Advertisement
Published: October 21st 2006
Edit Blog Post
Woensdag 11 oktober. Taihuai is een dorp nabij één van de 4 heilige bergen (Wutaishan) en het centrum van boeddhisme van China.
Nu zijn er in de omgeving nog 47 kloosters waar monniken en lama’s leven. Bij ontbijt op de kamer van Luc wordt beslist de voornaamste tempels van het dorp Taihuai zelf te bezoeken.
Omstreeks 9 uur nemen we de kabelbaan naar Dailuo. Hier komt men bidden voor rijkdom en geluk.
Boven aangekomen krijgen we een prachtig panoramisch zicht op het dorp. Natuurlijk kunnen er allerlei godsdienstige voorwerpen en speelgoedjes worden gekocht. Marcel maakt van Amanda een foto met een levend aapje op haar arm.
We keren terug naar het dal langs de ongeveer 1000 trappen. Monniken en gelovigen gaan al biddend in de omgekeerde richting: ze vouwen de handen en knielen met beide knieën op de trappen. Elke trede is en stap dichter bij een beter lot in het volgend leven en dus ook bij de verlichting, het Nirwana.
Tijdens de afdaling passeren we talloze veelkleurige vlaggetjes, bedrukt met gebedjes. We zien ook duiven en al eens een eekhoorn in kleine kooitjes. Voor een klein bedrag kan men deze dieren de vrijheid geven en het is alsof
men ze zo aan de goden kan offeren. Merkwaardig zijn ook de slotjes die kunnen worden gegraveerd en op heilige plaatsen in grote trossen worden achtergelaten. Men kan wel de sleutel als aandenken meenemen.
We komen nog langs een boeddhistische tempel naast een Tibetaanse en omstreeks 11 uur steken we terug het riviertje over om terug het dorp te bereiken.
We kopen enkele koeken om tijdens de middagpauze te verorberen bij een lekkere kop koffie.
Om 12.30 u gaan we weer op stap, nu in de andere richting, naar de Tayuan tempel. Deze is het symbool van Wutaishan en domineert het dorp Taihuai door zijn pagode. Deze witte pagode van 55m hoog heeft, zo schrijft men, 252 belletjes, maar wij hebben er eentje naar beneden horen vallen en Luc heeft gezien welke. De pagode heeft ook een opvallende, grote bronzen knop bovenop de spits.
In de hoofdtempel is er een bibliotheek met 20.000 sutra’s ( boeddhistische geschriften).
Dan komen we aan de oudste, de Xiantong tempel met een paviljoen zonder spanten en een opvallend bronzen paviljoen dat fel schittert in het zonlicht. Vervolgens komen we aan de hal van Manjusri, een bodhisattva d.w.z. iemand die op het punt stond het
Nirwana te bereiken maar die terugkeerde om anderen de juiste weg te helpen vinden. Manjusri wordt hier vereerd omdat hij de arme boeren wind en regen bracht.
En daarna nog de beklimming van de 108 treden naar de Pusa Ding, de grootste tempel op een berg, met een prachtig uitzicht op het zonovergoten landschap. Het einddoel is bereikt.
Rond 17u dalen we voorzichtig terug de trappen af. Luc, Amanda en Gerda kunnen er niet aan weerstaan om in een muziekwinkeltje op het einde van de afdaling elk een CD’tje te kopen met boeddhistische en Tibetaanse muziek.
Ze zijn onder de indruk gekomen van de godsdienst van deze chinezen.
Het avondmaal wordt voorbereid met ons traditioneel aperitief.
We kiezen ditmaal een restaurant in de hoofdstraat aan het theater. We worden er goed ontvangen; alles is naar wens en het eten is lekkerder en goedkoper dan de dag voordien. We kunnen er ook onze bustickets voor ’s anderendaags kopen.
Na de nodige afspraken keren we moe, maar voldaan terug naar ons hotel bij de post.
Morgen heb ik het gelukkig wat rustiger want dan schrijft Amanda het verslag.
Marcel
Donderdag 12 oktober. Na het ontbijt
vertrokken we gepakt en gezakt naar het restaurant waar we de vorige avond aten en waar we ook de bustickets kochten voor 70 yuan pp. We kregen daar nog een warme kop thee, misschien hadden ze verwacht dat we daar ontbijt zouden gebruiken. De dienster deed goed haar best om Engels te praten.
Om 8.15u vertrok dan de bus richting Taiyuan voor een busrit van 4 uur. Taiyuan is de hoofdstad van de provincie Shanxi. IJzer en staal en chemische industrie zorgen voor een vervuilde aanblik van de stad. De stad telt circa 1,5 miljoen inwoners.
Na enkele km stopte de bus en moesten we overstappen in een bijna volle bus met alleen nog vrije plaatsen achteraan. Er stapten ook enkele monniken op die elk een bank voor zich namen. Luk ging naast een monnik zitten en die keek niet zo vriendelijk. Elke plaats moest bezet worden. Marcel moest enkele keren op Wim zijn schoot gaan zitten om een passagier door te laten. Er werden zelfs vouwstoeltjes in de middengang bijgeplaatst. Enkele rokers waren er ook.
Vrij spoedig reden we door een indrukwekkend berglandschap van ongeveer 2000m hoogte. Tijdens de rit zagen we twee kerken zeer opvallend in de streek
van de tempels.
Na een afdaling tot op 1100m hing er mist. Daar zagen we weer veel maïs op de velden. De geplukte stengels worden samengebonden en in oppers gezet om te drogen, net zoals wij het vroeger deden met graan. De maïskolven liggen te drogen, dikwijls op de daken. Het geperste kolengruis in briketten kan je daar nog mooi opgestapeld zien liggen.
We reden voorbij een school waar de leerlingen in en grote groep taichi (lichaamsoefeningen) deden.
De laatste 50 km reden we over een nieuw aangelegde autostrade tot aan het East-Station. Van daar reden we met taxi’s naar het treinstation, waar we zouden proberen treintickets te kopen voor de nachttrein naar Xi’an. Maar dat was een ander paar mouwen. In de treinhal stonden lange rijen mensen aan te schuiven. Ons reistrio ging ook mee aanschuiven tot ze vernamen dat het niet lukte. Dan vroegen ze uitleg aan een politieagent. Ze zouden de tickets in een ander office moeten kopen.
Ondertussen bleven wij bij de bagage. Luc en Gerda oefenden hun Chinese karakters, Marcel nam buiten enkele foto’s. Ik genoot van de sfeer. We hadden weer veel beziens : sommige mensen bleven staan om ons te bekijken. Een schoonmaker
die met zand en een grote borstel de vloer veegde, werkte extra lang en bekeek ons elke keer. Ik zag voor het eerst op onze reis in China een zwangere vrouw. Dit is misschien het gevolg van de “ één kind per gezin “ regel. Een jonge moeder zette haar baby op een bureau en oeps daar kreeg ze de volle spuit op haar bloes door het open broekje van de baby; en ze kon er om lachen. Een vriendelijke chinees kwam vragen of hij ons kon helpen.
Ondertussen zijn onze vrienden weer teruggekomen; maar nog steeds geen tickets. Nog maar eens naar een ander loket waar men beloofd had om na 14u meer uitleg te kunnen geven : uiteindelijk kunnen er vanuit Taiyuan geen 7 hardsleeper tickets worden bekomen. We bewonderen Berna, Wim en Ludo die in deze situatie zo kalm zijn gebleven.
We rijden met de taxi’s naar het busstation, waar we zonder problemen onze bustickets kunnen nemen voor de busrit naar Pingyao. Na een rit van 2 uur komen we hier aan en worden opgewacht door iemand van het hotel met een bord met “Oldenhos” i.p.v. “Oldenhof” maar we mogen toch mee. In 2 open taxi’s rijden
we naar de jeugdherberg gelegen in het centrum van de stad.
Dat allemaal dankzij Wim, die het hotel en deze taxidienst voor ons met de telefoon had geregeld vanuit de bus.
In het “Yamen hostel” slapen we op een “kang” . Dit is een gemetseld ovenbed, waar vroeger onder gestookt werd en met een tafeltje voor een ontbijt aan bed. Weer een ervaring rijker. Wat zijn we toch gelukkige mensen dat we dat allemaal kunnen meemaken.
Voor mij is het ook een geluk dat morgen Luc weer in de pen mag kruipen.
Amanda
Advertisement
Tot: 0.281s; Tpl: 0.011s; cc: 26; qc: 128; dbt: 0.1413s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.5mb