daarvoor onze bagage ergens wilden onder brengen omdat we daarna naar Jilin zouden door reizen. Toen ze dat begreep, ging ze ons voor naar een bagageopslagplaats. Terwijl wij onze bagage in het kastje plaatsten dat we toegewezen kregen, had zij al de huur hiervoor betaald. Ze gaf ons het papiertje met streepjescode waarmee we het kastje konden openen. Daarna wilde ze met ons naar de bushalte lopen om ons op de juiste bus te zetten voor het paleis. We zeiden dat we eerst gingen eten, en nu we wisten waar de bus zou stoppen ze ons al heel erg geholpen had. Tevreden dat ze de buitenlanders een wederdienst had kunnen bieden, nam ze afscheid.
We doken een ontbijtrestaurantje in dat net open was waar we zagen dat op het trottoir baozi (gestoomde, gevulde broodjes) werden klaargemaakt. De eigenaar zei dat het nog te vroeg was en dat hij pas binnen 5 minuten baozi kon leveren. Dat was voor ons geen probleem, we hadden trouwens helemaal geen haast want het was 7u15 en het paleis van Puyi zou pas om 8u30 open gaan. We hadden tijd genoeg en het was er lekker warm zodat het van ons nog best een half uur had mogen duren. Na 5 minuten werden de baozi echter geleverd. Zeer rustig aan verorberden we er samen 10 voor 4 Y (40 eurocent) en hadden daarmee ruim ontbeten.
Op weg naar de bus zagen we een internetbar, dat kwam ons goed uit: zo konden we snel nog wat mails doorsturen, een weblog publiceren en zaten we bovendien nog een extra uurtje warm.
De bus die we moesten nemen vetrok niet op de aangegeven plaats. In die buurt wist niemand ons echt te vertellen waar deze wel zou stoppen: de één wees naar links, de ander naar rechts en een derde dacht dat het nog ergens anders was. We namen daarom maar een taxi (het was niet zo heel erg ver) en inderdaad de trip kostte juist de instapprijs van 5Y.
Puyi was de 7 jarige pretendent van de Chinese Keizerlijke troon toen in 1911 de revolutionairen komaf maakten met het oude regime. Het keizerrijk werd afgeschaft maar toen zijn grootmoeder, keizerindouairière Cixi (die lange tijd de feitelijke macht had vertegenwoordigd in plaats van haar zoon de keizer) in 1912 stierf werd hij toch nog een keizer. Na een jaar werd hij afgezet maar mocht ook daarna nog zijn keizerlijke voorrechten behouden. Hij leefde tot 1924 als een anachronisme in de Verboden Stad terwijl rondom hem China een nieuw tijdperk inging. In 1924 werd hij uiteindelijk door de nationalisten uit de Verboden Stad gezet omdat ze geen raad met hem wisten en eigenlijk bang waren voor de symboliek die achter zijn figuur schuilde. De Japanners namen hem in bescherming en gaven hem onderdak in Jilin. In 1934 werd Puyi de ‘marionettenkeizer’ van Manzuguo, een door de Japanners opgezette staat in het Noorden van China. Met de steun van de ‘keizer’ achter de hand, hadden de Japanners een voorwendsel om de rest van China binnen te vallen wat ook gebeurde in 1937 zodat Puyi en zijn hele hofhouding Japanse collaborateurs werden.
Het paleis bestaat eigenlijk uit twee grote gebouwen, de residentie van Puyi tot 1934 en het nieuwe paleis dat voor hem gebouwd werd ter ere van de ‘troonsbestijging’ in 1934. Beide residenties getuigen van luxe maar zijn natuurlijk niet te vergelijken met de Verboden Stad waar Puyi in zijn jeugd voorbereid werd om ooit keizer te worden. Puyi verbleef ook na de voltooiing van het nieuwe paleis vooral in de oude residentie wonen omdat hij vreesde dat het nieuwe paleis vol met microfoons van de Japanse ‘vrienden’ zou zitten. Hij was er zich na enige tijd terdege van bewust dat hij eigenlijk een gevangene was die braaf moest doen wat zijn Japanse ‘adviseur’ hem opdroeg. Ook zijn huwelijk liep mis en ondanks alle luxe en uiterlijke grandeur had Puyi er een nutteloos bestaan, hetgeen hij op den duur ook zo aanvoelde.
Bij de belangrijkste zalen en kamers die we gang na gang te zien kregen, stond ook in het Engels vermeld wat er de functie van was geweest. In deze teksten kon men duidelijk de weerzin en het misprijzen opmaken die (terecht) het luxe leven van deze hofhouding opwekte. Heel duidelijk werd op diverse plaatsen de retorische vraag gesteld hoe het in godsnaam mogelijk was dat velen zich zo dapper hadden verweerd tegen de Japanse agressors terwijl enkelen omwille van eigenbelang zo ver konden gaan in hun medewerking met de vijand. In twee zalen kon men de foto’s zien van alle verraders en hun functie tijdens de oorlog, deze informatie was wel enkel in het Chinees.
De vertrekken van de Japanse functionarissen die uiteindelijk de touwtjes in handen hadden, waren wel luxueus maar vooral toch functioneel. Een potsierlijk beeld gaven de vertrekken waar de Chinese bewoners hun rollenspel speelden alsof Puyi nog het hemels mandaat had als Chinees keizer zoals de troonzaal, de zaal waar de naaste familie tijdens ceremonies hun nederige groet aan de keizer moesten brengen, een wachtzaal voor de hoge functionarissen en militairen en een aparte wachtzaal voor de lagere functionarissen en militairen om te wachten totdat de keizer tijd had voor een audiëntie….
Het domein had ook een (bijna) Olympisch zwembad dat nu wel leeg stond, een Japanse en een Chinese zaal om de ‘onverbrekelijke band’ tussen beide landen uit te drukken. De tuin was een mooie Japanse tuin, maar in de winter bleek deze toch niet zo indrukwekkend.
We hadden in totaal toch ongeveer 2 à 3 uur nodig om het paleis te bezoeken.
Om 11 u haalden we weer onze bagage op en konden we direct de bus nemen naar Jilin, zo’n 3 uur rijden. In de straat die als busstation dienst deed hadden we snel de juiste bus gevonden. We vroegen waar we de tickets moesten kopen, maar dat kon ook op de bus zei men. Toen we plaats hadden genomen en duidelijk werd dat de ruimte eigenlijk iets te krap was voor een lange buitenlander, werd spontaan een verwisseling van plaatsen voorgesteld: Berna en ik kregen plaatsen nr. 1 & 2, met plaats genoeg om mijn benen voluit uit te strekken. Toen de bus bijna vertrok ging de ‘controleuse’ even na wie een ticket had en wie niet, en voor deze laatsten ging zij het ticket kopen.
De bus zat goed vol toen hij vertrok, en zonder nog andere passagiers te lokken werd koers gezet naar Jilin. Over deze naam zou wat verwarring kunnen heersen: we wilden vooral de stad Jilin bezoeken, die de hoofdstad is van het district Jilin dat centraal ligt in de provincie Jilin. Als je dan in deze stad in de Jilinstraat woont (praktisch de hoofdstraat van de stad), is je adres wel erg saai (maar let op voor ons achterste voren): China - prov. Jilin - distr. Jilin - Jilin - Jilinstraat nr. …en dit alles met je naam meestal op één regel.
Het hotel dat we op oog hadden, lag vlak bij het busstation van Jilin. De tweepersoonskamers stonden geprijsd voor 240 (zonder) en 280 Y met airco. Het nut van een airco in hartje winter was ons niet zo duidelijk dus vroegen we een kamer zonder airco en bereidden we ons voor om af te dingen (volgens de reisgidsen kon dat tot 150 à 180 Y). Veel moeite moesten we niet doen, we kregen (voor ons mooi Chinees?) direct afslag tot 160Y en daar bleek het ontbijt ook inbegrepen. Na een korte inspectie bleek de kamer helemaal te voldoen aan onze wensen: op het 14e verdiep, dus ver boven het straatlawaai, zeer propere kamer met sanitair waar niets op viel aan te merken viel en bovendien was het personeel zeer vriendelijk.
Toen ook na gebruik van de kamers ons oordeel hetzelfde bleek en we in Jilin toch wel het één en ander konden zien, besloten we hier 4 dagen te blijven. Vandaag zouden we niet veel meer doen, morgen zouden we ’s ochtends proberen om de berijpte bomen langs de rivier te gaan bekijken. Verder viel hier te bezoeken: de katholieke kerk (en trots) van Jilin, het Meteorieten museum, het Beishan park en de Confucius tempel. Natuurlijk hoopten we hier ook tijd te kunnen vrijmaken om een internetcafé op te zoeken.
Het restaurant van het hotel probeerden we ‘s avonds uit en dat was ook een succes. We waren ’s avonds moe genoeg, maar voor de zekerheid namen we toch maar een slaapmutsje en sliepen ongestoord in.



Vrijdag 26 januari.


Om 7 u zaten we aan het ontbijt. Het ontbijtbuffet bleek uitgebreid en was erg lekker maar koffie was er niet bij, die dronken we dan maar nadien op de kamer.
We informeerden bij de receptie waar er vanochtend kans zou zijn om de beroemde witberijpte bomen van Jilin te zien. Deze ochtend was die kans zeer klein, slechts één plaats werd aangeraden en die was op 30 km afstand dus niet echt in de stad. Dat vonden we een beetje ver dus zetten we koers naar de katholieke kerk van Jilin. De kerk bleek gesloten, maar er kwam snel iemand aan zetten met de sleutel. De kerk werd bij dit weer niet voor de normale missen gebruikt omdat het verwarmen van deze grote ruimte niet te doen was. In een groot bijgebouw, waar ook het bejaardentehuis gevestigd was, gingen de missen in de winter door. Klaarblijkelijk werd in de winter de kerk nog wel gebruikt voor speciale missen: de kerk was nu kleurrijk met ballonnen versierd voor een trouwmis. De kerk had dezelfde klassieke constructie als een kerk van bij ons maar de grote ramen gaven in het interieur veel meer licht. De grote schilderijen toonden (in een dramatische schilderstijl) typische herkenbare taferelen uit de Bijbel zoals de engel die Abraham ervan weerhoudt om Isaac te offeren en het offer van Abel dat wel en dat van Kaïn dat niet aanvaard wordt …. De ‘sleutelbewaarder’ van de kerk nodigde ons uit in het hoofdgebouw waar we even plaats kregen in een zaal die goed gevuld was met vooral vrouwen die een rozenhoedje aan het bidden waren. Even later kwam onze gids terug met de priester van deze parochie die vroeg of we niet ter communie wilden gaan. Hij ging met ons naar de kleine kapel van het bejaardenhuis, waar nog enkele vrouwen aan het bidden waren, en begon met een heel korte gebedsdienst voor ons twee. Zo kon hij in het Engels wel het onze Vader inzetten, maar wij moeste dat verder bidden want zijn Engels reikte niet verder dan de eerste regel.
Na het vervullen van deze zondagse plicht op vrijdag, namen we afscheid van de priester die er zichtbaar deugd aan had dat hij enkele toeristen van dienst had kunnen zijn. We gingen op zoek naar het Jilin Museum waar we naartoe wilden voor de expositie over de meteorietenregen van 1976 in het district Jilin. We liepen recht op een opzichtig bouwwerk af waarvan we meenden dat dit het museum was met de bedenking: indien ik een meteoriet was had ik het ook zeker dit gebouw geviseerd. Deze veronderstelling bleek niet juist, het gebouw was enkel bedoeld om van op grote hoogte een overzicht te hebben over de stad. Op het plein ernaast stond en reuzengroot scherm dat reclamebeelden over de stad spuide; dit scherm en het plein ervoor kon echter ook dienst doen als openlucht cinema. Achter dit gebouw stond een monument van de Grote Roerganger die de juiste richting aanwees. Achter hem vonden we het museum.
De inkomstprijs van 40Y voor de meteorietententoonstelling werd dank zij onze studentenkaart van het CLT gereduceerd tot 15 Y. Eenmaal in het gebouw konden we nog gratis een viertal andere exposities bekijken: één over Chinees theater, een kleine zaal met archeologische vondsten, een fototentoonstelling van winterlandschappen in Jilin, een tentoonstelling over ‘houtsnijwerk’ en een zaal met kunstwerken gemaakt van recyclagemateriaal: drankblikjes.
De tentoonstelling over de meteorietenregen was bijzonder interessant met ook uitleg in het Engels. In 1976 was een grote klomp de atmosfeer ingedoken en in verschillende fragmenten uiteengespat en in een groot (en gelukkig nogal leeg) gebied in de provincie Jilin neergekomen. De drie grootste fragmenten (meteoriet nr. 1, 2 en 3) lagen prominent tentoongesteld: nr. 1 had een massa van 1770 kg en gold daarmee als de grootste ter wereld die ooit is teruggevonden. Nr. 3 lag in een apart half open koepeltje achter een hek. Als je er 10 Y voor over had, mocht je achter het hek en kon je de meteoriet aanraken (en natuurlijk een foto laten maken terwijl je dit deed!). Bij de Chinese toeristen had nr. 3 het meeste succes.
Enkele meteorieten uit andere vindplaatsen (ook uit de VS) lagen er tentoongesteld en de verschillende soorten van meteorieten: steen-, metaal- en steen/metaal meteorieten werd uit de doeken gedaan. Een videosimulatie toonde het gebeuren van 1976 in beeld en klank. De video werd speciaal voor ons opgestart. Eerst zou de Chinese versie getoond worden maar daarna de Engelstalige werd ons nog op het hart gedrukt. Na de Chinese voorstelling bleef het echter nadrukkelijk stil. Een werkman die erbij geroepen werd kon enkel het overlijden van de Engelse versie vast stellen.
Na deze korte maar interessante tentoonstelling besloten we de rest er ook bij te nemen. We hadden niet veel kans om de berijpte bomen in levenden lijve te zien, met ’s ochtend slechts - 8 °C was het daarvoor normaal gezien niet koud genoeg: vanaf -12°C ging dat wel en bij - 20°C kreeg men echt mooie beelden. We bekeken daarom met veel belangstelling de prachtige foto’s van ongelooflijke natuurlandschappen en maakten enkele foto’s van onszelf onder enkele berijpte bomen die er als simulatie en versiering bij gezet waren.
De kleine zaal met archeologische vondsten uit de hele provincie vonden wij ook bijzonder interessant: enkele zeer technisch uitziende metalen (onderdelen van?) apparaten van de Han dynastie (-200 tot + 200) wekten onze verbazing. We hadden niet echt een idee waarvoor het moest dienen (misschien een ploeg?) maar we konden ons toch niet voorstellen dat men in onze streek tijdens de Romeinse periode dergelijk materiaal vervaardigde en gebruikte.
Ook de tentoonstelling over het ‘houtsnijwerk’ was opmerkelijk: het accent lag hier vooral op het zo weinig mogelijk snijden. Men trachtte gebruik te maken met de natuurlijke vorm van het stuk hout (meestal knoestige takken of wortels) en deed moeite om daarin een bepaalde vorm te herkennen. Daarna werd met zo weinig snijwerk als mogelijk, deze vorm wat beter zichtbaar gemaakt.
Ook de laatste tentoonstelling, eigenlijk een kunstgalerij van een klaarblijkelijk internationaal gekende Chinese kunstenaar, was de moeite waard. Deze kunstenaar gebruikte het materiaal van blikjes om (met de blinkende binnenkant) kleine en grote voorwerpen en collages te maken.
We hadden uiteindelijk heel wat tijd in dit interessante museum besteed en besloten naar het hotel terug te wandelen en onderweg een supermarkt op te zoeken om wat boodschappen te doen. Terwijl we dit aan het overleggen waren, werden we aangesproken door een relatief jonge Chinese vrouw. Anne (Chinese naam Liu Li Yun, 26 jaar) sprak ons aan in redelijk goed Engels. Ze maakte graag kennis met buitenlanders en had al veel buitenlandse vrienden. Later zou blijken dat ze een ernstig lijkende relatie had met een Engelsman. Hij was al een paar keer naar Jilin gekomen, haar familie ontmoet en had met haar verschillende steden in China bezocht. Ze was ook al naar Engeland geweest, had zijn familie ontmoet en met hem diverse plaatsen in Engeland aan gedaan.
Anne werkte bij een plaatselijke krant en gaf ons een exemplaar ervan en liet duidelijk haar naam zien die er meerdere malen in vermeld was. Ze wilde graag ons wat helpen, en troonde ons mee naar een supermarkt toen ze hoorde dat we die zochten. Nadien wilden we wel wat gaan rusten maar ze nodigde ons uit om de volgende dag met haar te gaan eten. Om 16 u zou ze ons dan in het hotel opbellen.
Na de wandeling naar het hotel konden we een siësta wel gebruiken. Die namiddag bleven we op onze kamer, lazen wat over de streek, schreven wat aan de verslagen en hielden het verder heel rustig.
Vermoeiend was trouwens wel de temperatuursschok die we telken moesten doormaken: in de hotelkamers konden we de temperatuur (kamerdeur wijd open) niet lager krijgen dan 24°C tenzij we de ramen open zetten. De ramen bleken overal uit een dubbele uitvoering te bestaan: een buitenraam en 20 cm meer naar binnen het binnenraam. Beide konden opengeschoven worden, de tussenruimte was ideaal om als koelkast te gebruiken. Buiten heerste vriestemperaturen, vooral ’s ochtends was het aardig koud en wegens een strak windje moesten we ons echt wel goed aankleden in twee tot vier lagen. In de hotelkamer waren we tropisch gekleed: korte licht zomerbroekje en dito T-shirt. Buiten liepen we elk met twee paar sokken twee lange broeken, drie tot vier truien, een muts en handschoenen. Het omkleden nam dus telkens redelijk wat tijd in beslag. In Harbin zou de situatie nog erger zijn: 28°C in de hotelkamer en -8 tot -18°C buiten. Tijdens de Chinese les hadden we goed geleerd hoe men moest vragen naar een aangename koelere temperatuur, dat heette ‘liangkuai’. Toen we dus vroegen om de verwarming lager te zetten opdat de temperatuur op de kamer draaglijker zou zijn, antwoordde de gangverantwoordelijk: “Liangkuai, natuurlijk kan dat”, en ze zette het binnen en buitenraam wijd open: “Zo zal het wel koeler worden!”. Dat hadden we natuurlijk zelf ook kunnen bedenken en zo zouden we het dus ook doen: bij een buitentemperatuur tot -18°C het raam wijd open zetten om het binnen niet te warm te laten worden bleek noodzakelijk maar was natuurlijk wel een enorme energieverspilling.



Zaterdag 27 januari.


Iets na 7 uur zaten we aan het ontbijt. Dit was ook echt nodig want tijdens het weekend waren er enorm veel (Chinese) toeristen die in groepen kwamen eten en het buffet praktisch leeg plunderden. Dit werd wel opnieuw aangevoerd maar de toevloed aan publiek was zo groot dat de aanvoer van het eten niet echt aan hetzelfde tempo kon.
We zouden een groot park met verschillende tempels bezoeken, het Beishan park. We trokken dus de nodige lagen kleren aan en namen bus 107 naar het park. Toen we het park zagen, wilden we afstappen. Een Chinees die had begrepen waar we naartoe wilden, zei ons nog één halte te wachten, daar was namelijk de ingang.
Het werd een aangename wandeling in het domein waar de belangrijkste tempels op twee heuvels lagen die verbonden waren door een wandelbrug. We klommen en daalden dus heel wat, over een af en toe wit en glibberig parcours, en bezochten vier boeddhistische tempels vol bedrijvigheid en een monument waar pasgetrouwden succes voor hun huwelijk kwamen afsmeken. We kregen uitleg van de bewaker die zelfs een foto van ons maakte voor één van de beelden. Dit was eigenlijk een belangrijke attractie van deze site en overal stond vermeld dat men elke foto voor één van de beelden moest betalen. De bewaker vond het zo leuk om aan buitenlanders de bedoeling van de beelden te kunnen uitleggen dat hij niet eens om het geld vroeg.
We reden met de bus terug naar het hotel voor een lunch op de kamer en rustten wat in afwachting van het telefoontje van Anne.
Stipt 4 u ging de telefoon en Anne vertelde dat ze naar ons toe kwam om daarna met ons bus 40 te nemen naar het restaurantje. Het bleek een flink stuk rijden te zijn in het spitsuur van Jilin.
We konden met zijn drieën nog net de bus op. Na ons ging de deur onherroepelijk dicht, van de overige wachtenden kon er echt niemand meer bij want ik moest nog moeite doen om niet tijdens het sluiten van de deur vastgeklemd te geraken. Bij de volgende vier haltes stopte de bus seeds en de chauffeur vroeg via zijn micro of er iemand uit wilde stappen. Telkens was dit niet het geval zodat de bus met gesloten deuren verder reed tot grote frustratie van de wachtenden. Het openbaar vervoer werd dus zeer intens gebruikt. Tijdens onze tocht kon ik de volgende bus 40 iets achter ons zien rijden en deze kon wel passagiers oppikken.
Het restaurantje waar Anne ons naartoe bracht was klein maar gezellig. Elke tafel was voorzien van een gasvuurtje met een soort wok erop waarvan de bodem veel weg had van een steengril. Eerst werd daarin vlees en groenten aangebracht en een kelnerin kwam dat regelmatig omroeren en wat kruiden toevoegen. Als ze even wegging en Anne daarop de wapens hanteerde, kwam ze snel terug om het werk verder te zetten. Er werden wat sauzen aangevoerd en nadat het vlees en de groenten (een soort zuurkool) voldoende gaar waren, werd het vuur uitgezet en konden we aan de maaltijd beginnen. Het smaakte heel lekker en de saus die bij ons het meeste succes had, was een pindasaus.
De conversatie tijdens dit eerste deel was heel eenvoudig: Anne kreeg een telefoontje van haar vriend uit Engeland dat wel 20 minuten duurde (die telefoonrekening zou ik niet graag betalen). Toen we het grootste deel van de schotel op hadden werd het vuur weer aangezet. Er werden groenten bij in de wok gelegd en stukken tofu. De groente werd af en toe omgeroerd en de stukken tofu geregeld gedraaid totdat alles weer gaar was: de tweede gang.
Bij wat nadien in de wok overbleef werd bouillon gevoegd en verse groenten gedaan die op onze andijvie leek. Hierbij werden kruiden gevoegd en alles werd doorgekookt: de soep.
Het was een heel gezellige manier van eten terwijl alles voor je neus werd klaargemaakt.
Na het eten wandelden we naar het appartement waar Anne bij haar ouders en met een oudere zus woonde. De vader was thuis en schrok wel een beetje van het onverwacht buitenlands bezoek. Toen hij echter doorhad dat er een beetje conversatie in het chinees mogelijk was, ontdooide hij en stelde verschillende vragen over België. Vooral over (de kleine) omvang van België was hij verbaasd: zo’n klein land met zo weinig mensen! Het moest dan wel een heel mooi en rijk land zijn, voegde hij er daarna haastig aan toe. De moeder was niet thuis, ik begreep dat ze haar dochter was gaan zoeken omdat die niet verteld had waar ze naar toe was. Anne belde haar op haar gsm op (had ze natuurlijk eerder moeten doen) en moeder daagde prompt op: ze was inderdaad ongerust geweest. Terwijl de vader eerder een stille man was waarmee het contact eerder moeizaam op gang kwam, was de moeder een heel vrolijke verschijning met wie het contact redelijk makkelijk was. Het enige waar ze klaarblijkelijk mee in zat, was dat ze ons niet veel kon aanbieden: we hadden net gegeten en ze kon aan ons niet veel meer kwijt.
Anne toonde ons vol trots nog haar fotoalbum met foto’s over haar verblijf bij haar vriend in Engeland. Vader verwonderde zich er wel over dat hij met twee toeristen die enkel op vakantie waren uiteindelijk toch een gesprek kon hebben (ons Chinees vond hij fantastisch goed) en dat de vriend van zijn dochter praktisch alleen maar ‘goedendag’, ‘vaarwel’, en ‘bier’ in het Chinees kon zeggen. Aan de foto’s te zien zag de vriend er heel wat ouder uit dan Anne. Toen we het eenmaal over leeftijden hadden (ze wilde graag weten hoe oud we waren) kwamen we ook te weten dat haar vriend al 39 was.
Toen we duidelijk maakten dat we naar het hotel wilden, werd wel eerst even voorgesteld om bij hen te blijven slapen. We weigerden dit natuurlijk (Chinese appartementen zijn nogal krap maar het was waarschijnlijk een beleefdheidsvereiste om het voor te stellen) en moeder en dochter begeleidden ons naar de bushalte om zich er van te vergewissen dat we de juiste bus namen.



Zondag 28 januari.


Na het ontbijt om 7 u gingen we op pad om de Confucius tempel te bezoeken. Bij de balie zagen we echter dat de ‘rijmvoorspelling’ voor de oever van de rivier in de stad, een score had van 3 op 5 (het Wusong dao, of het ‘rijmeiland’ op 30 km had weer een 5 op 5). Verheugd lieten we ons met een taxi in allerijl naar de rivier brengen want eigenlijk hadden we ons iets eerder aan de balie moeten gaan vergewissen van de ‘rijmvoorspellingen’: bij dit weer zou de rijm niet lang blijven.
We werden aan een stukje rivier afgezet nogal aan de noordelijke kant van de stad en wandelden langs een pad naast de rivier in zuidelijke richting. Inderdaad konden we nog heel wat bomen en struiken met en witte rijmlaag tegenkomen: niet de taferelen van de fototentoonstelling, die waren waarschijnlijk allemaal afkomstig van Wusong dao. We waren echter heel blij dat we nog iets van de befaamde ‘berijpte bomen’ van Jilin zagen: met een temperatuur van maar -8 °C was dit eerder een meevaller. De rijm verdween ook redelijk snel, ondanks dat de temperatuur heel de dag onder 0°C bleef. Hoogst waarschijnlijk was de combinatie van eerder droge lucht en wat wind hiervoor verantwoordelijk.
Tijdens de wandeling zagen we ook op verschillende plaatsen de ‘boosdoeners’ die voor de rijm verantwoordelijk waren: buizen waaruit het koelwater van centrales in de rivier stroomde en waar de damp werd gevormd die tijdens de nacht op de bomen van de oevers bevroor.
Op het wandelpad kwamen we veel andere wandelaars tegen, de meesten gewapend met een fotoapparaat om zoals wij proberen de witte bomen mooi vast te leggen.
Om 9u40 hadden we al een flinke wandeling achter de rug. De rijm was zo goed als volledig verdwenen en we besloten in de richting van de Confuciustempel te wandelen. Eerst bleven we nog even staan om naar de gymnastiekoefeningen van enkele bejaarde dames te kijken: weer of geen weer, s’ ochtends zie je ze in de meeste parken die oefeningen doen.
De wandeling naar de tempel nam meer tijd in beslag dan we hadden verwacht. Toen we er aankwamen was het enthousiasme al letterlijk en figuurlijk bekoeld. Tempels ter ere van Confucius zijn eerder sober (sommigen zeggen saai) en we hebben er al redelijk wat bezocht maar als we er één op ons pad vinden willen we er wel langs gaan. Toen echter ook nog bleek dat de toegangsprijs voor deze tempel naar verhouding hoog was en men onze studentenkaarten van het CLT niet wilden accepteren, besloten we dat het voor deze ochtend genoeg was geweest. We zetten koers naar het hotel voor de lunch en een korte siësta. Bij onze terugkeer naar het hotel konden we ook al de tickets voor de bus van morgenochtend naar Harbin aanschaffen.
Het inkorten van het ochtendprogramma ten gunste van een rustpauze bleek verstandig want de zoektocht nadien om een internetcafé te vinden waar we ook de memoriestick konden gebruiken, duurde onverwacht lang. We vonden eerst een viertal plaatsen waar we wel konden mailen, maar waar de computers geen USB-aansluiting hadden. Ik wilde echter weer een stukje verslag op onze weblog zetten en dit verslag en de foto’s stonden om de memoriestick. Na een zoektocht van ruim en uur hadden we toch succes en konden Berna en ik ieder aan de slag: Berna keek de mail na en stuurde antwoorden op berichten die we in de inbox hadden, ik kon het verslag van ons kort verblijf in Beijing en de foto’s met veel mist op het weblog zetten en publiceren. Daarna kwamen we stipt om 16u weer in het hotel, het uur vanaf wanneer we weer een telefoontje van Anne konden verwachten: een vriend van haar die niet veel Engels sprak zou ons namelijk erg graag ontmoeten.
Om 16u15 werd er aan de deur geklopt, Anne was maar direct naar het hotel gekomen. Zoals gisteren toen ze ons kwam halen, had ze weer wat kleine presentjes mee die absoluut niet geweigerd konden worden. We bleven wat praten tot 17u, maar haar vriend gaf geen teken van leven.
We namen daarna met Anne de bus naar de brug over de rivier om de lichtjes te zien van de gebouwen langs de oever en van de versiering langs de rivier. We wandelden de brug op en neer, namen wat foto’s van de kleurrijke skyline van Jilin in het donker. Daarna nodigden we Anne uit om met ons in het hotel te komen eten. Ze weigerde even maar besloot toch redelijk snel om op het aanbod in te gaan.
Omdat we al wat ervaring hadden met de keuken van het hotel, konden we redelijk vlot het eten bestellen. Het werd een smakelijke maaltijd met een opgetogen Anne in een afzonderlijk zaaltje: Chinese restaurants hebben een grote eetzaal maar ook talloze kleinere kamers met één tafel waar groepjes afgezonderd van de rest kunnen eten, drinken en zich aan karaoke te buiten gaan. Anne vond het jammer dat ons zaaltje geen muziekinstallatie had, wij waren maar wat opgelucht want in het zaaltje naast ons werden al de nodige en onnodige katten doorgezaagd op het ritme van discomuziek waarbij zowel vrouwen- als mannenstemmen met elkaar wedijverden. Het achtergrondgeluid was gelukkig niet overdreven luid zodat we toch redelijk goed met Anne konden converseren, deels in het Engels en deels in het Chinees.
Na het avondeten deden we haar uitgeleide tot aan de bushalte en namen we afscheid: als we weer in Jilin kwamen, moesten we zeker met haar contact opnemen. Omgekeerd als ze van plan was om in Europa ook het vasteland aan te doen, zou ze met ons contact opnemen. De bus 40 die aankwam was al redelijk vol, maar al de wachtenden konden er op zodat we al spoedig Anne konden uitwuiven.
Na deze maaltijd die redelijk lang was uitgelopen, keek ik nog wat naar de uitzendingen op CCTV 9, terwijl Berna nog wat aan haar dagboekje werkte.
We hoefden deze avond nog niet in te pakken: na het ontbijt om 7u hadden we de volgende dag nog ruim de tijd om in te pakken: de bus naar Harbin vertrok pas om 9u10 en het busstation lag vlak naast ons hotel.






Additional photos below
Photos: 30, Displayed: 30


Advertisement



8th April 2011

tecnical device, techniek uit de Han periode
Het stukje techniek uit de Han Dynasty, behoord tot een onderdeel van een Kruisboog(van klein handboog tot een 2mans kruisboog. een slot om een gespannen koord van de boog vast te houden en los te laten.

Tot: 0.174s; Tpl: 0.027s; cc: 7; qc: 23; dbt: 0.0859s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.2mb