Advertisement
Published: April 15th 2007
Edit Blog Post
Tiger Leaping Gorge 1
Dag 1: Vlak na vertrek vanuit Jane's Guesthouse "Mama, do you have a room left?"
"No, no, no, room later! You sit! You hungry? Mama make food, you eat!"
Na de prachtige maar vermoeiende Tiger Leaping Gorge (de foto's zeggen genoeg) rusten we een paar dagen uit bij het 'Mama's Naxi guesthouse' in Lijiang. Mama is een vrouw van halverwege de vijftig die druk bezig is om het voor haar gasten zo comfortabel mogelijk te maken. Ze kookt voor iedereen in het hostel en blijft net zo lang doorscheppen met rijst totdat iedereen genoeg heeft.
Een paar dagen en een bezoek aan de beroemde Dr. Ho later vertrekken we richting Zhongdian, wat tegen de grens van Tibet ligt op 3300 meter hoog. Het is hier 's avonds koud, maar locals blijven warm door iedere avond op het centrale plein te dansen. De muziek is traditioneel Tibetaans met een sappige beat eronder. Van jong tot oud, iedereen danst mee.
De grenzen naar Tibet zijn officieel gesloten tenzij je vliegt of een hele dure jeep regelt voor 700 euro pp. Ons eerste plan is illegaal met een locale bus de grensoversteek proberen te maken (met de kans teruggestuurd te worden). Maar dan horen we verhalen over gevaarlijke bergpassen
en drie dagen onderduiken voor het Chinese leger. Niet echt ons idee van fijn reizen; we willen op zijn minst ook naar buiten kunnen kijken.
Een paar mede-reizigers gaan over de Sichuan highway naar Chengdu om daar een trein naar Lhasa te regelen. Ook deze route gaat langs gevaarlijke passen, maar het uitzicht en de dorpen waar je langskomt moeten fantastisch zijn. Vier dagen lang zitten we in verschillende bussen en overnachten we Xiangcheng, Litang en Kangding. Tijdens de busritten is de weg soms zo glad en de afgronden zo diep dat we blij zijn als we veilig in het volgende dorp aankomen. Vroeger hoorden deze dorpen binnen de grenzen van Tibet, het is dan ook niet gek als ze je hier begroeten met "Tasjidele" in plaats van "Ni Hao". We zijn echt onder de indruk van Litang. Stoere Tibetaanse yakboys met kleurrijk versierde motors en grote zonnebrillen op rijden door de straten en yaks lopen los rond tussen de markten en de rondrennende, spelende Tibetaanse kinderen. Aan de rand van het dorp ligt een Boeddhistisch klooster dat in 1959 werd platgebombardeerd en nu weer helemaal is gerenoveerd. Een beetje dizzy van de klim en de hoogte (ruim 4000 meter)
rusten we boven uit en genieten we van het gebed van twee monniken. Het lijkt wel of het booming China, Litang met rust laat.
In Chengdu moeten we zes dagen wachten op de trein naar Lhasa. Het guesthouse stroomt binnen een paar dagen vol met reizigers die we eerder ontmoetten en het is dan ook iedere avond gezellig druk in de bar.
We zijn verslaafd geraakt aan dumplings, een soort ravioli met de meest uiteenlopende vullingen. De dumpling dip je in een mengsel van soyasaus, veel knoflook, azijn en veel hete pepers. Voor 3 yuan (=30 cent) krijg je een bord vol. Dankzij een dumpling party georganiseerd door het hostel weten we nu ook hoe we zelf dumplings kunnen maken.
In het people's park moeten we weer lachen om de Chinese muzieksmaak. Overal staan groepjes mensen te zingen en te dansen. Dit allemaal (zelfs de tango!) op een harde technobeat. Met een zak vol zonnebloempitten en veel thee brengen we nog een paar uur lezend in de theetuin door.
Dan de trein naar Lhasa! De trein gaat eerst helemaal richting noorden (Xining en Golmud), om vervolgens af te zakken richting Tibet. We passeren besneeuwde bergtoppen, hoge woestijnachtige zandbergen,
Tiger Leaping Gorge 4
Lunch bij "Naxi Family Guesthouse" bevroren riviertjes, hooggelegen meren en kleine nomadenstammen. Het hoogste punt ligt op 5078 meter. Als je last krijgt van de hoogte kan je in de trein op bed gaan liggen met een zuurstofmasker op. Op een paar dizzy momenten na hebben we, ook nu in Lhasa, weinig last van de hoogte.
Deze treinreis is fantastisch maar heeft helaas ook een keerzijde. Steeds meer Han-Chinezen komen naar Tibet en beginnen (onder gunstige voorwaarden) een bedrijfje. In Lhasa zijn de Tibetanen tegenwoordig in de minderheid. Als we de trein uitstappen staan Chinese tourguides met vlaggetjes klaar op het perron om massa's Chinezen op te vangen en naar hun Chinese hotels en restaurants te brengen. Veel van de inkomsten stromen rechtstreeks weer terug naar de Chinese overheid.
De Barkhor wijk in Lhasa zit vol pilgrims. We lopen met ze mee en komen op de meest interessante plekken. Een klein zijstraatje leidt naar het Meru Nyingba klooster waar tientallen pelgrims op de grond zitten te bidden. Iedereen groet je vriendelijk of geeft je een hand. We gaan ook zitten en kijken onze ogen uit.
Dit is zo anders dan China.
Onze route kun je bekijken door Google earth en
deze link (de daadwerkelijke routemap) te downloaden.
Advertisement
Tot: 0.147s; Tpl: 0.015s; cc: 12; qc: 65; dbt: 0.091s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.2mb
Milly
non-member comment
trapje
Het is overweldigend mooi, het is heeeel hoog, het lijkt me ongelooflijk spannend, vooral dat trapje is iets om van te dromen, want ik heb zo'n hoogtevrees. Milly