Advertisement
Wie in deze tijd van het jaar met de auto naar Prince Edward Island wil, moet over de Confederation Bridge. Een hele lange brug met in het midden een vreemde bult en een bochtje die je een mooi uitzicht geven op de brug.
Omdat we met de shuttle 's avonds pas aan zouden komen bleven we die avond in een B&B in Charlottetown. De hostels waren dicht en eigenlijk was dit het enige B&B wat open was. Geheel toevallig dus kwamen we daar de WWOOFer tegen die net van ons volgende adres afkwam. De vriendelijke Yorkshireman Edd kleurde ons verblijf met een hoop Britse scheldwoorden.
De hostess van het B&B was een erg vriendelijke mevrouw die ons allemaal meenam naar de noordkust van het eiland om het strand en de duinen te zien. De zee was hier erg ruig en de duinen en het strand leken best op een Nederlandse kust. Op dit uitstapje hebben we een hele hoop vossen gezien.
We hebben nog een paar uurtjes in Charlottetown rondgelopen, maar veel was daar niet te zien. Blijkbaar leeft Charlottetown alleen tijdens het toeristenseizoen en dat was nog niet aangebroken.
Onze nieuwe WWOOF host Hedi kwam ons bij het
B&B ophalen. Een lange oudere vrouw met een hippieuitstraling.
Bij haar op het land was er genoeg voor ons te doen. De boomgaarden moesten bemest worden. Het schokdraad moest vrijgemaakt worden van begroeiing en sneeuw. Er moest een hoop onkruid gewied worden en plantbedden opgemaakt. De stal moest uitgemest worden en bij het gevogelte werden de vleugelpennen (waar ze geen gevoel in hebben) geknipt waarna we ze naar hun buitenverblijf mochten brengen.
Hedi maakte mooie potten en schalen, beschilderd met bloemetjes en vogeltjes. De winkel waarin ze haar potten verkocht stond ook op haar land en die was al de hele winter niet gebruikt en moest dus nodig schoongemaakt worden.
Dankzij een binnenkas had Hedi alweer een hoop verse groente weten op te kweken. Eten bestond dus vaak uit groente van de eigen grond. Melk dronken we van de geit, die een paar weken eerder een babytje had gekregen. Regelmatig bakten we zelf brood en Hedi heeft ons ook een heel makkelijk broodrecept geleerd. Die komt ons nu nog goed van pas 😊
Hedi's Border Collie Mave was de drukste hond die ik ooit heb ontmoet! Als ze niet heen en weer aan het rennen was tussen het
geitenhok en het kippenhok om iedereen in het gareel te houden, rende ze achter je aan om te kijken of je misschien ging wandelen. Blijkbaar kennen mensen die regelmatig in het bos achter het huis wandelden Mave ook allemaal, omdat Mave soms stiekem met vreemden gaat wandelen.
Hedi woonde al dertig jaar op deze plek en kent alle buren dus goed. Haar zoon en kleinzoon wonen maar twee huizen verderop bijvoorbeeld. Die zoon was aardig en natuurlijk veel bezig met zijn tweejarige zoontje. Als je 'm zo zou ontmoeten zou je niet denken dat hij degene was die jaren geleden op de cover van Times Magazine gestaan heeft met zijn hoofd onder een politielaars.
De dichtstbijzijnde buren waren een aardig ouder stel wat druk bezig was met hun artistieke hobbies. De mevrouw zorgde elk jaar voor pasen dat ze potten klaar had staan met een speciale verfstof, kaarsjes en gereedschap voor het beschilderen van honderden eieren. Iedereen werd uitgenodigd om er eentje te komen maken. De techniek die ze gebruikte komt uit Ukraïne (Pysanki). Je beschildert je ei door hem in de verfstof te dopen. De plekken die je niet meer wil oververven besmeer je met bijenwas. Aan het
eind smelt je alle bijenwas van je ei af en hou je als het goed is het gewenste patroon over.
Hedi is een fervent Scrabbler en daardoor hebben we tot tweemaal toe geScrabbled als er bezoek was. In het Engels was dat nog best lastig. Het was ook duidelijk dat we hier met mensen te maken hadden die veel ervaring hadden met Scrabble.
Één van de Scrabblegasten, Gary, hadden we al eerder ontmoet toen we bij hem uitgenodigd waren voor een heerlijk Indiaas diner. Dit werd bereid door een Indiase student waarmee hij werkt. Gary werkt als ecoloog bij McPhail Woods en gaf daar ook om de zoveel tijd uilentochten die ze 'Owl prowls' noemden. Judith en ik zijn een keer naar zo'n 'owl prowl' gegaan en na een presentatie over de verschillende soorten uilen die hier voorkomen en hun lokroepen gingen we met z'n allen het bos in. Binnen een klein kwartiertje met z'n allen onze Gestreepte Uil roep oefenen werd de eerste uil gezien! Uiteindelijk waren er twee uilen op ons geroep afgekomen en eentje maakte uit nieuwsgierigheid een vlucht recht over ons hoofd, zodat we goed konden zien hoe groot hij was. Na deze avond zijn
we nog verscheidene keren 's avonds het bos ingelopen om uilen te roepen, maar we hadden geen succes meer.
Op een nacht met een hevige sneeuwstorm na, was het op P.E.I. winter af. Op de vrije dagen gingen we er dus met plezier op uit om te genieten van de warme lentezon. Af en toe mochten we de krakkemikkige auto van Hedi lenen om het eiland verder te ontdekken. Zo hebben we een strekking van de kust bekeken en een lange wandeling gemaakt over rode rotsen, modderstromen en een wit strand. Judith kon het natuurlijk niet laten om bij het strand het water uit te proberen en heeft me verteld dat het toch wel erg koud was.
Op een andere dag hebben we een fietstochtje gemaakt. Natuurlijk kreeg een van de in vergetelheid geraakte fietsen last van lekke banden, maar gelukkig was dit nog voor we echt op pad waren. Een fiets lenen van Hedi's zoon was de oplossing. Dat dachten we althans. Al snel bleek dat de versnellingen niet afgesteld stonden en ik dus alleen in de hoogste versnelling kon blijven fietsen. Maar de tocht werd gemaakt en de omgeving bleek uiteindelijk erg mooi. Over een oude spoorlijn
die nu een modderig wandel- en fietspad geworden was. Ons eindpunt lag wat van de route af en was een strandje waar de temperatuur zeker tien graden lager was dan verder landinwaarts. Het verschil was echt enorm. Na een wandeling over het strand klommen we totaal verkleumd weer op onze fiets. We besloten terug te fietsen over de wegen, omdat dat sneller zou zijn, maar uiteindelijk scheelde het waarschijnlijk niet veel.Waar de treinroute rekening hield met de helling van de route, deed de autoweg dat totaal niet. Meer dan eens moesten we van onze fietsen af om de laatste helft de heuvel maar op te lopen. Gelukkig ging het ook bijna even ver naar beneden 😊
Prince Edward Island was een zeer bijzondere plek vanwege het vlakke landschap en de rode aarde. Cultureel was het ook weer heel anders dan de omliggende gebieden, veel landser en rustiger. Een interessante plek om bezocht te hebben.
Van P.E.I. namen we weer een shuttle. Ditmaal naar het vliegveld van Halifax om daar negen uur rond te hangen in de lobby, voordat we mochten boarden voor onze vlucht. We kozen na lang overwegen toch voor het vliegtuig, omdat de bussen op P.E.I. niet
reden en het ons een aantal dagen reizen (en tig keer 'overstappen' zou kosten om over land (+ boot) in St. John's te komen. Het vliegtuig nam ons direct naar St. Johns, Newfounland. Het laatste stukje Canada in de Atlantische Oceaan. Zelfs een stukje voorbij Frankrijk 😉 (Het eiland St-Pierre-et-Miquelon).
Advertisement
Tot: 0.059s; Tpl: 0.014s; cc: 10; qc: 27; dbt: 0.0356s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1mb