Namibia Off Road Biking


Advertisement
Namibia's flag
Africa » Namibia
December 16th 2010
Published: December 16th 2010
Edit Blog Post

Total Distance: 0 miles / 0 kmMouse: 0,0


At the yearly Motor expo in Utrecht Holland in 2009 I met Hans van Marle owner of Touratrek - www.touratrek.nl - a motorbike travel company. He was planning a prospect ride for a new African destination, Namibia. And what a coincidence he was looking for a journalist who wanted to write a travel story about riding Namibia's rough tracks. Well, the rest is history. A few months later we were riding in the Namib desert having a great time in this beautiful country.





Utrecht - Namibië

Struinend langs de informatiestands op de Motorbeurs in Utrecht ontmoet ik Hans van Marle van reisorganisatie Touratrek. Hij is van plan een nieuwe motortour uit te zetten in Namibië. Of ik zin heb?
Drie maanden later zetten we met zijn vijven voet op Afrikaanse bodem. Na ’n nachtje Johannesburg gaat het de volgende ochtend naar Windhoek. Twee uur vliegen later landen we op de internationale luchthaven maar dan is het nog 40 km met het taxibusje naar Windhoek, de hoofdstad van Namibië.

Klaar voor vertrek

Windhoek ligt er keurig en relaxt bij. Dat moet wel te maken hebben het feit dat we van doen hebben met een voormalige Duitse kolonie en de relatieve welvaart in Namibië. Duitse straatnaamborden, Schwarzwalder Kirschtorte, Zigeunerschnitzel, Bundesliga Fussball, je kunt het zo Duits niet bedenken of je komt het tegen in Namibië. Maar behalve Duits hoor je vooral het grappige Afrikaans en Engels natuurlijk.

Bij Werner, een partner van Touratrek, staan de blakende enduro Suzuki’s DRZ 400 bromponies (motoren) in de startblokken en in zijn tuin bespreken we de route voor de komende 12 dagen. We zien publicaties van Werners Namibië-reizen die het hart sneller doen kloppen. Morgen is het zo ver!

Alle bagage zit inmiddels op, aan en in de Toyota Landcruiser die van alle gemakken en vernuft voorzien is zoals omvormer, perslucht, opladers, koelboxen, tenten en watertanks, inclusief een scheepshoorn. Met 3.5 ton bepaald geen lichtgewicht benzine-autootje. Diesel is in Namibië overigens vrijwel nergens te krijgen.
Molenvliegtuig

Tegen de middag zet de stoet van 4 motoren en de Toyota zich in beweging. We zijn nauwelijks onderweg of we worden met woeste gebaren en zwaailicht gesneden door een politieauto en langs de kant gezet. Twee norse blanke agenten beweren dat de papieren van de motoren niet in orde zijn. Dit voelt als einde oefening. Werner blijft de rust zelf. Nog een politiewagen arriveert met dit keer twee zwarte vriendelijke agenten. We kunnen doorrijden.
Bij Okahandja maken we een korte stop. Tientallen houtsnijwerkers proberen hun beelden aan toeristen te slijten. Uit het zicht van de kopers zie ik dat het oude handwerk plaats heeft gemaakt voor moderne frasemachines. Dat snijdt dus geen hout. Een molenvliegtuig of gyrocopter kuiert boven onze hoofden door de lucht. Gyrocopters zijn populair in Zuid-Afrika en Namibië. Je landt gewoon op het gravel, rijdt naar het tankstation en vliegt vrolijk verder. Werner heeft net als zijn vader zelf gevlogen en droomt van een gyrocopterbedrijf.

Via afdraaipad naar aftrekplek

Het landschap, de luchten, de temperatuur, de rechte wegen, het rechts rijden, het doet me sterk denken aan Australië. We rijden over teerpad (asfalt) richting Etosha National Park. Ik fotografeer al rijdend maar verlies ongemerkt mijn handschoen. Terwijl de rest verder rijdt kachel ik volgas 15 km terug en vind wat ik zoek.
In Otjiwarongo wordt op de lokale camping kwartier gemaakt voor de nacht. Werner heeft Petrus zijn vaste hulp meegenomen In no time staan de tenten, is een zithoek gebouwd en vloeit Windhoek Lager, het lokale bier. Werner kookt de sterren van de hemel op zijn schottelbraai gemaakt van een schoep van een oude ploeg.
Het is heerlijk rijden in het zonnetje maar de rechte asfaltweg is saai. Regelmatig nemen we een afdraaipad (afslag) en stoppen met onze bromponies (motoren) op een aftrekplek (parkeerplaats). Daar trekken we de pletterpetten (helmen) van onze verhitte hoofden en lessen onze dorst terwijl zwermen vlinders zich laven aan mineralen bij modderige waterplasjes.

Shit shower & shave

Bij Outjo wordt benzine getankt en dat scheelt een slok op een tank in vergelijking met Nederland. Benzine kost hier Euro 0.65 per liter. Bij het tankstation snijden jongens in een handomdraai kunstig je naam en dierfiguren in een kastanjeachtige vrucht voorzien van lederen koordje. En zo verruilen in een oogwenk talloze op naam gestelde sleutelhangers van eigenaar à raison van 20 Namibische dollar (2 Euro) per stuk.
Onze tweede kampeerplek is de camping van de prachtige Etosha Safari Lodge tussen Outjo en Okaukuejo, dicht bij de ingang van Etosha National Park. We hebben inmiddels een vierhonderd kilometer afgelegd. De voor Afrika zo karakteristieke wevervogels hebben overal nesten gebouwd in de bomen. Bij de bar hebben ze een grote schorpioen gevangen. ‘s Avonds tijdens de shit, shower & shave sessie in het toiletblok vergezellen mij grote kevers, bidsprinkhanen en vleermuizen.

Kameelperd

Etosha National Park staat op het programma. Aangezien motoren het park niet in mogen rijden we met Hans aan het stuur van de Landcruiser het park in. De entreeprijs van 10 euro valt mee. Al snel zien we groot en klein wild, giraffen, spiesbokken, wrattenzwijnen, struisvogels, springbokken en wildebeest. Overigens een giraf heet hier een ‘kameelperd’. Maar de Big Five, olifant, neushoorn, luipaard, leeuw en buffel laten zich vandaag niet zien.
Het park ter grootte van Zwitserland bestaat voornamelijk uit steppe met een enorme grote zoutpan in het midden. Je rijdt over gebaande wegen van drinkplaats naar drinkplaats want daar zijn de dieren. Ik had het me spannender voorgesteld maar het is een mooie dag. Als we terugkomen is Werner al weer aan de kook en vloeit de drank rijkelijk.

Veel soorten slangen

Een nieuwe dag brengt gravelpaden richting Kamanjab. Nog maar nauwelijks onderweg kan ik nog net een grote koedoe ontwijken. De weg loopt door het landgoed van uitgestrekte boerderijen, verandert soms in kronkelige paadjes en wordt regelmatig versperd door veehekken. Openen dus en de laatste in rij sluit ze weer. Het landschap wordt afwisselender en steeds mooier. In het landschap ook regelmatig de voor Namibië zo typische windmolens. Mensen kom je nauwelijks tegen in Namibië dat na Mongolië het minst dichtbevolkte land ter wereld is. Langs de weg borden met boerderijnamen als ‘Weltevrede’, ‘Dankbaar’, ‘Winkelhaak’ of ‘Loskop’. Bij het tankstation in Kamanjab verkoopt een oude vrouw van de Herero stam toeristenrimram. Ze is als Herero vrouw te herkennen aan de prachtige hoofdtooi. De stoffige en dorstige motoren lessen één voor één gulzig hun dorst aan de benzineslang. Het tankstation werkt als een magneet op kinderen. Werner tovert een andere slang tevoorschijn. Hij jaagt de kinderen de stuipen op het lijf met een rubberen nepslang. De schrik is van korte duur want de kinderen nemen het spel snel over en zitten elkaar krijsend en lachend achterna met de slang. Serieuze slangen heb je ook in alle soorten en maten, van pofadders tot mamba’s maar gelukkig niet bij het tankstation. Ik word nog even met de motor op pad gestuurd om vlees in te slaan bij de lokale slager in de Kameelperd Avenue of Girafstraat.

Bij de Himbas

Voor de lunch wordt een plek langs de weg gezocht en de Landcruiser is in een wip getransformeerd tot een restaurant inclusief lekkere peuselhappies, koffie en gekoelde drank. Tientallen vlindertjes storten zich op het gemorste brood. Een laatste stoffige en zanderige rit scheiden ons van de Lodge. De plek is mooi met zijn groene tuin, vele vogels en zwembad. Niets is lekkerder dan na een vermoeiende dag rijden en stof te happen je te laven aan ijskoude drank en een duik in het zwembad. Op een steenworp afstand is ook een Himbadorp gevestigd. Aan het einde van de dag is het Himba-uurtje. Dan mogen gasten van de lodge het Himbadorp bezoeken. Als ik alleen reis en bijzondere volken of stammen ontmoet stel ik mij bescheiden op en voel me zelden opgelaten. Maar nu, georganiseerd en in groepsverband voelt het toch als aapjes kijken.
Maar de ijdele Himbavrouwen in okerkleuren lijken nergens last van te hebben, gaan hun eigen gang en tonen hun pracht en trots tussen de spelende kinderen. Geen mannen hier, die werken en wonen elders. Vrouwen maken de dienst uit. Het bezoekuurtje is goed gekozen want het strijklicht van de Afrikaanse zon tovert prachtige kleuren in de Himbakraal. Als we alles gefotografeerd hebben dat we kunnen fotograferen verschijnen plots lappen stof op de grond waarop sierraden en andere koopwaar wordt uitgestald. Business as usual. En hoewel de Himba’s grotendeels vasthouden aan hun tradities moet je niet vreemd opkijken als je een Himba in de supermarkt tegen te komen, bellend met ‘n mobieltje.

Prijsschieten

De enorme lappen vlees die ik eerder bij de slager heb gehaald liggen ’s avonds op ons bord gedrapeerd. De boeren hier zijn vaak boomgrote kerels. Dat moet wel aan de vlees- en bierconsumptie liggen. Jicht is door al dat vlees een veelvoorkomende ziekte in Namibië. Na het eten wordt aan de bar een gitaar tevoorschijn gehaald en ik trek mijn mondharmonica. En zo wordt het een hele gezellige en late avond voordat we in onze tentjes kruipen. Het foldertje van de lodge dat ik de volgende ochtend meeneem laat nog een andere attractie zien. Je kunt hier ook tegen betaling van veel geld wild afschieten. Een zebra voor 500 Euro, een Eland 1300 Euro en prijzen voor luipaard en giraf zijn op aanvraag. Amerikanen maar vooral veel Russen komen voor deze gelegaliseerde stroperij naar Namibië.

Een bruine vlek

We rijden een prachtige route richting Palmwag. Langs de weg onbemande verkoopstalletjes vol halfedelstenen. Soms staan er kinderen bij. Prachtige tafelbergen, rotspartijen en kokerbomen sieren het landschap. Bij de Grootbergpas staat een waarschuwingsbordje voor olifanten. Kilometers verderop stuiten we inderdaad op hopen olifantenstront. Tot nog toe hebben de slechte wegen niet geleid tot schuivers of een papband (lekke band) maar we rijden ook niet als een padvark (roekeloze motorrijder). Een groepje kinderen staat langs de weg en de kleinste heeft een nepfototoestel om zijn nek en fotografeert driftig de voorbij stuivende motoren. We lunchen bij de indrukwekkende Palmwag Lodge, ’n palmoase in de woestijn. Hier kan je met geluk neushoorns en olifanten spotten.
We zijn in Damaraland. Als ik voorop rij en over ’n heuvel rij meen ik in de verte een bruine vlek te zien bewegen. Als de anderen voorbij rijden roep ik: ‘Olifant, olifant!’ Iedereen tuurt mee maar niemand ziet iets. Zonnesteek of fata morgana zie ik ze denken en men rijdt verder. Vriend Bram en ik gaan op onderzoek uit in het ontoegankelijke terrein dat vol met grote keien. Even later staan we oog in oog met een grote woestijnolifant. Werner heeft ons gewaarschuwd, de eenzame bulls zijn de gevaarlijkste dieren en dit is er een. Zelf was hij ooit getuige hoe een olifant een Italiaanse fotograaf vermorzelde. ’s Avonds komen we na een fantastische dag rijden aan in Xaragu Camp en trakteren Bram en ik de rest van de meute met fotografisch bewijs van de vermeende fata morgana. Er is een baviaan in Xaragu, Mc Quiver. Ooit een speeltje voor de gasten maar na een aantal bijtincidenten blijft iedereen nu uit de buurt. Werner en hulpje Petrus koken opnieuw de sterren van de hemel. Het vuur van het acaciahout heeft een prachtige blauwe gloed. De sterrenhemel verlicht sprookjesachtig de contouren van de omliggende bergen. Niets meer te wensen over.

Pinguïns

In de ochtend bezoeken we het Petrified Forest met zijn versteende boomstammen. Behalve fossiel hout tref je hier ook een bijna fossiele plant aan, de ‘Tweeblad-kan nie dood’ of de Welwitschia plant. Sommige exemplaren zijn wel 2000 jaar oud.
We stoppen bij Aabadi Moutain Camp waar Nederlanders Tamara en Jeroen een camping runnen. Een prachtige plek omringd door de mooiste boulders waar regelmatig olifanten komen drinken. Een windhoos heeft hun stenen onderkomen omvergeblazen. Aabadi is een schoolvoorbeeld van het programma ‘Ik vertrek’ waarbij mooie dromen en tegenslagen elkaar afwisselen.
Verderop bezoeken we een prachtige geologische steenformatie in de vorm van orgelpijpen. Het is rond het middaguur op Koninginnedag 30 april als het tragische nieuws van de aanslag in Apeldoorn ons bereikt per mobiele telefoon.
We rijden naar Twyfelfontein en bezoeken de vele rotstekeningen van de Bosjesmannen oftewel San. Genetisch onderzoek wijst uit dat alle mensen op deze aardkloot oorspronkelijk afstammen van de San. We zien eeuwenoude afbeeldingen van leeuwen, olifanten en zelfs pinguïns. Het bezoekerscentrum is een mooi staaltje van architectuur dat perfect past in het landschap. Gebouwd van natuurlijke materialen en roestkleurige oliedrums.

Bewaakte parkeerplaats

We tanken bij een mini-tankstation nadat we eerst de bediende hebben opgetrommeld en rijden richting Brandberg. Af en toe verandert het grindpad in rul zand en kost het moeite de motoren overeind te houden maar de Suzuki’s zijn circuspaardjes. Op de weg kruipt een reuzeninsect. Het is een Nara-krekel met zijn gepantserde schild. We slaan ons kamp op bij Brandberg en worden ’s avonds bij het vuur verrast met prachtig meerstemmig gezang van jongens en meisjes uit het dorp. Ontroerend en wondermooi klinkt het in de Afrikaanse nacht. Heeft Werner weer geregeld! Werner is een sympathieke topgast vol humor en verhalen en met veel kennis van de natuur.
’s Ochtends vroeg rijden we even naar de White Lady Lodge. Op de parkeerplaats bewaken stokstaartjes rechtopstaand onze motoren. Anderen graven onvermoeibaar naar kevers, larven en schorpioenen in de grond.

Aan de Atlantische Oceaan

We bezoeken Spitzkoppe, de Matterhorn van Namibië. Een fantastisch granietmassief dat uit het vlakke landschap omhoog rijst. Prachtige boulders met spectaculaire vormen zoals een natuurlijke rotsbrug. Dit is dé locatie voor een wereldkampioenschap trial. En dus gaan we alvast oefenen. Wat ’n heerlijke speeltuin en met de ondergaande zon die alles oranje kleurt lijkt het wel een sprookje. Als we Spitzkoppe verlaten ziet Werner plots een verkleurmannetje. De kameleon beweegt traag en is een gewild fotomodel voor onze camera’s. Het is een lange saaie rit door de Namibwoestijn naar Hentiesbaai aan de Skeleton Coast en vervolgens naar Swakopmund. Kaal, vlak, geen verkeer of bewoning, niets! Met de kin op het stuur en wind in de rug trek ik de Suzuki bij vlagen tot 150 km per uur over het gravel.

Het is voor de verandering voor het eerst koud. Op ’n paar kilometer afstand zijn ze zoals voorspeld al te ruiken. Veertigduizend pelsrobben liggen bij Cape Cross met hun jongen op de rotsen en in het water. Een indrukwekkend gezicht en dito stank. Een gedekte tafel voor hyena’s en jakhalzen die de jonge pelsrobben roven en oppeuzelen waar je bij staat. In het zand liggen tal van schedels en kadavers van jonge pelsrobben. Een jakhals schiet voor ons weg. Nog 100 kilometer naar Swakopmund waar wij voor het eerst sinds Windhoek in een hotelletje kruipen.
Een zonnige zondag in Swakopmund en mensen gaan naar het strand, zitten op terrasjes, of flaneren. Lekker sfeertje, heerlijke rustdag en ook ik geniet van strand, zee en de relaxte sfeer van deze ‘Duitse’ badplaats. Parkieten schetteren in de bomen, lokale souvenirverkopers stoffen hun waren af op de toeristenmarkt en bakkers doen goede zaken met de verkoop van de Schwarzwalder Kirschtorte en Apfelkuchen.

Leven in de woestijn

De volgende ochtend trekken we onder leiding van Chris Nel en twee 4-wheel drives de Namib-woestijn in bij Swakopmund. Chris lijkt met zijn hoed en kleding directe familie van Steve Irwin of Crocodile Dundee. We hebben de Big Five gemist in Etosha maar vandaag gaan we op zoek naar de Little Five in de Namibwoestijn. Dieren kunnen hier kunnen uitsluitend leven dankzij zeemist en condens. Zo staan de Fog Basking kevers in rijen op hun kop op de rand van het duin. Vochtige lucht condenseert op hun lijf en druppelt naar de dorstige bekkies.
We zien de prachtige bijna doorschijnende Palmato Gekko met ogen als soepborden. En een Skink, een kleurig soort hazelworm. En dan is er de bijtgrage Shovel Snout hagedis die niet groter is dan een vingerkootje. We zien een Sidewinder, ’n kleine giftige adder die uitsluitend hier voorkomt en zich zijwaarts voortbeweegt. Als toetje zien we nog een verkleurmannetje die met zijn 25 cm lange tong feilloos torren binnen weet te slepen.

Toptoetje in de lucht

Bij Walvisbaai draaien we van de Skeleton Coast richting Namib Naukluft Park. Rechte, stoffige grindwegen. Gepaste afstand is noodzaak. Al dagen lang heb ik last van geïrriteerde prikkende stofogen. Bij de Kuiseb pas ontvouwt zich een prachtig berglandschap. Even later passeren we de Steenbokskeerkring.
Dagelijks rijden we tussen de 200 en 250 kilometer. Dat is niet veel, maar in stof, hitte en met soms slechte wegcondities weet je ’s avonds beslist wat je gedaan hebt. We staan bij een hek gemaakt van 2 grote ijzeren karrenwielen, de ingang naar Tsondab Valley Lodge. De oprijlaan naar de lodge over een rul zandpad is 18 kilometer lang. Wat wil je op een 17.000 hectare groot landgoed. We worden ontvangen door Hans, Kristin en hun teckels. De omgeving is prachtig en de Afrikaanse zonsondergang die als een toverbal het landschap kleurt is onvergetelijk. De volgende ochtend wacht ons een verrassing. Hans heeft al een tijdje een Cesna gecharterd en die moet bij gebrek aan klandizie vandaag terug naar Windhoek. Maar niet voordat hij ons laat delen in zijn grote liefde, vliegen over het Afrikaanse landschap van Namib Naukluft Park. Even later vliegen we over canyons en prachtige duinlandschappen. Af en toe zien we plukjes wild. In het landschap soms onbegroeide perfect geometrische cirkels. Hans vertelt dat dit fenomeen nog nooit wetenschappelijk verklaard is en dat op deze plekken niets wil groeien. Een Namibische variant van graancirkels? De vlucht van ’n uur over dit adembenemende landschap is een toptoetje tijdens deze prachtreis.

Solitaire

Na de vlucht rijden we via Solitaire richting Sesriem. Nederlander Ton van der Lee verbleef tijdens zijn zwerftocht door Afrika een paar jaar in Solitaire en schreef er een boeiend boek over met de gelijknamige titel ‘Solitaire’. Dit filmische gehucht bestaat uit niet meer dan een tankstation, general store, een restaurant en een paar schuren. En men serveert er de beste appeltaart van Namibië wordt gezegd. Je waant je in het filmdecor van een roadmovie. Ik plak stickers van Motor Magazine tussen de honderden stickers op de ramen.
Regelmatig zien we springbokken en struisvogels. In de bomen gigantische nesten van honderden wevervogels. Nesten soms zo groot en zwaar dat bomen onder het gewicht bezwijken. Op de camping van Sesriem worden we gewaarschuwd voor agressieve jakhalzen. ’s Avonds kijken we naar de vallende sterren en Werner wijst ons op het Russische ruimtestation ISS.

Spugen niet slikken

Om vier uur ‘s nachts rijden we in het pikkedonker naar Sossusvlei, het hoogste duinlandschap ter wereld. De zonsopgang bij deze duinen is magisch. We zijn niet de enigen want tientallen voertuigen rijden in colonne richting Sossusvlei. Het is koud als we in het ochtendschemer aankomen. Af en toe zien we groepjes oryx en springbokken. Tussen de grote kameeldoornbomen lopen we naar de voet van het duin en beginnen de klim naar de duinkam. Het is licht bewolkt maar dat maakt het landschap niet minder indrukwekkend. Even later lopen we naar Deadvlei, een witte zoutvlakte met eeuwenoude dode bomen omringd door megaduinen. Vriend Bram beklimt het reuzenduin en eenmaal boven springt hij met reuzensprongen naar beneden. Tijd voor een spelletje ‘Bokdrol Spoeg’. Werner geeft het voorbeeld en wij volgen. Men neme een kogelronde droge keutel van een koedoe of spiesbok, stopt deze in de mond (niet doorslikken) en spuugt deze met volle kracht het luchtruim in. Wie het verste spuugt heeft gewonnen. In Namibië zijn officiële competities van deze verheffende sport.

Een knallend einde

We verlaten Sossusvlei, overnachten opnieuw in Sesriem en rijden de volgende dag via Solitaire waar we appelgebak en benzine tanken. Bram heeft een papband die in een wip gerepareerd wordt. De eerste deze reis. Na Solitaire slaan we rechtsaf richting de steile Spreeshoogte pas die een prachtig vergezicht biedt over het Afrikaanse landschap. Onze laatste nacht verblijven we bij Namib Grens Guest Farm. Een stokstaartje verwelkomt ons en speelt met ons en de honden. Wat ’n leuke en grappige beestjes zijn dit. Namib Grens Guest Farm is een oude boerderij die al generaties lang gerund wordt door de Rabie familie in dit overweldigende landschap. De campingplek aan de voet van de boulderberg kan niet mooier. Werner maakt een feestmaal met springbok op het menu en er is zoals altijd whisky en bier. Onze laatste avond in deze schitterende natuur.

De volgende dag rijden we terug naar Windhoek. Bij Melrose Lodge waar ze jachtluipaarden houden bestellen we een lunch. Na de lunch laat Werner ons kennismaken met zijn Magnum 9mm revolver die we om beurten mogen afvuren. Dat valt nog niet mee maar ik breng het er goed vanaf. Het is het eindschot van deze indrukwekkende reis.
Na 2400 mooie kilometers in de Afrikaanse zon arriveren we bij Werner thuis en wordt een fles ‘Hakkies Draad’ tevoorschijn getoverd om de nieren af te stoffen. De fles gaat van mond tot mond en is omwikkeld met prikkeldraad (hakkies draad) en zo voelt het als deze sterke drank door je slokdarm brandt. Met het restant in de fles klimmen we boven op het imperiaal van de Landcruiser en rijden triomfantelijk door Windhoek richting hotel. Eind goed al goed! Met al onze reiservaring achter de kiezen zijn we het roerend met elkaar eens, Namibië is een absolute topbestemming.

Tekst en fotografie: Arno Gorissen (Roadworks)

Met dank aan Hans van Marle van Touratrek

Informatie:
Documenten: geldig paspoort/geen visum! Internationaal rijbewijs.
Grootte: 20x Nederland
Grenst aan: Atlantische Oceaan, Angola, Zuid Afrika, Botswana
Inwoneraantal: 1.8 miljoen
Bevolkingsgroepen: Ovambo, Kavango, Damara, Nama, , Herero’s, Himba’s, San, blanken, kleurlingen
Belangrijkste inkomsten: diamanten, toerisme, veeteelt
Munteenheid: 1 Namibische dollar is € 0.09
Nuttige links:
www.touratrek.nl
www.namibie.startpagina.nl
www.namibie.afrikalinks.nl



Additional photos below
Photos: 128, Displayed: 36


Advertisement



13th January 2011

wat leuk om te lezen, ik ben afgelopen november naar thailand geweest met hans, en werner was toen ook mee met zn vriendin. het is echt een prachtige vent en hij heeft me lekker gemaakt voor namibie, dus ik ben nu begonnen om als een gek geld te sparen om in oktober naar namibie te gaan. als ik dit nu lees en de fotos zie krijg ik nog meer zin. groetjes natalie
24th January 2011

More to come
Hallo Nathalie, wat leuk dat je Werner en Hans kent. Inderdaad toffe gast. Hij heeft niet teveel beloofd. Namibië is prachtig, helemaal op de motor en met Werner. Deze week zal ik rest van foto's uploaden. Te weinig tijd ;-) Groet Arno
3rd July 2011
Himba woman sunset

Wow
yea...just wow....
10th July 2011
Himba woman sunset

home is home
when i look at the picture it just remind me of how beautiful my tradition is. it makes me wanna go back home from Beijing
25th October 2012

:)
What a pity it is not in English. Great photos!

Tot: 0.136s; Tpl: 0.022s; cc: 12; qc: 79; dbt: 0.0758s; 1; m:domysql w:travelblog (10.17.0.13); sld: 1; ; mem: 1.4mb