Advertisement
De Rode Khmer (internationaal aangemerkt als Khmer Rouge) was de militaire tak van de Communistische Partij van het toenmalige Democratisch Kampuchea (nu Cambodja). Khmer is de naam van het volk dat Cambodja bewoont. De Rode Khmer is verantwoordelijk voor de dood van ongeveer 1,7 - 2 miljoen (sommige cijfers spreken van 3 miljoen) mensen (op een bevolking van 7 miljoen) tussen 1975 en 1979 toen de Rode Khmer aan de macht was.
In de jaren zestig en zeventig van de 20e eeuw voerde de Rode Khmer een guerrillastrijd tegen het bewind van Prins Sihanouk en Generaal Lon Nol. De beweging was oorspronkelijk opgezet door Vietnamese communisten, die lange tijd nog een stevige vinger in de pap hielden. Veel eenheden bestonden feitelijk uit Vietnamezen en aanvankelijk werden de hogere kaders door Vietnamezen beheerst.
Toen Lon Nol aan de macht kwam in 1970 ging dit gepaard met een uitbreiding van de Vietnam-oorlog naar Cambodja. In tegenstelling tot Sihanouk zocht hij steun bij de Verenigde Staten en Zuid-Vietnam en trad hij hard tegen de Vietcong en Rode Khmer in Cambodja op. De Amerikanen bombardeerden door communisten beheerste gebieden intensief met B-52's, waarbij ook regelmatig dorpen platgegooid werden, daar B-52's nu eenmaal geen
precisiebommenwerpers zijn.
De Amerikaanse bombardementen vanuit de lucht, incidenten tussen de Zuid-Vietnamese troepen en bevolking en het wanbestuur van Lon Nols regering dreef de bevolking in de armen van de Rode Khmer en het bewind zeeg ineen. De beweging groeide en rond 1972 waren de Vietnamezen gedwongen Pol Pot als volwaardige bondgenoot te erkennen in plaats van junior partner. Een andere belangrijke politieke overwinning was het monsterverbond met Norodom Sihanouk dat de Rode Khmer onder Chinese druk sloten. De steun van de voormalige koning bleek essentieel in het winnen van het vertrouwen van de bevolking.
Reeds tijdens de opmars raakte Pol Pot onder de indruk van de eenvoud van de bergbewoners. Veel Rode Khmer waren bovendien afkomstig van het zeer primitieve platteland en hadden een hekel aan steden. Als de Rode Khmer een provinciestad hadden ingenomen hervatte het dagelijks leven zich meestal binnen enkele dagen, waarop Pol Pot onthutst reageerde. Als alles bij het oude bleef, zou de hele revolutie geen nut hebben. Hierop bedacht de partij meer radicale oplossingen, zoals het deporteren van de bevolking en begon deze in praktijk te brengen. Als de mensen niet wilden veranderen, dan moest iedereen volgens Pol Pot maar gedwongen boer
worden. Ook werd het eenvoudige, zwarte tenue ingevoerd dat iedereen diende te dragen. Juwelen en dergelijke werden verboden.
Politieke en militaire kopstukken en ook de meeste buitenlanders ontvluchtten Phnom-Penh waarop in april 1975 de Rode Khmer de stad bezette. Rode Khmerleider Pol Pot werd dictator van Cambodja, maar Norodom Sihanouk werd tot titulair staatshoofd benoemd wat het aanzien van de Rode Khmer aanzienlijk vergrootte. Na verloop van tijd nam Sihanouk ontslag als staatshoofd, toen hij merkte dat hij in de praktijk niets te vertellen had.
Al na enkele dagen ontruimde de Rode Khmer Phnom-Penh en dreef de bevolking naar het platteland. Ambtenaren en militairen uit het regeringsleger werden in een aantal gevallen apartgenomen en geëxecuteerd. De hardhandigheid van de deportaties verschilde per commandant. Sommige commandanten stonden de bevolking toe persoonlijke bezittingen mee te nemen of terug te keren naar hun geboorteplaats, anderen dwongen de bevolking daar naartoe te gaan waar zij wilden. Van de 2,5 miljoen inwoners van Phnom-Penh waren 1,9 miljoen oorspronkelijk van het platteland gevlucht wegens de oorlog en zij konden zich dan ook redelijk schikken in hun lot. Voor de oorspronkelijke stedelingen was het echter een zware beproeving. Zij kenden niemand en kwamen onderaan de
hiërarchie te staan. Ongehoorzaamheid werd bestraft met mishandeling of executie. Ook werd in dit prille stadium nog niet onthuld dat de Rode Khmer voor een communistische partij streed, men sprak simpelweg over "Angkar" (de Organisatie).
De steden werden ontruimd en bevolking werd gedwongen te verhuizen naar het platteland, waar ze in collectieve boerderijen moest werken, 12 tot 14 uur per dag, 7 dagen per week onder een slavendrijversregime en een minimaal rantsoen. Persoonlijke eigendommen diende men meestal achter te laten. De communistische leer werd gecombineerd met een Spartaanse "back to basics"-ideologie. Steden werden door de van het platteland afkomstige Rode Khmer als "slecht" bestempeld, evenals intellectuelen van wie velen bovendien voor Lon Nols regime hadden gewerkt. Vele mensen (monniken, leerkrachten, artsen, ambtenaren, militairen, intellectuelen, ...) werden geëxecuteerd, vaak zonder enige reden of voor lichte vergrijpen. Het dragen van een bril of nette (burgerlijke) kleding, of het in bezit hebben van een (buitenlands) boek, of kennis van een vreemde taal was voldoende reden voor executie. De mensen werden in de collectieven ingedeeld in drie categorieën: de volledig gerechtigden, de aspiranten en de gedeporteerden. Volledig gerechtigden kregen uiteraard de beste behandeling en het beste voedsel en konden tot de partij
toetreden. De aspiranten waren plattelandsbewoners en stedelingen die oorspronkelijk van het platteland kwamen en kregen eveneens een wat betere behandeling. De gedeporteerden vormden een restcategorie van stedelingen en intellectuelen. Zij werden het slechtst behandeld en kregen het minste te eten.
Volledig gerechtigden en aspiranten werden in de collectieve boerderijen intensief geïndoctrineerd. Er waren geen rangonderscheidingstekens; de hoogte in rang van het partijkader werd alleen afgemeten aan het aantal pennen en potloden in het borstzakje.
Behalve het orwelliaans volledig afschaffen van woorden die op individualiteit duidden was een methode die van zelfkritiek conform de maoïstische ideologie. Men moest niet alleen een eigen levensgeschiedenis schrijven en die aan de hand van de leer bekritiseren, maar men diende zelfs iedere dag in collectief verband eigen fouten te verkondigen, evenals misstappen van anderen. Als vergrijp werd onder andere aangemerkt: het houden of verzamelen van voedsel voor zichzelf, een dagboek bijhouden, insubordinatie of onvoldoende presteren. De straffen die hierop stonden waren onder andere vermindering van rantsoenen, het overslaan van maaltijden, lijfstraffen en executie. Iedereen werd bewust in een staat van constante angst en psychische onbalans gehouden, zodat men zelf niet eens dàcht aan verzet of opstand.
De familie werd afgeschaft. Slechts "Angkar"
bepaalde wie zich met wie mocht voortplanten en voedde de kinderen die hieruit voortkwamen op. Zelfs woorden als "vader" en "moeder" mochten niet meer gebruikt worden. Voedsel mocht slechts collectief worden genuttigd tijdens maaltijden in de eetzaal. Zelfs het verzamelen van fruit was verboden omdat dat "egocentrisch" zou zijn, al het fruit behoorde immers toe aan "Angkar". Inkrimping van rantsoenen of iemand een maaltijd geheel ontzeggen was een populaire straf die vaak tot gevolg had dat men te ziek werd om te werken, helemaal niets meer kreeg en ten slotte overleed. Etnische Vietnamezen en Cham hadden het extra zwaar te verduren.
Geld werd eveneens afgeschaft en later werd zelfs ruilhandel ontmoedigd. "Angkar" zou het nodige verstrekken. Wie zelf dingen maakte of verzamelde was "egocentrisch" en werd daarvoor gestraft. Later besloot Pol Pot de teugels wat te laten vieren en er werden plannen gemaakt voor herintroductie van geld.
Er bestond weinig samenwerking of coördinatie tussen de verschillende eenheden van de Rode Khmer. Dit werkte de wreedheden en hongersnood in de hand. Commandanten wisten dat ze gestraft zouden worden als ze onvoldoende presteerden en wilden in ieder geval niet de laatste zijn. Hierdoor ontstond een zekere concurrentie die leidde tot
radicalisering. Ook werkte het gebrek aan coördinatie hongersnood in de hand daar communicatie tussen de gebiedsdelen erdoor gehinderd werd en handel bovendien ontmoedigd of zelfs verboden werd.
Het Tuol Sleng-museum en de vele killing fields (o.a. Choeung Ek) zijn nog steeds de stille getuigen van de massamoorden die hebben plaatsgevonden.
Vijf belangrijke verdachten en laatste overgebleven hoge leidinggevenden van de Rode Khmer konden op dat moment nog terechtstaan, namelijk Nuon Chea (81), Ieng Sary (82), Khieu Sampan (76), Ieng Thirth (76) en Kang Kek Iew alias Kaing Guek Eav ("Duch")
Drie verdachten kunnen niet meer worden vervolgd: Pol Pot overleed in 1998, Kheiu Ponnary, de eerste echtgenote van Pol Pot, overleed in 2003 en de voormalige commandant en '"Broeder nummer 4" Ta Mok in 2006, in gevangenschap in afwachting van zijn proces.
Voor meer informatie daarover: www.eccc.gov.kh
bron( wikipedia)
Advertisement
Tot: 0.109s; Tpl: 0.012s; cc: 6; qc: 45; dbt: 0.0733s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1;
; mem: 1.1mb